Algemene Kunstgeschiedenis VIII - De Twintigste Eeuw PDF

Summary

This document provides an overview of 20th-century art history, exploring various movements and influential artists such as Paul Cézanne, and Henri Matisse. It details stylistic characteristics and historical contexts.

Full Transcript

Algemene kunstgeschiedenis VIII De Twintigste eeuw Nieuw Kunstenaars verzetten zich tegen de euforie van het “fin de siècle”. vormgevoel Twee constanten komen naar voor : weergave van de ontreddering en drang naar structuren,...

Algemene kunstgeschiedenis VIII De Twintigste eeuw Nieuw Kunstenaars verzetten zich tegen de euforie van het “fin de siècle”. vormgevoel Twee constanten komen naar voor : weergave van de ontreddering en drang naar structuren, ordening. Het geloof in het positivisme van Auguste Compte wordt op het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw verdrongen. Angst en onzekerheid om een angstwekkende technische evolutie en de overmacht van de machine wordt door Freud ontleed. Dit heeft een invloed op stromingen als het expressionisme, surrealisme, de cobrabeweging. Revolutionair verzet tegen de bestaande orde, tegen de overheid en de burgerlijke milieus ligt aan de basis van het futurisme, van dada en revolutionair surrealisme en van sommige uitingen van de Pop Art. Ordening daarentegen en wetmatigheid worden nagestreefd door het kubisme, het constructivisme, de geometrische abstractie en Op Art. De nabi’s De nabi’s vormen de schakel tussen Gauguin en de Fauves. Het woord “nabi” is afkomstig van het Hebreeuws en betekent profeet. Onder invloed van Sérusier die met Gauguin in Pont Aven had geschilderd, laten een groep impressionisten hun werkwijze varen. Ze schilderen effe vlakken, liefst met omtreklijnen. Ze verzaken aan perspectief en modelé, maar niet aan alle diepte suggestie. Maurice Denis In 1890 legde Maurice Denis de werkwijze van Les Nabis vast in het blad Art et Critique. “Een schilderij is in essentie een plat vlak bedekt met kleuren in een bepaalde verzamelde orde”. het beeld van de werkelijkheid wordt verregaand gesimplificeerd. delen worden weggelaten of vervangen door kleuren. Denis zou zich ook steeds meer aangetrokken voelen tot de golvende lijnen van de Franse art nouveau. La princesse dans la tour, ca. 1914 Baadsters bij Perros-Guirec, ca. 1912 Paul Sérusier (1863-1927) Gauguin had een grote invloed op Sérusier. In het schilderwerk van Sérusier : gericht aangebrachte rijen van korte, fijne kwaststreken. Werkte met versimpelde lijnen. gebruikte voor zijn invulling pure en arbitraire kleuren en liet net als Gauguin schaduwen achterwege. Paul Sérusier - Bords de Mer, 1914 een vereenvoudiging in het kleurgebruik. een afwezigheid van beweging Pierre Bonnard hoorde tot de oprichters van Les Nabis waren gericht op het spirituele en het symbolische. stond voor het primaat van de kleur en de platheid van het beeld. de tijd na "Les Nabis" startte met een crisis in zijn eigen leven (1914), met een twijfel aan zichzelf. In zijn latere werk valt op dat vergezichten vanuit een ruimte bekeken worden. Bonnard schildert de landschappen zoals gezien door een raam of door een deur. In die landschappen is vaak een menselijke figuur verborgen opgesteld. Vroeg werk Later werk Edouard Vuillard (1868-1940) begon te experimenteren met kleuren en schakeringen die een gevoel, een sfeer overbrachten. In het begin nog felle kleuren, later gaan de bruine tinten overheersen. De Fauvisten In 1905 stellen enkele jonge schilders zeer kleurrijke doeken tentoon. Ze worden door de kunstcriticus Vauxcelles “fauves” = wilde dieren genoemd. Eerbiedigen het beeldvlak als een gesloten compositie. Evenwichtige composities Explosieve, volle kleuren ; naast elkaar zonder enige overgang, waarbij harde confrontaties niet