De psychologische betekenis van (on)macht.docx
Document Details
Uploaded by SuitableSanDiego
Katholieke Universiteit Leuven
Tags
Full Transcript
Autosociale macht: macht over eigen gedrag of situatie - A.k.a keuzevrijheid Sociale macht: macht tegenover anderen Macht = controle Instrumenteel leren =================== - Instrumenteel/Operant gedrag - Gedrag waarmee mensen en dieren inloed uitoefen op hun externe en/of i...
Autosociale macht: macht over eigen gedrag of situatie - A.k.a keuzevrijheid Sociale macht: macht tegenover anderen Macht = controle Instrumenteel leren =================== - Instrumenteel/Operant gedrag - Gedrag waarmee mensen en dieren inloed uitoefen op hun externe en/of interne omgeving EN dat niet louter een respons is op een voorafgaand uitlokkend stimulus of prikkel - Paradox: Dit impliceert ook dat hun omgeving macht heeft over hun gedrag - Gedrag ↔ gedragsuitkomsten en omgeving - Kern van instrumenteel leren - Gedragsuitkomsten kunnen appetief of aversief zijn - Appetief = aangenaam - Kan gedrag doen toenemen - Aversief = onaangenaam - Kan gedrag doen afnemen Versterkers en straffen ======================= - Appetitief gevolg = versterker of bekrachtiger - Feit dat een gedrag erdoor gevolgd wordt bekrachtiging - Aversief gevolg = straf - Feit dat een gedrag erdoor gevolgd wordt bestraffing - Eender welk onaangenaam gedragsuitkomst - Sociale straf = een straf toegediend door één of meerdere personen aan een ander omdat ze hun gedrag afkeuren - Bv.: Iemand die in de bibliotheek te luid is gaat aangestaard worden door mensen die aan't studeren zijn Versterking = toename gedrag - Positieve versterking - Het optreden van een appetitieve prikkel - Bv.: Wie altijd naar de les komt zal altijd de kans hebben een mooi studente te leren kennen, interessante leerstof te zien,... - Negatieve versterking van een gedrag - Het verdwijnen van een aversieve prikkel - Bv.: Altijd naar de les komen kan ook betekenen dat je minder notities moet vragen aan anderen, minder stress zal hebben voor de examens,... Bestraffing = afname gedrag - Positieve bestraffing - Aversieve prikkel neemt toe of treedt op - Bv.: Roken zal je adem doen stinken, en jouw tanden verkleuren,... - Negatieve bestraffing - Appetitieve prikkel neemt af of verdwijnt - Bv.: Omdat je tanden zo lelijk zijn gaan er minder meisje jouw willen aanspreken Primaire en Secundaire straffen en versterkers ---------------------------------------------- - Primairen - Versterkers - Prikkels of stimuli die van nature (zonder conditionering direct en instinctief) aangenaam of appetitief zijn - Bv.: Seks, eten, voedsel krijgen, slapen, veiligheid,... - Straffen - Prikkels of stimuli die van nature onaangenaam of aversief zijn - Bv.: Plotselinge luide geluiden, iets of iemand die je duidelijk probeert pijn te doen, honger, nare geuren, dood - Deprivatiespecifiek - Deprivatie verwijst naar een toestand waarin iemand een bepaalde behoefte niet vervuld krijgt - Primaire versterkers en straffen zijn deprivatiespecifiek: Hun invloed op gedrag hangt sterk af aan de mate waarin een individu behoefte heeft aan of tekort ervaart aan, bepaalde basisbehoefte. - Als behoefte al bevredigd is, neemt het effect op het gedrag tijdelijk af totdat de noodzaak zich weer voordoet - Omslachtig of uitvoerig time consuming en vergt materiaal - Bijvoorbeeld: - Voedsel Iets of iemand die een taak moet voltooien voor voedsel te krijgen zal alleen die taak voltooien wanneer die nood heeft aan voedsel - Seks Je zult alleen gedrag vertonen dat mogelijks leidt tot seksuele interactie als je er nood aan hebt. Eens verzadigd of bevredigd zal je zulk gedrag tijdelijk niet vertonen - Veiligheid Veilig voelen is een natuurlijk verlangen, je zult alleen defensief gedrag en waakzaamheid vertonen als je je onveilig voelt -... - Secundairen - Versterkers - Stimuli die appetitief zijn door een eerder leerproces (evaluatief leren of contactconditionering) - Bv.: complimenten, geld, designer kleren, diploma's en certificaten, trofees en medailles,... - Straffen - Stimuli die aversief zijn door een eerder leerproces - Bv.: Afwijzing, werkloosheid, een buzzer na een foutief antwoord, boetes, boze blikken, negatieve beoordeling, geld verliezen,... - Verkrijgen hun kracht door een eerder leerproces en associaties met primaire versterkers en/of straffen beïnvloed door eerdere ervaringen en contextuele of situationele factoren - Bv.: - Geld betekent dat je kunt eten en overleven - Complimenten of likes op sociale media kans op seksuele interactie verhogen - Werkloosheid geen geld geen eten - Designer kleren luxe leven - Gezond haar hebben aantrekken van seksuele partner -... - Dit impliceert ook wel dat hun waarde indirect afhankelijk is van het tekort of behoefte aan een natuurlijk primitieve behoefte: Geld krijgen meer waardevol als je honger hebt - MAAR: NIET deprivatiespecifiek - Hun kracht of invloed op gedrag is niet direct afhankelijk van een natuurlijk behoeftetoestand - Bv.: Of je nu honger of niet, geld of complimenten blijven een waardevol beloning, omdat het zo aangeleerd is er positieve gevolgen aan hangen. Hetzelfde bij straffen zoals boze blikken, hier hangen vaak negatieve gevolgen aan. - Insko, 1965 Toonde aan dat secundaire versterkers effectief zijn. - Interviewde studenten over verwachte gevolgen van een feestweek - Bij ene helft zei hij telkens 'goed' als ze iets positief zeiden en bij de andere helft wanneer ze iets negatief zeiden - Geleidelijk aan zeiden ze meer respectievelijk positieve of negatieve dingen - Wat ik hier ook uit haal: keur eenzijdige gedachtegang niet zo snel goed - Zelfbeschrijvingen zijn vatbaar voor operant/instrumenteel gedrag - Wat we al dan niet zeggen wordt beïnvloed door secundaire versterkers en straffen - Opvattingen worden vaak aangepast