Cluster 6.1.1 Eigendommen (SV) PDF
Document Details
Uploaded by RiskFreePalmTree
Campus Vesta Politieopleidingen APB
Tags
Summary
This document provides a concise summary of Dutch criminal law pertaining to property crimes. It defines key concepts and categories of offenses, and explores the application of relevant legislation.
Full Transcript
Cluster 6.1.1 Eigendommen Algemeen ❖ Van alle misdrijven het materieel (objectief) en moreel (subjectief) bestanddeel kunnen aanduiden Materieel: uiterlijke waarneembare menselijke gedraging doen of nalaten iets te doen (gedraging / onthouding) handelingsmisdrijven verzuimingsmis...
Cluster 6.1.1 Eigendommen Algemeen ❖ Van alle misdrijven het materieel (objectief) en moreel (subjectief) bestanddeel kunnen aanduiden Materieel: uiterlijke waarneembare menselijke gedraging doen of nalaten iets te doen (gedraging / onthouding) handelingsmisdrijven verzuimingsmisdrijven Moreel: gedachtegang (motief) – (schuld / onachtzaamheid) → manier waarop - Wetens willens - Oogmerk om - Bedrieglijk - Kwaadwillig Poging strafbaar? o Poging overtreding: nooit strafbaar o Poging wanbedrijf: strafbaar indien het in Strafwetboek staat o Poging misdaad: altijd strafbaar 1 Cl. 6.1.1 Eigendommen DIEFSTAL Enkelvoudige diefstal (Wanbedrijf, Art. 461 Sw) Een roerend goed dat aan een derde toebehoort bedrieglijk wegnemen Wanbedrijf (min. 1 maand en max. 5 jaar gevangenisstraf) / aflopend misdrijf Poging staat in de wet (art. 466 SW), dus is strafbaar Materieel element:wegnemen of ontvreemden van roerend goed dat aan derde toe behoort Moreel element: bedrieglijk opzet Eigendom van iemand anders o Niet vereist dat de dader de identiteit van de benadeelde kent o Diefstal is ook mogelijk door mede-eigenaar van een zaak o Als de zaak aan niemand toebehoort of door de eigenaar op ondubbelzinnige wijze is achtergelaten, is er geen sprake van diefstal o Eigen goederen kunnen niet gestolen worden o Ontvreemden moet niet van een fysisch persoon zijn -> rechtspersoon kan ook ❖ Wat is de uitzondering van het uitsluitend kunnen stelen van roerende goederen? Onroerende goederen door incorporatie of bestemming. (deze worden dan in het strafrecht als roerende goederen beschouwd. vb. vaatwasser wordt in woning ingebouwd en wordt in het zakenrecht als onroerend beschouwd, maar kan wel gestolen worden en zijn op strafrechtelijk vlak roerende goederen. Stroperrij → wegnemend van levend wild Vissen zonder visverlof → wegnemen van vissen in een rivier Strafverzwarende gronden (art. 463 lid3 SW) o De kwetsbare toestand van het slachtoffer o Leeftijd, zwangerschap, ziekte -> ziekenhuis, bejaarde, … o Diefstal doormiddel van babbeltruc Strafuitsluitende Verschoningsgronden bij diefstal (art. 462 SW) (kan vraag zijn) 1. Tussen gehuwden → niet uw lief, niet samenwonende 2. Weduwe of weduwnaar die steelt ten nadele van de gestorven echtgenoot 3. Bloedverwanten in opgaande en dalende lijn (grootouders – ouders – kinderen – kleinkinderen). => niet broer, zus, neef, tante 4. Aanverwanten (aangetrouwd) in opgaande en dalende lijn (schoonouders – kinderen ) Ja kan niet strafrechtelijk vervolgen, enkel op burgerlijk vlak Verschoningsgrond is voor alle categorieën persoonlijk / individueel en telt voor alle vermogensdelicten (inbraak, oplichting, afpersing,… ). Mededader die niet aan 1 van de categorieën voldoet is wel strafbaar Opmerking: wanneer deze vermogensdelicten gepleegd zijn ten nadele van een kwetsbaar persoon dan tellen ze niet (art. 462 §2) 2 Cl. 6.1.1 Eigendommen Huisdiefstal (loondiefstal) Art. 464 Sw Eenvoudige diefstal met persoonlijke verzwarende omstandigheid dat de dader er in dienstverband werkt. (werknemer, enkel in privésector) Wanbedrijf (min. 3 maanden en max. 5 jaar gevangenisstraf) / poging ook strafbaar (art. 466 SW) De feiten moeten gebeuren op de werkvloer en tijdens de diensturen (wordt redelijk ruim geïnterpreteerd). Het kan ook gaan om een rechtspersoon Als werkgever zou stelen van persoon -> enkelvoudige diefstal Subjectief verzwarend (relatie dader slachtoffer) Materieel: het wegnemen van roerend goed door middel van één van de categorieën (derden) Moreel: bedrieglijk 5 mogelijkheden 1) Stelen ten nadele van de werkgever o Geldt enkel tijdens de uren of op de werkvloer 2) Stelen ten nadele van collega’s o Er moet een verband zijn met het werk o De feiten moeten gepleegd zijn tijdens de werkuren of op de werkvloer o Vb. gsm van collega stelen tijdens het werk 3) Stelen ten nadele van cliënteel van de werkgever o Tijdens de uitvoering van de arbeidsprestatie o Vb. wagen binnen bij BMW voor herstelling en werknemer steelt gps uit de wagen 4) Stelen ten nadele van derden o Persoon die geen klant (of nog niet klant) is maar aanwezig is op de werkvloer en wordt bestolen. o Vb. Je gaat horen voor een wagen bij een dealer en legt je jas daar weg. Terwijl je informatie omtrent een voertuig aan het inwinnen bent wordt je portefeuille uit je jas gestolen. 5) Hij/zij die arbeid verricht in de woning waar hij / zij tewerk gesteld is. Vb. zelfstandige loodgieter die een badkamer komt plaatsen en juwelen of zaken steelt die zich in de woning bevinden waar hij tewerk gesteld is. ❖ Waarom wordt huisdiefstal zwaarder gestraft dan éénvoudige diefstal? Door de vertrouwensrelatie (vb. werkgever → werknemer) Is subjectief verzwarende omstandigheid -> relatie dader / slachtoffer ❖ Wat als de mededader geen werknemer is? → Enkelvoudige diefstal → Geen subjectief verzwarende omstandigheid voor mededader ❖ Persoon A werkt voor C en vraagt aan vriend B om mee te stelen van C. Wie zal wat weerhouden worden? Persoon A: subjectief verzwarende omstandigheid (persoonlijk) dus huis(loon)diefstal Persoon B: enkelvoudige diefstal (tenzij andere verzwarende omstandigheid zoals geweld) Altijd zwaarste MF weerhouden. Vb. wanneer A een wapen gebruikt voor deze dierstal, niet loondiefstal weerhouden, maar diefstal met geweld of bedreiging ❖ Onbewaakte vestiaire in opera, tijdens pauze neem je andere jas per ongeluk → Geen diefstal = geen bedrieglijk opzet 3 Cl. 6.1.1 Eigendommen Zware diefstal Art. 467 Sw Diefstal met objectief verzwarende omstandigheid van braak, inklimming of valse sleutels (of een combinatie hiervan) Heeft dus te maken met de modus operandi van de dader Misdaad -> om voor de rechtbank te krijgen -> correctionaliseren Is misdaad dus poging is strafbaar Materieel: roerend goed wegnemen dat aan derden toebehoort door middel van braak, inklimming of valse sleutels Moreel: bedrieglijk A. Braak → objectief verzwarend De dader moet één of meerdere hindernissen overwinnen en daarbij gebruik maken van middelen die de rechtmatige eigenaar niet moeten aanwenden A. Uitwendige braak: inbreken van buiten naar binnen = strafbaar. Ook binnen het huis in kamers inbreken is uitwendige braak B. Inwendige braak: uitbreken van binnen naar buiten = niet strafbaar Ook het openbreken van gesloten kassa of meubelen bestemd om ter plaatse te blijven is inwendige braak (= wel strafbaar). Vb. deur los en