getemperd worden. Tevens werd er geen rekening meer gehouden met het perspectief. De voorgrond staat in het schilderij op hetzelfde plan als de achtergrond. Toch wordt het perspectief in zekere mate geaccentueerd door kunstig gebruik van vormen en kleuren. Henri Matisse (1869-1954) staat bekend als de merkwaardigste Franse fauvist. aanvankelijk vertonen zijn doeken een eerder omfloerst poëtische Nabis-atmosfeer. Zijn palet klaart op nadat hij het werk van Vincent van Gogh leert kennen. De laatste tien jaren van zijn leven wordt de periode van zijn ”papiers gouaches et découpés” Latere werken bv. blauw naakt (1952) en Icarus (1946) Georges Rouault (1871-1968) Georges Rouaults schilderstijl verschilt sterk met die van Matisse ondanks dat ze beiden leden van Les Fauves waren. Zijn scholing als glasschilder zorgde voor een stijl met dikke zwarte contourlijnen en heldere kleuren. Rouault gebruikte sterke contrasten en emoties. André Derain Portret van Matisse Uiteenlopende wegen Maurice De Vlaminck (1876- 1958) Zicht op de Seine Rik Wouters Toen hij 17 jaar werd, trok hij naar de Brusselse academie. Hij hield het er nauwelijks uit, tot hij soldaat moest worden. In Brussel vond hij echter wel zijn liefje: Nel, een jong model, geboren als Hélène Philomène Lionardine Duerinckx. Nel was toen zestien jaar en vier jaar jonger dan Wouters; Het werd de grote liefde en ze trouwden op 15 april1905. Nel zou zijn korte leven totaal beheersen en de kunstenaar inspireren. Vrouw aan het venster en “het Zotte geweld” Kees Van Dongen (1877-1968) Van Dongen bracht zijn jeugd in Rotterdam door. Al vroeg werd zijn tekentalent ontdekt, maar geld om hem te laten studeren was er niet. In 1897 vertrok hij naar Parijs waar hij in zijn onderhoud voorzag als huisschilder en als illustrator voor satirische tijdschriften. Hij begon zijn werk te exposeren in Parijs, onder andere op de geruchtmakende tentoonstelling van 1905 in de Salon d'Automne met onder anderen Henri Matisse. Het expressionisme term afkomstig van het Latijnse “expressio” (het uitdrukken, namelijk van gevoelens). In het expressionisme tracht de kunstenaar zijn, of haar, gevoelens of ervaringen voor de waarnemer uit te drukken, door een zekere vervorming van de werkelijkheid. Het expressionisme stelde de persoonlijke, onderbewuste reactie van de kunstenaar op zijn omgeving centraal. In het expressionisme vervaagt de band met de werkelijkheid, soms valt die zelfs helemaal weg. Hierdoor krijgen eerder niet voorstelbare nieuwe vormen hun kans. Het expressionisme kent geen wetten. De twee voornaamste uitgangspunten zijn dan ook: 'er zijn geen wetten' en 'wetten mogen door niemand worden opgelegd.' “Die Brücke” Het expressionisme begon in Duitsland, met kunstenaarsbewegingen als Die Brücke. werd in 1905 gesticht door vier studenten architecten te Dresden. Expressionistisch georiënteerd. “Die Brücke” is van beslissende invloed op de herleving van de wit-zwart kunst : houtsnede, steendruk,… In de schilderkunst werden de kunstenaars beïnvloed door de werken van Gauguin en Van Gogh en door de Japanse prentkunst. Omstreeks 1919 treden de grote figuren van het expressionisme op de voorgrond. Emile Nolde (1867-1956) Geboren in Sleewijk uit Deens-Finse ouders. Aanvankelijk schildert hij in impressionistische stijl. Probeert nadien in zijn kunst weer te geven -niet wat hij ziet- wat hij gevoeld heeft. Zijn werk is monumentaal en deze uitdrukking bereikt hij door kleuren. Schildert ook religieuze werken. Gebruikt verschillende technieken : houtsnede, olieverf, gouache. Wordt in 1906 lid ven “Die Brücke”. Oskar Kokoschka (1886-1980) Psychologisch-visionaire portretten in een dramatisch- nerveuze schildertrant. De figuur en het psychologische portret bleven altijd het middelpunt vormen van zijn