ifv sociale gevolgen Rol van contingentie en contiguïteit ==================================== - Opdat je een gedrag assoiceert met een versterker of straf - Contingentie: - Men moet de aan- of afwezigheid van een logische samenhang kunnen waarnemen tussen het gedrag en de gevolgen ervan - Dit gebeurt niet altijd vlotjes - Niet iedereen is even bewust over zijn/haar gedragingen en handelingen - Soms neem je een onbestaand contingentie waar - Als je de afwezigheid van een contingentie waarneemt leer je dat je geen controle hebt over de situatie - Perfecte contingentie: Gedrag wordt altijd gevolgd door de versterker of straf - Makkelijk voor aan- of afleren van een gedrag - Niet-perfecte contingentie: Gedrag wordt niet altijd of soms gevolgd door de versterker of straf. Het kan ook dat de straf of versterker optreedt zonder het gedrag - Partieel of intermittent bekrachtigings- of bestraffingsschema - Contiguïteit: - De tijd en ruimte tussen het gevolg of de gevolgen van het gedrag mogen niet te groot zijn opdat men de logische samen of contingentie waarneemt - Hoe onmiddellijker het gevolg, hoe meer invloed het heeft op het gedrag - Gedragingen die leiden tot onmiddellijke, vaak banale beloningen zijn makkelijker te vertonen dan gedragingen die pas op lange termijn aanzielijke beloningen opleveren - Verkopers proberen de waargenomen straffen verkleinen en de waargenomen beloningen vergroten kortingen, gratis producten, spaarpunten of -stickers,... Versterkers versus Straffen =========================== - In veel omstandigheden is het effect van versterkers sterker dan die van straffen - Eerste reden: - Versterkers bevatten meer informatie van hoe je iets moet of kan gedaan krijgen, straffen vertellen je alleen hoe je iets niet moet doen - Geen probleem als er maar twee alternatieven zijn. Bv.: In de aula zwijg je en let je op en verloopt de les vlotjes of je babbelt en onderbreekt de les en wordt je aangesproken door de prof - In veel gevallen zijn er meerdere alternatieven om dingen gedaan te krijge: Bv.: Studiemethode; als je onvoldoendes haalt met je studiemethode, weet je enkel hoe je niet moet studeren. Als er veel pogingen mislukken, kan het zijn dat de individu te maken krijgt met 'aangeleerde machteloosheid'. - Tweede reden - Straffen brengen negatieve emoties met zich mee die intenser zijn en dingen kunnen verstoren - Mislukte pogingen negatieve emoties opgeven of uitstelgedrag - Sociale straffen kunnen de verhouding tussen straffer en gestrafte verstoren - Derde reden - Sociale versterkers treden vaak sneller op dan sociale straffen en dit is ook door verschillende redenen - We zijn meer geneigd om ongewenst irritant gedrag even aan te zien - Mensen verbergen ongewenst gedrag en maken graag gedrag dat gewaardeerd wordt zichtbaar - Vierde reden - Wat een straffer als straf meent toe te dienen aan een gestrafte is niet altijd een straf voor die gestrafte - Bv.: Aandacht krijgen wanneer je iemand straft (je zegt voor het vertonen van ongewenst gedrag kan het zijn dat dat een versterkend effect heeft als die uit was op aandacht krijgen Wetten en normen ---------------- - Straffen zijn effectiever dan beloningen als het om het volgen van strikte regels - Straffen zeggen dat iets verboden is - Beloningen zeggen dat iets gewaardeerd wordt, maar niet dat het verplicht is - Een verplichting wordt namelijk zelden beloond Mulder 2008 ----------- - Verdeelde deelnemers in 3 groepjes van vier en gaf hen elk 10 euro - Creëerde spanning tussen deelnemers - Ze mochten geld samenleggen in een pot en elke euro werd vermenigvuldigd met 1.5 - Eindbedrag verdeeld over de vier leden - Extra verdienen door veel minder dan de rest in de pot te steken - Gelijkaardig aan free-rider gedrag in de samenleving - Conditie straf: verwees naar een groep die leden die free-rider gedrag vertonen straften - Condtie beloning: verwees naar een groep die leden die veel bijdroegen beloonde - Conditie controle: kreeg niks te horen over straffen of belonen - Mulder zei wel expliciet da 'in dit geval' het belonen en straffen niet mogelijk is - A.V.1: Hoeveel euro ze gaven - A.V.2: Hoeverre ze het hun morele plicht vonden bij te dragen - A.V.3: Sociale motief - O.V.1: Gedachte aan straf voor weinig bijdrage - O.V.2: Gedachte aan beloning voor veel bijdrage - Resultaten - De groep die over straf hoorde bij free-rider gedrag deed meer geld in de pot steken dan de groep die over beloning hoorde voor meer bijdrage te leveren - Verschil tussen straf- en controlegroep was significant - Verwijzing naar beloning had geen effect - Vraag: Is het effect van het beschrijven van een straf of beloning hetzelfde als het effect van het werkelijk toedienen ervan? - Vervolgonderzoek, meta-analyse: Balliet, Mulder en Van Lange - Werkelijk toegediende straffen zijn niet veel effectiever dan werkelijk toegediende beloningen, maar het was wel iets effectiever - Wat ik hier uit haal: Sociale straffen zijn vaak effectiever als het gaat om sociale gedragingen en in situaties waar mensen kiezen om te streven naar ofwel collectieve belang ofwel naar individuele belang Strategisch leren en afleren? ============================= - Bij niet-perfecte contingentie is een gedrag veel moeilijker af te leren en aan te leren - Het verdwijnen van contingentie zal minder opvallen - Denk maar aan volatiele mensen die moeilijk te plezieren zijn en dingen zoals casino's, spellen waar je amper weet wanneer je wint of verliest - Bij perfect contingentie is gedrag makkelijker aan te leren, maar helaas ook af te leren - Het verdwijnen van contingentie is veel opvallender - Wie zich opeens opmerkt dat een bepaalde gedrag, dat ooit altijd leidde tot stressvermindering, tot het tegendeel leidt, zal dat gedrag minder vertonen - Uitdoving: het verdwijnen van contingentie tussen gedrag