BLT05 H2 Het Zenuwstelsel en Zintuigen PDF

Summary

This document covers the nervous system and senses, focusing on anatomy and physiology. It appears to be lecture notes for a course at Hogeschool West-Vlaanderen.

Full Transcript

lOMoARcPSD|39122135 BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen fysiologie (Hogeschool West-Vlaanderen) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit...

lOMoARcPSD|39122135 BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen fysiologie (Hogeschool West-Vlaanderen) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 Fysiologie H2 het zenuwstelsel en zintuigen 1 Functie en indeling ANATOMISCH ZENUWSTELSEL - Centrale zenuwstelsel CZS o Hersenen o ruggenmergC - Perifeer zenuwstelsel o Afferente of sensorische zenuwvezels zintuigenCZS o Efferente of motorische zenuwvezels CZSskelet en gladde spieren + klieren FYSIOLOGISCH ZENUWSTELSEL - Somatisch of willekeurig stelsel o Functies onder wil o Wisselwerking tss individu en omgeving - Autonome of onwillekeurig stelsel o Activiteit organen o Niet onder wil o Ortho fight en fear o Para rusttoestand TAKEN - geordende samenwerking tussen organen - via de zintuigen de inwendige mens in contact brengen met de buitenwereld - uitvoeren van bewuste en onbewuste handelingen - de hoofdzetel van het bewustzijn ARTOFIE = aanpassingsreactie  afname functionele eisen leidt tot afname celgrootte - inactivatie tijdelijk o skeletspieren bij langdurige immobilisatie - denervatie permanent (ontzenuwing) o beschadiging van zenuwvezels die spierweefsel aansturen 2 de hersenen 2.1 indeling - 3 verschillende hersenvliezen  doorlopen in ruggenmerg BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 1 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 - Subarachnoïdale ruimte  cerebrospinaal vocht o Schokbreker o Bescherming GROTE HERSENEN - Gevormd door 2 hemisferen en tussenhersenen - Achteraan kleine hersenen - hersenstam MENINGEOMEN = hersenvliestumoren - Drukverhoging HOOFDWONDEN - Bloedvaten scheuren  hersenvliesbloedingen - Hersenen samengedrukt 2.2 De grote hersenen HEMISFEER - 2 symmetrische helften verbonden, mediaal verbonden door hersenbalk en tussenhersenen - Opp: dunne laag grijze stof, schors of cortex - = niet glad, bevat windingen en groeven die zorgen voor een vergroting van het oppervlak o Cellichamen van neuronen (zenuwcellen) liggen voornamelijk in grijze stof - Dikke laag grijze stof onder cortex o Uitlopers van neuronen (axonen) liggen in witte stof BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 2 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 - 4 holtes, hersenventrikels - Hersenen zijn hol - Voor de middenhersenen liggen de tussenhersenen en het derde ventrikel - Thalamus = meerdere kernen waar alle gevoelsprikkels, uitgezonderd de reuk, aankomen alvorens naar de gevoelsschors te trekken - Hypothalamus speelt een grote rol in de regeling van vegetatieve functies en in de secretie van hormonen door de hypofyse CORTEXGEBIEDEN - grote zintuiglijke waarnemingen en motoriek (inclusief taalgebruik); - kennende functies: o het weten te handelen, o begrijpen van zintuiglijke indrukken (kennis, inzicht en associaties), o geheugen, - persoonlijkheid: de voorhoofdskwab speelt een erg grote rol in de persoonlijkheid: kritiek, oordeel, initiatief, interesse, beheersing van gevoelens … HERSENSCHORS - grote zintuiglijke waarnemingen en motoriek (inclusief taalgebruik) - kennende functies: o het weten te handelen o begrijpen van zintuiglijke indrukken (kennis, inzicht en associaties) o geheugen - persoonlijkheid: vooral de voorhoofdskwab  