binnengaan -> eens binnen deur forceren om vb. wapenkamer binnen te gaan. C. Diefstal door zegelverbreking: (kan vraag zijn) Is gelijkgesteld met diefstal met braak als de zegels door de overheid of op haar bevel werden gelegd Vb. verzegelde woningen door politie / containers verzegeld door douane → Braak kan enkel weerhouden worden op de vernieling van een afsluiting of hindernis. → Onder braak valt niet het afbreken of uitbreken van het voorwerp zelf Vb. het losknippen van een slot waarmee een fiets vasthangt is geen braak →Het is pas braak wanneer het gedaan wordt om zichzelf toegang te verschaffen tot het eigendom. B. Inklimming → objectief verzwarend Binnenkomen over om het even welke afsluiting (van onroerende goederen) o In / Over / Door/onder Moet steeds gebeuren van buiten naar binnen Het is voldoende dat een arm wordt binnengebracht door een opengeschoven raam om zo de goederen te bemachtigen Opsomming is limitatief: huizen, gebouwen, binnenplaatsen, neerhoven, bouwwerken, tuinen, perken, besloten erven Niet: schip, auto, vliegtuig, vrachtwagen,… 4 Cl. 6.1.1 Eigendommen C. Valse sleutels → objectief verzwarend Drie soorten valse sleutels 1) Echte valse sleutels: Nagemaakte, vervalste sleutels, lopers, haken 2) Sleutels gebruikt waarvoor ze niet bestemd zijn. De sleutel is slechts echt wanneer hij gebruikt wordt voor z’n echte bestemming 3) Verloren of weggenomen sleutels Verloren of weggenomen en op een onrechtmatige manier in het bezit van de dader gekomen. Doch gaat het hier om een echte sleutel Gebruik zonder toestemming van de eigenaar (vb. gevonden sleutel op parking naast auto) Het is niet noodzakelijk dat de sleutel gestolen is. Het is voldoende dat de sleutel gebruikt wordt tegen de wil van de eigenaar ❖ Casus: vinden van sleutel op de openbare weg van BWM. Deze bijhouden en daarna de sleutel gebruiken om de BMW te stelen. Wat weerhouden we? 1. Vinden zaken openbare weg = bedrieglijke verberging 2. Wegnemen van de auto = zware diefstal door middel van valse sleutels Let op: artikel 487 SW stelt dat gebruik sleutels enkel een verzwarende omstandigheid is wanneer de sleutels gebruikt worden om voorwerp te openen. Bij open auto enkel sleutels gebruiken om contact te starten is geen verzwarende omstandigheid Vb. slot bromfiets doorknippen -> enkelvoudige diefstal / slot garage openbreken om bromfiets te stelen -> braak = zware diefstal ❖ Casus: sleutels krijgen van de buren omdat ze op vakantie zijn om de planten water te geven en ondertussen stelen. Wat weerhouden we? Zware diefstal door middel van valse sleutels (sleutel wordt gebruikt tegen de wil van de eigenaar) ❖ Casus: jongen gebruikt badge van het werk om op zijn werk bij nacht zaken te stelen. Is een zware diefstal (valse sleutel) omdat deze niet gebruikt wordt voor het beoogde doel. Ambtenaar die diefstal pleegt door middel van ambtsbediening → aanmateging van ambt Art. 467 Sw. Derde lid Subjectief verzwarende opstandigheid Vb. politieman steelt iets tijdens een huiszoeking, de gerechtsdeurwaarder die bij een beslag zelf voorwerpen wegneemt Materieel: zich voordoen als een openbaar ambtenaar inmenging (inmenging is sowieso aanmatiging ook) Art. 467 Sw. Vierde lid Moreel: bedrieglijk Bedrieglijk wegnemen van andermans roerende goederen waarbij de dader zich uitgeeft voor een openbaar ambtenaar of een vals bevel van het openbaar gezag inroept. (art. 467 §3 SW) Vb. nepagent 2 soorten valsheden 1. Materieel vervalsing = een document vervalsen vb. handteking namaken 2. Intelectuele vervalsing = vb. pv maken dat niet comform is met de waarheid 5 Cl. 6.1.1 Eigendommen Poging zware diefstal = altijd strafbaar Bv. bij zware diefstal is het misdrijf voltrokken als de dader de goederen in zijn bezit heeft gehad: een aantal personen breken in in een villa en hebben al een aantal spullen (juwelen, schilderijen, …) genomen en staan klaar om deze mee te nemen. Alarm gaat af en worden op heterdaad betrapt. Dit is een voltrokken misdrijf!!!!! Diefstal door middel van geweld of bedreiging Art. 468 Sw Objectief verzwarende omstandigheden -> kleven aan het feit zelf Medeplichtigheid of mededaderschap worden ook weerhouden wanneer de mededader zelf geen geweld gebruikte, maar bv. enkel op de uitkijk stond. Enkel tegenover fysische personen. Tegenover zaken kan men geen geweld / bedreiging weerhouden. Materieel: het bedrieglijk wegnemen van een roerend goed dat aan een derde toebehoort door middel van geweld en / of bedreiging Moreel: bedrieglijk Geweld: daden van fysieke dwang gepleegd op enkel personen - fysiek Bedreiging: alle middelen van morele dwang voor het verwekken van vrees voor een dreigend kwaad – moreel Het geweld of de bedreiging moet voor of tijdens de diefstal gebruikt zijn om diefstal met geweld of bedreiging te kunnen weerhouden Twee scenario’s: (belangrijk) Diefstal met geweld en / of bedreiging: Dader gaat van begin geweld / bedreiging gebruiken om roerend goed dat aan derden toebehoort bedrieglijk weg te nemen Diefstal met ontdekking op heterdaad waarbij de dader vervolgens geweld / bedreigingen gebruikt (469 SW): Is enkelvoudige diefstal. Komt geen geweld of bedreiging bij kijken. Verdachte wordt betrapt -> gaat geweld of bedreiging gebruiken om: 1. Vlucht te verzekeren 2. Al dan niet in bezit te blijven van gestolen buit → Slagen en verwondingen niet weerhouden / zit bij in diefstal met geweld ❖ Casus: Fnac -> CD -> veiligheid eraf gehaald -> buiten -> mee naar bureau -> niet eerste keer -> politie erbij -> om dat moment (10’ na de feiten) wordt persoon weerspannig en agressief naar politie toe. Wat ga je weerhouden? → diefstal met geweld of bedreiging op heterdaad. Wanneer dan wel opsplitsen? Mee naar commissariaat -> opsluiten Amigo -> paar uur later mee voor verhoor -> dan weerspannig. 1. Diefstal 2. Slagen aan agenten (met bloeduitstorting tot gevolg) 3. Weerspannigheid 6 Cl. 6.1.1 Eigendommen Diefstal met geweld / bedreiging met bijkomende verzwarende omstandigheid – 7 (471 SW): Gelden uitsluitend voor diefstal met geweld / bedreiging Wordt gestraft met opsluiting van 10 tot 15 jaar (na correctionalisering min. 6 maanden) 1. Gepleegd door middel van braak, inklimming of valse sleutels (objectief) 2. Gepleegd door openbaar ambtenaar door middel van zijn ambtsbediening (subjectief) 3. Vals uitgeven voor openbaar ambtenaar of vals bevel inroepen (objectief) 4. Gepleegd bij nacht * (objectief) 5. Gepleegd door 2 of meer personen (= bende) (objectief) 6. Indien gebruikt gemaakt is van een voertuig (eender welk vtg) om zijn vlucht te verzekeren of om de diefstal te vergemakkelijken (objectief) 7. Indien gepleegd ten nadele van een kwetsbaar persoon (vb. leeftijd, zwangerschap, ziekte, handicap,…) (objectief) ❖ Leg het begrip bij nacht uit. Bij nacht: is verzwarende omstandigheid bij 1. Brandstichting en bij 2. Diefstal met geweld / bedreiging 1. Bij brandstichting: de periode dat de mensen slapen / zich ten ruste hebben gegeven. Vormgegeven door rechtsleer 2. Bij diefstal geweld: uur voor zonsopgang en uur na zonsondergang (art. 478 SW) Diefstal met geweld / bedreiging met bijkomende verzwarende omstandigheid - 5 (472 SW): DEZE 5 PUNTJES ZIJN ENKEL VERZWAREND BIJ DIESTAL MET GEWELD Wordt gestraft met opsluiting van 15 tot 20 jaar (na correctionalisering min. 2 jaar) 1. Indien gepleegd onder 2 omstandigheden van artikel 471 SW 2. Gebruiken of tonen van wapens / op wapens gelijkende voorwerpen, of doen geloven dat schuldige gewapend is. (objectief) 3. Om diefstal te plegen of vlucht te verzekeren gebruik maken van weerloos makende of giftige stoffen (objectief) 4. Om diefstal te plegen of vlucht te verzekeren gebruik maken van een gestolen voertuig of een ander al dan niet met motor aangedreven gestolen tuig. (objectief) Vb. polo stelen -> naar plaats rijden om jaguar te rijden -> dan is polo gebruikt. 