en straf of versterker - Verdwijnen van straf gedrag vermeerdert - Verdwijnen van versterker gedrag vermindert Intrinsieke verbinding ---------------------- - Consistent zijn met het versterken of bestraffen van een gedrag zal ervoor zorgen dat het wel of niet vertonen van dat gedrag automatisch wordt en intrinsieke beloningen en straffen met zich meebrengt - Bv.: Het niet bijten van je nagels leidt tot mooier gezonde nagels. - Gedrag intrinsiek verbonden met de straffen en versterkers zijn heel moeilijk te veranderen - Je vindt in het gedrag meer beloningen en/of straffen die het meer betekenis en kracht geven Afleren van een gedrag ---------------------- - Zoek een ander activiteit die jou verbiedt dat ongewenst gedrag te vertonen - Ga in een omgeving waar dat ongewenst gedrag onmiddellijk bestraft zal worden Beperkingen en valkuilen: discriminatieve prikkels en S-delta's =============================================================== - Discriminatieve prikkel (SD): signaleert dat in een bepaalde omgeving, situatie en context een bepaalde bekrachtiging of bestraffing zal volgen op een specifiek gedrag - Bv.: Vele studenten zullen de prof wel kennen die een hekel heeft aan laatkomer en hen ook onmiddellijk straft, de prof is in dit voorbeeld onze discriminatieve prikkel (SD) - S-delta: Signaleert dat een bepaalde bekrachtiging of bestraffing niet geldt, min of meer de afwezigheid van een SD Beperkingen van sociale straffen en versterkers ----------------------------------------------- - Sociale straffen en beloningen volgen op overt gedrag - Geen probleem als het de bedoeling om dat gedrag te doen toenemen - Maar: overt gedrag wordt vaak geacht covert gedrag te weerspiegelen - Dus vaak zijn sociale beloningen en straffen bedoeld voor covert gedrag te beïnvloeden - Prestatiebeloningen kunnen motivatie verstoren - Overte gedragingen of prestaties die waardering verdienen kunnen nog altijd vertoond worden zonder coverte gedragingen te veranderen - Sommigen zullen manieren vinden om overte prestatie te bereiken zonder coverte gedraging te veranderen - Bv.: Punten Een 10/10 halen kan door discipline te ontwikkelen en grondig te studeren of door te spieken - Soms wordt coverte gedraging niet eens of in de foute richting beïnvloed - - Soms doen beloningen je vergeten dat je ooit van een activiteit op zichzelf heb genoten 'Ik doe het niet voor de macht' =============================== - Streven naar sociale macht wordt niet al te positief gezien in onze samenleving - Wel wordt het goedgekeurd als je streeft naar macht om andere doelen te bereiken, om bijvoorbeeld de samenleving te verbeteren. - Iemand die macht gewoon 'prettig' vindt wordt vaak bestraft - Streven naar autosociale macht (macht over eigen gedrag en/of situatie) wordt vrij neutraal naar gekeken - Maar het hebben van autosociale macht wordt best onderschat en als vanzelfsprekend beschouwd - We zijn vaak niet bewust dat het niet hebben van autosociale macht kan leiden tot onaangename gevoelens en emoties - Zelfbeschrijvingen als methode voor drijfveren te onderzoeken - Mogelijke conclusie: - Autosociale macht is belangrijker dan sociale macht - Het hebben van autosociale macht is geen versterker, maar het niet hebben ervan zal wel een straf zijn kan het zijn omdat we het als vanzelfsprekend beschouwen? - Sociale macht is niet voor alle groepen even (on)belangrijk Okimoto en Brescoli, 2010 ------------------------- - Meeste mensen nemen aan dat politici meer dan anderen streven naar sociale macht - Als we politici oordelen op hun machtshonger moeten we dat bij alle politici op een gelijke manier doen - Maar mensen zijn **IRRATIONEEL** dus gebeurt dit niet - John Burr vs. Ann Burr: Vrouwelijke versus Mannelijke politieker - Studie 1: Ann en John streven impliciet even hard naar sociale macht - Informatie was gelijkwaardig - O.V. 1: John Burr - O.V.2: Ann Burr - A.V. 1: Waargenomen machtshonger van beide politiekers - A.V.2: Bereidheid om te stemmen op de politiekers - Verband tussen stembereidheid en waargenomen machtshonger werd ondezocht - Resultaten: - Er was enkel verband bij Ann Burr - Hoe hoger de waargenomen machtshonger was, hoe minder bereid ze waren om te stemmen - Bij de man werd er geen verband gevonden - Studie 2: - O.V., manipulatie: Geslacht en mate van expliciete verwijzingen naar 'ambitie', 'machtswil' en nastreven van politieke invloed - A.V.: Stembereidheid en waargenomen normoverschrijding, morele verontwaardiging - Resultaten - Bij het expliciet vermelden van machtsstreven roept **John Burr** meer morele verontwaardiging op, maar waren deelnemers tegelijkertijd meer bereid op hem te stemmen - Bij Ann Burr zorgde expliciete machtshonger voor meer morele verontwaardiging EN minder stembereidheid van de deelnemers - Wanneer John Burr minder leek te streven naar macht was riep hij minder morele verontwaardiging op, maar waren ze ook minder bereid op hem te stemmen - Wanneer Ann Burr minder verwees naar machtsstreven riep ze ook minder morele verontwaardiging en deelnemers waren meer bereid te stemmen op haar - Conclusie: - Een man die dominante gedrag vertoont heeft zal meer afkeer oproepen maar ook meer stemmen hebben dan een man die een minder dominant gedrag vertoont - Een vrouw lijkt beter af wanneer ze minder lijkt te streven naar macht - Beschouwen mensen dominante mannen als meer competent en dominante vrouwen minder competent?? - Suggestie: Er bestaan verschillende sociale normen over het machtsstreven van mannen en vrouwen - Dit betekent dat er voor mannen en vrouwen andere bestraffings- en beloningscontingenties bestaan als het gaat om streven naar sociale macht - Zelfbeschrijvingen kunnen dus vertekend zijn - Observaties tonen aan dat mannen EN vrouwen situaties waarin ze controle kunnen blijven hebben verkiezen boven