Cluster 6.1.1 Misdrijven tegen personen (SV) PDF

Cluster 6.1.1 Misdrijven tegen personen Inleiding - 3 belangrijke vragen: o WAT moet er bewezen worden (schuld aan misdrijf) o WIE moet het bewijs leveren (het Openbare Ministerie) o HOE moet dit bewijs worden geleverd? (via PV’s, kantschriften, getuigen,...

Cluster 6.1.1 Misdrijven tegen personen Inleiding - 3 belangrijke vragen: o WAT moet er bewezen worden (schuld aan misdrijf) o WIE moet het bewijs leveren (het Openbare Ministerie) o HOE moet dit bewijs worden geleverd? (via PV’s, kantschriften, getuigen, camera’s, …) - Aandacht (eerste) vaststellingen! o Deze moeten kwalitatief zijn, met de WPA in het achterhoofd o Eerste en dringende maatregelen: maatregelen die je neemt wanneer je als eerste ter plaatse komt (perimeter, sporen vrijwaren, EHBO, scheiding van personen, … o Afstappingsplan (ressort Antwerpen – Limburg) - De rechter ten gronde o Zal bij twijfel altijd voor de vrijspraak gaan o Heeft een aan een zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nodig om te veroordelen - WIE WAT WAAR WANNEER zijn de vragen die je moet stellen tijdens de eerste vaststellingen (personen van hun vrijheid benemen, voorwerpen in beslag nemen, alles in PV zetten hoe het gebeurd is) - Hof van Assisen versus correctionele rechtbank o GwH dd. 21 december 2017 o Niet gecorrectionaliserende misdaden ▪ Alles wat een effectieve strafmaat heeft van meer dan 20 jaar ▪ Moord, doodslag, … Constitutieve bestanddelen - Twee soorten: o Materieel bestanddeel o Moreel bestanddeel o (dader) o (slachtoffer) 1 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Materieel bestanddeel - Uiterlijk waarneembare gedraging (handeling / verzuim) - Opgenomen in strafbepaling - Meestal specifiek omschreven + kwalificatie - Wanneer enkel kwalificatie beschreven (opzoeken, collega’s vragen) - Onderscheid: o Handelingsmisdrijven o Verzuimsmisdrijven o Handelingsmisdrijven door onthouding Moreel bestanddeel  Moreel bestanddeel moet er altijd zijn om iemand te kunnen veroordelen  Moreel bestanddeel is niet hetzelfde dan het motief. Motief heeft geen invloed op het moreel bestanddeel  Wetens / willens een handeling / verzuim uitvoeren - Opzet: een doelgerichte handeling om een gedraging te stellen die bij wet verboden is o Algemeen opzet: men heeft wetens willens gehandeld of nagelaten iets te doen. o Bijzonder opzet: dit is niet alleen een bewuste en vrijwillige schending van de wet, maar men heeft ook gehandeld om bijzondere beweegreden. - Onachtzaamheid (onopzettelijke misdrijven) o Nalatigheid: gedragingen  gevolgen. Wetens willens handelingen stellen zonder de gevolgen ervan te voorzien. o Gebrek aan voorzorg o Gebrek aan voorzichtigheid Bv. “bedrieglijk”: gsm per ongeluk van een klasgenoot meenemen is niet bedrieglijk dus geen misdrijf 2 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Wettelijke indeling misdrijven - Misdaad => criminele straf o Opsluiting ( jaar en meer o Geldboete 26 euro en meer o Poging = altijd strafbaar - Wanbedrijf => correctionele straf o Gevangenisstraf ! dagen of meer en minder dan 5 jaar o Geldboete 26 euro en meer o Poging = strafbaar als het in de wet staat - Overtreding => politiestraf o Gevangenisstraf van 7 dagen of minder o Geldboete van minder dan 26 euro o Poging = NIET strafbaar Kwalificatie feit - Cruciaal o Eerste lijn o Contact magistraat o Bewarende maatregelen / arrestatie o Eerste en verdere onderzoeksdaden o