5. Om diefstal te plegen of vlucht te verzekeren gebruik maken van een voertuig van ordediensten (gelijkend op voertuig hulpdiensten) (objectief) Verzwarende omstandigheden bij diefstal met geweld / bedreiging naar de gevolgen toe (473 SW) De diefstal heeft zwaar fysisch letsel voor gevolg. Dit artikel is van toepassing indien het geweld / bedreiging: 1. Blijvende fysische of psychische ongeschiktheid 2. Verlies van een orgaan 3. Zware verminking 4. Ongeneeslijke ziekte tot gevolg In combinatie met 471 SW -> 15 tot 20 jaar opsluiting In combinatie met 472 SW -> 20 tot 30 jaar opsluiting → Deze 3 artikelen hebben enkel betrekking tot diefstal met geweld en / of bedreiging en afpersing ❖ Casus: 2 personen stelen ’s nachts een fles drank in de nachtwinkel waar ze met een brommer naartoe zijn gegaan. Wat is de modus operandi? 7 Cl. 6.1.1 Eigendommen Nacht / met 2 / motortuig met de bedoeling te stelen / stelen fles champagne Hoeveel verdachten? 2 Is het misdrijf voltrokken? Ja Wat is de kwalificatie? Mededaderschap enkelvoudige diefstal. (Er zijn geen verzwarende omstandigheden van toepassing, want die hebben enkel betrekking tot diefstal met geweld en / of bedreiging en afpersing) ❖ Carjacking, 2 daders, voertuig aan de verkeerslichten, lichte kopstaart,carjacking + slagen om 01.15 ’s nachts Hoebeel verdachten 2 Is hetmisdrijf voltrokken? Ja Wat is de kwalificatie Diefstal met geweld → mededaderschap (2 of meer personen), bij nacht, bende Verschil bende-mededaderschap ❖ Mededaderschap = we hebben 2 daders of meer maar dat lijdt niet tot strafvermeerdering ❖ Bende= lijdt wel tot strafvermeerdering Diefstal door middel van geweld of bedreiging, die zonder het oogmerk om te doden, toch de dood hebben veroorzaakt (Art. 474 Sw) Het bedrieglijk wegnemen van een roerend goed van een derde door middel van geweld en / of bedreiging, zonder het oogmerk om te doden toch de dood heeft veroorzaakt. Straf is opsluiting van 20 tot 30 jaar Poging wordt gelijk gesteld met de voltrokken diefstal Roofmoord Art. 475 Sw Doodslag gepleegd om diefstal of afpersing te vergemakkelijken of om de straffeloosheid ervan te verzekeren. Poging roofmoord bestaat niet -> wel poging doodslag + voltrokken diefstal / doodslag of moord + poging diefstal Doodslag: oogmerk om te doden (moet niet met voorbedachte raden zijn) Diefstal: wegnemen moet voltrokken zijn Oorzakelijk verband: diefstal of afpersing is het doel en doodslag het middel om doel te bereiken Afpersing art. 470 Sw Roerende goederen middels geweld / bedreiging laten overhandigen Afpersing is een MD -> poging is dus altijd strafbaar. Materieel: het zich laten overhandigen van roerende goederen die aan een 3de toebehoren middels geweld / bedreiging (afpersing is altijd geweld of bedreiging) Moreel: bedrieglijk ❖ Wat is het verschil tussen afpersing en diefstal met geweld / bedreiging? (kan vraag zijn) 8 Cl. 6.1.1 Eigendommen Diefstal geweld verdachte gaat middels geweld / bedreiging roerend goed dat aan derde toebehoort bedrieglijk wegnemen -> neemt zelf weg Afpersing afperser (verdachte) gaat zich middels geweld / bedreiging roerend goed dat aan derde toebehoort laten overhandigen ❖ Casus: 2 kompanen -> ING -> dader A en B beide sportzak. A: bedreiging wapen -> ritselt geld uit de kassa en steekt in zak. B: zegt tegen loketbediende dat hij de sportzak moet vullen. A: diefstal met geweld / bedreiging B: afpersing Verzwarende omstandigheden Deze van artikel 471 en 472 SW bij diefstal geweld / bedreiging gelden ook bij afpersing. Deze van artikel 473 SW + foltering ook De niet gewilde doodslag De doodslag → Poging afpersing is altijd strafbaar ❖ Als je verzwarende omstandigheden vergeet op examen -> geen punten Heling → wanbedrijf → aflopend misdrijf art. 505 Sw Het geheel of gedeeltelijk in ontvangst nemen / verkrijgen van roerende goederen waarvan je weet (moest weten of diende te weten) dat ze afkomstig zijn van een MD / WB op het moment dat je ze verkrijgt. Vb. firmawagen -> verkopen en erbij zeggen dat je die niet mag verkopen, maar dat je wel zal zeggen dat die gestolen is. Is heling. (auto is afkomstig uit misbruik van vertrouwen) Om heling te beoordelen -> terugplaatsen naar moment van overhandigen Vb. redelijke prijs voor betaald, niet wetende gestolen -> geen heling Gedeeltelijk helen: vb. gestolen Aston Martin enkel het wit lederen interieur overpakken Materieel bezit: is van belang, maar is zeer ruim. Vb. ergens onderbrengen, vernietigen, vervoeren,… Moreel element: bedrieglijk Bv. Jan en Peter gaan inbreken in een woning ten nadele van persoon x. De buit betreft tien horloges en een geldsom van 2000 euro. Daarna zegt Jan tegen Peter dat hij voor zijn aandeel 1 horloge en 1000 euro krijgt. Beide verdachten worden gepakt. Dit is geen heling, maar een zware diefstal. De verdachten hebben actief deelgenomen aan de diefstal met verdeling van de buit. Bedrieglijke herkomst of delictuele oorsprong: o De dader van het misdrijf moet niet gekend of veroordeeld zijn o De heler en de dief van eenzelfde zaak zijn nooit dezelfde persoon Delictuele herkomst kennen: o De heler moet op het ogenblik dat hij de zaak verkrijgt of in ontvangst neemt kennis hebben van het bestaan van een vroeger misdrijf waardoor de voorwerpen verkregen werden o De heler moet niet de omstandigheden van het misdrijf kennen Bedrieglijk inzicht: o De heler handelt met de bedoeling zich de zaak toe te eigenen of de zaak te onttrekken aan opsporingen Verzwarende omstandigheden 9 Cl. 6.1.1 Eigendommen De criminele heling 506 SW: (examen: vraag) Heling van voorwerpen verkregen door een misdaad die gestraft wordt met levenslange opsluiting. (roofmoord) Verschoningsgrond Persoon A steelt van de vader en geeft dit aan de zoon, de zoon is geen heler want geniet een verschoningsgrond tov zijn vader. WEL: zoon heeft goederen die gestolen zijn ten nadele van zijn vader De vader steelt van persoon B en geeft de goederen aan de zoon. De vader is strafbaar voor diefstal en de zoon voor heling. NIET: zoon heeft zaken die door zijn vader zijn ontvreemd dus vader is hier niet ten nadele, dus er is geen verschoningsgrond van toepassing! Witwassen (niet te kennen) Uitvoeren van transacties