situaties waarin ze machteloos zijn - Mannen en vrouwen zijn ook meer geneigd risico's te accepteren van zelfgekozen gedragingen en/of risico's waarvan ze nog wat controle hebben Het fijne van macht =================== Angeboren voorkeur voor macht? ------------------------------ Aanwijzingen voor de assumptie dat de voorkeur voor macht aangeboren is men verkiest situaties waarin men controle heeft dan situaties waarin ze hulpeloos zijn - Singh, 1970 - Studie met kinderen - Kinderen konden tussen twee kanten van een machine kiezen waaruit knikkers uitkwamen - KANT 1 (onmacht) gratis knikkers (tempo afgave knikker afgestemd op de tempo waarmee kind knikkers verkreeg bij kant 2 tijdens een voorafgaande oefensessie) - KANT 2 (macht) 10 keer hendel op knop voor knikkers - Kind mocht zo vaak veranderen als dat het wilde - Welke kant het kind ook koos hij kreeg evenveel knikkers - Resultaten gedurende 2 sessies verpreid over 2 dagen - Dag 1: 63% van knikkers verkregen bij KANT 2 machtsituatie - Dag 2: 70% van knikkers verkregen bij KANT2 machtsituatie - Als de kinderen geen voorkeur hadden en aan beide kanten evenveel tijd besteden zouden de resultaten 50-50 zijn - Studie met ratten - Ratten in 2 open kooien waarin ze steeds konden overlopen - Kooi 1: gratis voedsel per tijdseenheid - Kooi 2: kregen voedsel als ze op een hendel drukten (na conditionering/oefensessie) - In kooi 1 kregen ze 12,5%, 25% of 50% meer voedsel (op basis van hun prestatie tijdens oefensessie) - Resultaten - 3 op de 4 proefdagen grotendeels Kooi 2 machtsituatie - De ratten vertoonden voorkeur aan werken voor voedsel, behalve als de gratis voedsel 50% meer was. - Zelfs dieren vertonen voorkeur aan machtssituaties - Voss en Homzie, 1970 - Ratten in kooi, 2 mogelijke wegen naar eten - Ene weg ging gewoon rechtdoor naar eten - Ene weg splitste in 2 - Grotendeels van de ratten gingen naar de weg die splitste Situaties waarin ze het gevoel van controle of keuzevrijheid hebben lijken aantrekkelijk Het genoegen van macht ---------------------- Betekent een voorkeur hebben voor macht, dat macht ook een versterker is? - Leotti en Delgado, 2011 - Hypothese/onderzoeksvraag - 'Als keuzevrijheid of kiezen op zichzelf aangenaam of prettig is, kan dat prettig gevoel dan worden geassocieerd met een object of gebeurtenis die samenhangen met die keuze?' - Impliceert dat een prikkel aangenaam kan worden omdat hij een voorwerp was van een keuze - Je vindt een voorwerp aangenaam omdat je het gekozen hebt niet omdat je dat aangenaam vond - Onderzoek - Deelnemers zaten voor computer met 3 knoppen, 0, 33 of 100 (willekeurig op basis van welk knop ze kozen, veranderde steeds) - Twee symbolen op het scherm (betekenis niet vermeld, maar werd wel duidelijk doorheen onderzoeksessie) - Symbool 1: gaf aan dat ze op het knop moesten drukken dat oplichtte geen keuzevrijheid, knop werd niet zelf gekozen - Symbool 2: gaf aan dat ze eender welk knop mochten kiezen keuzevrijheid - Resultaat en conclusie - Ze beoordeelden symbool 2 significant positiever dan symbool 1 - Het genot van keuzevrijheid werd geassocieerd met symbool 2 - Keuzevrijheid geeft een aangenaam gevoel, dat op zijn beurt geassocieerd kan worden met aanvankelijk neutrale prikkels - Keuzevrijheid kan ook tevredenheid verhogen omdat je kan kiezen wat voor jou het beste uitkomt - Was ook te zien op fysiologisch activiteit: Orbitofrontale cortex en mesencefalon waren significant meer actief bij het zien van symbool 2, ook de ventrale striata was actief, maar niet significant - De drie hersenregio's die actief zijn bij prettige ervaringen - Opmerking: Veel mensen verkiezen ook jobs waarbij ze zelf kunnen kiezen wanneer ze werken - Watson en Ramey, 1972 Studie met baby's - Baby's van 2 maanden, 2 weken lang in thuisomgeving geobserveerd - OV: beweging van mobiel boven de wieg (tussen-proefpersoons-manipulatie, alle proefpersonen worden aan verschillende condities blootgesteld) - Situatie 1: figuurtjes op mobiel bewegen als baby hoofd beweegt - Situatie 2: figuurtjes op mobiel bewogen van zelf (ongeveer evenveel als bij situatie 1) - Situatie 3: figuurtjes bewogen helemaal niet - Conclusies: - Hoofdbewegingen nam toe in situatie 1 over de sessies heen - Bij situatie 2 en 3 bleef het hetzelfde - Baby's waren in staat contingentie waar te nemen tussen gedrag (hoofdbeweging) en versterker (beweging figuurtjes) - Controle over de beweging van mobiel werkte als versterker Het gedrag dat tot beweging leidde **nam toe, de hoofdbewegingen** - Het is onwaarschijnlijk dat het de beweging van de figuurtjes was die de baby's als belonend prikkel ervoeren in situatie 2 was er geen toename in hoofdbewegingen - Mogelijke evolutionaire verklaring (Leotti, Iyengar en Ochsner, 2010) - Mensen die in staat en/of geneigd zijn invloed uit te oefenen op hun omgeving zullen beter in staat zijn te krijgen wat ze nodig hebben en gevaar en schade te ontlopen dan mensen die hun omgeving niet proberen te bewerken of beïnvloeden of machteloos zijn Macht als bescherming tegen gevolgen van aversieve prikkels =========================================================== Hebben we minder last van aversieve prikkels als we het gevoel hebben er invloed op te kunnen uitoefenen? - Glass, Singer en Friedman, 1969 studie met lawaaistoten - Onderzochten zogezegd het effect van lawaai op prestaties en fysiologische processen - Vrouwen moesten 20 minuten lang taken uitvoeren, terwijl er 1 keer per minuut een lawaaistoot van enkele seconden (willekeurig) afging van 110 decibel - Ene groep kreeg subjectieve macht over lawaai: konden op een knop duwen om lawaai te stoppen maar werd gevraagd dat niet te doen - Ene groep kon helemaal niks doen over het lawaai - Na lawaaifase, twee taken voor beide groepen - Volharding/perseverance: figuren overtrekken zonder