Voorlopige hechtenis o Proces verbaal o Verhoor o Invloed strafmaat PAS OP VOOR AFKAP! - Herkwalificatie door OM / OG / vonnisgerecht 3 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Verzwarende omstandigheden - Algemeen o Rechter kiest tussen minimum en maximum o Onder minimum => verzachtende omstandigheden o Verzwarende omstandigheden => niet boven maximum o Geens weerspiegeling - Kenmerken o Wettelijk o Verplicht o Verzwarend o Bijkomend - Soorten objectieve vs subjectieve o Objectieve verzwarende omstandigheden ▪ Omstandigheden plegen misdrijf ▪ Gebruikte middelen ▪ Gevolgen misdrijf ▪ Hoedanigheid SLO => automatisch toerekening deelnemers basismisdrijf (ook al is het niet bewezen / gewild) o Subjectief verzwarende omstandigheden o Persoon dader / deelnemer 4 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Strafbare poging Beging van Voltooid Overweging Voorbereiding uitvoering misdrijf Bestanddelen - Art. 51 Sw “Strafbare poging bestaat, wanneer het voornemen om een misdaad of een wanbedrijf te plegen zich heeft geopenbaard door de uitwendige daden die een begin van uitvoering van die misdaad of dat wanbedrijf uitmaken en alleen ten gevolge van omstandigheden, van de wil van de dader onafhankelijk, zijn gestaakt of hun uitwerking hebben gemist” - Strafbaarheid o Crimineel voornemen o Begin van uitvoering o Niet-voltooiing buiten wil dader Voornemen misdaad of wanbedrijf o Volstrekt doorgevoerd voornemen o Heel het misdrijf o Poging is geen zelfstandig feit o Ondubbelzinnig voornemen Begin van uitvoering o Voorbereidingshandeling => niet strafbaar o Uitvoeringshandeling => onderdeel misdrijf o Onderscheid: geen twijfel bedoeling / leiden tot voltrekking  FEITENKWESTIE Niet voltooien buiten wil dader - Terugtrede: eigen beweging, autonoom, tijdig, onafhankelijk externe omstandigheden, reden is irrelevant 5 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Ondeuglijke poging - Soorten: o Volstrekt ondeuglijke poging ▪ Middel of doel => resultaat nooit mogelijk o Relatief ondeuglijke poging - Uitvoeringshandeling - Gegeven omstandigheden NT - Strafbaar Bestraffing - Afhankelijk aard misdrijf o Poging misdaad => altijd strafbaar: onmiddellijk lager (art. 52 Sw) ▪ Straf = levenslang => opsluiting 20 – 30 jaar o Poging wanbedrijf => strafbaar in wet (art. 53 Sw) o Poging overtreding => niet strafbaar (uitgezonderd bijzondere wet) o Soms = voltooid misdrijf => veruitwendiging misdadig opzet = begin van uitvoering 6 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Strafbare deelneming - Misdrijf o Uitvoering o Voorbereiding - Vormen o Dader (art. 66 Sw) o Mededader (art. 66 Sw) o Medeplichtige (art. 67 Sw) - Bestaan misdrijf / poging noodzakelijk o Poging deelneming is niet strafbaar o Deelneming aan poging = strafbaar - Zelfstandige deelnemingsvormen o Samenspanningen (art. 106 – 110 Sw) o Vereniging van misdadigers (art. 322 Sw) o Criminele organisatie (art. 324bis en 324ter Sw) - Verzwarende omstandigheid o Bv. diefstal met geweld (art. 471 Sw) Wettelijke deelnemingsvormen - (Mede)daders (NOODZAKELIJK) o Uitvoeren misdrijf o Rechtstreeks meewerken uitvoering o Leveren noodzakelijke hulp of bijstand o Individuele aanzetting o Collectieve aanzetting - Medeplichtigen (NUTTIG) o Geven van dienstige onderrichtingen o Verschaffen van wapens / werktuig wetende dat het zal dienen o Hulp => voorbereiding / vergemakkelijking / voltooiing o Onderdak geven criminelen 7 