teneinde de illegaliteit van geldsommen te maskeren. Witwassen is ook strafbaar gesteld. -> gelden van criminele oorsprong: rechtstreeks of onrechtstreeks uit MF Oplichting art. 496 Sw Zich een zaak toe eigenen die aan een ander toebehoort door aanwenden van listige kunstgrepen -> moeten aan voorwaarden voldoen -> ontvangen roerend goed en u voorstellen als de rechtmatige eigenaar. Zaken waarvan je geen eigenaar bent verkopen Poging oplichting is altijd strafbaar (3de lid) Dienstverlening is geen oplichting Bestanddelen Materieel door middel van listige kunstgrepen zich een ander roerend goed laten overhandigen Moreel bedrieglijk vb. vals schilderij (valse Monet) verkopen als echte / nepring verkopen als echt goud ❖ Verschil tussen oplichting en diefstal Bij oplichting laat de dader zich zaken overhandigen door middel van listige kunstrepen. Bij diefstal neem de dader de zaak zelf bedrieglijk weg, al dan niet met geweld / bedreiging. ❖ Verschil tussen oplichting en afpersing Bij beide misdrijven laat de dader zich zaken overhandigen, maar bij afpersing door middel van geweld / bedreiging en bij oplichting door middel van listige kunstgrepen ❖ Verschil tussen oplichting en misbruik van vertrouwen Oplichting: dader van in den beginnen ter kwader trouw / gebruik listige kunstgrepen zonder welke benadeelde nooit geld / roerende goederen zou overhandigen. Misbruik van vertrouwen: de slechte bedoeling ontstaat pas op een later tijdstip. Je bent te goeder trouw in het bezit van roerende goederen, maar je gaat er iets mee doen dat niet conform de afspraak was. - Als de koper te goeder trouw is die slachtoffer van de oplichting - Als de koper kwader trouw is dan is die heler 10 Cl. 6.1.1 Eigendommen Misbruik van vertrouwen art. 491 Sw De bedrieglijke verduistering of verspilling, ten nadele van een derde, van een voorwerp dat men ontvangen had onder de verplichting van ze terug te geven of ze voor een bepaald doel te gebruiken of aan te wenden. Hier heeft men de middelen al in bezit en gaat men daar iets mee doen / het is de bedoeling de zaak terug te geven of voor een bepaald doel te gebruiken of aan te wenden. Poging is niet strafbaar Bestanddelen Materieel roerende goederen ontvangen met de verplichting om ze later terug te geven of ze te gebruiken voor een bepaald doel overhandigen Moreel bedrieglijk Voorbeelden: - Huurauto niet tijdig terug bezorgen bij de verhuurder - Wagen van de firma krijgen -> ter gebruik om daar klanten mee te bezoeken en die verkopen. Je doet er iets mee dat niet conform de afspraak is. - Geldbedrag om te beleggen gebruiken voor persoonlijke doeleinden ❖ Verschil tussen diefstal en misbruik van vertrouwen Bij diefstal neemt de dader een roerend goed bedrieglijk weg. Bij misbruik van vertrouwen is de dader reeds in het bezit van een goed dat door de eigenaar vrijwillig werd afgegeven. (je bekomt daar iets met de beste bedoelingen) ❖ Verschil tussen oplichting en misbruik van vertrouwen Bij oplichting heeft de dader van in het begin slechte bedoelingen. Bij misbruik van vertrouwen komen de slechte bedoelingen pas op een later tijdstip. Vb. Iets op afbetaling kopen terwijl je weet dat je het sowieso niet kan terugbetalen = oplichting Aanmatiging van naam art 231 SW Alleen de achternaam is beschermd. Bestanddelen Materieel in het openbaar een achternaam aannemen (gebruiken) die u niet toebehoort Moreel bedrieglijk Valsheid in geschriften + gebruik art 193 SW Twee afzonderlijke misdrijven: - Het vervalsen van een stuk (= aflopend misdrijf) - Bij het gebruik ervan (= voortdurend misdrijf) Onderscheid tussen valsheden in private geschriften en authentieke / openbare geschriften Onderscheid of de vervalsing gebeurd is door een particulier of een openbaar ambtenaar Bestanddelen Materieel het vervalsen van een geschrift, het vervalsen van de waarheid: kan op twee manieren (materiele vervalsing / intellectuele valsheid) Materiele vervalsing: het document is vervalst Intellectuele valsheid: het document is niet vals, maar de inhoud is vals Moreel bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden is vereist 11 Cl. 6.1.1 Eigendommen Verduistering door ambtenaren Art 240 en 241 Sw Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent en zaken verduistert die hij door zijn ambt heeft. Art 240 Sw: hij die openbare of private gelde, geldswaardige papieren, stukken, effecten, akten, roerende zaken verduistert, welke hij uit kracht of uit hoofde van zijn ambt onder zich heeft. Art 241 Sw: die akten of titels waarvan hij in die hoedanigheid de bewaarder is, die hem zijn bezorgd of waartoe hij uit hoofde van zijn ambt toegang heeft gehad, kwaadwillig of bedrieglijk vernietigt of wegmaakt. Bestanddelen Materieel het verduisteren of achterhouden van titels en akten met of zonder een geldwaarde door iemand die een openbaar ambt uitoefent, in de uitoefening van dat ambt en die hij uit hoofde van dat ambt onder zich heeft Moreel bedrieglijk of kwaadwillig Voorbeelden: - Postbode die een brief moet posten houdt deze voor zichtzelf - Ambtenaar die een document kopieert en hiermee naar de pers gaat (ook beroepsgeheim) Bedrieglijke verberging art. 508 Sw De zaak moet aan iemand anders toebehoren! ID van rechtmatige eigenaar moet niet achterhaald worden. Bestanddelen Materieel roerende zaak die aan een ander toebehoort en die gevonden werd of per toeval in het bezit is gekomen, bedrieglijk verbergen of aan derden geven Moreel bedrieglijk ❖ Verschil tussen diefstal en bedrieglijke verberging: Bij diefstal neemt de dader de zaak bedrieglijk weg, terwijl bij bedrieglijke verberging de zaak per toeval in handen komt van de dader. Vb. een verkeerde overschrijving ontvangen, sleutels vinden van auto en deze houden,… Afzetterij (flessentrekkerij) art. 508bis Sw Financieel niet kunnen betalen en het toch kopen / consumeren van: o Dranken en / of spijzen o Logies o Huurrijtuigen (enkel wagens met chauffeur) Als de benadeelde op voorhand weet dat de verdachte er op financieel vlak slecht aan toe is, dan kan er nooit geen sprake zijn van afzetterij Gemeenschappelijke bestanddelen 1. De volstrekte onmogelijkheid om te betalen 2. Kennis van de volstrekte onmogelijkheid tot betalen 3. Persoonlijk optreden van de afzetter (zaken moeten door afzetter worden besteld) ❖ Verschil tussen diefstal en afzetterij: 12 Cl. 6.1.1 Eigendommen Bij afzetterij gaat de benadeelde vrijwillig in op de bestelling van de afzetter. Het gaat hier niet om diefstal omdat de afzetter geen roerende goederen bedrieglijk wegneemt ten nadele van derden ❖ Verschil tussen afzetterij en oplichting: De afzetter gebruikt geen listige kunstgrepen. De benadeelde is gewoon ingegaan op het eenvoudige verzoek van de afzetter Bedrog bij tanken art 508ter Sw Hij die na een voertuig met brandstof of smeerolie te hebben laten voorzien, zich bedrieglijk aan de onmiddellijke betaling onttrekt. DUS: laten bedienen door pompbediende! -> zelf tanken en niet betalen is diefstal ❖ Verschil tussen afzetterij en bedrog bij tanken Bij