tweemaal over dezelfde lijn te komen en zonder potlood op te heffen (onmogelijk, maar dat was niet het punt) - Afhankelijke variabele/operationalisering volharding: Onderzoekers keken naar hoeveel pogingen ze bij elk onmogelijk figuur deden - Concentratie: tikfouten zoeken in een tekst - Afhankelijke variabele/operationalisering concentratie: hoeveel fouten ze al dan niet over het hoofd zagen - Resultaat - De vrouwen die subjectieve macht kregen over had meer pogingen bij het overtrekken van de figuren en zagen minder tikfouten over het hoofd - Sherrod, Hage, Halpen en Moore, 1977 - Bouwden voort op Glass en co. - Gingen na of het al dan niet bezitten van subjectieve macht over verschillende aspecten van een stressor (einde en/of begin van een lawaaistoot) cumulatieve effecten had - Opdeling - Onmacht: Geluidsband werd zelf door onderzoeker gestart en vertrok uit lokaal - Subjectieve macht over het begin: Mocht zelf geluidsband starten wanneer onderzoeker weggaat; het werd aangeraden om het te starten - Subjectieve macht over het einde - Subjectieve macht over einde EN begin - Controleconditie: zacht achtergrondgeruis (was niet bij Glass) - Vindingen waren min of meer gelijkaardig als bij Glass' onderzoek - Concentratietaak - Zowel subjectieve macht over begin als over einde van lawaai, het maakte niet uit welke vorm - Wel deed iemand met beide vormen veel beter dan iemand met maar één of geen vorm van macht en niet veel slechter dan iemand zonder lawaaihinder - Volhardingstaak - Hoofdeffect van subjectieve macht over het einde van lawaai, geen hoofdeffect van subjectieve macht over begin van lawaai - Wie beide vormen had hield langer vol, even lang als iemand zonder lawaaihinder - Conclusie: Hoe meer (vormen van subjectieve) macht, hoe beter - Rose, Geers, Rasinski en Fowler (2011) - "Macht als complete remedie tegen het lijden van mensen van een aversieve prikkel" - Er werd zogezegd onderzocht naar beleving van zeer koude temperaturen - Cold pressure task - Hand in water van 8°C, na de eerste ogenblikken ervaar je pijn vaak gebruikt bij onderzoek over pijnbeleving - Deelnemers kregen voor cold pressure task olieachtige stof op hun hand gesmeerd - 1/3 kreeg te horen dat het een reinigingsproduct is (controleconditie) - 2/3 kregen te horen dat olieachtig stof een pijnstiller is (conditie 1 en 2) - Er werden zogezegd 2 soorten pijnstillers onderzocht - Conditie 1: onderzoeker koos zelf welke soort pijnstiller kreeg (geen keuzeconditie) - Conditie 2: deelnemer koos zelf welke soort pijnstiller (keuzeconditie) - Moesten meerdere keren aangeven hoeveel pijn ze voelden op een schaal van 10 - Na 75 seconden mocht hand eruit en nog eens aangeven hoeveel pijn ze voelden op een lijn - Manipulatiecheck: Deelnemers werden gevraagd hoezeer ze verwachtten dat olie pijnstillen zou werken EN (bij cond. 1 en 2) hoezeer ze zich vrij gevoeld hadden om te kiezen - Manipulatie werkte: Conditiegroep 1 en 2 verwachtten meer pijnstillend effect dan controlegroep EN keuzeconditie rapporteerde meer keuzevrijheid te hebben dan geen-keuzeconditie - Resultaten - Gerapporteerde pijn nam minder toe bij de keuzeconditie dan bij de geen-keuzeconditie - De groep geen-keuzeconditie rapporteerde meer pijn dan de controlegroep - Interpretatie - Onduidelijk of placebo beter werkten als deelnemers keuzevrijheid kregen OF als het slechter werkte door aversieve gevoel van sociale onmacht 'oh, iemand anders kiest voor mij' - Beter conditie toegevoegd waar er maar één soort pijnstiller was De gevolgen van onmacht ======================= Wat veroorzaakt ervaring van onmacht: toestand van onmacht (stabiel) of verlies van macht (destabilisatie) Hoe testen? We kunnen nagaan of de directe gevolgen vooral te maken hebben met het plotselinge verlies van macht, terwijl latere gevolgen meer verband houden met langdurige ervaring van onmacht Experimenteren: Je zou twee groepen kunnen vergelijken - Ene groep heeft in't begin macht over bepaalde prikkels en verliest die daarna - Andere groep heeft vanaf het begin al geen enkele macht over de prikkels - Zo zou je de invloeden van langdurige onmacht en acute verlie van macht kunnen vergelijken Lijden onder machtsverlies -------------------------- Is onmacht een bron van lijden? - Decasper en Carstens (1981) - Deel 1: binnen-proefpersoons-onderzoek: iedere baby wordt blootgesteld aan alle condities 8 baby's van 3 dagen oud gedurende 2 sessies van elk 15 minuten - 2 sesies onmachtsessie en machtsessie - Machtsessie: muziek controleren door te zuigen - Onmachtsessie: geen controle over muzie - Alle acht baby's deden beide sessies, maar volgorde werd gemanipuleerd - ½ macht onmacht: het gedrag waarmee ze macht uitoefenden (zuigen) viel weg - ½ onmacht macht: machteloosheid werd reeds aangeleerd, en de baby's vertoonden geen significante toename van zuiggedrag - Deel 2: Meting van negatief affect (onrustigheid, huilen en vaker bewegen) - Werd onderzocht en beoordeeld adhv videofragmenten, op toevallige volgorde aangeboden - Macht onmacht: er werd meer negatief affect waargenomen nadat de baby's geen controle meer hadden over muziek als ze dat voordien wel hadden - Onmacht macht: baby's die machteloosheid aangeleerd hadden vertoonden een relatief constante aaanwezigheid van negatief affect - Conclusie - Baby's kunnen lijden onder verlies van controle over een aangename prikkel - Evidentie voor machtsverlies als primaire straf - Crombez et al. 2008 - Studie naar 'effect van onaangename prikkels op aandacht' - Er werd meegedeeld dat elektrische schokken zullen krijgen, waarvan één zeer pijnlijk (niet waar) en moesten ondertussen taken doen - Moesten pogen de kaart te stapelen in volgorde volgens stapelregel van onderzoeker die ze moesten ontdekken - ½ (groep 1) werd verteld dat ze bij elke poging schokken