persoonlijkheid 2.3 De kleine hersenen en de hersenstam KLEINE HERSENEN (CEREBELLUM) - onder achterhoofdskwab & achter hersenstam - spelen rol in: o coördinatie van bewegingen (motorische schors en cerebellum belangrijk!) o spierspanning (tonus) o bewaren van het evenwicht - piramidale systeem: o zorgt voor fijne en willekeurige motoriek o werkt nauw samen met de kleine hersenen en de basale ganglia (coördinatie van bewegingen) - extrapiramidale systeem: o basale ganglia o automatische bewegingen o stoornissen  Extrapiramidale stoornissen:  bijvoorbeeld niet meebewegen van de armen bij het wandelen  ongewenst effect bij het gebruik van bepaalde GM  bij verschillende ziekten zoals ziekte van Parkinson en ziekte van Huntington BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 3 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 ZIEKTE PARKINSON  aantasting/ defecten motorische schors - aantasting substantia nigra o normaal 3 % verlies aan neuronen per 10 jaar o bij ziekte van Parkinson= sterkere reductie van neuronen door apoptose (reductie van 60 tot 70 %) o minder productie neurotransmitter dopamine belangrijkste symptomen: o stijfheid van de ledematen o akinesie of hypokinesie (minder beweeglijk) o rusttremor (beven) o verstoorde (voorovergebogen) houding / reflexen ZIEKTE HUNTINGTON  aantasting/ defecten motorische schors - ongeneeslijke erfelijke aandoening - onwillekeurige (choreatische) bewegingen (versus Parkinson symptomen) - verstandelijke achteruitgang (Alzheimer symptomen) - persoonlijkheidsveranderingen - aantasting van de basale ganglia HERSENSTAM - aan voorzijde met grote hersenen verbonden & zet zich onderaan verder in het ruggenmerg - drie delen van onder naar boven: 3 het ruggenmerg - 1 structuur - 31 segmenten - In achterste zijdelingse groeve een gevoelszenuw - Voorste een motorische zenuw - Witte merg: o stijgende (sensibele) zenuwbanen van het CZS o dalende (motorische) zenuwbanen van het CZS BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 4 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 REFLEXBOOG - reflex= reactie op een prikkel vooraleer of zonder dat deze prikkel ons bewust maakt - bij een reflex kan men onderscheiden: o receptoren (zintuigen) o conductoren (perifere motorische en sensibele zenuwen) o effectoren (spieren of klieren) BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 5 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 3.1 RUGGENMERGVLIEZEN - Epidurale ruimte o tussen wervels en dura mater o voornamelijk gevuld met zacht vetkussen en netwerk van bloedvaten o Alle 31 paar zenuwen die het ruggenmerg in- en uit gaan, lopen door deze ruimte - Harde dura mater - Dunne arachnoidea (spinnenwebvlies) - Subarachnoïdale ruimte waar cerebrospinaal vocht stroomt -> schokbreker & bescherming -> transport van voedingstoffen & afvoer van afvalstoffen - Dunne, doorzichtige pia mater LUMBAALPUNCTIE - cerebrospinaal vocht afgenomen rond het ruggenmerg - door middel van een prik ter hoogte van de lage rug - afgetapte vocht wordt onderzocht in het labo - -> diagnose van: o meningitis (hersenvliesontsteking) o encefalitis (hersenontsteking) o subarachnoïdale bloeding o andere infectie- of ontstekingsziekten van CZS EPIDURALE VERDOVING - tussen twee wervels, na verdoving van de huid - naald opschuiven totdat het uiteinde zich bevindt in de epidurale ruimte - inspuiten van plaatselijk verdovend middel, al of niet gemengd met een morfine-achtige stof - na tiental minuten ontstaat een verdoving met uitschakeling van gevoel en beweging - -> ingrepen in of aan de onderste lichaamshelft mogelijk zonder de patiënt in narcose te brengen BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 6 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 4 De zenuwcel of neuron 4.1 Anatomie - Cellichaam met kern - Celuitlopers o Dendrieten die naar het cellichaam toelopen en prikkels ontvangen. Ze zijn meestal relatief kort. o Het axon, een lange celuitloper van het cellichaam, die de prikkel doorstuurt (bijvoorbeeld naar de dendrieten van een ander neuron).  