Communicatie Samenvattingen Semester 1 PDF

Summary

This document is a summary of communication concepts, trends, and organizational positions, likely part of a university course. Communication trends like online, transparency, and accountability are highlighted.

Full Transcript

Communicatie; samenvattingen alle hoofdstukken 1ste semester Hfd 1 Communicatie als vak 1.1 Wat is het belang van communicatie? ‘’Organisaties die vandaag nog doen wat ze gisteren deden, bestaan morgen niet meer.’’ ‘’Organisaties zijn verbanden waarin mensen samenwerken.’’ 1.2 Wat zijn belangrijk...

Communicatie; samenvattingen alle hoofdstukken 1ste semester Hfd 1 Communicatie als vak 1.1 Wat is het belang van communicatie? ‘’Organisaties die vandaag nog doen wat ze gisteren deden, bestaan morgen niet meer.’’ ‘’Organisaties zijn verbanden waarin mensen samenwerken.’’ 1.2 Wat zijn belangrijke trends in communicatie? Lijst met trends; Online Transparantie Duurzaamheid Netwerken Accountability 1.3 Wat is in organisaties de positie van communicatie? ‘’Bij de rol van de afdeling communicatie zijn er twee situaties mogelijk’’ ‘’In de eerste situatie is de afdeling een interne en extern verspreider van boodschappen van het management.’’ ‘’In de tweede situatie is de afdeling actief betrokken bij de positionering en de communicatiestrategie.’’ ‘’Vanuit het perspectief van HR (Human Resources Management) vormen medewerkers de belangrijkste factor bij het realiseren van de organisatiedoelen.’’ 1.4 Wat behoort tot het takenpakket van communicatie? Algemene richtlijn voor takenpakket communicatieafdeling; Reputatie Regie Realisatie Hfd 2 Basics over communicatie 2.1 Wat zijn in communicatie basisbegrippen? ‘’Vaak streef je met communicatie het beïnvloeden van gedrag na.’’ Eenvoudig communicatiemodel; Zender (Z) -> encoder -> Boodschap (B) -> decoder -> Ontvanger (O) O naar Z is: feedback Z naar O is: terugkoppeling Beïnvloedende ruis (M) kan zowel intern (I) als extern (S) zijn. Begrippen; Encoder Decoder Feedback Terugkoppeling Interne ruis Externe ruis Referentiekader (gewoonten, regels, ervaringen, normen en waarden, etc) 2.2 Waarom gaan we van zenden naar het bouwen aan relaties? ZMBO model; Zender Boodschap Medium Ontvanger ‘’Wetenschappers van nu zien communicatie als een proces en benadrukken de interactiviteit.’’ 2.3 Wat zijn relevante theorieën over communicatie? Lijst met de belangrijkste theorieën; Stimulus-response De boodschap indringend overbrengen, is volgens deze theorie het enige wat de zender hoeft te doen. Two step flow Deze theorie stelt dat je je meer laat sturen door andere mensen dan door de media. Uses and gratiffications Deze theorie legt de nadruk op de actieve rol van de ontvanger en stelt dat je als ontvanger zelf keuzes maakt over welke media je gebruikt, wanneer je die gebruikt en welke boodschappen je wilt ontvangen. Agendasetting De essentie van deze theorie is: de massamedia bepalen niet wat we denken, wel waarover we denken. Netwerkmodellen Er is sprake van een groot netwerk waarin iedereen met elkaar communiceert en elkaar beïnvloed. Framing en labeling Framing betekent letterlijk inkaderen. Labeling is het inkleuren van een issue door naamgeving en woordgebruik. 2.4 Hoe benut je inzichten uit de psychologie? Zeven principes die ons gedrag sterk sturen; Wederkerigheid Als je iets doet voor een ander, wil je er ook iets voor terug. Commitment en consistentie Mensen willen handelen in overeenstemming met wat ze eerder hebben gezegd of gedaan. Sociale bewijskracht Mensen (behalve jij en ik) denken dat ze vrije individuen zijn maar ze spiegelen zich voortdurend aan anderen. Sympathie Voor mensen die op ons lijken que afkomst, levensstijl, interesses, opvattingen en karkater voelen we sympathie. Autoriteit Als een expert iets beweert, dan zal het wel waar zijn. Creëer een gevoel van schaarste Iets wat minder verkrijgbaar is, waardeer je meer. Versterk de eenheid Mensen willen ergens bij horen. Hfd 5 Corporate communicatie 5.1 Hoe werk je met het reputatie canvas? ‘’Het reputatie canvas is een tool voor reputatiemanagement.’’ Identiteit Waar gaat en staat de organisatie voor? Wat is de identiteitsstructuur van de organisatie? Factoren Wat zijn relevante ontwikkelingen in de maatschappij? Wat zijn relevante ontwikkelingen in de sector? Stakeholders Welke stakeholders zijn betrokken / hebben invloed? Issues Welke issues spelen er? Hoe kan de organisatie inspelen op die issues? Huidige reputatie Hoe denken de stakeholders over onze organisatie? Gap Wat is de kloof tussen de huidige en de gewenste reputatie? Gewenste reputatie Hoe willen we dat het publiek over onze organisatie denkt? 5.2 Op welke wijze analyseer je de identiteit? ‘’De identiteit van de organisatie vormt het uitgangspunt voor de communicatie.’’ ‘’De identiteit is wat een organisatie is en wat ze uitstraalt. Wat de organisatie wil zijn noemen we de gewenste identiteit.’’ ‘’Een organisatie identiteit moet flexibel blijven, maar de essentie verandert niet’’ Identiteit Wat de organisatie is. Gewenste identiteit Wat de organisatie wil zijn. License to operate Reden waarom mensen met een organisatie zaken blijven doen. Een sterke identiteit voldoet aan; Ze sluit aan bij de kernactiviteit en bij de organisatie als geheel. Ze staat in lijn met de roots, het DNA van een organisatie. Ze is authentiek, onderscheidend en relevant. 5.2.1 Corporate identity mix ‘’Corperate identity mix is de persoonlijkheid die zich uit in de communicatie, het gedrag en de symboliek.’’ ‘’De persoonlijkheid vormt de kern van een organisatie.’’ ‘’Organisaties hebben diverse kernwaarden die samen de identiteit vormen. Te veel kernwaarden lijdt tot onduidelijkheid.’’ Manieren om kernwaardes te uiten; Communicatie Gedrag Symboliek Identiteitsstructuur 5.2.2 Identiteit structuur Branded identiteit Hierbij zijn de dochteronernemingen zelfstandig in hun symboliek en communicatie. Endorsed identiteit Hierbij hebben de dochterondernemingen bij de endorsed identiteit wel een eigen stijl maar de identiteit van het moederbedrijf blijft zichtbaar. Monolithische identiteit Hierbij hanteren het moederbedrijf en de dochterbedrijven één naam en stijl. ‘’Moederbedrijven noemen we ook wel parent visibility. Er is sprake van een hoge parent visibility als het moederbedrijf duidelijk herkenbaar is bij alle uitingen van de dochteronderneming.’’ 5.3 Hoe maak je een DESTEP-analyse? ‘’Een methode om mee grip te krijgen op de maatschappelijke context waarbinnen een organisatie werkt.’’ DESTEP-analyse; Demografische factoren Bijv. leeftijd, bevolkingssamenstellingen, leeftijd, huishoudens, aantal mannen/vrouwen. Economische factoren Denk hierbij aan zaken binnen sector en consumentenbestedingen. Sociaal-culturele factoren Ontwikkelingen op gebied van opinies, lifestyle en interesses Technologische factoren Bijvoorbeeld van papier naar digitaal Ecologische factoren Duurzaamheid en maatschappelijke verantwoording Politiek-juridische factoren Regels/Wetten en beleid bijvoorbeeld belasting :( 5.4 Hoe maak je een stakeholdersanalyse? ‘’Bij een stakeholders analyse maak je onderscheid tussen de stakeholders die betrokken zijn en met wie de organisatie samenwerkt bij het realiseren van haar doelen en de stakeholders die minder of niet betrokken zijn.’’ Analyse invloed en betrokkenheid stakeholders; Monitoren Bij een lage betrokkenheid en weinig invloed. Informeren Bij een lage betrokkenheid en veel invloed. Aandacht geven Bij een hoge betrokkenheid en weinig invloed. Relatie opbouwen Bij een hoge betrokkenheid en hoge invloed. 5.5 Hoe bepaal je relevante issues? ‘’Een issue is een oplaaiende kwestie waarbij sprake is van een maatschappelijk geschilpunt waarover een discussie plaatsvindt tussen en voor- en tegenstanders.’’ Levenscyclus van een issue; 1. Geboorte Er ontstaan maatschappelijke vragen en onrust op kleine schaal. 2. Groei Een issue krijgt aandacht in de media. 3. Volwassenheid Voor- en tegenstanders nemen duidelijke positie in en online en offline vinden er felle discussies plaats. 4. Issuemoeheid De belangstelling van het publiek en de aandacht in de (social) media nemen af. 5. Vervaging Er is nauwelijks nog (media-)aandacht voor het issue. 5.6 Hoe maak je een Gap-analyse? ‘’Het imago ontstaat door associaties, de reputatie door prestaties. De reputatie is te omschrijven als het imago dat door de jaren heen ontstaat bij verschillende doelgroepen.’’’ ‘’Het verschil tussen de huidige identiteit en reputatie, en de gewenste identiteit en reputatie noemen we de Gap.’’ Gap-analyse; Stap 1. Analyseer de huidige situatie - Persoonlijkheid - Communicatie - Symboliek - Gedrag - Imago/ Reputatie Stap 2. Analyseer de gewenste situatie - Gewenste identiteit - Gewenste imago/reputatie Stap 3: Analyseer de gap - Wat is het verschil tussen de huidige en gewenste reputatie Stap 4: Aanpak 1. Zichtbaarheid, Kan geen nieuwe reputatie krijgen zonder gezien te worden 2. Onderscheidenheid, wat maakt ons bedrijf uniek tegenover concurrenten 3. Consistentie, uitingen en gedrag op de lange termijn maakt een bedrijf herkenbaar 4. Transparantie, open communiceren naar buiten 5. Authenticiteit, niet anders voor doen dan dat het bedrijf is ‘’’NPS (Net Promotor Score) is een instrument dat de klantenloyaliteit meet.’’ 5.7 Hoe ontwikkel je een sterke huisstijl? ‘’Een krachtige huisstijl geeft vorm aan de identiteit.’’ Huisstijl bevat vier onderdelen; Naam/logo Kleur Typografie Beeld ‘’Het woordmerk bestaat uit de bedrijfsnaam of een vereenvoudiging of afkorting daarvan.’’’ ‘’Het beeldmerk is een symbolisch herkenningsteken van een organisatie.’’ ‘’Typografie gaat over de gebruikte lettertypes en wat speelt rond de opmaak van de teksten’’ Hfd 6 Interne Communicatie Canvas 6.1 Hoe werk je met het Interne Communicatie Canvas? ‘’Het model is een aanpak voor, de analyse en inhoudt, van interne communicatie.’’ Interne communicatie canvas; Organisatie- en communicatievraag Wat is de organisatie- en de communicatievraag? Positie van interne communicatie Wat is de rol van de interne communicatie binnen de organisatie? Wat zijn de gewenste resultaten van de interne communicatie? Why, visie, missie Wat zijn de why, visie en missie? Waar gaat en staat de organisatie voor? Structuur Hoe is de organisatie opgebouwd? Cultuur Wat kenmerkt de organisatiecultuur? Communicatiestrategie Wat ga je wanneer, hoe en met wie communiceren? Doelgroepen Wat zijn de belangrijkste, interne doelgroepen? Hoe segmenteer je de doelgroepen? Content Wat zijn de thema’s en topic’s Hoe zorg je voor interactie? Kanalen en middelen Welke online en offline communicatiemiddelen ga je inzetten? Hoe zorg je ervoor dat de middelen elkaar versterken via een cross-mediale aanpak? Budget Welk budget is er nodig? Welke budget is er beschikbaar? 6.2 Wat is de positie van de interne communicatie? ‘’Hoofddoel van interne communicatie; is het succes van organisatie vergroten.’’ ‘’Succes wordt vergroot door; betrokkenheid en verbondenheid van de medewerkers met de organisatie te versterken.’’ ‘’Basisvoorwaarden voor een goede interne communicatie zijn; een besluitvaardig management en een open stijl van leidinggeven.’’ ‘’Het communicatieteam is verantwoordelijk voor; het opzetten en faciliteren van goede infrastructuur voor de interne communicaties.’’ 6.3 Wat zijn de why, missie en visie? De Golden Circle; Why Waarin gelooft de organisatie, wat drijft haar. Dit is sterk gekoppeld aan het DNA en purpose. How Hoe doet de organisatie en waarin zijn ze anders of beter dan andere. What Wat zijn de producten of diensten die zei maken en verkopen. ‘’Visie bestaat uit de overtuiging en de opvattingen van de organisatie’’ ‘’Missie beschrijf welk doel de organisatie nastreeft.’’ Verschil tussen missie en visie Een visionair ziet voor zich hoe de wereld er gaat uitzien of hij het vindt dat deze eruit moet zien. Een missie is wat de organisatie wil bereiken. ‘’Collectieve ambitie is een gezamenlijk geformuleerd ideaal of hoger doel van een organisatie’’ 6.4 Wat is de organisatiestructuur? ‘’De organisatiecultuur is een door de medewerkers gedeeld stelsel van (niet direct zichtbare) waarden en normen dat als referentiepunt dient voor het handelen naar elkaar en de publieksgroepen.’’ ‘’De organisatiecultuur kan verschillen; bijv. is er spraken van een familiecultuur (persoonlijk, teams, loyaliteit) of een marktcultuur (sales, omzetgericht, klantgericht). Heineken valt onder een familiecultuur terwijl grote bedrijven zoals Coca-Cola een marktcultuur hebben.’’ Model van Hofstede Waarden en normen Rituelen Helden (of anti-helden) Symbolen ‘’De waarden vormen de overtuigingen. De normen zijn de regels die daarvan zijn afgeleid.’’ ‘’Rituelen zijn tradities en vaste gebeurtenissen in de organisatie.’’ ‘’Helden zijn de (oud)medewerkers van een organisatie die worden gezien als rolmodellen. Anti- helden zijn de mensen die laten zien hoe je juist niet moet gedragen.’’ ‘’Symbolen zijn de uitingen waarin de cultuur direct zichtbaar is.’’ 6.6 Hoe segmenteer je de interne doelroepen? Interne doelgroepen; Directe Management Vaste medewerkers Tijdelijke medewerkers, uitzendkrachten, stagiairs Ondernemingsraad Commissarissen ‘’In de praktijk is de lijst met interne doelgroepen gedetailleerder. Zo valt de algemene groep medewerkers vaak in kleinere delen uiteen, omdat de organisatie niet altijd met alle medewerkers op dezelfde wijze en met dezelfde middelen communiceert.’’ 6.7 Wat is de communicatiestrategie? ‘’Er bestaat geen standaard strategie voor de interne communicatie.’’ Variabelen die een rol spelen; Doel Urgentie Beschikbare tijd Grootte van organisatie ‘’Grote operationele organisatie gebruiken trap van Quirke.’’ ‘’Op de verticale as staat ambitie en op de horizontale as staat de mate van interactiviteit. De mate van interactiviteit neemt toe bij een toenemende ambitie.’’ 6.8 Wat is relevante content? ‘’Informatie-overload kan net zo problematisch zijn als een gebrek aan informatie. Daarom is het belangrijk om selectief om te gaan met wat medewerkers ontvangen.’’ ‘’Communicatieprofessionals verschuiven hun focus van het creëren van content zoals nieuwsbrieven naar het ondersteunen van gerichte en nuttige communicatie.’’ 6.9 Geschikte kanalen en middelen Basispakket interne communicatie; Management overleggen Personeelsbijeenkomsten Intranet Nieuwsbrieven (soms) ‘’Bij projecten kan dit pakket worden aangevuld met speciale nieuwsbrieven.’’ 6.9.1 Online interne communicatie ‘’De communicatieafdeling is verantwoordelijk voor; de inrichting en het onderhoud van communicatiemiddelen.’’ ‘’Door sociale media vervaagt de grens tussen interne en externe communicatie, hierdoor fungeren medewerkers vaker als merkambassadeurs.’’ 6.9.2 Offline interne communicatie Offline interne communicatie; Werkoverleg Besprekingen tussen leidinggevenden en medewerkers gericht op werkgerelateerde onderwerpen, verbetering van werkkwaliteit en betrokkenheid. Personeelsbijeenkomst Gebruikt om strategische informatie te delen, bijvoorbeeld via een toespraak van de directeur of in een informele setting zoals een teamuitje. Nieuwsbrief Interne nieuwsbrieven zijn nuttig voor updates over speciale projecten en veranderingen, terwijl intranet beter is voor actueel nieuws. Introductie nieuwe medewerkers Voorstellen van nieuwe medewerkers om anderen op de hoogte te brengen van hun rol en verantwoordelijkheden. 6.10 Hoe bepaal je het budget ‘’Vaak is er een basisbedrag beschikbaar voor de interne communicatie.’’ ‘’Voor projecten stel je een specifieke begroting op die het management dan apart beoordeelt.’’ 6.11 Verandercommunicatie ‘’Bij verandering is er een voortdurende vraag maar informatie, interne communicatie is hier essentieel voor.’’ ‘’Organisaties die niet inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij hebben geen toekomst.’’ ‘’De constante factor is de continue verandering.’’ 6.11.1 Verschillende typen veranderingen Verschillende type veranderingen; Strategieverandering Structuurverandering Cultuurveranderingen 6.11.2 Type medewerkers bij veranderingen Type medewerkers bij verandering; Vernieuwers (innovators) Zeer snelle overnemers (early adapters) Vroege ondernemers (early majority) Trage overnemers (late majority) Achterblijvers (laggards) 6.11.3 Gefaseerde aanpak Model Communicatie bij veranderingen; 1. Toon de urgentie aan 2. Zorg voor commitment 3. Schets een toekomstbeeld en de strategie 4. Creëer draagvlak 5. Implementeer 6. Vier de successen Hfd 7 Positioneren 7.1 Hoe werkt de positioneringsruit Een krachtige positionering heeft als basis; Het merk Relevantie voor doelgroep Onderscheidend tegenover concurrentie Inspelen actuele trends ‘’Positioneren is het kiezen van een positie in de mentale wereld van de doelgroep.’’ Positioneren kan op diverse manieren; Functionele behoefte Emotionele behoefte Sociale Behoefte Design Mentaliteit Authenticiteit Sociale verantwoordelijkheid ‘’Internal branding is een proces waarmee de interne cultuur van een organisatie wordt verbonden aan de positionering van een merk.’’ ‘’Een positionering werkt inside out, dus van binnen naar buiten.’’ 7.2 Wat is een sterk merk? ‘’Het consistent uitdragen van de eigen merkidentiteit.’’ ‘’Het merk omvat de propositie (de belofte), de profilering (de communicatie) en de perceptie (de beleving bij de doelgroep).’’ ‘’Het DNA bestaat uit feiten over de organisatie, vaste associaties, verhalen over het merk en de waarden die het hanteert.’’ 7.3 Hoe segmenteer je de doelgroepen? ‘’Segmenteren is het onderverdelen van de algemene doelgroep in kleinere doelgroepen.’’ Criteria voor segmentatie; Geografische kenmerken Socio-demografische kenmerken Psychografische kenmerken Behavioristische kenmerken Behavioristische kenmerken kan onderverdeelt worden in; Brand loyals Brand switchers Other brand loyals New catogory users Non users ‘’Communities zijn gemeenschappen rond een bepaald thema’’ ‘’Pijnpunten zijn frustraties. Het gaat om een probleem van een klant dat om een oplossing vraagt.’’ 7.4 Hoe maak je een concurrentieanalyse? ‘’Met het vijfkrachtenmodel van Porter analyseer en bepaal je de concurrentiekrachten binnen een sector.’’ ‘’Substituten zijn producten die het huidige product vervangen en die dezelfde functie of dezelfde behoeft vervullen.’’ Vijfkrachtmodel van Porter; 1. Bedreiging van potentiële toetreders 2. Kracht van afnemers 3. Bedreiging van substituten 4. Kracht van aanbieders 5. Concurrentie-intensiteit ‘’De Sweet Spot is de plek waar de wereld van het merk en de doelgroep elkaar raken maar de concurrentie niet aanwezig is.’’ 7.5 Hoe beschrijf je de trends? ‘’Het kan zinnig zijn je bevinden over het merk, de doelgroep en de concurrenten samen te brengen in een positioneringsstatement. Dit kaart de meerwaarde van het merk aan.’’ Positioneringstatement; 1. De productiecategorie 2. De doelgroep 3. Het voordeel 4. De eigenschappen 5. De eindwaarde 7.6 Hoe werk je met het businessmodel Canvas? ‘’Het businessmodel van Canvas beschrijft hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt.’’ Businessmodel Canvas; Kernpartners Kernactiviteiten Kernmiddelen Waardepropositie Relaties met klanten Kanalen Klantsegmenten Kosten Inkomsten 7.7 Hoe verloopt de customer journey? ‘’De customer journey brengt de klantenbeleving in kaart gedurende de reis die een klant maakt.’’ Customer journey fases; 1. Verwachtingen 2. Ervaringen 3. Engagement 7.8 Hoe maak je een SWOT? ‘’De SWOT-analyse is een goede methode om een algemene indruk te krijgen van de organisatie en haar omgeving.’’ SWOT-analyse; Strenghts Weaknesses Opportunities Threats Hfd 8 Marketingcommunicatie 8.1 Hoe werk je met het Marketingcommunicatie Canvas? 8.2 Hoe gebruik je e-commerce? Welke methode en technieken zijn er; Search enginge optimization (SEO) SEO bestaat uit de acties om een webpagina hoog aan te laten scoren in de zoekresultaten van een browser. Search engine advertising (SEA) Zoekmachinemarketing is gericht adverteren via zoekresultaten. Retargeting Met retargeting is het mogelijk om bezoekers die bepaalde pagina's van je website hebben bezocht, opnieuw te bereiken. Sales funnel Een sales funnel wordt gebruikt om een potentiële klant te volgen in het verkoopproces. Affiliate marketing Het promoten van je producten of diensten via een blog, podcast, socialmediakanaal of website van een ander bedrijf. ‘’Met conversie bedoelen we het percentage bezoekers dat tot een transactie overgaat.’’ Sales funnel (trechter van boven naar beneden); Bezoekers Leads Offertes Deals 8.2.2 Hoe stel je een onlinestrategie op? Stappenplan online strategie; 1. Bepaal het doel 2. Definieer de doelgroep 3. Bepaal de online middelenmix 4. Creëer relevante content 5. Zorgt voor bezoekers en volgers 6. Stimuleer de interactie 7. Meet de resultaten ‘’KPI staat voor Key Performance Indicators.’’ ‘’KPI voor sociale media kan zijn; aantal views op een bericht. Voor een website kan het zijn; bezoekersaantallen op de landingspagina’’ 8.3 Hoe benut je social media? ‘’De kracht van social media is de mogelijkheid tot cocreatie.’’ 8.4 Wanneer is het waardevolle reclame? ‘’Bij reclame koopt een organisatie ruimte in een blad, op een billboard, op een blog of op een site, of koop het merk zendtijd in op radio of televisie.’’ ‘’De organisatie betaalt Facebook via CPC (cost-per-click) of CPM (cost-per-mile).’’ 8.5 Wat maakt een succesvol winkelformule? ‘’Wil een winkel zich onderscheiden moet de shop een duidelijk herkenbaar gezicht hebben.’’ Bij de winkelformule moet er gedacht worden over; Product Prijs Plaats POS (Point of sale-materiaal) Personeel ‘’Omnichannel biedt een geïntegreerde ervaring voor klanten op alle beschikbare kanalen van een organisatie. Hierbij ervaart de consument geen kanalen meer, maar een bedrijf.’’ 8.6 Hoe scoor je met direct marketing? ‘’Direct marketing is een vorm van marketing waarbij een bedrijf direct in contact treedt met individuele (potentiële) klanten.’’ ‘’De kracht van direct marketing is dat de rechtstreekse communicatie van een merk naar de doelgroep precies wordt afgestemd op de ontvangers.’’ Persoonlijke verkoop is interessant als er sprake is van; Een beperkt aantal (potentiële klanten) Een aanpassing van het aanbod aan de individuele behoeften Een uitgebreide informatievraag van de klant Een hoge aankooprijs met een ruime marge ‘’Een DMU (Decision Making Unit) is het team dat binnen een organisatie verantwoordelijk is voor het nemen van een aankoopbeslissing.’’ 8.7 Wat is het effect van sponsering? ‘’Sponsering is een zakelijke overeenkomst waarbij de sponsor middelen beschikbaar stelt en daarvoor communicatiemogelijkheden van de gesponseerde terugkrijgt.’’ Doelen van sponsering; Verhogen van de naamsbekendheid Versterken van het imago Opbouwen en onderhouden van relaties Tonen van maatschappelijke betrokkenheid ‘’Imagotransfer gebeurt wanneer het imago van de gesponseerde zichtbaar is op de sponsor.’’ ‘’Een organisatie onderneemt bij fundraising een actie om geld bijeen te brengen voor het realiseren van een specifiek project.’’ 8.8 Hoe maak je memorabele events? ‘’Het doel van een event is om de kernwaarden van het merk lading te geven.’’ ‘’De belangrijkste reden voor een beursdeelname is directe ontmoeting met geïnteresseerde bezoekers.’’ 