kunst, zowel in schilderijen als in zijn omvangrijke grafische oeuvre. de meer verborgen instincten van de mens worden niet verhuld maar juist ontmaskerd. Het belangrijkste vroegste werk was De bruid van de wind, een reflectie op zijn uiteindelijk onbeantwoord gebleven liefde voor Alma Mahler. De bruid van de wind Tekeningen Kirchner Ernst Ludwig Kirchner 1880 - 1938) is de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duits expressionisme en wordt door velen gezien als voorman van Die Brücke. “Der Blaue Reiter” “De blauwe ruiter” was een kleine groep gelijkgestemde kunstenaars in Duitsland, die van ongeveer 1911 tot 1914 bestond. De vernieuwingsbeweging ontstond in München ongeveer gelijktijdig met ”Die Brücke” in Dresden. werd in 1911 opgericht door Wassily Kandinsky, Franz Marc, August Macke en Alexej von Jawlensky. De stroming wordt tot het expressionisme gerekend. Er was niet echt sprake van een georganiseerde beweging. Binnen der Blaue Reiter waren de kunstenaars van mening dat elk academisme in strijd was met de ware kunst. Emotie werd gezien als voornaamste element van het creatieve vermogen. Alle kunstenaars gebruikten weinig perspectief, waardoor de kleuren een plat vlak vormden. Dit leidde ertoe dat Wassily Kandinsky uiteindelijk abstracte kunstwerken ging maken. Franz Marc: Die gelbe Kuh, 1911 Franz Marc, Der Blaue Reiter,1911 Wassily Kandinsky, cover of ”Der Blaue Reiter” almanac, c. 1912 Wassily Kandinsky Vlaams De gemeente wordt een 'kunstenaarsgemeente' genoemd omdat vele kunstenaars er hun inspiratie vonden langs de oevers van de Leie. expressionisme : Vanaf ongeveer 1900 speelt het dorp een prominente rol in de (Vlaamse) kunstgeschiedenis. Sint-Maartens- De nabijheid van Gent, waar veel van de Latemse schilders werden geboren en het heersende culturele klimaat Latem bevorderen de ontwikkeling van Latem als schildersdorp. Aan het einde van de 19e eeuw was Gent een broedplaats van revolutionaire ideeën. De uitwassen van het industrieel kapitalisme en de bestaande sociale ongelijkheid prikkelden intellectuelen en kunstenaars tot verzet. Was een grote vernieuwer van de religieuze kunst in de 20e eeuw. Albert Servaes (1883- De dramatiek en de wrangheid die uit zijn werken spreekt, worden 1966) ondersteund door zijn donker coloriet en de dikke lijnen waarmee hij zijn figuren gestalte gaf. Constant Permeke (1886-1952) Schildert zeer grof. Donkere kleuren. Gust De Smet (1877- 1943) Schildert meer beheerst dan Permeke. Geeft rustig opgebouwde, warm gekleurde weemoedige beelden van het Vlaamse leven. Steeds met duidelijke omtreklijnen cfr. de fauvisten. De kunstenaar en zijn De mosseleters, Antwerpen KMSKA vrouw, KMSK Gent Fritz Van den Berghe (1883-1939) Van den Berghe werd geboren te Gent. Vandaag algemeen erkend als meester van het Vlaamse expressionisme en het fantastisch surrealisme. Het centrale thema in zijn omvangrijk oeuvre is steeds de mens geweest in zijn tragische onvolkomenheid en afhankelijkheid Vissers aan de Leie George Minne (1867-1941) De Smart, Museum Boijmans Van Beuningen De fontein der geknielden uit 1898 toont, het hoogtepunt in het oeuvre van de kunstenaar. Het Kubisme Het kubisme vierde zijn hoogtijdagen als avant-gardekunststroming in de periode van 1906 tot circa 1920. Het is een van de vier grote stijlen (naast het dadaïsme, het expressionisme en de abstracte kunst) in de Europese schilderkunst van de 20e eeuw. De 19e-eeuwse schilder Paul Cézanne was een voorloper van het kubisme. Alle vormen in de natuur in feite zijn opgebouwd uit een aantal oervormen zoals bol, kegel, cilinder en kubus. Naam : na de expositie van Les Indépendants, te Parijs op 25 mei 1910 bestempelde de Franse criticus Louis Vauxcelles de werken van Georges Braque als bizarreries cubiques. De kunstenaars