Controle van een persoon Cluster 15.6.1 - PITIP PDF

Summary

This document outlines police procedure for person control, including basic principles, legal framework, and various control scenarios. It covers different situations and emphasizes safety measures and risk management.

Full Transcript

Cluster 15.6.1 - PITIP Controle van een persoon Basisprincipes  Politiehouding o Voeten op schouderbreedte ▪ Gewapend been / zijde lichtjes naar achter ▪ Knieën lichtjes gebogen ▪ Handen (hoog) voor het lichaam o Afstan...

Cluster 15.6.1 - PITIP Controle van een persoon Basisprincipes  Politiehouding o Voeten op schouderbreedte ▪ Gewapend been / zijde lichtjes naar achter ▪ Knieën lichtjes gebogen ▪ Handen (hoog) voor het lichaam o Afstand ▪ Aangepast aan situatie Ongewapend: minstens 2 armlengtes Mes: minstens 7 meter Vuurwapen: vuurdekking o Tactische driehoek ▪ Tussen 90° en 120° o Reden ▪ Buiten het perifeer gezichtsveld van verdachte ▪ Controle rugstreek van verdachte ▪ 360° beveiliging van omgeving ▪ Vlucht beperken ▪ Niet in elkaar vuurlijn 1 Cl. 15.6.1 - PITIP Bv aanval met mes: afstand nemen, wapen nemen, sommeren, dekking zoeken  Handen zichtbaar  Ten alle tijden handen zichtbaar. Bv. handen uit de zakken Wettelijk kader Art. 34 WPA §1. De PA controleren de identiteit van ieder persoon wiens vrijheid wordt benomen of die een feit strafbaar met een administratieve of strafrechtelijke sanctie heeft gepleegd. Zij kunnen eveneens de identiteit controleren van ieder persoon indien zij, op grond van gedragingen, materiële aanwijzingen of omstandigheden van tijd of plaats redelijk gronden hebben om te denken: dat hij wordt opgespoord, dat hij heeft gepoogd of zich voorbereidt om een misdrijf te plegen of dat hij de openbare orde zou kunnen verstoren of heeft verstoord. Gevaarcodes Volgens de gevaarsgraden onderscheiden we 3 gradaties in de interventies: Situatie 1: Geen zichtbaar gevaar; gewone waakzaamheid. Situatie 2: Aanwezigheid van gevaarsindicatoren, die een verhoogde waakzaamheid en bijkomende voorzorgen vereisen. Situatie 3 : Onmiddellijk gevaar en mogelijkheid op vuurwapengebruik. Alhoewel situatie 1 gekarakteriseerd wordt door de afwezigheid van gevaarsindicatoren en een gewone waakzaamheid zou kunnen volstaan, moeten de interveniënten er zich bewust van zijn dat elke controle van personen gevaarlijk kan zijn, aangezien ze niet weten wat de personen van plan zijn. Dit is zeker het geval in een situatie 2, waar de gevaarsindicatoren reeds bij aanvang aanwezig zijn, zoals het gedrag van de persoon (poging om zich aan de controle te onttrekken, voorwerpen weggooien, …), de plaats en het tijdstip van de controle, enz.… Tijdens het verloop van de controle kan een situatie 1 snel in een situatie 2 of 3 veranderen. De interveniënten zullen de regels van de deontologie in acht nemen, terwijl ze op mogelijk gevaar anticiperen. Hoewel de interventietechnieken in de situaties 1 en 2 sterk gelijkend zijn, zullen de interveniënten natuurlijk met meer voorzorg tewerk gaan in een situatie 2, aangezien de risico’s dan groter zijn. 2 Cl. 15.6.1 - PITIP Controle situatie 1 & 2  Alleen (UITZONDERING)  Ploeg (2 interveniënten) o