8.9 Wat is de kracht van een brandactivatie? ‘’Met een brandactivatie koppelt de organisatie (nieuwe) associaties aan het merk en krijgen de kernwaarden meer lading door authentieke ervaringen aan te bieden.’’ ‘’Bij brandactivatie onderzoek je wat de rol van het merk kan zijn in het leven van de huidige en potentiële fans en ontwikkel je een creatief concept met een duidelijk activerend element.’’ ‘’Bij een one-to-one activatie is de organisatie op het juiste moment met het juiste aanbod bij de kant.’’ ‘’Bij een guerrilla-actie trek je dus door aansprekende acties de aandacht van de doelgroepen en verkrijg je daardoor free publicity.’’ Vijf O’s van guerrillamarketing; Origineel Onverwacht Onconventioneel Opmerkelijk Onvergetelijk Hfd 9 Contentstrategie 9.1 Wat zijn de elementen van de Content Circle? ‘’Voor de contenstrategie binnen de communicatie ontwikkelde ik de Content Circle. De Content Circle is een stappenplan dat laat zien als je nieuwe content nodig hebt of juist zaken moet schrappen.’’ Stappenplan Content Circle; 1. Bepaal het communicatiedoel 2. Omschrijf de social persona’s 3. Formuleer het kernthema en de topcis 4. Kies de media 5. Maak een contentkalender 6. Stimuleer interactie 7. Monitor de activiteiten 9.2 Wat is het communicatiedoel? ‘’Aan de hand van de organisatiedoelen bepaal je de communicatiedoelen.’’ Communicatiedoelen; Awareness Engagement Actie 9.3 Wat zijn persona’s? ‘’Een persona is een beschrijving van een (fictief) persoon uit de doelgroep.’’ ‘’Een persona helpt je om te achterhalen wat de doelgroep denkt en voelt.’’ Een persona’s inhoudt kan variëren maar bestaat grofweg uit; Naam Leeftijd Functie Sociale status Een foto Karaktertrekken / levensstijl Sociale context Relatie tot het merk Mediagebruik Taalgebruik 9.4 Hoe bepaal je de kernboodschap en de thema’s? ‘’Zonder boodschap verlies je details.’’ Stappenplan voor een sterke kernboodschap; 9.4.1 Corporate story ‘’Corporate story; is een inspirerend verhaal over en van de organisatie’’ ‘’Met een corporate story geef je betekenis aan de visie, missie, kernwaarden en strategie van het bedrijf en voeg je er emotie aan toe.’’ 9.4.2 Van corporate story naar storytelling ‘Kleine verhalen die samen één groot verhaal vormen over de organisatie.’’ ‘’Storytelling wordt zo storysharing.’’ Storysharing tactieken; Vangen Luisteren naar wat mensen al vertellen. Vormen Verhalen creëren op basis van anekdotes en fragmenten. Verspreiden Verhalen moeten worden verteld en doorverteld. Storytelling is ook storyselling. UGC (User Generated Content) ‘’Content die is gemaakt door klanten of fans over jouw merk die zij delen op hun social media of andere kanalen.’’ 9.4.3 Tekst en beeld ‘’Maken en redigeren van teksten behoort tot de kerntaken van een communicatiemedewerker.’’ 9.5 Hoe kies je de media ‘’Het is essentieel om vanuit een samenhangende boodschap de verbinding tussen de kanalen te maken.’’ 9.6 Hoe maak je een contentkalender? ‘’Een contentkalander geeft overzicht bij het ontwikkelen en het plannen van de content.’’ 9.7 Hoe stimuleert je de interactie? ‘’Aansprekende content die de doelgroep boeit, leidt tot betrokkenheid.’’ ‘’belangrijk is dat je content creëert dat shareable is; dus leuk om te delen.’’ 9.8 Hoe monitor je de activiteiten? ‘’Posten van content via social media is een proces van trail-and-error. Het is van belang om te monitoren wat welk en niet werkt en daar weer van te leren.’’ Hfd 10 Inzetten van media 10.1 Hoe beschrijf je het medialandschap ‘’Owned media zijn de media waarbij de organisatie de controle over de content heeft en de media ook in eigen beheer heeft.’’ Kenmerken van owned media zijn; Hoge controle over de boodschap Matig betrokkenheid van het publiek Middelhoge kosten ‘’Paid media zijn alle media waarbij de organisatie betaalt voor publicatieruimte.’’ Kenmerken van paid media zijn; Hoge controle over de boodschap Lage tot matige betrokkenheid van het publiek Hoge kosten ‘’Bij earned media plaatsen andere zonder vergoeding van de organisatie berichten over de organisatie in de media.’’ Kenmerken van earned media zijn; Geringe controle over de boodschap Hoge betrokkenheid van het publiek Lage kosten 10.2 Hoe gebruik je owned media ‘’Bij owned media hangt de aandacht en betrokkenheid van de doelgroep sterk af van de mate waarin de organisatie erin slaag aantrekkelijke content te plaatsen.’’ 10.2.1 Site ‘’Een goede site past bij de (gewenste) identiteit van de organisatie en is in lijn met de overige communicatie.’’ Tips voor een goede website; Denk vanuit de bezoeker De homepage is minder relevant, lijdt de bezoeker gelijk naar de gewenste pagina Een blog of vlog als onderdeel van de site Een chatfunctie 10.2.2 Apps ‘’Apps zijn voor veel consumenten ene uitkomst om privé en zakelijk altijd en overal aan de slag te kunnen.’’ 10.2.3 Facebook Aanbevelingen voor het maken van posts; Wees kort en krachtig Houdt het luchtig Gebruik veel beelden Lok de conversaties uit 10.2.4 Instagram Soorten advertenties op Instagram; Fotoadvertenties Carrouseladvertenties Videoadvertenties 10.2.5 t/m 10.2.8 In deze deel hoofdstukken gaat het eigenlijk alleen maar over waarvoor elk mediakanaal gebruikt kan worden. Dit is allemaal heel logisch dus dit hoef je niet door te nemen. 10.2.9 Huisorgaan ‘’Een huisorgaan, oftewel relatietijdschrift, is gericht op de externe publieksgroepen.’’ 10.2.10 Sponsored magazines ‘’Een sponsored magazine lijkt op een huisorgaan. Het grote verschil is dat er advertenties van derden in staan.’’ 10.3 Wanneer kies je voor paid media? ‘’Vaak zet een organisatie paid media in om ruimte en aandacht te kopen in een medium dat door een andere organisatie wordt beheerd.’’ Belangrijkste paid media; Landelijke dagbladen Huis-aan-huis bladen Vakbladen en tijdschriften Televisie Billboarding Product placement Inscript placement Inscript sponsoring Programma participatie Radio Outdoor media 10.4 Hoe benut je earned media? ‘’Earned media hebben free publicity als hoofdrol.’’ ‘’Virals zijn filmpjes en beelden, voornamelijk op YouTube.’’ 10.5 Hoe realiseer je een crossmedia aanpak? ‘’Via een crossmediaestrategie lok je de doelgroep naar diverse media.’’ ‘’Een combinatie van paid en owned media.’’ 10.6 Hoe maak je een mediaplanning? ‘’In een mediaplanning bepaal je welke media je wanneer inzet.’’ Mediaplanning stappen; 1. Selecteer de media 2. Bepaal de plaatsing en kosten 3. Controleer en evalueer Hfd 11 Werken als communicatieprofessional 11.1 Wat is je rol als communicatieprofessional? Rol als Communicatieadviseur: Adviseert over inhoud, proces en relaties. Inhoud: Maak helder wat je te bieden hebt voor het bedrijf. Proces: Adviseert geeft tegenspraak. Relatie: Onderhoudt relaties, wees alert als er iets dreigt mis te gaan. Procesontwerper: Stelt communicatiebeleid voor. Facilitator: faciliteert communicatie van anderen. Coach: Begeleidt en adviseert managers over communicatie. Productie: Creëert en maakt communicatiemiddelen. 11.2 Hoe verloopt het adviestraject? Stappenplan adviestraject; Oriëntatie Intakegesprek Probleemanalyse Plan van aanpak Advies Afronding 11.3 Hoe maak je een plan van aanpak? Onderdelen van een plan van aanpak; Kader Opdrachtformulering Globaal onderzoeksplan Planning Budget 11.4 Hoe bepaal je prioriteiten? ‘’Het echte probleem is geen keuze durven maken en geen prioriteiten durven stellen.’’ Vragen die gesteld moeten worden; Start Waarmee moeten we beginnen? Stop Welke activiteiten moeten we stopzetten? Speed up Waaraan moeten we meer aandacht besteden? Slow Down Wat moeten we wat rustiger aan doen? 11.5 Hoe word jij een adviseur met impact? Adviezen; Ontwikkel je kwaliteiten Wees alert en assertief Werk intensief samen Verras de opdrachtgever Geef concrete adviezen Wees positief

Use Quizgecko on...
Browser
Browser