konden vermijden door juist stapelregel te ontdekken - ½ (groep 2) werd dit niet verteld - Eerste fase stopte als groep 1 de kaarten 5 juist gestapeld hadden (werd niet gezegd aan deelnemers, ze kwamen hier zelf achter) en ging over naar een fase waarin ze geen controle meer hadden over de schokken (machtsverlies) - Resultaat: - Deelnemers die machtsverlies ervoeren rapporteerde groter angst en meer pijn na het ontdekken van machtsverlies (fase 2 en vooral fase 3) - Bij deelnemers die nooit macht hadden nam angst toe tot in fase 2 en zakte daarna - Besluit - Machtsverlies veroorzaakt doorgaans meer lijden dan stabiele toestand van onmacht Reactantie ========== Machtsverlies of bedreiging van machtsverlies kan reactantie uitlokken: motivatie om bedreigde of aangetaste macht te beschermen of herstellen - Natuurlijke inperking: natuurlijke omstandigheden die je macht inperken of bedreigen (bv. niet vlotjes kunnen voetballen omdat het gras te nat is of een boom ligt op je favoriete parkeerplek) - Sociale inperking: sociale omstandigheden die je macht inperken of bedreigen (bv.: niet kunnen zitten op je favoriete plek in de zaal omdat iemand daar al zit) - Social inperking worden scherper aangevoeld; deze gebeurtenissen zijn vaak voldoende belangrijk om reactantie uit te lokken - Treedt voornamelijk op in context van sociale relaties Reactantie kan opgevat worden als een psychologische behoeftetoestand die ervaring van macht nog aantrekkelijker dan ze al op zich is - Als je je in een toestand van reactantie bevindt, kan machtservaring een primaire versterker zijn om operant gedrag te beïnvloeden - Gedrag dat machtservaring oplevert zal meer door het individu vertoond worden als die zich in een toestand van reactantie bevindt - Elk gedrag en/of voorwerp dat kan leiden tot machtservaring lijkt aantrekkelijker - Welke gedragingen leveren machtservaring op? - Algemeen antwoord: elk gedrag dat een waarneembaar effect heeft - Maar er is wel een relatief verschil in waarneembaar effect: sommige gedragingen hebben een groter effect dan andere, bij sommige komt het sneller dan bij andere - Vb. bij sociale interacties kan iemand in reactantie toestand overgaan tot agressief gedrag omdat dit groter effect heeft dan vriendelijkheid - Reactantie leidt soms tot boemerangeffect 'koppigheid': Je doet het tegenovergestelde wat een ander wilt dat je doet ondanks het feit of je dit al dan niet zelf wou doen Aangeleerde machteloosheid ========================== Aangeleerde machteloosheid: ontstaat doordat individu wordt blootgesteld aan ingrijpende ervaring van onmacht (belangrijke gebeurtenis blijkt oncontroleerbaar, individu ervaart steeds opnieuw onmacht) - Maier en Seligman, 1976 - Deel 1: 3 groepen honden blootgesteld aan **voorbehandelingen** - 1 groep kreeg elektrische schokken maar kon die stopzetten - 1 groep had geen controle over schokken - 1 groep kreeg geen schokken (basislijn) - Deel 2: **dag na voorbehandeling**; pendelbox, shuttlebox (kooi in 2 delen verdeeld, ze konden van ene kant naar de andere lopen/springen) - Schok werd op voorhand aangekodingen met een discriminatieve prikkel (SD) - Als hond naar de andere kant sprong stopte de schok - Als hond tijdens SD naar de andere kant sprong kwam er helemaal geen schok - Basislijn honden die geen schokken kregen leerden snel dit snel aan, idem voor honden die controle hadden voor de schokken tijdens voorbehandeling - Honden die geen controle hadden over de schokken leerden veel slachter - Besluit - Lijden/geleden hebben heeft niet per se invloed op leergedrag - Alleen als het lijden veroorzaakt werd door ervaring van oncontroleerbare ervaringen of onmacht - Ervaring van onmacht veroorzaakt leerprobleem en niet de ervaring van lijden - Aangeleerde-machteloosheidtheorie - Blootstelling aan afwezigheid van contingentie perceptie van afwezigheid contingentie/onmacht veralgemening deze perceptie verwachting dat je eigenlijk geen controle hebt over iets in de toekomst aangeleerde machteloosheid - Gekenmerkt door 3 problemen - Motivatieprobleem: doet geen moeite omdat het toch 'nutteloos' is - Cognitief/intellectueel probleem: als je leert dat er geen contingentie is, ga je er ook niet naar zoeken. Uiteindelijk gaat uw brein luier worden - Emotioneel probleem: je kan depressieve gedrag vertonen en apathisch zijn - Kritische blik op theorie - De 3 benoemde kenmerken van aangeleerde machteloosheid zijn coverte gedragingen, terwijl in het onderzoek er enkel overte gedragingen gemeten werd - Theorie is veralgemeend, maar de onderzoek waarop het is gebaseerd is niet veralgemeenbaar Aangeleerde machteloosheid bij mensen ------------------------------------- - Hiroto en Seligman, 1975: lawaaistoten en anagrammentaak - Deel 1: voorbehandeling, lawaaifase - studenten verdeeld in 3 groepen - Groep 1 had controle over lawaai - Groep 2 had geen controle over lawaai - Controlegroep had geen lawaai - Lawaaistoten = aversieve prikkel - Deel 2: anagramtest (woorden vormen met 20 letterreeksen) - Anagramtest bevatte patroon eerste en tweede letter zat altijd op dezelfde positie - Deelnemers konden hierachter komen of niet - A.V. - Hoe lang het duurde voordat de deelnemers 3 opeenvolgende anagrammen oploste in 15 seconden per anagram - Aantal mislukte anagrammen - Gemiddelde responslatentie (antwoordtijd) over de 20 anagram - Resultaten: idem als bij Maier en Seligman - Deelnemers die geen controle hadden over de aversieve prikkel of lawaai deden veel langer over om patroon te zien en maakten veel meer fouten. Zij hielden minder vol en maakte meer fouten dan basislijngroep - De perceptie van machteloosheid tov aversieve prikkel werd veralgemeend, niet de ervaring van aversieve prikkel van lawaaistoten tot een intellectuele taak - Deelnemers die wel controle hadden over lawaaistoten hielden