Belangrijkste punten PDF

Summary

Dit document bevat belangrijke concepten uit de onderzoeksmethodologie, specifiek gericht op experimentele designs. Het behandelt zowel zuivere als quasi-experimentele designs, inclusief aspecten als randomisatie, validiteit, betrouwbaarheid, en bedreigers van validiteit. Er wordt ingegaan op verschillende typen designs, waaronder pre-experimentele, zuivere experimentele, en quasi-experimentele designs, met aandacht voor de voor- en nadelen van elk design.

Full Transcript

1.1 informed consent active handeling verrichten om toestemming te geven : Dassive Handeling verrichten om geen toestemming te : & even 'wie zwijgt ,...

1.1 informed consent active handeling verrichten om toestemming te geven : Dassive Handeling verrichten om geen toestemming te : & even 'wie zwijgt , stert toe onderdelen consent : - vrijwillige deelname , recht op beëindiging , doel van onderzoek , onderzoeksprocedure , risico's , maatschappelijk nut , duur van onderzoek contactinformatie , , anonimiteit. vormen van bedrog : n et gebruik van handlangers staged manipulations in field settings - - misleidende instructies 1.2 betrouwbaarheid vs. Validiteit betrouwbaarheid : in hoeverre zijn metingen vrij van error ? - validiteit : in hoeverre is her onderzoek vrij van bies ? validiteit - interne validiteit is er voldoende bewijs dat X veranderingen op y veroorzaakt ? externe validiteit -> in hoeverre kunnen resultaten Uit onderzoek gegeneraliseerd worden naar de doelpopulatie Validiteit - is het onderzoek Vergelijkt dar ecologische Met situaties in het dagelijks leven ? bedreigers validiteit : intern : tussentijds extern voorval rijping test effect. , , instrumentation , statistische regressie Selectie Litual , , , interactie tussen bedreigers verspreiding van de , ingreep , compenserende rivaliteit (John Henry-effect) extern : interactie voormeting en experimentele stimulus. Niet-representatieve steekproeven , reactieve experimen- tele locatie experimenter bias oplossingen · : ~ blindexperiment : deelnemer weet niet in welke groep hij zit. ~ dubbelblind experiment : deelnemer en proefleider Weten niet wie in Welke zit. groep 1.3 zuiver experiment versus quasi-experiment bij zuiver experiment wordt randomisatie gebruikt een (bij toewijzing proefpersonen dan condities), en bijeen 9 asi-experiment niet (bestaande groepen) covariaten Variabelen die Verstorende achtergrondkenmerken kunnen zijn. I kunnen worden gebruikt om groepen gelijk te trekken. between subjects versus within-subjects designs. between subjects design iedere proefpersoon wordt : -- 5 lechts aan een Conditie blootgesteld + groepen worden vergeleken. - with in-subjects designs : alle proefpersonen worden dan a) Ile condities blootgesteld (repeated measures design ( probleem : volgorde-effecten , oplossing Counterbalancing · : Combinatie : mixed-designs Mill's methode (controlegroepen) experimentele groep alSX dan : y Y controlegroep alS-Xdan : - - matchen en homogeniseren groepen gelijk maken op Kenmerken matchen precisiecontrole paren maken van proefpersonen die : · op aangegeven variabelen gelijk zijn. globale controle frequentie van bepaalde kenmerken · : wordt gelijk verdeeld over de groepen homogeniseren : Minimaliseren van variatie binnen groepen , d oor mensen die op elkaar lijken te selecteren. gerandomiseerd blokontwerp (groepsgewijs matchen) proefpersonen worden voorafgaand dan het experiment ingedeeld in homogene categorieën (op basis van belangrijke Kenmerken - binnen de blokken worden de deelnemers willekeurig toegewezen dan condities. C Dus Dit eit - relatie waarbij een verandering in de ene variabele direct een verandering in een andere Variabele. veroorz Dakt 1 onderzoek ongtudinaal Conortstudie (panelstudie) : groep subjecten bepaalde van I eeftijdsgroep wordt over een (groot aantal jaren gevolgd. exploratief onderzoek - toetsen van (causalel verbanden niet belangrijk 'Men Wil indruk krijgen over bijvoorbeeld de verdeling van Variabelen en Welke Verbanden er in de date danwezig zijn. 1.4 experimentele designs pre-experimenten hebben , geen volledige controle over externe invloeden en kunnen geen causale conclusies trekken. one-shotcasestudy 'I groep alleen nameting nade · , interventie. one-grouppre-post design I groep meting voor en na · , de interventie. pre-experimenteel bestaande groepen nameting only, · geen randomisatie , groepen , alleen nameting zonder voormeting.. 2Livere experimenten 'gebruiken randomisatie om causale verbanden vast te stellen en bieden de meeste controle over verstorende factoren. posttest-only control design t randomisatie 2 groepen ·. , alleen nameting no interventie. pretest-posttest control design randomisatie 2 groepen · , , voor- en nameting controle , voor beginsituatie. Solomon vier-groepen design : groepen (met/ zonder · protest , met zonder interventiel , randomisatie controle , voor test- en behandeleffecten. missen randomisatie , 9 asi-experimenten , maar proberen Welcausale verbanden te onderzoeken. quasi-experimenteel pretest-posttest control design ( · & een randomisatie z groepen voor-en nameting ma dr , , , controle voor andere factoren. enkelvoudige tijdsreeks groep meerdere metingen 'I · , voor en nade interventie , Zonder controlegroep meervoudige tijdsreeks , meerdere groepen Meerdere · , -- metingen voor en nade interventie Zonder. volledige ↑ andomisatie. Symbolische notatie o = Observation X = het ondergaan van de experimentele Stimulus. 2.1 Kanskapitalisme , onderzoekers kunnen fouten maken door dat ze te veel tests doen (type- 1 fouten). type- Fouten verminderen door : · minder restjes doen ↳ contrasten opstellen , van tevoren bedenken war echt belangrijk is om te testen > omnibustoetsen

Use Quizgecko on...
Browser
Browser