bedrog bij tanken is het niet vereist dat de dader niet KAN betalen. Zijn financiële toestand speelt geen rol. Het is louter het onttrekken aan de betaling. Informaticabedrog art. 504quater Het manipuleren van computersystemen / knoeien met betaalterminals / gebruik van gestolen of vervalste kredietkaarten of bankkaarten,… Materieel manipuleren van gegevens / verwerven voor zichzelf of voor anderen van een bedrieglijk vermogensvoordeel Moreel bedrieglijk opzet Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen → Ongeoorloofde toegang tot een informaticasysteem art 550bis Sw De wet maakt onderscheid tussen aantasting van buitenstaanders of aantasting door gebruikers die bepaalde toegangsbevoegdheden hebben (insiders worden strenger bestraft) → Informaticasabotage art 550ter Sw Het beschadigen van computergegevens. -> het invoeren, wijzigen, wissen van gegevens of het veranderen met een ander technologisch middel van het de mogelijke aanwending. Moreel met het oogmerk om te schaden In beide gevallen wordt de straf verhoogd indien er een bedriegelijk aspect aanwezig is. Hiernaast zijn er nog verzwarende omstandigheden (zie wettekst) Poging is voor beide van deze wanbedrijven strafbaar. 13 Cl. 6.1.1 Eigendommen Ontdraging van in beslag genomen goederen art 507 Sw Materieel er is beslag gelegd, de verdachte heeft er kennis van, hij vernietigd of maakt weg, in zijn belang o Vernietiging of wegmaking o Een voorafgaand beslag (moet eerst beslag op gelegd zijn) o Verdachte moet voorafgaandelijk kennis hebben van het beslag o De vernietiging of wegmaking moet geschieden in het belang van de beslagene Moreel bedrieglijk opzet Brandstichting vanaf art 510 Sw ➔ Poging is strafbaar maar wordt bijna nooit gebruikt. Immers is de kleinste roetplek al voldoende om te spreken van brandstichting en niet poging. Onderscheid tussen opzettelijke en onopzettelijke (art 519 Sw). Onopzettelijke komt zelden voor, omdat brandstichting zeer streng gestraft wordt mits de gevolgen groot zijn. Hoeveel onopzettelijke misdrijven zijn er? 1. Onopzettelijke slagen en verwondingen 2. Onopzettelijke doodslag 3. Onopzettelijke brandstichting (art. 519 Sw) Door gebrek aan voorzorg / nalatigheid Opzettelijke brandstichting (art. 510 – 518 Sw) Moreel oogmerk om / de intentie (algemeen opzet: wetens willens is voldoende) Materieel de gehele of gedeeltelijke vernieling van roerende en/of onroerende goederen door het expliciet aansteken van het vuur (het zwartblakeren door een vlam is al voldoende, de wetgeving is hier heel streng op. Verzwarende omstandigheden 1. Bij nacht (art. 513 Sw) 21-5 u 2. Brand heeft verwondingen of de dood veroorzaakt (art.518 Sw) 3. Racistische drijfveer (art.514bis SW) Verschillende gevallen: - Zonder vermoeden menselijke aanwezigheid art. 510 Sw - Met vermoeden menselijke aanwezigheid art. 511 Sw Wanneer de persoon bv een vuilbak naast het pand in brand steekt met het oog dat deze overslaagt op het pand wordt dit hetzelfde bestraft alsof hij de brand in het pand zelf stichtte. Art. 516 Sw 14 Cl. 6.1.1 Eigendommen Vernieling door ontploffing art. 520 Sw Wordt gelijk gesteld met bandstichting / de verzwarende omstandigheden van brand zijn ook van toepassing op vernieling door ontploffing 1. Opzettelijke vernielingen / beschadigingen Onopzettelijke is burgerlijke zaak -> komen wij niet intussen 1. Vernieling van bouwwerken en voertuigen art. 521 Sw 2. Vernieling of beschadiging van graven, monumenten en kunstvoorwerpen art. 526 Sw 3. Vernieling van andermans roerende goederen middels geweld en/of bedreiging art. 528 Sw => Geweld is fysiek / bedreiging is moreel -> moet gebruikt worden tegenover fysieke personen 4. Vernieling / beschadiging van andermans roerende goederen zonder/geweld of bedreiging art. 559 1° Sw (is slechts een overtreding) Art 529 Sw → wanneer het gebeurd in vereniging (wordt een misdaad) Materieel: Schending van andermans patrimonium. De volledige vernieling van het goed is vereist. Moreel: Wetens willens. Braak van afsluiting art. 545 Sw Onderscheid: - De gedeeltelijke of de volledige vernieling van landelijke of stedelijke afsluitingen - Het verplaatsen of verwijderen van grenspalen ❖ Wat is het verschil met poging zware diefstal? Bij poging zware diefstal moet je het bedrieglijk opzet aantonen. Bij braak van afsluiting moet je enkel aantonen dat er schade is aan veld of huis. Casussen Hoe los je een case op 1. Hoeveel verdachten zijn er? Daderschap of mededaderschap? 2. Is het misdrijf voltrokken? Ja -> voltrokken misdrijf Nee (begin van uitvoering) -> strafbare poging 3. Materieel / moreel 4. Invullen Misdrijf erop kleven -> kwalificatie Verzwarende omstandigheden -> objectief en subjectief 15 Cl. 6.1.1 Eigendommen Voorbeeldjes ter verduidelijking (vorige Prom) ▪ Mededaderschap zware diefstal Vb. inbraak woning, 1 persoon verkrijgt toegang via een raam en ze vluchten met 2 op een fiets ▪ Enkelvoudige diefstal met mededaderschap Vb. diefstal overdag met kompaan, vluchtmiddel een fiets ▪ Enkelvoudige diefstal Vb. het stelen van een fles drank in de supermarkt ▪ Diefstal met geweld of bedreiging op heterdaad bij nacht en gebruikmakend van een voertuig Vb. hij is aangekomen met een bromfiets aan de nachtwinkel. Steelt een fles drank. Wordt betrapt. Geeft de eigenaar een slag en loopt weg. ▪ Zware diefstal Vb. wanneer je sleutel gekregen hebt van een huis om de hond eten te geven en je rooft het huis leeg. ▪ Valsheid in geschrifte + gebruik Vb. handtekening zetten om een visa kaart te gebruiken die niet van u is. ▪ Misbruik van vertrouwen Vb. het verkopen van de auto van je buurman toen je die mocht gebruiken in het weekend. Indien de koper dit weet spreken we van heling. Indien de koper dit niet weet spreken we van oplichting. ▪ Enkelvoudige diefstal Vb. het niet betalen aan een tankstation wanneer je zelf je tank gevuld hebt. ▪ Bedrog bij het tanken Vb. iemand tankt uw wagen vol en je neemt de vlucht ▪ Burgerlijke zaak Vb. hij die niet wenst te betalen voor zijn eten op restaurant, maar dit wel kan. Indien hij niet kan betalen is het afzetterij ▪ Vernielingen openbaar nut of versieringen Vb. vernielen van een bushokje ▪ Vernieling of beschadiging van andermans roerende goederen Vb. het afbreken van de antenne van een auto ▪ Onbruikbaar maken met het oogmerk om te schaden Vb. het inslaan van een autolamp of achterruit ▪ Diefstal door middel van ambtsbediening Vb. tijdens een huiszoeking met toestemming een ketting stelen ▪ Geweld en of bedreiging -> kan enkel tegenover fysieke personen ▪ Eigen spullen kapot slaan is geen misdrijf ▪ Informatica bedrog -> iemand zijn pincode gebruiken voor geld af te halen ▪ Bedrieglijke verberging -> sleutel is niet van u, moet worden ingeleverd ▪ Verzwarende omstandigheden art. 471/472 SW -> enkel voor diefstal met geweld en afpersing ▪ Zware diefstal -> inklimming, braak, gebruik valse sleutels, gebruik vluchtvoertuig ▪ Poging -> wanneer hij wordt belemmert de diefstal te voltrokken ▪ Mededaderschap -> personen die mee hebben