Omgeven door myeline o Op het einde van het axon zijn er kleine vertakkingen, telodendria (synaptic bulb). Van hieruit worden neurotransmitters geproduceerd en vrijgesteld in de synaptische spleet MULTIPLE SCLEROSE MS - Terugkerende perioden met demyelinisatie in het CZS - Verlies van myeline -> neurologische dysfunctie - Afwijkingen beperkt tot hersenen & ruggenmerg - Meestal ontwikkeling tussen 20 & 40 jaar - Vroege symptomen= zwakte ledematen, wazig zien, slechte coördinatie en gevoelsstoornissen BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 7 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 o Soms goedaardige vorm: licht gehandicapt, maar enkele perioden van demyelisatie o Anderen veel episodes: → blindheid, paraplegie en incontinentie met geheugenverlies 4.2 Actiepotentiaal NA+ stroomt naar binnen - Diffusie - Buiten naar binnen depolarisatie binnen + - Herstel evenwicht repolarisatie - K+ naar buiten BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 8 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 4.3 Synaps  Gn direct cc  Intercellulaire spleet = synaptische spleet - Axon - = prikkel aanvoert  presynaptische membraan - Zenuw/klier/spier - = prikkel ontvangt  postsynaptische membraan  Prikkel van pres naar post Prikkeloverdracht = vrijstellen neurotransmitters in synaptische spleet Door binding van neurotransmitter op receptor: - Na+ doorlaatbaarheid depolarisatie & excitatie - K+ en Cl- doorlaatbaarheid hyperpolarisatie & inhibitie - Wijzigen van gevoeligheid van postsynaptische membraan voor andere neurotransmitters modulatie neurotransmittor snel weg gn cte prikkel - Afbraak  Vb acetyl choline esterase - Heropname in synaps  SSRI remt heropname o + effect VBN FUNCTIE NEUROTRANSMITTORS - Acetylcholine: o CZS (préganglionair), ParaSympaticus, spiersamentrekking - (Nor)adrenaline: o concentratie en OrthoSympaticus - Dopamine: + o Bewegen, plezier, motivatie o (tekort-> ziekte van Parkinson, teveel-> psychose) - Glutamaat: + o Werkt stimulerend o (alcohol blokkeert de receptoren = verdovend effect) BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 9 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 - g-amino-boterzuur (GABA): - o Werkt inhiberend (benzodiazepines= slaapmiddelen & anxiolytica = versterken effect van GABA - Enkefaline & endorfine: + o Exciterend voor pijnremmende zenuwen o Opiaten & narcotische pijnstillers bootsen dit effect na zoals morfine, heroïne, codeïne - Serotonine: + o Gemoedsstemming, geheugen, eetlust o Selectieve Serotonine Reuptake Inhibitoren (SSRI’s) zijn belangrijke antidepressiva 4.4 EPSP en IPSP EPSP = excitatorische postsynaptische potentialen  Vrijstelling v/e neurotransmitter die bindt op een exciterende receptor met depolarisatie in de postsynaptische membraan - Rustpotentiaal minder – - Afstand drempelpotentiaal daalt - Gevoeliger actiepotentiaal IPSP = inhiberende postsynaptische potentiaal  Hetzelfde gebeuren MAAR met hyperpolarisatie van de postsynaptische membraan - Rustpotentiaal meer – - Afstand drempelpotentiaal stijgt - Minder gevoelig actiepotentiaal 4.5 Summatie in tijd en ruimte = synaps komen in meerdere