CIC: Ter plaatse + controle aanmelden o Verbale/non-verbale communicatie o Visuele fouille o Veiligheidshouding -afstand -driehoek o Controleur – beveiliger Controleur Beveiliger - Spreekt persoon aan - OBSERVEERT persoon + OMGEVING - Vraagt documenten 360° - Dialoog met de verdachte - Aandacht voor driehoeksopstelling - Controle via radio - Gaat over tot te nemen maatregelen Controle situatie 3  Alleen is uitzondering  Ploeg (2 interveniënten) o Vuurwapen gericht en schietklaar o Radio/CIC: SITREP o Veiligheidsafstand DRIEHOEKSOPSTELLING-DEKKING o Controleur – beveiliger o Duidelijke bevelen o BEVRIEZEN en VERSTERKING => indien teveel opponenten Controle  Controle situatie 1 & 2  Controle situatie 3 o Alleen (UITZONDERING) / Ploeg (2 interveniënten) Dialoog:  Vastberaden & grote zelfzekerheid  Zeer luid spreken  Imponeren  Verplichten 3 Cl. 15.6.1 - PITIP CONTROLE VOERTUIG Wettelijke basis Wet op politieambt Art.27 Doorzoeken van o.a. voertuigen Bestuurlijk (rampen, onheil, gevaar,…) 1. Op verzoek/toestemming van persoon die werkelijk genot heeft. 2. Stilzwijgend hulpgeroep Enkel zoeking naar gevaar en/of personen Burgemeester + gebruiker verwittigen  Wet op politieambt o Art.29 doorzoeking voertuig op openbare plaats ▪ Gedragingen bestuurder-passagiers ▪ Materiële aanwijzingen ▪ Omstandigheden tijd & plaats Vtg wordt gebruikt of zou worden gebruikt: o 1. Misdrijf plegen o 2. Vervoeren-verschuilen opgespoorde pers o 3. Vervoer-opslag bewijs misdrijf of gevaarlijk vwp OO  Wet op politieambt o Art.29 doorzoeking voertuig op openbare plaats ▪ OOK: bestuurder weigert ctl vtg wettelijk in orde ▪ Niet langer dan nodig, max 1 u ▪ Permanent ingericht als woning EN Werkelijk gebruik op dat ogenblik = HUISZOEKING!!! 4 Cl. 15.6.1 - PITIP Algemene veiligheidsprincipes  Wees duidelijk herkenbaar als politiedienst.  Laat u niet afleiden en hou steeds oogcontact met de verdachte.  Bewaar in alle omstandigheden uw kalmte en professionaliteit.  Voorzie voldoende en veilige stop- en controleruimte.  Meld de aanvang van uw interventie aan het CIC en vermeld plaats en reden van de controle, kentekenplaat, merk en kleur van het voertuig, aantal inzittenden,…  Wees voorzichtig om niet aangereden te worden door het doorgaand verkeer.  Werk altijd in tactische driehoekopstelling ten opzicht van het voertuig en de inzittenden.  Benader het voertuig met de nodige voorzichtigheid, bij voorkeur langs achter en gebruik de gepaste interventietechniek.  Behoud steeds de controle over de situatie. Laat de opponent nooit verbaal de leiding nemen en laat u niet verleiden tot oeverloze discussies.  Ga niet tot actie over zonder onderlinge beveiliging en houd steeds oogcontact met de collega.  Observeer het interieur van het voertuig, de inzittenden en vooral hun handen.  Observeer eveneens de omgeving en heb ook aandacht voor de onderzijde van het voertuig: -> 360°  Tijdens de controle moet de motor van het voertuig stil liggen.  Het raam moet volledig geopend worden en eventuele muziek moet stil- of afgezet worden.  Ga nooit vlak voor een raam staan. Steek nooit uw hoofd of armen in het voertuig.  Anticipeer vuurdekkingsmogelijkheden van het dienstvoertuig en de omgeving.  