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Opzettelijke slagen en verwondingen Algemeen - Art. 392 – 410ter Sw - Opzettelijk (art. 392 Sw) o Oogmerk iemand anders aan te randen o Wetens en willens o Ook al is aanranding niet tot stand gekomen door toeval / onachtzaamheid o Wil om aan te randen is voldoende o Ook al heeft dader gevolgen niet gewild o Verkeerde persoon / vergissing = irrelevant o Belang vaststellingen (eerste) vaststellers! - Basismisdrijf = 398 Sw - Materieel bestanddeel o Het toebrengen van slagen en verwondingen o Aan een levende persoon - Moreel bestanddeel o Wetens en willens (algemeen opzet) Begrippen - Slagen o Geen wettelijke definitie => invulling rechtspraak “Een schok of stoot tegen het menselijk lichaam, waardoor dit in aanraking komt met een ander voorwerp van harde aard” o Verwonding hoeft niet o Emotionele schok is niet voldoende - Verwondingen o Geen wettelijke definitie => invulling rechtspraak “Elk uitwendig of inwendig, hoe licht ook, dat van buiten uit, door een mechanisch of chemisch op de lichaamsgesteltenis inwerkende oorzaak, aan het menselijk lichaam wordt toegebracht” -  Lichte gewelddaden / feitelijkheden (art. 563, 3° Sw) o Aanroeren menselijk lichaam o Zonder dat het zover doorgedreven wordt => zonder slag of letsel o Bv. aan kledij trekken, spuwen, iemand vastnemen en in de lucht heffen, … o Pas op: afkap (art. 29 Sv) ▪ Valsheid in geschriften ▪ Tucht - Bestraffing (vrijheidsberovende straf) o Gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden o Poging bestaat niet 8 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Verzwarende omstandigheden - Ziekte of arbeidsongeschiktheid / voorbedachte rade (art. 399 Sw) o AO hoeft niet volledig te zijn o Niet te verwarren met invaliditeit o Dokter moet dit voorgeschreven hebben - Ongeneeslijk lijkende ziekte / AO meer dan 4 maanden / volledig verlies gebruik organen (zintuigen) / zware verminking (verlies ledematen) / voorbedachte rade (art. 400 Sw) o Geen volledige zekerheid nodig => waarschijnlijkheid is voldoende (bv. HIV) o Verlies van volledig zintuig: zicht, gehoor of spraak o Geen rekening houdend met vorige kwetsuren o Absoluut onthouden gebruik van een der ledematen - Dood SLO zonder oogmerk doden / voorbedachte rade (art. 401 Sw) o Oorzakelijk verband tussen dood en slagen en verwondingen - SLO = minderjarig / kwetsbare persoon (art. 405bis Sw) - SLO = minderjarig / kwetsbare persoon en dader = ouder / persoon die gezag heeft (art. 405ter Sw) o SLO: minderjarige / kwetsbare persoon / vader / moeder / bloedverwant, bijzondere categorieën van personen (De Lijn, NMBS, politie, …) o Dader: vader / moeder / bloedverwant / persoon die gezag heeft - Racistische drijfveer (art. 405quater Sw) o Haat / misprijzen / vijandigheid bepaalde criteria o Moet duidelijk blijken (loutere toevalligheid is niet voldoende) - Bijzondere tenlastelegging o Opzettelijke toedienen van stoffen o Belemmering van verkeer o Verminking genitaliën  WAPENS ZIJN GEEN VERZWARENDE OMSTANDIGHEDEN 9 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Belemmeren verkeer - Art. 406-408 - Basismisdrijf SW art 406 - 3 vormen van belemmering: o Aanslag verkeerswegen/kunstwerken/ materieel of verkeer gevaarlijk maken met kans op ongevallen (bestraffing 5 tot 10 jaar) o Gebruik van voorwerpen die het verkeer ( water, spoor of weg) belemmeren (bestraffing 8 d toto 3 mnd) o Andere handelingen (elke handeling welke opzettelijk