Reactiesnelheid (4P) - Anorganische verbindingsklassen

Summary

This document discusses reaction rates, focusing on collision models and factors influencing them, such as particle properties, concentration, temperature, and catalysts. It delves into concepts like effective collisions, activation energy, and the impact of various parameters on reaction speed. The text is likely part of a secondary school chemistry course.

Full Transcript

Reactiesnelheid (4P) ==================== Botsingsmodel ------------- Vooraleer dat deeltjes kunnen reageren, moet er een botsing plaatsvinden Wanneer deeltjes botsen kunnen we 2 soorten botsingen onderscheiden - ***[Elastische botsingen]*** : zijn botsingen waarbij de deeltjes niet reager...

Reactiesnelheid (4P) ==================== Botsingsmodel ------------- Vooraleer dat deeltjes kunnen reageren, moet er een botsing plaatsvinden Wanneer deeltjes botsen kunnen we 2 soorten botsingen onderscheiden - ***[Elastische botsingen]*** : zijn botsingen waarbij de deeltjes niet reageren en onveranderd uit elkaar gaan - 2 oorzaken: te weinig E~kin~ of onjuiste oriëntatie - ***[Effectieve botsingen]***: zijn botsingen tussen deeltjes die een reactie veroorzaken - ![](media/image2.png)Hierbij moeten de deeltjes voldoende kinetische energie bezitten én juist georiënteerd zijn - Tijdens een effectieve botsing ontstaat tijdelijk een *[geactiveerd complex]* - In deze [transitietoestand] of overgangstoestand ontstaan gelijktijdig het verbreken v/d bindingen i/d reagentia e/d nieuwe bindingen v/d reactieproducten - De minimale E~kin~ die nodig is om een effectieve botsing te kunnen veroorzaken noemt men de ***[activeringsenergie]*** E~a~ of E~min~ De snelheid v/e reactie hangt af v/h aantal effectieve botsingen, dat i/e welbepaald volume optreedt, per tijdseenheid - Enkel deeltjes met de nodige activeringsenergie, kunnen effectieve botsingen ondergaan - De reactiesnelheid neemt daarom toe naarmate meer reagentia de nodige activeringsenergie bezitten - Volgende factoren hebben een invloed op de reactiesnelheid - *De aard v/d reagensdeeltjes of de **[beschouwde reactie]*** - *Verklaring*: Het aantal e/d aard v/d bindingen die moeten verbroken/gevormd w, beïnvloeden rechtstreeks de activeringsenergie - *De **[verdelingsgraad]** v/d reagentia i/d heterogeen mengsel* - Een grotere verdelingsgraad zorgt voor een groter contactoppervlak - Het totaal aantal botsingen per tijds- en volume-eenheid en dus ook het aantal effectieve botsingen neemt toe dus de reactiesnelheid neemt toe - De best mogelijke verdeling is deze waarbij de reagentia tot op het moleculaire niveau verdeeld zijn - De maximale verdelingsgraad treft men aan i/e homogeen mengsel - ![](media/image4.png)*De hoeveelheid of **[concentratie]** v/d reagentia i/e homogeen mengsel* - Een grotere concentratie v/d reagentia zorgt voor meer deeltjes per volume-eenheid - Dit zorgt voor meer botsingen per tijds- en volume-eenheid en dus ook voor meer effectieve botsingen De reactiesnelheid neemt toe - *Wanneer je het aantal deeltjes weergeeft ifv E~kin~ dan* *krijg je een **[boltzmanverdeling]*** - De waarde van de energie-inhoud die de meeste deeltjes bezitten, is weergegeven met E - E~min~ staat voor: de minimale E die de deeltjes bezitten om effectief te kunnen botsen - De figuur onder geeft het schematisch weer: - Gearceerde deel = deeltjes die genoeg E hebben om botsing de veroorzaken - Via die functie zien we: hoe hoger de c, hoe meer deeltjes genoeg E hebben om te botsen - *De **[temperatuur]** v/h reactiemilieu* - Een hoge temp zorgt voor een hoger gemm E~kin~ v/d deeltjes - Ze bew sneller dus kans op botsing verhoogt - Meer deeltjes bezitten de nodige activeringsenergie - Dus i/h algemeen: hoge temp hogere reactiesnelheid - *De invloed v/e **[katalysator]*** - Een katalysator= een stof die een reactie versnelt (pos katalyse) of vertraagt (neg katalyse), zonder zelf verbruikt te worden - Hoe dat die tussenkomt in de reactie is niet per se gekend maar er zijn 2 mogelijkheden - De pos katalysator kan de reagentia i/d juiste positie met elkaar in contact brengen - ![](media/image6.jpeg)Het aantal effectieve botsingen neemt toe de reactiesnelheid stijgt - De katalysator reageert eerst met de reagentia waarbij een tussenproduct met een andere activeringsenergie ontstaat - Uit het tussenproduct ontstaan de katalysator + reactieproducten - Bij een pos katalysator is de activeringsenergie v/h tussenproduct lager - Meer deeltjes bezitten de nodigde activeringsenergie de reactiesnelheid stijgt - Bij een neg katalysator is de activeringsenergie v/h tussenproduct hoger - Minder deeltjes bezitten de nodigde activeringsenergie de reactiesnelheid daalt. Reactiesnelheid --------------- ***[Reactiesnelheid]*** = de verandering v/d conc v/e stof gedurende een bep tijd De gemm reactiesnelheid \ voor een bep tijd wordt met volgende formule berekent - **met:** - **\ de gemiddelde reactiesnelheid uitgedrukt in M/s** - **Q~i~ de coëfficiënt van de gekozen stof** - **∆t het tijdsinterval uitgedrukt in s** - **We gebruiken de absolute waarde v/d concentratieverandering (omdat v altijd een pos getal moet zijn)** - **Met de ogenblikkelijke snelheid (snelheid op een bepaalde tijdstip:** v~t~ = = [\${\\lim\_{\\mathrm{\\Delta}t \\rightarrow 0}\\ \\frac{1}{Q}}\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{\\ \\ } \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\$]{.math.inline} - [*Δ*\[ \]\|]{.math.inline}= het verschil in concentratie v/h atoom/ion - **Daarbij is** de ***[vormingssnelhied]*** = [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{\\ \\ } \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\$]{.math.inline} *Voorbeeld:* - *Fe^3+^- en Sn^2+^-ionen worden gelijktijdig aan water toegevoegd* - *Onmiddellijk start de reactie: 2 Fe^3+^ + Sn^2+^* → *2 Fe^2+^ + Sn^4+^* - ***38,5 s nadat de reactie gestart is, bedraagt de conc van Fe^2+^ 0,0010 M + de conc van Sn^4+^ 0,00050 M*** - ***Gedurende deze tijd, ∆t = 38,5 s, is de verandering in conc aan Fe^2+^-ionen, ∆\[Fe^2+^\] = 0,0010 M -- 0 = 0,0010 M\ De [gemm vormingssnelheid] voor Fe^2+^ tijdens deze periode berekent men door de verandering in Fe^2+^-conc te delen door het tijdsinterval*** - ***De gemiddelde vormingssnelheid voor Fe^2+^ =*** [\$\\frac{\\mathrm{\\Delta}\\lbrack\\text{Fe}\^{2 +}\\rbrack}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{0,0010\\ M}{38,5\\ s}\$]{.math.inline} ***= 2,6.10^-5^ M/s*** - ***Gedurende deze 38,5 s, is de verandering in conc aan Sn^4+^-ionen, Δ\[Sn^4+^\] = 0,00050 M -- 0 = 0,00050 M*** - ***Dit is de helft van ∆\[Fe^2+^\] omdat slechts één Sn^4+^-ion voor elke twee Fe^2+^-ionen gevormd wordt*** - ***De stoichiometrische factor van Sn^4+^ ten opzichte van Fe^2+^ is ½*** - ***De gemiddelde vormingssnelheid voor Sn^4+^ =*** [\$\\frac{\\mathrm{\\Delta}\\lbrack\\text{Sn}\^{4 +}\\rbrack}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{0,00050\\ M}{38,5\\ s}\$]{.math.inline}***= 1,3.10^-5^ M/s*** - ***Het verloop van deze reactie kan ook gevolgd worden door de concentratieverandering v/d reagentia te volgen*** - ***De hvlhd Fe^3+^-ionen die reageren, komt overeen met de hvlhd Fe^2+^-ionen die gevormd w*** - ***De stoichiometrische factor van Fe^3+^ tov Fe^2+^ is 1*** - ***De verandering in Fe^3+^-ionen bedraagt: Δ\[Fe^3+^\] = - 0,0010 M*** - ***Het is een neg getal omdat er Fe^3+^-ionen verbruikt worden De concentratie daalt.