Houd rekening met de technische specificiteit van de diverse voertuigen (plaats van het stuur, verduisterde ruiten, openingswijze van portieren en ramen, enz… Een voertuig tot stilstand brengen Bevoegde persoon te voet ✓ Goed zichtbaar (fluo, signalisatie,…) ✓ Geschikte plaats (verlichting, bocht,…) ✓ Bevelen & tekens (art 4 van wegcode) ✓ 1/3e op rijbaan (wegspringen) 5 Cl. 15.6.1 - PITIP Bevoegde persoon vanuit politievoertuig ✓ Herkenbaarheid ✓ Geschikte plaats ✓ Steeds ACHTER voertuig blijven ( WPR) ✓ NIET KLEM rijden kans op aanrijding/gewond ✓ Gebruik van licht en geluidssignaal o Wail: draagt het meest ver, maar is moeilijk localiseerbaar (bv. aanrijden naar) o Yelp: draagt minder ver, maar beter localiseerbaar (bv. kruispunt, voorliggers) Controle voertuig met gevaarcode 1/2 Veiligheidsbeginselen voor de controle ✓ Herkennen van gevaarsindicatoren o Visuele fouille, gedrag bestuurder, omstandigheden,… ✓ Melding aan de radiokamer!!!!! o Plaats, kentekenplaat, merk,.. ✓ Een goede en veilige plaats zoeken om te controleren ✓ Correct uit het verkeer halen ✓ Dienstvoertuig opstellen ✓ Blijven observeren Melding aan radiokamer dat je overgaat tot controle voertuig en waar (locatie altijd doorgeven) Navraag voertuig merk en kentekenplaat Cicant (dit kan de beveiliger doen, controleur zit achter het stuur) 6 Cl. 15.6.1 - PITIP  Dienstvoertuig opstellen ✓ ACHTER het te controleren voertuig ✓ Afstand: 1 voertuiglengte (5m) ✓ Uit de aslijn van het voertuig (Werkzone) ✓ Wielen naar links gedraaid ✓ Signalisatie: Blauw zwaailicht + oranje balk ✓ Grootlichten of Pharen ✓ (Ramen open)  Veiligheidsbeginselen tijdens de controle  Beveiliger: ✓ Stapt als eerste uit en verplaatst zich richting het voertuig voor visuele inspectie ✓ Rechts ernaast zodat hij zicht heeft op: stuur middenconsole handschoenenvakje HANDEN !! ✓ Chauffeur bevelen dat hij de motor moet afzetten en zijn handen zichtbaar moet houden (op stuur leggen) ✓ TAAK = BEVEILIGEN (vies zien en alles in t oog houden) ✓ Als alles in orde is geef je tegen aan je collega “Clear” en dan komt de controleur er pas bij ✓ (deze wacht in de auto om in het geval van een achtervolging snel te kunnen reageren en achtervolging in te kunnen zetten.) 7 Cl. 15.6.1 - PITIP  Hoe meer je vraagt, hoe meer je de kans geeft om moeilijk te doen  Afhankelijk van je locatie kan je de combi laten draaien of niet (verschil Antwerpen / Grens)  Controleur: ✓ Begroeting van de bestuurder. ✓ Zich identificeren als politieambtenaar. ✓ De reden van de controle meedelen ✓ Het portierraam volledig laten openen. ✓ De autoradio laten stiller zetten of laten uitschakelen. ✓ Alle inzittenden moeten in het voertuig blijven. ✓ De motor laten stilleggen. (sleutels?) ✓ De handen van de inzittenden moeten steeds zichtbaar blijven. Raam volledig open laten doen ✓ Een beetje achter de deur gaan staan (nooit tegenhouden met knie of dergelijke als persoon probeert uit te stappen. Wel eventueel met hand om een beetje tijd te winnen en dan achteruit om ruimte te creëren) Als je daar staat kan je ook de achterbank in het oog houden Je kan eventueel ook vragen om alle ramen naar beneden te doen als er geblindeerde ruiten zijn, in dit geval kan de beveiliger ook iets meer naar voor gaan staan zodat hij een beter zicht heeft op de achterbank ✓ Vuurwapen zo ver mogelijk van de persoon wegdraaien ✓ Niet aan auto komen (geen beschadigingen)  Om het jezelf zo veilig mogelijk te maken: iedereen altijd handen laten zien !!  