Biologie Examen Kerst - Thema 1 & 2 - PDF

Biologie examen kerst Kerstboom met effen opvulling Thema 1: homeostase en de waterhuishouding  Cellen oefenen \| StudyGo Afbeelding met tekst Automatisch gegenereerde b...

Biologie examen kerst Kerstboom met effen opvulling Thema 1: homeostase en de waterhuishouding  Cellen oefenen \| StudyGo Afbeelding met tekst Automatisch gegenereerde beschrijving  Afbeelding met tekst, Lettertype, schermopname, wit Automatisch gegenereerde beschrijving  Afbeelding met Kinderkunst, tekening, illustratie, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving  Oefeningen: Afbeelding met schermopname, Kinderkunst Automatisch gegenereerde beschrijving  Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving Thema 1: 2 homeostase bij planten Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, algebra Automatisch gegenereerde beschrijvingAfbeelding met tekst, schermopname, Lettertype Automatisch gegenereerde beschrijving Oefenen:  Afbeelding met tekst, schermopname Automatisch gegenereerde beschrijving Thema 2: deel 1 zie atomaschrift  Thema 2 deel 2: werking van het oog **Lichtbreking**= het verschijnsel dat lichtstralen van richting veranderen  **Middenstof=** in de natuurkunde een drager van materie of golven. **Eigenschappen beeld bolle lens = oog lens**: - Omgekeerd - Verkleind **Accommodatie** is het proces waarbij de **ooglens van vorm verandert** om **scherp te stellen** op objecten op verschillende afstanden. Dit gebeurt dankzij de samenwerking tussen het **straallichaam, de lensbandjes en de lens.** **Kenmerken van de onderdelen:** - **Straallichaam:** Spierweefsel dat zich samentrekt of ontspant om de spanning op de lensbandjes te regelen. - **Lensbandjes:** Dunne vezels die de lens met het straallichaam verbinden en de lens vervormen afhankelijk van de spierspanning. - **Lens:** Een flexibele, doorzichtige structuur die bol wordt voor dichtbij kijken en platter voor veraf kijken. **Het nabijheidspunt** is **de kleinste afstand waarop je scherp kunt zien**; het neemt toe met de leeftijd door verminderde lensflexibiliteit. **Bij weinig licht** zie je vooral vormen in **grijstinten (staafjes** actief), terwijl bij **veel licht ook kleuren** zichtbaar worden (**kegeltjes** actief). **Bipolaire cellen**: Geleiden **signalen van staafjes en kegeltjes** naar ganglioncellen. **Fotoreceptoren** zetten **licht om in signalen,** die via de oogzenuw naar de hersenen worden gestuurd voor beeldvorming. **Nawerking (nabeeld)** is het tijdelijke visuele effect waarbij een beeld nog zichtbaar blijft nadat je naar een lichtbron hebt gekeken en vervolgens je ogen ergens anders richten. - **Positief nabeeld:** Het oorspronkelijke beeld blijft zichtbaar in de juiste kleuren, maar vervaagt langzaam. - **Negatief nabeeld:** Het beeld verschijnt in omgekeerde kleuren (bijvoorbeeld een witte plek wordt zwart) en verdwijnt daarna.