uitgevoerd of meegewerkt ▪ Medeplichtig -> personen die wapens, goederen leveren wetende dat deze gebruikt gaan worden voor een misdrijf ▪ Verschoningsgrond diefstal art. 462 SW -> je kan hier niet strafrechtelijk op vervolgen o tussen gehuwden o weduwe of weduwnaar die steel ten nadele van gestorven echtgenoot o bloedverwantschap in stijgende en dalende lijn o aanverwantschap (aangetrouwd) – schoonouders / schoonkinderen (je moet wel getrouwd zijn) 16 Cl. 6.1.1 Eigendommen o → wanneer het slachtoffer zich in een bijzonder kwetsbare toestand bevindt tellen deze verschoningsgronden niet -> artikel 462 2de lid ▪ Diefstal: begrip nacht -> 1 uur na zonsondergang en 1 uur voor zonsopgang ▪ Enkel sprake van diefstal in bende als er geweld is gebruikt ▪ Verschil afpersing en diefstal met geweld/bedreiging -> diefstal met geweld neem de verdachte iets bedrieglijk weg, bij afpersing gaat de verdachte het slachtoffer verplichten iets te overhandigen (verzwarende omstandigheden bij diefstal met geweld zijn ook van toepassing voor afpersing (Art. 471, 472, 473) ▪ Heling -> je koop teen nieuwe iPhone voor €50 van een onbekende -> hier moet je weten dat er iets niet klopt Casus: Je neemt de verkeerde jas mee uit een onbewaakte vestiaire, is dit een misdrijf? Neen, want het morele aspect van het misdrijf ontbreekt (bedriechelijk). Dit is wel een feitenkwestie! Je kan dit niet pleiten als je een jas van de zeeman hebt en je “vergist” en een louis Vuiton jas in de plaats meeneemt. Casus: Jef en Peter breken in bij persoon W (die verzamelt uurwerken) en stelen 20 horloges, jef staat op uitkijk, peter behoud 19 horloges en jef 1 → mededaderschap zware diefstal met braak → geen heling want jef is mededader. Stel hendrik koopt er 5 over, terwijl hij weet dat ze gestolen zijn → is wel heling! Casussen einde van de cursus ✓ Om hoeveel daders gaat het ? Dit is een antwoord op de vraag of we in casu te doen hebben met mededaderschap in de zin van art. 66 Sw. ✓ Is de dader /zijn de daders geslaagd in zijn/hun opzet of niet ? Dit is het antwoord op de vraag : hebben we te maken met een voltooid/voltrokken misdrijf of is het bij een strafbare poging gebleven? ✓ Om welk misdrijf gaat het, welke zijn de eventuele objectieve en subjectieve verzwarende omstandigheden? 1. Peter BESLUIT In te breken in een geparkeerde VW Golf. Hij heeft een schroevendraaier op zak en forceert een raam waardoor dit stuk springt. Het bewegingsalarm van de geparkeerde wagen gaat af en zonder dat Peter iets kans stelen moet hij gaan lopen. Hij wordt op heterdaad betrapt door een politiepatrouille van de politiezone Zone Zuid. Het is nà middernacht. a. 1 dader b. Strafbare poging c. Poging zware diefstal (braak) 2. Youssef is te samen met z’n vriend op het dievenpad. In Schoten zijn ze samen via de open tuin aan de achterkant van een villa geraakt. Het achterraam beneden staat open. Beiden kunnen alzo de woning betreden en één en ander stelen. Ons tweetal was met de fiets. a. 2 daders b. Voltooid c. Mededaderschap zware diefstal (inklimming) 17 Cl. 6.1.1 Eigendommen 3. Zelfde scenario als onder casus 2; doch het tweetal kan binnen via een tot op de grond niet-slotvaste schuifdeur. Quid? a. 2 daders b. Voltooid c. Mededaderschap enkelvoudige diefstal 4. Kristof besluit in de nachtwinkel op het Sint-Jansplein een fles whisky te stelen. Hij verbergt de fles onder z’n parka en geraakt buiten. Het is 00.45 U. en Kristof verplaatst zich met een door hem verleden week gestolen brommer. Als hij z’n brommer wil straten staat plots de uitbater van de nachtwinkel voor hem. Kristof is op heterdaad betrapt ! Hij geeft spontaan de gestolen fles whisky terug. a. 1 dader b. Voltrokken c. Enkelvoudige diefstal (de rest zijn geen verzwarende omstandigheden bij enkelvoudige diefstallen) + enkelvoudige diefstal van de brommer 5. Zelfde scenario als onder punt 4; doch Kristof geeft bij de betrapping de uitbater/eigenaar een duw en gaat lopen. a. 1 dader b. Voltrokken c. Diefstal met geweld bij nacht en gebruik makende van een voertuig dat verkregen is door een misdaad of wanbedrijf + enkelvoudige diefstal van de brommer 6. Sarah vindt op de openbare weg contactsleutels met het Mercedes-Benz logo. In de nabijheid staat er zulke wagen geparkeerd. De afstandsbediening werkt, Sarah opent de wagen en rijdt ermee weg. Het is +/- 23.25u a. 1 dader b. Voltrokken c. Zware diefstal (valse sleutel) + bedriegelijke verberging + niet verzekerd voeren 7. Via een ladder die de verdachte vindt in een niet slotvast tuinhuisje, wordt via het plat dak en vervolgens een dakvenster toegang verschaft tot de woning. Juwelen worden ontvreemd. a. 1 dader b. Voltrokken c. Zware diefstal (inklimming) 8. Gert en Wim breken samen in, in de woning van de grootvader van Gert. Diens bompa heeft een ganse collectie van dure Zwitserse mechanische horloges. Voor zijn hulp krijgt Wim 2 uurwerken cadeau. Quid? a. 2 daders b. Voltrokken c. Gert pleegt geen misdrijf (zware diefstal, maar strafuitsluitende verschoningsgrond), Wim pleegt een zwaar misdrijf (inbreken) (geen heling omdat het verdeling van de buit is, heling kan dus niet bij mededaderschap) 18 Cl. 6.1.1 Eigendommen 9. Maarten is een fietsendief. Hij steelt tweewielers die hij aan een opkoper (een officiële handelaar in tweedehands fietsen) in het Gentse verkoopt om bij te verdienen. Maarten gebruikt steeds dezelfde modus operandi : met een grote tang/betonschaar knipt hij het fietsslot stuk, stopt de fiets vliegensvlug in zijn bestelwagen en rijdt ermee naar de Gentse opkoper. Maarten heeft zo al een 20-tal fietsen verkocht. a. 1 dader b. Voltrokken c. Maarten pleegt enkelvoudige diefstal (is geen braak -> geld enkel voor het betreden van een eigendom!), opkoper maakt zich schuldig aan heling. 10. Alex bedreigt z’n vriend met een mes, deze laatste moet z’n handtekening zetten onder een schuldbekentenis. Quid? a. 1 dader b. Voltrokken c. Afpersing door middel van een wapen (heeft dezelfde verzwarende omstandigheden als diefstal met geweld) 11. Stijn en Johan zijn van plan een dure fles champagne Krug te stelen uit de rekken van de Delhaize supermarkt. Beiden zijn naar de winkel gereden met de bromfiets van Stijn. Stijn heeft de fles verstopt in z’n lange regenjas. Johan deed niets, alleen op de uitkijk staan. Johan is 15 jaar oud ! a. 2 daders b. Voltrokken c. Mededaderschap - Enkelvoudige diefstal voor Stijn, Johan pleegt een als misdrijf omschreven feit (dus krijgt andere procedure → jeugdrechtbank) 12. Abdel besluit een autoradio/GPS te stelen uit een geparkeerde Audi. Wanneer hij de zijruit inslaat met een gestolen noodhamertje, ontvreemd uit een autobus van De Lijn, gaat het autoalarm af. Abdel gaat lopen met de buit doch een getuige verwittigde de politie. Deze laatste kon betrokkene oppakken op de openbare weg. Het is 03.26u. a. 1 dader b. Voltrokken c. Zware diefstal (braak) → enkelvoudige diefstal van het hamertje (is hier geen bijkomende verzwarende omstandigheid alsook het feit dat het nacht is mits het niet gaat om een diefstal met geweld). 