Nooit iets aannemen met je schuttershand  Documenten 1 per 1 vragen en 1 per 1 aanpakken  Wij rapen zelf niets van de grond op !  Controleur blijft controleur van het begin tot het einde en beveiliger blijft beveiliger  Vanaf het moment dat de beveiliger aan het beveiligen is pakt de controleur de radiocommunicatie over  Aanvragen doen we achter het voertuig / zien dat bestuurder niet kan meeluisteren 8 Cl. 15.6.1 - PITIP Als alles in orde is en de controle ten einde is: ✓ Eventueel: “merci voor de medewerking” ✓ Bestuurder veilig terug in het verkeer begeleiden -> juiste gebaren hanteren. Arm omhoog om aankomend verkeer te laten stoppen BELANGRIJK: MOTER STILLEGEN EN TEN ALLEN TIJDE DE HANDEN ZIEN !!! Aantekeningen tijdens de rollenspelen Eerst motor laten stilleggen Tijdens aanrijden al locatie doorgeven aan Cicant We gaan over tot controle voertuig op die locatie Doorgeven welk voertuig en de kentekenplaat Na stoppen: sneller uitstappen als beveiliger Plaatsing voertuig: ver genoeg naar het midden van de weg Benadering voertuig (beveiliger) dicht genoeg bij voertuig om goed te kunnen zien. Vluchtig kijken in voertuig en dan eventueel terug iets verder eraf gaan staan Goed kijken in de middenconsole Papieren 1 per 1 aanpakken: nooit hele map aannemen Radio ook in zwakke hand vastnemen. Nooit in sterke hand  Risico liever te hoog inschatten dan te laag Controle voertuig met gevaarcode 3 (meewerkend persoon) Veiligheidsbeginselen voor de controle ✓ Melding aan de radiokamer!!!!! o Merk, kentekenplaat, plaats, FRONT richting ✓ Een goede en veilige plaats zoeken om te controleren ✓ Correct uit het verkeer halen ✓ Gevaar inschatten 9 Cl. 15.6.1 - PITIP Veiligheidsbeginselen tijdens de controle ✓ Vuurdekking innemen ✓ De uitroepprocedure ✓ Meewerkend  niet meewerkend  Dienstvoertuig opstellen Werkrui mte ✓ ACHTER het te controleren voertuig ✓ Afstand: 2 voertuiglengtes ( 10m) ✓ Uit de aslijn van het voertuig (Werkzone) ✓ Wielen naar links gedraaid ✓ Signalisatie: Blauw zwaailicht + oranje balk ✓ Grootlichten of Pharen ✓ Ramen open Als er 3 personen aan boord zijn -> bijstand vragen Bij gevaarcode 3 gaan we altijd uitpraten  Uitroepprocedure ✓ Waarschuwing: vb: “POLITIE U bent onder schot” ✓ “Blijf in het voertuig” ✓ “ALLE handen zichtbaar (tegen raam/dak/…)” ✓ “ALLE ramen openen” => atypisch ✓ “Iedereen, handen uit het raam steken” ✓ “Bestuurder, motor stil leggen en sleutels naast het voertuig laten vallen” ✓ “Handen terug uit het raam steken” ✓ (eventueel gordel met 1 hand laten uitdoen) 10 Cl. 15.6.1 - PITIP ✓ “Bestuurder, open de deur langs de buitenzijde” ✓ “Bestuurder, stap uit met uw rug naar ons toe” ✓ “Armen hoog” ✓ 360° laten ronddraaien met armen volledig gestrekt (visuele fouille van gordelstreek) ✓ “Stap achterwaarts tot ik stop zeg” ✓ “Stap naar links / rechts