proberen in hun werk een orde, een structuur en een eenheid aan de chaos op te leggen. Kenmerken van het kubisme zijn: afgevlakt volume verwarrend perspectief collage meerdere standpunten onderwerpen waren landschappen, mensen en stillevens Geometrisch kubisme (1907-1909) sterke invloed van Cézanne op de landschappen van Braque en de door Afrikaanse sculpturen geïnspireerde techniek van Picasso. Braque en Picasso lieten het lineaire perspectief achterwege vanuit de gedachte dat het hier uiteindelijk ook maar om een manier van kijken ging, die onmogelijk de volheid van de visuele ervaring kon weergeven. In de eerste fase zoekt de kubistische kunstenaar naar de basisstructuren achter de dingen en zijn er nog herkenbare, tamelijk samenhangende vormen. Le grand Nu, Georges Braque (1882-1963) Picasso, twee naakten, 1906 Les Demoiselles d'Avignon, 1907, Picasso (1881-1973) Analytisch In deze periode spat het beeld dat Picasso en Braque van de werkelijkheid bieden uiteen in kubisme (1910- kleine fragmenten. De vaste vormen van de objecten worden 1914) gebroken, ontleed in alle facetten en niet beperkt tot de toevallig zichtbare facetten alleen, door ze naast en vaak over elkaar uit te beelden. Zo komt men tot de ”compositions simultanées”, waarbij verscheidene gezichtspunten weergegeven worden Portret van Ambroise Vollard 1910, Picasso Stilleven met kruik en viool, Braque Synthetisch kubisme (1913 - circa 1920) Komt tot ontwikkeling vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Collages met stukken van kranten, stoelbekledingen, touw?.... Stukjes van de werkelijkheid letterlijk in het kunstwerk terecht. Schilderijen uit de synthetische fase van het kubisme vertonen de volgende kenmerken: kleur wordt weer toegelaten schilderijen zien eruit alsof ze met behulp van knippen en plakken uit allerlei materialen tot stand zijn gekomen. patroonornamenten in de verschillende kleurvlakken. de voorstelling wordt weer meer herkenbaar en er komt weer perspectief in het beeldvlak. Stilleven op tafel, Braque. Picasso, serie van werken met guitaren als onderwerp Juan Gris: Stilleven met bordeauxfles, 1919 Expressionisme met kubistische vormentaal : Fernand Léger(18881-1955) Waar anderen een naakt of een stilleven gebruikten als beeldmotief voor een schilderij, richtte de Franse kunstenaar Fernand Léger zijn aandacht op de machine, in overeenstemming met zijn essay ”L'esthétique de la machine, l'ordre géométrique et le vrai” uit 1924-25. “De stad” (1919) en Propellers (1918) Robert Delaunay (1885-1945) Modigliani(1884-1920) Zijn werk omvat vrijwel alleen afbeeldingen van mensen, voornamelijk portretten en een aantal naakten. In gans zijn carrière schilderde hij slechts vier landschappen. Hij was ook een tijd als beeldhouwer actief, wat hij zag als zijn ware roeping, die hij echter niet kon waarmaken omwille van de hoge materiaalkosten en zijn slechte longen. Ook al vertoefde hij in Parijs in de hoogtijdagen van de avant-garde schilderkunst, ontwikkelde Modigliani zijn eigen stijl en bleef die in zijn hele carrière trouw. Het feit dat de kunstenaar zich afzijdig hield van de stromingen uit zijn tijd lag waarschijnlijk mee aan de basis van zijn beperkt succes tijdens zijn leven. Amedeo Modigliani, Vrouwenhoofd, 1911- 1912, Museum Harvard University. Marc Was een Russische jood. Zijn werk wordt vaak geassocieerd met het surrealisme. Maar eigenlijk valt zijn Chagall werk onder verschillende stromingen al maakt het nergens helemaal deel van uit. Chagall heeft een hele eigen stijl die (1887- dromerig aan doet. Hij haalde zijn inspiratie uit de Russische 1985) volkskunst en het volksleven, zijn herinneringen aan zijn jeugd en de rol van het Jodendom hierin. Orpheus Het futurisme is een van oorsprong Italiaanse beweging en kunststroming van 1909 