het langst vol en poogden veel meer en maakten het minst fouten - Maar dit onderzoek toetste niet echt de veronderstelde stappen - Inzichten over aangeleerde-machteloosheid en visie over volhouden en opgeven - Samenleving hecht veel waarde aan volhouden bij tegenslagen 'opgeven is teken van zwakte' - Populaire opvatting: volhouden bij een taak kan zogezegd door aanmoediging of als de persoon in kwestie 'een volhouder' is - Maar: opgeven of volhouden is gebaseerd op eerdere ervaringen die een persoon meemaakte die al dan niet leidden tot succes moreel oordeel is dus zeer onjuist - Ervaringen van onmacht kunnen leiden tot subjectieve affectieve toestanden en zorgen voor machteloosheid tov dingen uit de omgeving die in principe deels bemeesterd kunnen worden - Je zult bijvoorbeeld dingen vermijden waarbij je ooit een onmacht ervoer en soms zelf irrationele angsten voelen voor deze dingen - Ervaring van macht daarentegen, kunnen leiden tot subjectieve aangename affectieve toestanden - Je zult bijvoorbeeld dingen willen controleren die buiten je controle zijn en zinloze inspanning doen Glass et al. "De vrouwen die subjectieve macht kregen over had meer pogingen bij het overtrekken ook al was dit een onmogelijke taak" - Als jezelf beslist dingen buiten je controle te laten en zelf accepteren dat je er echt geen controle over kan hebben, oefen je macht uit. - Als je dingen of mensen probeert te controleren die je echt niet kan controleren, zullen ze jou controleren en/of zul je gefrustreerd geraken en ervaar je onmacht soms kan je hierdoor resentiment ontwikkelen voor een bepaald vak of groep - Mensen zijn irrationeel :) Autosociale en sociale macht als communicerende vaten ===================================================== - Experiment: Inesi, Botti, Dubois, Rucker en Galinsky ,2011, experiment 1a - Lieten deelnemers herinneren aan een situatie waarin ze zich sociaal machtig versus sociaal machteloos voelden - Vervolgens lieten ze hen kiezen tussen 2 assortimenten voor telkens 4 productsoorten - Assortiment 1 bestond uit 3 producten - Assortiment 2 uit 14 producten - Deelnemers werden gevraagd welk assortiment ze prefereerden op een schaal met 7 antwoorden (1= kleinste assortiment, 4 = I don't care, 7 = grootste assortiment) - Resultaten - Deelnemers die ervoor werden herinnerd aan een situatie waarin ze sociale macht ervaarden hadden een lichte voorkeur voor grootste assortiment - Deelnemers die aan sociale onmacht herinnerd werden vertoonden een significant sterkere voorkeur voor grootste assortiment - Besluit - Geconfronteerd worden met gevoel van machteloosheid leidde tot grotere waardering voor autosociale macht, het maakt autosociale macht dus aantrekkelijker. Een grote assortiment betekent namelijk dat je meer keuzevrijheid hebt - Inesi et al., 2a, 2011 tweede experiment :) - Helft mocht een product kiezen uit kleine assortiment en ander helft uit grotere assortiment - Keuzevrijheid werd dus gemanipuleerd - Aan de deelnemers werd gevraagd deel te nemen aan ongerelateerd onderzoek - Ze moesten in groep werken en werd gevraagd op een schaal van 7 hoe graag ze de leiding wouden nemen - Ook werd aan hen gevraagd het belang van verschillende (machtsgerelateer en niet-machtsgerelateerde) taakaspecten van hun droombaan te beoordelen - Deelnemers die niet veel keuzevrijheid kregen hadden sterker voorkeur voor de leidinggevende rol EN gaven meer belang aan machtsgerelateerde aspecten van hun droom baan en minder aan niet-machtsgerelateerde aspecten - Besluit - Mensen hebben behoefte aan autosociale en sociale macht: diverse manieren om de behoefte te bevredigen compenseren elkaar: als behoefte van autosociale macht bevredigd is, hebben mensen minder behoefte aan sociale macht en omgekeerd. Macht en onmacht in het ware leven ================================== De machteloze want verwende (of te slimme) mensen ------------------------------------------------- - Kinderen worden vaak 'onbewust' verwend - Appetitieve prikkels worden bij wijze van spreken gemaximaliseerd, terwijl aversieve prikkels worden geminimaliseerd - Kinderen kunnen hierdoor later minder in staat zijn aversieve prikkels te controleren en uitdagingen aan te gaan. - Ze zullen niet snel inzien dat aversieve prikkels controleerbaar zijn - Bv.: Als je op kot zit zul je moeten dat uw vuile kamer (aversieve prikkel) niet meer van zelf proper wordt - Ze zullen zich sneller door kleine en grote tegenslagen laten opgeven omdat ze er gewend aan zijn dat alles van zelf kwam - Mishandeling door verwenning - Moeilijk waarneembaar - Een verwend kind hoeft niks te doen voor appetiteve prikkels, dit betekent dat de oncontroleerbare prikkel appetitief is. - Door de apetitieve prikkels of de afwezigheid van aversieve prikkels zal een kind minder snel negatief affect vertonen en is zijn de problemen die het veroorzaken moeilijk te waarnemen - De nadelige gevolgen van verwenning zijn pas duidelijk wanneer het moeilijk terug te draaien is. - Bv.: het gebrek aan volharding zal pas zichtbaar zijn wanneer ze zelf moeten werk voor geld - Jongeren kunnen ook verwend zijn door de natuur en heel slim zijn - Ze zijn van nature slim en moeten de eerste jaren op school minder werken dan de rest - Buizen vaak doordat ze niet gewend zijn te werken - Ze zijn gewend dat alles van zelf kwam - Later beweren ze dat ze gewoon geen 'taalknobbel' of 'wiskundeknobbel' hebben - Jongeren die van jongs af aan hard moesten werken voor goeie punten zijn vaak beter af dan 'slimme kinderen' Lekker niet doen wat wetgevers en hulpverleners zeggen ------------------------------------------------------ Reactantie kan probleem worden als in algemeen of individueel belang regelgeving ingesteld en gehandhaafd wordt wanneer vrijheid ingeperkt lijkt te worden, treedt reactantie sneller en zal