tot ik stop zeg” (LET OP voor de vuurlijn!) ✓ BEVEEL verdachte naar de werkzone ✓ “Ga op je knieën zitten - ga op uw buik liggen – armen gespreid – handpalmen naar boven – gezicht naar andere richting vanwaar de collega komt”  Meewerkend ✓ Eén na één ✓ Handen altijd omhoog ✓ Achteruit naar de controleur laten komen ✓ Bevelen om naar links/rechts te gaan zodanig dat hij in de veiligheidszone is ✓ Handboeien + controle rugstreek ✓ Nadien rechtstaand fouilleren aan dienstvoertuig  Niet meewerkend ✓ Indien meer dan 1 inzittende è versterking ✓ Overtuigingskracht/waarschuwen o Nog steeds niet meewerkend???? ▪ Betrokkene uit het voertuig halen Werken met een ploeg in versterking ✓ Versterking = beschermingsploeg Initiële ploeg = controlerende ploeg ✓ Eén voor één uit het voertuig halen. 11 Cl. 15.6.1 - PITIP o Eerst bestuurder uit voertuig – laten liggen op de grond en boeien en gordelstreek controleren o Passagier links achteraan uit voertuig – laten liggen op de grond en boeien en gordelstreek controleren o … o Als het kan telkens een andere collega die sommeert en boeit o Let op voor de vuurlijn! Start procedure ✓ Aanvragen Cicant: voertuig / kentekenplaat -> sprake van vuurwapengevaarlijke personen / gevaarcode 3 ✓ zelfde opstelling Combi / blijven zitten / ramen open ✓ deuren openzetten en samen uitstappen ✓ “ketser” pakken ✓ Ongeveer halve meter achter deur gaan staan (naast spiegel en als je groter bent door je knieën zakken / afstand houden van deur zodat je niet met je handen door de raam komt) Deur als dekking gebruiken in het geval van gepantserde deuren ✓ Sommeren -> de chauffeur gaat dit doen = in de beste positie “dieje gast overtuigen dat die twee in’t blauw zot zijn!” Nooit alstublieft ! altijd kordaat ! Bestuurder overtuigen om handen zichtbaar te maken Logische volgorde bij sommeren: raam open en motor stil / handen buiten / deur langs buiten open doen / uitstappen / bij uitstappen handen omhoog (hoe hoger hoe beter) / omdraaien / achteruit naar u toekomen / handen omhoog houden / eventueel toertje laten omdraaien met armen omhoog om zicht te krijgen op gordelstreek / … Hoe ver laat je persoon naar u toe komen. Tot achter zijn eigen voertuig. Een beetje erachter. En meer naar de zijkant toe (aankomende verkeer blijft komen) Laten neerleggen op zijn buik Tijdens sommeren ook vermelden dat er een wapen om hem gericht is en dat het bij elke verdachte beweging gebruikt zal worden. ✓ Als verdachte op de grond licht: “collega” je collega het teken geven dat hij de vuurlijn over moet nemen en dat je gaat boeien. 12 Cl. 15.6.1 - PITIP ✓ Collega (beveiliger) richt wapen op het voertuig (dat blijft het gevaarlijkste punt, kunnen nog andere mensen inzitten), maar houdt ook een oog op de verdachte Nooit: vuurlijn op collega richten! ✓ Controleur (chauffeur) gaat boeien ✓ Eerst vluchtige veiligheidsfouille van de gordelstreek omdat de verdachte daar geboeid toch nog aankan ✓ Onder dekking van uw wapen terug achteruit ✓ “Clear” naar collega dat je terug bent ✓ Collega (beveiliger) gaat naar voertuig om te controleren onder de dekking van zijn wapen ✓ Voertuig is in orde “Clear” ✓ Je mag je tijd pakken om de verdachte recht te zetten  Nooit uit de dekking komen. 