presynaptische zenuwen -> exciterende (+) EN inhiberende (-) - tegelijk vuren = summatie in de ruimte - na elkaar vuren = summatie in de tijd - som frequentie o postsynaptische zenuw o som > drempelwaarde nieuw actiepotentiaal - vrijstelling neurotransmittor o 1 kortstondige depolarisatie of hyperpolarisatie BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 10 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 o Snelle inactivering NT  Acetylcholine: wordt in de synaptische spleet onmiddellijk afgebroken door een enzym acetylcholinesterase remming acetylcholinesterase: verlamming veroorzaken door uitputting blijvende prikkel  Serotonine: wordt terug opgenomen in het presynaptische deel (reuptake) 5 Gliacellen - Ondersteunen het hersenweefsel: stevigheid & maken van myeline - Opruimen van dode of kapotte cellen - In standhouden van de bloed-hersen barrière - Belangrijk bij de vorming en functie van synapsen - Astrocyten = steuncellen voor bloed-hersen barrière - Oligodendrocyten = aanmaken myeline enkel in CZS - Schwanncellen = aanmaken myeline enkel in perifere zenuwstelsel - Microglia = verwijderen schadelijk materiaal (virussen)  Malathion antiluizenmiddel 6 autonoom zenuwstelsel 6.1 Taak - Zorgt voor reacties van het lichaam op veranderingen in de buitenwereld - Regelen van de samenwerking tussen de organen - Aanpassen van orgaanwerking aan lichaamsbehoeften: o bv: darmperistaltiek & afscheiding van spijsverteringssappen in het darmkanaal o bv: versnelling van hartslag bij zware arbeid. - Ook het endocriene stelsel (hormonen) regelt de orgaanwerking o werkt nauw samen met het autonome zenuwstelsel - Rechtstreekse beïnvloeding van autonome zenuwstelsel door de wil is nooit mogelijk - Hevige emoties bv kunnen wel via het autonome zenuwstelsel en hormonen de organen beïnvloeden -  bv maagkrampen bij nerveuze patiënten BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 11 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 -  psychosomatische stoornis - Twee delen: (ortho)sympaticus (OS) & parasympaticus (PS) - OS & PS verschillen zowel anatomisch (bouw) als fysiologisch (werking) 6.2 Organisatie - Functioneel= reflexboog: o Input: specifieke receptoren in organen  afferente vezels  ruggenmerg  hersenen o Output: hogere zenuwcentra  preganglionaire vezel  ganglia  postganglionaire vezel  de organen - (In het geel aangeduide delen = efferente vezel) - Het hoogste integratiecentrum (hypothalamus) zorgt voor goede werking van het vegetatieve zenuwstelsel Parasympathische vezels (ortho)Sympathische vezels preganglionaire vezels = lang en eindigen in preganglionaire vezels = kort en eindigen in ganglia in de buurt van het orgaan ganglia dicht bij het CZS postganglionaire vezel = kort postganglionaire vezel = lang werkt doelgerichter gemakkelijk uitstraling naar nabijgelegen plaatsen BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 12 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 6.3 Soorten neurotransmittors en receptoren - De postganglionaire zenuwen van de (ortho)sympathicus  noradrenaline af = (adrenergische zenuwen). o 2 uitzonderingen: zenuwen bij de zweetklieren en sommige zenuwen op de bloedvaten (acetylcholine afscheiden). - De postganglionaire zenuwen van de parasympathicus scheiden acetylcholine af (=cholinergische zenuwen). - Zowel in het parasympathische als in het orthosympathische stelsel wordt er acetylcholine afgescheiden ter hoogte van de preganglionaire zenuwuiteinden. 