men meer geneigd zijn de wetten te overtreden Toch worden wetten meestal vlotjes gevolgd - Aan vele overtredingen hangen direct sancties aan vast die vaak die zwaarder wegen dan genoegen van macht - Niet iedereen is even vatbaar voor de toestand van reactantie, de een komt sneller in deze toestand dan de ander (mate waarin men geneigd zijn beïnvloedingspogingen af te blokken varieert) - Manier waarop bevelen, adviezen en voorschriften worden geformuleerd speelt ook een rol - In verkeerscampagnes bijv. vermijdt men controlerend taalgebruik suggesties, 'kunnen', 'willen' of 'overwegen',... - Reactantie kan ook tactisch ingezet worden als manipulatietechniek - Bijv.: Amnesty International - Non-compliance in gezondheidszorg - (Ernstig) ziek worden wordt beschouwd als verlies van autosociale macht - Als ze dan nog huisregels moeten volgen of therapiesessie moeten volhouden kan dat als een bijkomend dreiging van machtsverlies worden - Gevolgen hiervan zijn, weigeren van medicatie en/of eten, agressie tegen hulpverleners, weglopen,... - Kan levensgevaarlijk zijn Werkstress, generatie-armoede en de 'lamlendige werkloze' --------------------------------------------------------- - Op werk ervaart men minder stress als men macht heeft (hiërarchisch, maar ook autonomie over werkactiviteit) - Het is niet de werk op zich of de zwaarte ervan dat sommige stress hebben, het is het feit dat iemand anders gezag heeft over wat ze doen, hoe en wanneer ze het doen - 'With great power, comes great responsability' Sommigen mensen die verworven macht moetenloslaten, dit kan door gebrek aan verantwoordelijkheid, ervaren meer stress en zullen minder tevreden als voor ze de smaak van macht proefden - Het is dus belangrijk goed na te denken vooraleer je werknemers vrijheid geeft en hoeveel vrijheid je geeft - Ouders in armoede moedigen hun kinderen minder goed aan om goed hun best op school te doen - Als kinderen op vlak van educatie mislukken, vergroot hun kans in armoede terecht te komen - Langdurige werklozen lijken minder initiatief te tonen om een baan te zoeken en als ze gedwongen worden te solliciteren zijn ze heel nonchalant - Aangeleerde machteloosheid speelt hier een rol - Veel mensen in armoede, zijn ervan overtuigd dat het hun lot is om arm te zijn en te blijven en dat ze er niks aan kunnen doen of dat het onmogelijk uit de armoede te geraken hoe moeilijker een taak lijkt (niet is), hoe minder geneigd we zijn eraan te beginnen - Infurna et al., 2016 - Stelden vast dat mensen na ontslag een daling vertonen in hun waargenomen macht over hun eigen leven - Hoe zwaarder de daling, hoe meer kans ze hadden langdurig werkloos te zijn en hoe lager hun **subjectief ervaren levensgeluk 5 jaar na het ontslag** Macht in het woonzorgcentrum en ziekenhuis ------------------------------------------ Mogelijke oplossing voor non-compliance in ziekenhuis: Inspanning doen om patiënten gevoel van macht over omgeving te geven - Langer en Rodin, 1976 - 1 groep met macht over dagplanning, ruimtelijke kamer ordening, bezoekers,... - 1 groep moest macht afstaan aan verpleging - 18 maanden later deden ze een vervolgonderzoek op hun welbevinden - Groep met controle - Tevredenheid nam toe - Energie was afgenomen maar relatief zwakke afname - Groep die controle moest afstan - Minder tevreden - Energie was sterker afgenomen dan eerste groep (30% gestorven) - Voor chronisch zieken is aangeleerde machteloosheid een reeële bedreiging - Leren minder bij tijdens therapie, zien het nut er niet meer van - Ze geven daarom vaak zoveel mogelijk controle over behandeling aan de patiënten Kiest u maar... niet tevreden geld terug! ----------------------------------------- Bedrijven, verkopers en aanbieders spelen in op verlangen naar controle door de consumenten het gevoel van vrijheid in keuze te geven - Ze bieden keuze uit meerdere zaken (waarvan allemaal behalve een paar niet echt relevant of nuttig of opportuun zijn) - Soms zorgen ze ook voor flexibele en controleerbare diensten - Bv.: controleerbare gps-locatie van bestelling, zelf kiezen waar en wanneer bestelling wordt geleverd, abonnement wanneer je maar wilt stop kunnen zetten,... - De mogelijkheid om een product terug te brengen of in te ruilen en geld terug te krijgen is hooggewaardeerd bij vele klanten en consumenten - De mogelijkheid om een beslissing ongedaan te maken is zeer aantrekkelijk Slotbeschouwing =============== Veel interacties kunnen gezien worden als een wisselwerking tussen macht uitoefenen en een voorwerp zijn van macht - Macht is aantrekkelijk door mogelijkheid om aantrekkelijke uitkomsten tot stand te brengen EN om negatieve uitkomsten te vermijden + machtservaring is gewoon aantrekkelijk - Macht uitoefenen gaat gepaard met macht ondergaan of voorwerp zijn van macht; indien je tevreden bent over de tot stand gebrachte uitkomst, heeft de waarneming van die uitkomst effect op jou (waarover je machteloos bent) - Soms is beïnvloed worden effectief goed voor jou en jouw welbevinden - Een niet zo ruimdenkend bekrompen persoon zijn, heeft zeker nadelen Mate waarin men macht ervaart is vaker subjectief dan objectief aantoonbare macht - Soms ervaart men onmacht terwijl die objectief gezien wel macht uitoefent of kan uitoefenen - Soms ervaart men macht en dat die controle hebben over iets waar ze geen macht over hebben of kunnen hebben - Voorbeeld uit eigen leven: Ik dacht echt tot mijn 10^DE^ dat fluiten wind aantrok - Soms heeft men wel macht over keuzemogelijkheden maar ervaart men toch onmacht - Kiezen tussen 10 ijsjes onmacht achteraf want keuze kan niet ongedaan worden - Kiezen tussen aversieve prikkels (bv.: gevangenisstraf of werkstraf?) zal altijd lijden opleveren, en dus ook onmacht - Vaak in sociale interactie is er voorkeur aan een evenwicht: macht uitoefenen en macht ondergaan