1 van de 2 heeft altijd dekking Aantekeningen tijdens rollenspelen Wapen niet door raam steken en niet leunen / door knieën gaan Overtuigend roepen Waarschuwing geven van vuurlijn op u gericht: “achteraf gene zever” HANDEN Niet me 2 door elkaar roepen / 1 iemand voert het woord Target naar rechts laten kijken Bij boeien nooit controle over target verliezen / target niet loslaten / boeien links op links… / als je handboeien pakt dan nooit overpakken met andere hand / … Pallekes goed aanzetten Vluchtige veiligheidsfouille niet vergeten Melden aan collega wanneer overnemen van vuurlijn Combi niet te ver plaatsen. Als je te ver staat wordt het roepen moeilijker en ook de vuurlijn Tijd pakken om te sommeren: “constant verbale kletsen geven!” 13 Cl. 15.6.1 - PITIP Doorzoeking van een voertuig ✓ Wettelijke basis: ▪ Art 27 WPA (hulpverlener) ▪ Art 29 WPA (crime-fighter) ✓ Doorzoeken kofferruimte ✓ Achter het voertuig in driehoeksopstelling ✓ (Bestuurder ontgrendelt de koffer, opent NIET. ) ✓ Controleur opent de koffer vanuit een zijdelingse positie ✓ Veilig? => controleur begint met de zoeking ✓ Beveiliger heeft steeds toezicht op de betrokkene Situatie waar je van gevaarcode 2 naar 3 gaat Bij visuele controle van voertuig zie je een vuurwapen liggen op de passagierszetel ✓ Onmiddellijk roepen: “VUURwapen” / ketser pakken en terugvorderen naar combi (achter deur = beste positie op uit te praten) ✓ Controleur ook uit voertuig achter deur en dan dezelfde procedure als die van gevaarcode 3 ✓ Voor je de verdachte gaat rechtzetten moet je uw tijd pakken. Er ligt nog een vuurwapen op de passagierszetel met de deuren van het voertuig open. Dat is prioriteit Aantekeningen tijdens rollenspelen Radio nooit in sterke hand houden Na doorzoeken voertuig luid en duidelijk “Clear” roepen. Vuurlijn nooit op collega richten Als je een mes vindt en je bevindt je op een drukke plaats of er is iemand in de buurt dan mes nooit weggooien. Indien het een mes van aanzienlijk formaat is ook nooit in je eigen broekzak steken 14 Cl. 15.6.1 - PITIP CONTROLE VAN GEBOUWEN Aankomen ter plaatse ✓ NIET vlak voor gebouw stoppen. ✓ Met het gebouw in zicht o Bij splitsing ploeg ▪ Visueel contact ▪ Radiofonisch contact ✓ Afstand ✓ Vuurdekkingen Uitwendige fouille van het gebouw ✓ Gevaarsituatie 1 & 2 o Vorderen met oog voor: ▪ Dekkingen ▪ Verdere observatie ✓ Gevaarsituatie 3 o Vorderen in onderlinge dekking o Nooit één doelwit vormen ✓ Controle buitenzijde: o Personen merkbaar van buitenaf o open deuren , uitgangen, vluchtroutes,.. o Braakschade o Aanwezigheid van voertuigen o Huisdieren  CIC  Uitwendige observatie behouden 15 Cl. 15.6.1 - PITIP Benadering ✓ Dekkingen o Maximaal o Vermijden van lange statische blootstelling ✓ Observatie o Kijken => ZIEN o Luisteren => HOREN o Ruiken o Voelen ✓ Communicatie o Veranderende gevaarsniveau’s o Communicatie primeert op discretie ✓ Team van 2 o Beveiliging ▪ 1 leider (belangrijkste gevaartrekkend punt) ▪ 1 volger (360°-beveiliging) ▪ Leap Frog ▪ Follow the leader ✓ Tactisch team (Indiaans gelid) 16 Cl. 15.6.1 - PITIP Plaatsaanduiding ✓ Doelsaanduiding werkt alleen