gevaar veroorzaakt bewust) bestraffing 8bdagen tot 2 mnd) - Voorbeelden o Militair voertuig bewust op de weg parkeren o IJzerdraad op fiets of motor parcours spannen o Steen gooien op naar trein of ander vervoermiddel NIET iemand die staat te zwaaien op snelwegburg - Verzwarende omstandigheden o Art 407 ziekt en AO o Art 408 dood tot gevolg - Opmerkingen o Beletten verkeer = tot stilstand brengen ≠ belemmering 10 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Doodslag - Art 393 Handeling moet de dood veroorzaken - - VB NIET o Iemand proberen verstikken die al dood is (matr. bestanddeel “doden” niet aanwezig) o Iemand wordt geslagen bloedklonter komt los en persoon sterft ten gevolgen van bloedklonter( moreel “opzet” bestanddeel niet aanwezig) - Materieel bestanddeel: o Veroorzaken dood o Van een ander natuurlijk persoon - Moreel bestand deel o Met oogwenk op … (bijzonder opzet) - Veroorzaken dood o Dood moet gevolg zijn van handelingen o Wijze =irrelevant o Moet geen lijk zijn dood moet wel vaststaan of ID slo - Levende persoon o Levend ≠ levensvatbaar vb zwangere vrouw doodslag op vrouw en eventueel vruchtafdrijving voor baby o Vanaf aanvang zwangerschap - Oogmerk te doden o Doel = werkelijk doden o Drijfveer= irrelevant o Goed vaststellen!!! - Bestraffing o Opsluiting van 20 jaar tot 30 jaar o Poging: opsluiting van 15 tot 20 jaar 11 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Moord - Art 394 - Materieel bestanddeel: o Veroorzaken dood o Van een ander natuurlijk persoon - Moreel bestand deel o Voorbedachtheid (bijzonder opzet) - Veroorzaken dood o Dood moet gevolg zijn van handelingen o Wijze =irrelevant o Moet geen lijk zijn dood moet wel vaststaan of ID slo - Levende persoon o Levend ≠ levensvatbaar vb zwangere vrouw doodslag op vrouw en eventueel vruchtafdrijving voor baby o Vanaf aanvang zwangerschap - Voorbedachtheid o Geen wettelijke definitie o Invullen door RS: ▪ Bedacht voornemen of plan ▪ Tijdsverloop tussen besluit en uitvoering OuderMoord Art 395 (verzwarende omstandigheid doodslag) - Materieel bestanddeel: o Veroorzaken dood o Van moeder/vader/bloedverwant in opgaande lijn - Moreel bestand deel o Oogwenk om te doden (bijzonder opzet) o Voorbedachtheid niet van belang - Verwantschap o Verwantschap moet geweten zijn o Ook adoptie - Bestraffing o Levenslange opsluiting (correctionaliseren naar max 40 j) o Poging opsluiting van 20 tot 30 j 12 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Kindermoord - Art 396 doodslag of moord op een kind tijdens of vlak na de geboorte - Materieel bestanddeel: o Veroorzaken dood o Op een kind o Moet verwantschap zijn - Moreel bestand deel o Oogwenk om te doden (bijzonder opzet) o Voorbedachtheid niet van belang - Verzwarend omstandigheden o Voorbedachtheid wordt gestraft zelfde als moord of doodslag - Bij geboorte o Bij de bevalling: ▪ Vanaf eerste barensweeën ▪ Tot doorknippen navelstreng o Levend geboren: ▪ Hoeft niet leefbaar te zijn ▪ Ademen is genoeg - Dadelijk na de geboorte o Tss dood en geboorte mag geen tijd zijn voor dader om afgeleid te zijn (feitenkwestie) - Bestraffing o Voorbedachtheid=moord ▪ Levenslange opsluiting (correctionaliseren naar max 40 j) ▪ Poging opsluiting van 20 tot 30 j o Oogmerk om te doden: ▪ Opsluiting van 20 jaar tot 30 jaar ▪ Poging: opsluiting van 15 tot 20 jaar Vb NIET - Verpleegster dood baby bij geboorte = moord of doodslag ≠kindermoord - Moeder gooit baby bij het vuilnis