6.4 E昀昀ecten OS en PS - Meeste organen bezenuwd door PS & OS - Uitzondering= zweetklieren, belangrijkste gedeelte vatenstelsel en bijniermerg (enkel OS) - Werking PS & OS op een orgaan is meestal antagonistisch (tegengestelde) - Soms is er synergie (samenwerking) bv. bij de speekselsecretie OS  mobilisatie en energiegebruik - ↑ stofwisseling bij stresssituaties  fight, fear & flight reactions - verhoogde spieractiviteit, emoties, pijn, koude - Bloedvoorziening van actieve organen↑ (skeletspieren): o versnelling hartwerking, ademhaling o vaatverwijding (in de actieve spieren) o remming van niet actieve organen (spijsvertering) BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 13 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 PS  opslaan en bewaren energie rust - Vertragen van het hartritme - Vertragen van de ademhaling - Activering van organen voor opname en vertering van voedsel - Samentrekking van de dikke darm en de blaas AUTONOME SYNAPSEN KUNNEN DOOR GM, TOXINES EN DRUGS BEÏNVLOED WORDEN - Antagonisten remmen synthese van NT - Antagonisten remmen vrijkomen van de NT uit de vesikels  bv. botulinetoxine remt de vrijstelling van Ach - Antagonisten blokkeren de receptor zodanig dat NT er niet op kan binden  bv: muscarine antagonisten zoals Buscupan® & atropine bij organofosfaatpesticide intoxicatie - Agonisten bindt receptor & stimuleert receptor  tetanustoxine op muscarine receptoren (blijvende spierkramp) - Agonisten verhinderen afbraak NT  organofosfaatpesticiden remmen acetylcholinesterase waardoor Ach accumuleert in de synaptische spleet - Agonisten verhinderen de reuptake NT BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 14 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135  Selectieve Serotonine Reuptake Inhibitoren (SSRI) = meest gebruikte antidepressiva 7 Zintuigen - Prikkels worden opgevangen door zintuigen - vrij zenuwuiteinde of receptororgaan - prikkels doorgeven aan de perifere sensibele zenuw - zenuw geeft informatie (actiepotentiaal) o ofwel aan perifere motorische zenuw (reflex) o ofwel aan centrale sensibele zenuw → CZS - zetten uitwendige prikkels om tot zenuwimpulsen (energietransformatoren= omzetting) EXTERORECEPTOREN - mechanoreceptoren: tast, druk, gehoor - thermoreceptoren: koude, warmte - nocireceptoren: pijn - fotoreceptoren: zicht - chemoreceptoren: smaak, reuk INTERORECEPTOREN - chemoreceptoren: osmotische druk, glucose concentratie, vrije zuurstofconcentratie in het bloed - mechanoreceptoren: bloeddruk, rekking ingewanden - nocireceptoren: open zenuwuiteinden: (pijn)gevoel PROPRIORECEPTOREN - mechanoreceptoren: rekkingsreceptoren, evenwichtszintuigen - Bij prikkeling van receptor: potentiaalverandering in receptorcel (=receptorpotentiaal) → AP in perifere sensibele zenuw (=generatorpotentiaal) → via centrale sensibele zenuw → prikkel naar CZS - Hoe sterker de receptorpotentiaal (grotere prikkelintensiteit) = hoe hoger de frequentie van de generatorpotentiaal - Typisch kenmerk= zintuigen zijn sterk gespecialiseerd BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 15 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected]) lOMoARcPSD|39122135 - bv. tastzintuig is niet in staat om licht waar te nemen - Prikkel waarvoor zintuig normaal gezien gevoelig is = adequate prikkel: o MAAR alle zintuigen zijn voor vele prikkels gevoelig o TOCH reageren ze het best op een adequate prikkel⇒ drempelintensiteit = veel lager voor de adequate prikkel dan voor andere prikkelvormen - Drempelintensiteit= minimum hoeveelheid energie die nodig is om een zintuiglijke waarneming op te wekken BLT05 H2 het zenuwstelsel en zintuigen Pagina 16 van 16 Gedownload door Luna Defraeye ([email protected])

Use Quizgecko on...
Browser
Browser