indien iedereen over dezelfde SCHETS beschikt (enkel zo kan verwarring worden voorkomen) ✓ Ploeg Alfa, Bravo, Charlie, Delta ✓ Gebouwen – zijden => altijd beginnen met de gevel aan de straatzijde (Alpha) ✓ Gebouwen – ramen TOOLS Three eye principal ✓ 3e oog = wapen ✓ High ready: Je kijkt waar je richt, je richt waar je kijkt. ✓ Beide ogen open = breed periferisch zicht 17 Cl. 15.6.1 - PITIP Safety-check = vergewissen van aanwezigheid van gevaar in de ruimte ✓ Visueel (zie verder) ✓ Kenbaar maken, bevelen, … ✓ Getuigen, omstaanders, … ✓ Speurhond ✓ Technische middelen (scan, warmtecamera,) Step back ✓ Een paar stappen achteruit doen na het openen van een deur of afsluiting o Veiligheidsafstand o Observeren Body check ✓ Lichamelijk openduwen van een deur met schouder bij binnenkomst o Detecteren zacht lichaam (Wordt niet meer gedaan) -> Beter is KIJKEN + kier niet vergeten Openen van toegangen 18 Cl. 15.6.1 - PITIP  Opgelet voor fatal tunnel => altijd in de witte strook blijven Inkijk: Slicing the pie ✓ Inkijk in een ruimte of achter een hoek waarbij men via laterale verplaatsingen achter een dekking stapje voor stapje steeds meer van de ruimte of de hoek ziet. ✓ “Step & slide” ✓ Scannen “top to bottom” ✓ Scharnierpunt is hoek of deurstijl ✓ Nadeel: o Voldoende ruimte o Tijdrovend o Men ziet niet alles (hoeken) 19 Cl. 15.6.1 - PITIP Inkijk: quick view ✓ AKA: Quick-peek ✓ Wapen is geholsterd ✓ Snel kijken, maar ook zien, in de ruimte ✓ 2e quick view niet op zelfde hoogte ✓ !! Vuurlijnen ✓ !! Situatie kan veranderen na QV De instap ✓ Button hook o Interveniënten blijven aan zelfde zijde ✓ Criss-cross o Interveniënten wisselen van zijde 20 Cl. 15.6.1 - PITIP ✓ Mix ✓ Positionering in de ruimte Scannen van een ruimte ✓ 1e man o GTP met hoogste rangorde ▪ 1e: personen ▪ 2e: openingen ▪ 3e: dode hoeken ▪ 4e: gesloten ‘openingen’ ✓ 2e man o Achter de deur o Rest van de kamer En zo in onderlinge dekking alle GTP veiligstellen 21 Cl. 15.6.1 - PITIP VORDEREN IN EEN GEBOUW Dynamisch en systematisch vorderen ✓ Systematisch vorderen o Veilig o Gestructureerd o Logisch ✓ Dynamisch vorderen (tactisch team) o Specifieke situaties o Objectieve & subjectieve parameters ▪ Info ▪ Briefing o Observatie / planning o Doorgedreven training → speciale eenheden (CGSU, POSA, SRT,..) ✓ Overgang verschillende technieken o Overgang systematisch  dynamisch (AMOK) Fasering systematische penetratie ▪ Binnenstappen – Gepaste tools in functie van vorderingswijze ▪ ID gevaartrekkende punten – Gevaartrekkende punten: ▪ Voorwerp, plaats, persoon of een situatie die ter plaatse mogelijks gevaar kan opleveren. ≠ gevaarsgraad < gevaarsindicator ▪ Consolideren gevaartrekkende punten o Controle krijgen en behouden o 1 vuurlijn / punt, 1 punt / vuurlijn o Gevaartrekkende punten verdelen ▪ Prioriteiten bepalen gevaartrekkende punten o Personen o Openingen o Dode hoeken o Gesloten openingen ▪ Verder vorderen o Prioritair punt bepalen o Controle door diegene die consolideerde 22 Cl. 15.6.1 - PITIP Dynamische penetratie ▪ Goede coördinatie ▪ Doorgedreven training ▪ Briefing  Opleiding tactische teams  Uitzondering AMOK Algemeenheden Ken je limieten  Voldoende personeel o Gebouw = te groot / onoverzichtelijk o Gehypothekeerde ploeg ▪ Collega niet achterlaten ▪ Controle + bewaking  Versterking  Enkel gekwalificeerd personeel o Bepaalde criminele feiten ▪ Gijzeling ▪ Explosieven ▪ Gewapende tegenstand o Overmacht ▪ Principe = 1 verdachte è 2 agenten ▪ Overmacht = bevriezen + versterking o Burgers ▪ Zoeken nooit mee! o Gevaar voor rampen ▪ Brandweer!!!  