vlak na geboorte ≠kindermoord= onthouden van …. - Vader loopt na geboorte met baby naar andere ruimt = FEITEN kwestie 13 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Vergiftiging - Art 397 - Materieel bestanddeel: o Veroorzaken dood o Door toedienen van stoffen die min of meer snel de dood teweegbrengen - Moreel bestanddeel o Oogmerk te doden (bijzonder opzet) o Geen voorbedachtheid = inherent - Veroorzaken dood o Dood moet gevolg zijn van handelingen o Wijze =irrelevant o Moet geen lijk zijn dood moet wel vaststaan of ID slo - Toedienen van stoffen o Gecatalogeerd onder vergiftenstoffen vb niet ammoniak, javel… o Dodelijke eigenschappen stof o Combinatie is mogelijk o “min of meer snel de dood” =feiten kwestie o Positieve daad van toedienen vb NIET vergeet potje stof op tafel slo drinkt ervan en sterft - Bestraffing o Levenslange opsluiting (HvA) o Poging : opsluiting van 20-30jaar - Poging o Strafbaar tenzij: ▪ Stof ≠ dodelijk ▪ Dader komt na toedienen tussen zodat slo niet sterft Art 397(bedoeling om te doden)>4mnd art 403 o Dood tot gevolg (geen oogwenk om te doden anders= moord) art 404 o Slo=Mj/kwetsbaar persoon art 405 bis o Slo=Mj/kwetsbaar persoon en dader=ouder/persoon die gezag heeft art 405 ter o Racistische drijfveer arrt 405 qauter Vb NIET - Spuwen in gezicht met COVID = art 328 bis 15 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Uitlokking - Algemeen o Strafverminderende verschoningsgrond!!!!! o Van rechtswege o Geen provocatie - Toepassingsgevallen o Zware gewelddaden tegen personen o Het afweren van braak en inklemming overdag - Zware gewelddaden tegen personen o Art 411 SW o Cumulatief: ▪ Uitlokking vloeit voort uit gewelddaden (fysiek of moreel) ▪ Voldoende ernstig ▪ Tegen personen ▪ Gewelddaden zijn onrechtmatig ▪ Onmiddelijkheidsvereisten ▪ Alle vormen van doodslag - Afweren van braak en inklemming overdag o Art 412 o >< bij nacht is wettelijke verdediging - Vb vrouw wordt aangerand steekt man neer= uitlokking 16 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Wettige verdediging - Algemeen o Rechtsvaardigheidsgrond o Wegnemen wederrechtelijkheid= GEEN MISDRIJF - Voorwaarden o Aanslag tegen personen o Aanslag moet tegen u moet onrechtmatig zijn o Aanslag moet ernstig en actueel zijn o Verweer moet noodzakelijk en evenredig zijn - Aanslag tegen personen o Geen goederen / rechten o Lijf en eerbaarheid: ▪ Recht op leven ▪ Recht op persoonlijke bewegingvrijheid ▪ Recht op seksuele eerbaarheid - Onrechtmatige aanslag o Geen noodweer tegen noodweer vb politie - Actuele en ernstige aanval o NU - Noodzakelijk en evenredig o Subsidiariteit en proportionaliteit o Geen wanverhouding o Geen gelijkheid van wapens Vb brandblusser=ijzerenstaaf//boxer=peper - Bijzondere gevallen o Braak bij nacht o Diefstal of plundering met geweld tegen personen 17 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Onopzettelijk slagen en verwondingen/ doding - Art 418 - Quid onopzettelijkheid o Pleegt gedraging o Gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid o Zonder oogmerk om anderen aan te randen - Gebrek aan voorzorg o Realistische schadelijke gevolgen o Zonder ze te verlijden o Minste fout is voldoende - Gebrek aan voorzichtigheid o Realistische schadelijke gevolgen NIET o Kon en moest redelijkerwijze voorzien FOUT SCHADE OORZAKELIJK VERBAND - Verschillende situaties o Onopzettelijk slagen en verwondingen (art 420) o Onopzettelijk slagen en verwondingen