13. Dave is gelukkig gehuwd maar houdt er toch een leuke vriendin op na met wie hij regelmatig een seks-date heeft. Een vroegere kameraad van Dave bedreigt hem alles aan zijn vrouw te vertellen als hij geen 10.000,- € krijgt. a) Dave betaalt. b) Dave weigert te betalen. a. 1 dader b. A) Voltrokken, b) niet voltrokken c. A) Afpersing, b) poging afpersing 19 Cl. 6.1.1 Eigendommen 14. Bert en Steven gaan ’s nachts inbreken bij de firma waar Bert tewerkgesteld is als loodgieter. Via het dak van een naastgelegen pand kunnen zij beiden het bedrijfspand binnendringen. Er wordt allerlei computermateriaal, een partij koper en koffers met duur gereedschap meegenomen, waarvan Steven en Bert een gedeelte voor zichzelf behouden, de rest wordt verkocht aan Tim die goed op de hoogte is van de reputatie van ons tweetal. a. 2 daders + 1 dader b. Voltrokken c. Mededaderschap zware diefstal (braak) (het zwaardere misdrijf primeert altijd! Hierdoor wordt Bert niet vervolgt voor huisdiefstal maar zware diefstal!) , Tim pleegt heling 15. In het Antwerps schipperskwartier zijn Mohamed en Rachid op vermaakuitstap. Beiden hebben voldoende gedronken en het tweetal besluit om een prostitué te beroven. Ze duwen de deur van haar peeskamertje uit de hengsels en bedreigen de dame met een Zwitsers zakmes. Ze nemen haar portefeuille met inhoud mee. Het is 01.56u. a. 2 daders b. Voltrokken c. Mededaderschap (is niet verzwarend) diefstal met geweld door middel van bedreiging van een wapen bij nacht, braak en bende (is verzwarend) 16. Rob heeft beloofd op te passen op de hond, de goudvis én de woning van de buren, terwijl deze met vakantie zijn. Hij maakt misbruik van hun vertrouwen door ’s nachts een aantal juwelen te ontvreemden. Rob beschikt uiteraard over de huissleutels. a. 1 dader b. Voltrokken c. Zware diefstal (valse sleutels) → geen misbruik van vertrouwen omdat hier de persoon reeds in het bezit zou moeten zijn van de juwelen ter goeder trouw om ze daarna bedriegelijk te verduisteren of verspillen 17. Tobias is op het dievenpad. Hij heeft koperen kabels op het oog op een bouwwerf van de NMBS. Het koper is opgeslagen in een afgesloten container. Wanneer Tobias de container heeft kunnen openen met een koevoet, staat hij plots oog in oog met een nachtwaker. Er ontstaat een gevecht waarbij Tobias de nachtwaker verwondt met zijn koevoet. Het is 23.15 U..Tobias vlucht weg met z’n wagen. a. 1 dader b. Poging c. Poging diefstal met geweld (zie artikel 469 Sw) met braak, in nacht, wapenvertoon, voertuig 18. Hilde is zeer bij de pinken. Ze heeft besloten vlug geld te verdienen en wil een inzameling houden voor de slachtoffers van de tsunami in Indonesië en Thailand. Wat ze er echter niet bij vertelt, is dat ze het geld nodig heeft om haar torenhoge schulden af te lossen. Ze heeft honderden slachtoffers telkenmale 50 € doen geven. a. 1 dader b. Voltrokken c. Oplichting 20 Cl. 6.1.1 Eigendommen 19. Bjorn wil goedkoop aan een splinternieuwe BMW Touring geraken. Hij besluit een proefrit aan te vragen, doch brengt na afloop de wagen niet terug. a. 1 dader b. Voltrokken c. Oplichting (geen misbruik van vertrouwen omdat hij reeds van het begin ter kwader trouw was en geen diefstal omdat hij het niet bedriegelijk wegneemt) 20. Dezelfde Bjorn, krijgt de wagen mee samen met een verkoper van de BMW concessionaris. Onderweg stopt de begeleider om Bjorn plaats te laten nemen achter het stuur. Bjorn maakt van de gelegenheid gebruik om alleen met de wagen weg te rijden. a. 1 dader b. Voltrokken c. Enkelvoudige diefstal (het bedriegelijk aspect is hier wel aanwezig) (vermoedelijk draait de motor al, mocht hij de sleutels nemen om de wagen te openen wordt dit zware diefstal (valse sleutel) 21. Bjorn heeft bij Avis een wagen gehuurd voor het weekend. Contractueel moest hij de wagen op maandagochtend terug binnenbrengen. Hij bleef echter 2 weken met z’n huurwagen rondbollen. a. 1 dader b. Voltrokken c. Misbruik van vertrouwen 22. Bjorn maakt er een gewoonte van bij autoverhuurbedrijven een wagen te huren en deze niet op de vervaldag terug te bezorgen. a. 1 dader b. Voltrokken c. Oplichting 23. Kim had er niet beter op gevonden met de door haar gestolen creditcard ten nadele van haar moeder bij Louis Vuitton in Antwerpen een zeer dure reiskoffer aan te kopen. Daar de gebruikte creditcard nog niet opgegeven stond als gestolen, ging de verkoop vanzelf. Kim plaatste de handtekening van haar moeder op de voucher en “kocht” de valies. Kim verplaatste zich met haar eigen wagen. a. 1 dader b. Voltrokken c. Geen misdrijf omdat er een strafuitsluitende verschoningsgrond is (je kan niet stelen van je moeder) tegenover Louis Vuitton is dit oplichting (listige kunstgreep dat de dochter zich voordoet als de moeder) 24. Ann was apothekersassistente. Ze kon echter niet aan de verleiding weerstaan om op geregelde tijdstippen geld te ontvreemden uit de kassa, alsmede zware pijnstillers en opiumderivaten weg te nemen uit de voorraad die ze verkocht aan drugsverslaafden. Deze laatsten waren duidelijk op de hoogte van de handel en wandel van Ann. a. 1 dader b. Voltrokken c. Huisdiefstal + heling in hoofde van Ann en heling in hoofde van de drugsverslaafden. 21 Cl. 6.1.1 Eigendommen 25. Alexander mocht de wagen van z’n buurman gebruiken voor het weekend. Hij reed er echter mee naar Maastricht en verkocht hem daar op de plaatselijke automarkt. Wanneer Alexander de wagen in ontvangst nam was hij nog te goeder trouw. Quid ? Twee mogelijkheden : de koper in Maastricht is te goeder trouw, de koper is te kwader trouw. a. 1 dader b. Voltrokken c. Alexander pleegt misbruik van vertrouwen (was te goeder trouw) en de koper is in het eerste geval niet strafbaar (dan is het bijkomend oplichting voor Alexander: hij doet zich voor als de rechtmatige eigenaar van de wagen) in het tweede geval pleegt de koper heling. 26. Urbain rijdt met z’n Porsche Panamera op de express weg richting Knokke. In Vrasene neemt hij de afrit en gaat tanken bij een benzinepomp mét zelfbediening. Urbain tankt 120 liter loodvrije brandstof en niettegenstaande z’n dik gevulde portefeuille scheurt hij weg zonder te betalen. a. 1 dader b. Voltrokken c. Enkelvoudige diefstal (geen bedrog bij tanken omdat er geen bediening is! “te hebben laten voorzien”) 27. Dezelfde modus operandi als onder casus 26 doch Urbain krijgt brandstof door tussenkomst van een pompbediende. Quid ? In Knokke aangekomen gaat Urbain lekker lunchen in restaurant Sel Gris op de zeedijk. Daar eet onze vriend voor 450 € doch bij de presentatie van de rekening wil hij niet betalen. De politie van Knokke wordt erbij gehaald. Quid ? a. 1 dader b. Voltrokken c. Bedrog bij tanken (art. 508ter Sw) hij pleegt geen misdrijf door het eten niet te betalen, dit is puur burgerrechtelijk 28. Bart is goed dronken en belt aan via de nachtbel van de apotheek met wacht om een pijnstiller te kopen. De apotheker weigert hem echter de toegang omdat hij problemen vreest. In een “Antwaarpse colère” gooit Bart