Dilemma’s, prioriteiten en berekende risico’s o AMOK o Pakkans… Afstand houden  Hindernissen o Afstand van dekkingen => ricochets  Verdachten o Verdachte komt steeds naar u toe o Nooit ruimte betreden die niet gecontroleerd is Rugdekking  Nooit rug naar ongecontroleerde zone  100% rugdekking met 2 = zeer moeilijk 23 Cl. 15.6.1 - PITIP Positionering in de ruimte  Cibleren: een positie innemen tussen een verlichte achtergrond en een donkere ruimte. Gezien vanuit een donkere ruimte geeft dit het effect dat je silhouet duidelijk wordt gevormd.  (Rug)dekking in een ruimte o Rug naar muur (min 30 cm v/d muur blijven) o Hindernis benutten = meer reactietijd  Flagging: ongewild een lichaamsdeel of wapen tonen waardoor je je positie verraadt. Gebruik van schoudervuurwapens  Voordeel o Grote vuurkracht o Precisie  Nadeel o Langer (kleine ruimtes) o 2 handen  Bij inzet schoudervuurwapen o Bewaking buiten o Eerste man (high/low) Gangen  Lange ruimte met veel gevaartrekkende punten Trappen  Beperkte ruimte  Doch: 3e dimentie  3 manieren: o Diegene die consolideert, controleert o Follow the leader o Leap frog Zolder en kelderopeningen  Zeker beschouwen als gevaartrekkende punten  Tactische spiegel  Quick view Meerdere verdiepingen  Systematisch werken o Gelijkvloers, GTP = trap naar 1e verdiep o 1e verdiep, GTP = trap naar 2e verdiep o 2e verdiep, GTP = trap naar 3e verdiep o … o Kelder laatst !!! 24 Cl. 15.6.1 - PITIP Overbrenging van personen Basisprincipes  Algemene principes o Veiligheidsfouille o Regel = over te brengen persoon + 1 o Nooit boeien aan politieambtenaar o Steeds onder toezicht o Slechts één agent communiceert o Geen conversaties, discussies, genegenheid of sympathie o Correct, kalm, professioneel o Radiocommunicatie o Nooit vastmaken aan voertuig!  Boeien/fouille => GWB DzV  Voertuigen o Regel = 1 over te brengen persoon/voertuig o Veiligheidsgordel o Kinderslot  Personenvoertuig  Combi 25 Cl. 15.6.1 - PITIP Overbrenging persoon van vrijheid beroofd  Veiligheidsfouille  Handboeien (WPA 37bis)  Begeleiding met 2  Radiocommunicatie  Bestuurder stapt eerst uit en neemt positie rechts achterin. Dan pas stapt verdachte uit.  Controle dienstvoertuig  Weten waar naartoe  Geen persoonlijke bezittingen teruggeven  Handboeien (WPA 37bis)  Tijdig vertrekken (verkeer)  Verplaatsing in gerechtsgebouw: o Eén begeleidt verdachte o Eén opent deuren, dragen dossiers, …  Geboeid laten tot in kabinet (gesloten deuren)  Vluchthinderlijk positioneren Ontvluchting  Ontvluchter niet strafbaar!  Strafsancties/tucht (swb 332 – 337) o Gevangene? => vanaf bevestigde arrestatie PdK o Personen met toezicht belast ▪ Nalatig ▪ Opzettelijk o Derden  PV o Genomen maatregelen o Omstandigheden 26 Cl. 15.6.1 - PITIP

Use Quizgecko on...
Browser
Browser