*** - ***De [gemiddelde verbruiksnelheid] voor Fe^3+^ =*** [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{Fe}\^{3 +} \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\\text{\\ \\ }\$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{0,0010\\ M}{38,5\\ s}\$]{.math.inline} ***= 2,6.10^-5^ M/s*** - ***Aangezien er slechts één Sn^2+^-ion verbruikt wordt, per twee Fe^3+^-ionen bedraagt Δ\[Sn^2+^\] = - 0,00050 M.*** - ***De gemiddelde verbruiksnelheid voor Sn^2+^ =*** [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{Sn}\^{2 +} \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{0,00050\\ M}{38,5\\ s}\$]{.math.inline} ***= 1,3.10^-5^ M/s*** - ***Aangezien het om éénzelfde reactie gaat, mag de keuze van de stof die men bestudeerd geen invloed hebben op de bepaling van de gemiddelde reactiesnelheid*** - ***Drm deelt men bij de berekening van \ de concentratieverandering per tijdseenheid door de coëfficiënt van de betrokken stof*** - ***Dus voor de reactie 2 Fe^3+^ + Sn^2+^*** → ***2 Fe^2+^ + Sn^4+^, is de gem reactiesnelheid\ \ =*** [\$\\frac{1}{2}\$]{.math.inline} [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{Fe}\^{3 +} \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{1}{1}\$]{.math.inline} [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{Sn}\^{2 +} \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{1}{2}\$]{.math.inline} [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{Fe}\^{2 +} \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***=*** [\$\\frac{1}{1}\$]{.math.inline} [\$\\frac{\|\\mathrm{\\Delta}\\left\\lbrack \\text{Sn}\^{4 +} \\right\\rbrack\|}{\\mathrm{\\Delta}t}\\ \$]{.math.inline} ***= 1,3.10^-5^ M/s*** **Bij de start v/d** reactie is de reactiesnelheid het grootst - Er is meer kans op een effectieve botsing aangezien er op dit ogenblik het meest reagentia aanwezig zijn - Tijdens de reactie verdwijnen steeds meer reagentia zodat de kans op een effectieve botsing afneemt **Grafische voorstelling v/d concentratie ifv de tijd** - **Daarmee kan men de ogenblikkelijke reactiesnelheid bepalen** - **Men trekt een raaklijk aande kromme (hiernaast) op het tijdstip waarop men die ogenblikkelijke reactiesnelheid wil kennen** - **De neg waarde v/d rico geeft de ogenblikkelijke reactiesnelheid weer** - **Men neemt die waarde omdat de conc afneemt met de tijd\ ** Snelheidsvergelijking --------------------- ***[Snelheidsvergelijking]***: laat toe om de relatie tss de reactiesnelheid e/d concentratie v/D reagentia te voorspellen - De meeste snelheidsvergelijkingen worden experimenteel gevonden Voor de algemene reactie: a A + b B → c C + d D, is de snelheidsvergelijking: v = k. \[A\]m. \[B\]n - Met: \[A\], \[B\] de concentratie van de reagentia uitgedrukt in molair - m, n de exponenten - Dit zijn meestal kleine, pos gehele getallen, hoewel ze soms ook nul zijn - Ze moeten experimenteel bep w omdat ze vaak niet overeenkomen met de coëfficiënten: m ≠ a, n ≠ b - k de reactiesnelheidsconstante - De waarde van k is afh v/d specifieke reactie, de aanwezigheid van een katalysator en de temperatuur - Hoe groter de waarde voor k, hoe sneller de reactie De ***[orde v/e reactie]***: - = de exponenten i/d snelheidsvergelijking - Bepaald de alg vorm v/d snelheidsvergelijking e/d passende eenheid voor k - Deze is afh v/d waarde v/d exponenten - Worden op 2 manieren gebruikt: - Indien m=1 spreken we over een reactie van 1^e^ orde voor A - Indien n = 2 is de reactie van tweede orde voor B, erc Dus: met een snelheidsvgl v/e reactie kan men: - de reactiesnelheid berekenen wanneer de concentratie v/d reagentia gekend zijn - een vergelijking afleiden die de reagensconcentraties weergeeft ifvd tijd Om de snelheidsvgl te bep vertrekt men meestal van experimentele gegevens waarbij beginsnelheid voor verschillende beginconcentraties bepaald wordt

Use Quizgecko on...
Browser
Browser