z’n fiets door de etalage van de apotheek. Het is 03.15u. a. 1 dader b. Voltrokken c. Braak van afsluiting (nacht is hier geen verzwarende omstandigheid) 29. Christiaan heeft een huurachterstand opgelopen, er is een procedure voor de vrederechter geweest en Christiaan werd veroordeeld om de huurachterstand te betalen, doch hij mocht van de vrederechter afkorten met dien verstande dat wanneer hij de afbetaling niet nakwam het saldo in z’n totaliteit opeisbaar was. De deurwaarder was reeds bewarend beslag komen doen op een aantal roerende goederen op z’n nieuw adres van inschrijving, onder meer op een duur home cinema systeem van Loewe. Christiaan die wist dat er beslag was gelegd, vroeg aan z’n beste vriend Johan om het toestel hem te zetten. Johan stemde in en wist af van het beslag op het TV toestel. a. Mededaderschap ontdraging van in beslag genomen goederen voor beide personen (omdat Johan af wist van het beslag) 22 Cl. 6.1.1 Eigendommen 30. De Antwerpse politie kon nà analyse van de camerabeelden aan aantal relschoppers en voetbalhooligans van de laatste wedstrijd van voetbalclub RFC Antwerp identificeren. Zo is duidelijk te zien dat 3 voorbijrijdende politiecombi’s zwaar worden beschadigd doordat “de supporters” met stenen de ruiten hebben ingegooid. Een aantal geparkeerde burgervoertuigen moeten er ook aan geloven ; Bij een Ford Focus wordt de achterruit ingeslagen, bij een VW Golf de voor-en achterlichten vernield en bij een Nissan wordt de antenne afgebroken. Een bushokje van de Lijn wordt aan diggelen geslagen, ook de verkeerslichten aan het kruispunt worden vernield. a. Mededaderschap b. Voltrokken c. ✓ Vernieling van bouwwerken en voertuigen art. 521 Sw ✓ Vernieling / beschadiging van andermans roerende goederen zonder/geweld of bedreiging ✓ Vernieling of beschadiging van graven, monumenten en kunstvoorwerpen (het bushokje, de verkeerslichten,) ✓ 559 bv. antenne die wordt afgebroken of krassen die worden gezet 31. Op de stedelijke begraafplaats Ruggeveld te Deurne hebben vandalen lelijk huis gehouden. Van verschillende graven werden de koperen of bronzen ornamenten ontvreemd, een aantal zerken werden omver gegooid, gebroken en vernield, andere grafmonumenten werden met verf en slogans beschilderd. a. Mededaderschap b. Voltrokken c. Mededaderschap voor enkelvoudige diefstal en Vernieling of beschadiging van graven, monumenten en kunstvoorwerpen (grafschennis niet want daarbij moet het graf expliciet geopend worden), bende 32. Mario die al jaren zwaar verslaafd is aan drank en drugs begint ’s nacht te flippen en slaat met een baseballstick zijn inboedel aan stukken. De buren verwittigen de politie die de woning betreden op basis van hulpgeroep vanuit de woning. Quid ? a. 1 dader b. Voltrokken c. Geen misdrijf, eigen inboedel kapotslagen is geen misdrijf 33. Andreas en zijn vriend Ahmed besluiten een demente bejaarde vrouw te overvallen op straat. Ahmed bestuurt een brommer en Andreas zit achterop, deze laatste rukt het slachtoffer haar handtas af waardoor de dame ten val komt a. Mededaderschap b. Voltrokken c. Diefstal met geweld, verzwaring: voertuig, bendevorming en kwetsbare toestand van het slachtoffer 34. Els is hoofdinspecteur bij de federale politie, afdeling eigendomsdelicten. Tijdens een huiszoeking met toestemming op het adres van een verdachte, kan ze ongemerkt een gouden Cartier ketting ontvreemden die ze ten geschenke geeft aan haar moeder. Tegen deze laatste vertelde ze dat het sierraad van ‘dubieuse afkomst’ was. a. 1 dader b. Voltrokken c. Moeder pleegt heling, Els pleegt diefstal door middel van ambstbediening (art. 467 23 Cl. 6.1.1 Eigendommen 35. Martijn is niet tevreden omtrent zijn thans 3-jarige VW Golf GTI. De wagen had voortdurend technische problemen die slechts gedeeltelijk onder garantie door VW werden opgelost. Martijn besluit een “diefstal” te ensceneeren en doet aangifte bij de lokale politie van Antwerpen zone Noord. Hij laat PV opmaken en doet tevens schriftelijke melding bij zijn verzekeringsmaatschappij van diefstal. Martijn is omnium verzekerd. In werkelijkheid heeft Martijn zijn Golf GTI het Albertkanaal ingeduwd dit ter hoogte van de zwaaikom in Massenhoven. 2 scenario’s : a) de verzekeringsmaatschappij heeft het gesjoemel door en betaalde uiteraard niets uit. b) de verzekeringsmaatschappij gaat over tot vergoeding. a. 1 dader b. Voltrokken c. Valsheid in geschriften (aflopend) en gebruik (voortdurend). Inhoud is intellectuele valsheid 36. Twee vrienden, Jan en Peter besluiten het bankfiliaal van de ING te Brasschaat te overvallen. Jan heeft de wagen van z’n moeder geleend en beiden hebben elk een namaakpistool op zak. Ter hoogte van het bankkantoor parkeert Jan de auto. Beiden gaan naar binnen en bedreigen de aanwezige bankbediende met de wapens. Het tweetal heeft bivakmutsen over hun hoofd getrokken. Zij kunnen een stapel geld meepakken en met een niet nader te bepalen bedrag de vlucht nemen. Peter is minderjarig! a. Mededaderschap b. Voltrokken c. Mededaderschap diefstal met geweld onder vertoon van wapen (ook op wapens gelijkende voorwerpen en het “bluffen” van het bezit van een wapen), met voertuig, bendevorming 37. Ons zelfde tweetal weet in ’s Gravenwezel een rijke industrieel wonen. Ze hebben zijn gang & wandel gevolgd en weten dat de man zijn dure Jaguar zelf bestuurt en elke donderdagnacht zeer laat van vergadering komt. Ze besluiten de wagen te stelen. Als de man komt aangereden en moet wachten tot zijn elektrische poort is geopend, springt het tweetal uit de struiken. Met een zware koevoet wordt het raam langs de bestuurderszijde stuk geslagen, de industrieel wordt uit de wagen gesleurd en beide verdachten gaan met de Jaguar aan de haal. a. Mededaderschap b. Voltrokken c. Mededaderschap diefstal met geweld, bij nacht, bende, gebruik van wapen, braak (ze slagen de ruit in). (de wagen telt niet als voertuig gebruikt... omdat het het voorwerp van de diefstal zelf is!) 24 Cl. 6.1.1 Eigendommen 38. Plaats : Een riante villa in ’s-Gravenwezel. Een ouder echtpaar wordt plotseling in hun slaapkamer omstreeks 04.30 U. geconfronteerd met 3 gemaskerde en gewapende kerels. De daders hebben blijkbaar zich toegang verschaft door het glas van het keukenraam met een diamantsnijder stuk te snijden. De daders zijn zeer gewelddadig, de vrouw wordt dadelijk gekneveld en opgesloten in een dressing, de man krijgt enkele klappen en in een vermoedelijke Slavische taal wordt om geld gevraagd. Daar de man zegt geen cash geld te hebben vragen de daders de sleutels van de Porsche Cayenne + de afstandbediening van de garagepoorten en buitenhek. De daders gaan aan de haal met de dure terreinwagen. Bij het sporenonderzoek merkt het labo buiten de villa bandensporen op, vermoedelijk van de wagen gebruikt door de daders. a. Mededaderschap b. Voltrokken c. Mededaderschap diefstal met geweld (geen afpersing?), bij nacht, bendevorming, braak, gebruik van een voertuig, vertoon van wapen, ten aanzien van kwetsbare personen. 25 Cl. 6.1.1 Eigendommen