agv VKO (art 420) o Onopzettelijke doding (art 419) o Onopzettelijke doding agv VKO (art 419) o Onopzettelijk toedienen van stoffen die de dood tot gevolg kunnen hebben (art 421) o Treinongeval (art 422) Onopzettelijk toedienen van stoffen die de dood tot gevolg kunnen hebben (art 421) - Materieel bestanddeel o Veroorzaken ziekte of ongeschiktheid tot werken door o Toedienen van stoffen die de dood kunnen veroorzaken of gezondheid kunnen schaden - Moreel bestanddeel o Gebrek aan voorzorg/ voorzichtigheid - Toedienen o Alle handelingen die leiden tot inname gewraakte stof o Niet enkel persoon die afleverd - Stoffen die de dood kunnen teweegbrengen o Hoeft geen gif te zijn Veroorzaken treinongeval (art 422) - Materieel bestanddeel o Veroorzaken treinongeval - Moreel bestanddeel o Gebrek aan voorzorg 18 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen - Verschillende situaties o Gevaar voor passagiers o Letsel passagiers o Overlijden passagier - Opzettelijk = art 406 Vb - Voertuig op spoor door fille ( moet niet kwaadwillig zijn) - Spoorlopen 19 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen Schuldig verzuim - Art 422 - 2 situatie’s: o Verzuimen hulp te bieden aan personen in gevaar art 422 bis o Verzuimen hulp te bieden na wettelijke vordering art 422 ter - Verzwarende omstandigheden: o Racistische drijfveer art 422 qauter o MJ/kwetsbaar persoon(enkel bij art 422 bis) Art 422 bis Verzuimen hulp te bieden aan personen in gevaar - Materieel bestanddeel: o Verzuim hulp te bieden o Aan iemand die in groot gevaar verkeerd o Zonder ernstig gevaar voor zichzelf en andere - Moreel bestandddeel: o Wetens en willens (algemeen opzet) - Bestraffing: o Gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 jaar - Verzuim hulp te bieden: o Iedereen die persoonlijk en rechtstreeks kan helpen= verplicht te helpen o Niet louter verwittigen hulpdiensten (soms wel voldoende) - Persoon in gevaar: o Persoon in gevaar = feiten kwestie - Geen gevaar voor zichzelf of anderen: o Eerst: vaststellen gevaar slachtoffer o Zichzelf en anderen o Beoordelen in concreto Verzuimen hulp te bieden na wettelijke vordering art 422 ter - Materieel bestanddeel: o Verzuim hulp te bieden o Aan iemand die in groot gevaar verkeerd o Na wettelijke vordering - Moreel bestanddeel: o Wetens en willens (algemeen opzet) - Bestraffing: o Gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 jaar - Verzuim hulp te bieden: o Iedereen die persoonlijk en rechtstreeks kan helpen= verplicht te helpen o Niet louter verwittigen hulpdiensten (soms wel voldoende) 20 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen  - Persoon in gevaar: o Persoon in gevaar = feiten kwestie - Na wettelijke vordering: o Door bevoegde overheden o Hoedanigheid moet blijken voor opgevorderde o Mondeling of schriftelijk - WPA art 42 Vb. - Omstaander die gevorderd worden om hulpdiensten te verwittigen - Wij die niet reageren op een oproep van BRABO Belaging - Art 442 bis - GEEN KLACHT MISDRIJF MEER - Materieel bestanddeel: o Belagen o Terwijl men weet of zou moeten weten dat de rust hierdoor ernstig verstoord wordt - Moreel bestanddeel: o Wetens en willens (alg opzet) - Verzwarende oomstandigheden: o Kwetsbare toestand art 442 bis o Racistische drijfveer art 442 ter - Telefonische belaging: o Slachtoffer in verhoor laten verklaren dat op haar verzoek telefonieonderzoek op haar nummer mag worden verricht 21 Cl. 6.1.1 Misdrijven tegen personen