tot 1914, ontstaan uit het kubisme. Enkele kenmerken van het futurisme zijn snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang en nieuwe technologie. Nadat Italië in april 1915 bij de Eerste Wereldoorlog betrokken werd en de belangrijke woordvoerder Boccioni omkwam, viel de futuristische beweging uit elkaar. Zij ondertekenden verschillende manifesten. willen de oorlog verheerlijken net als het militarisme, het patriottisme, de verwoestende gebaren van de anarchisten. Zij ondertekenden verschillende manifesten. Willen de oorlog verheerlijken net als het militarisme, het patriottisme, de verwoestende gebaren van de anarchisten. Hun geschriften omtrent de schilderkunst drongen enerzijds aan op het uitdrukken van de dynamische sensatie van de opeenvolgende fasen van een beweging of van het gevoelsleven. Anderzijds op het simultaneïsme of het samenvatten in één moment van deze fasen. Giacomo Balla, Dynamiek van een hond in beweging Giacomo Balla(1871-1958) -abstracte snelheid en geluid 1913-1914 Gino Severini (1883-1966), Red Cross Train Passing a Village, 1915, olieverf op doek, 89,5 x 116,2 cm, Solomon R. Guggenheim Museum, New York Umberto Boccioni (1882-1916)-dynamiek van een fietser Umberto Boccioni unieke vormen van continuïteit in de ruimte Marcel Duchamp(1887-1968) -naakt, een trap afdalend Ossip Zadkine (1890- 1967) Het dadaïsme De stijlnaam dadaïsme is afgeleid van 'dada', het stamelwoordje van een klein kind. Het is bedacht door de Duitse schrijver Hugo Ball. Het is sinds 1916 de aanduiding gebleven voor een groep beeldend kunstenaars en literatoren rondom Cabaret Voltaire in Zürich. De naam wordt tevens gehanteerd om enkele gelijktijdige en gelijksoortige ontwikkelingen in Barcelona, Berlijn, Hannover, Keulen, New York en Parijs aan te duiden. Het dadaïsme was een culturele beweging die tijdens de Eerste Wereldoorlog in het neutrale Zwitserland begon. De aangesloten kunstenaars stelden zich ten doel om radicaal terug te keren naar hun eigen kinderlijke creativiteit. Ze streefden ernaar uitdrukkingsvormen toe te passen, die kinderen ook plegen te kiezen. Het ging het dadaïsme erom de zinledigheid van de toenmalige wereld te benadrukken. De schijnheiligheid van de West-Europese beschaving moest eens goed onder de aandacht worden gebracht. In de beeldende kunst pasten de dadaïsten bij voorkeur de collage en de assemblage toe. Het benutten van het toeval was een belangrijk creatief principe in hun kunstuitingen. In de poëzie schreven de dadaïsten absurde gedichten vol onsamenhangende onzin, soms slechts bestaand uit pure klanken. Raoul Hausmann (1886- 1971), Tatlin thuis, 1920, fotomontage en gouache, 45 x 30 cm, Verzameling Hannah Höch, Berlijn Mechanisch hoofd (De geest van onze tijd) van de Duitser Raoul Hausmann van omstreeks 1920 Marcel Duchamp (1887-1968), L.H.O.O.Q. (Mona Lisa met snor), 1919, kleur-reproductie, 19.5 x 12.5 cm, Musée National d'Art Moderne, Parijs Theo van Doesburg: affiche voor Dada-Soiree, 1922 De “ready –made” Readymade (ook: objet trouvé) is een kunstvorm ontstaan in het begin van de 20e eeuw. De bekendste kunstenaar die de readymade gebruikte was dadaïst Marcel Duchamp. Een industrieel voorwerp wordt uit zijn alledaagse context gehaald en tot kunst bestempeld doordat het in een museale omgeving wordt getoond Het surrealisme Kunst van het onderbewuste. De theoreticus was André Breton. Hij geeft de beweging haar naam in zijn manifest van 1924. Hij gelooft dat een oplossing gevonden kan worden voor de tegenstrijdigheden van droom en werkelijkheid in een soort van absolute werkelijkheid, een surrealiteit. Gestoeld op de psychoanalyse van Sigmund Freud. Teleurgesteld in het rationalisme, dat door de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog te optimistisch was gebleken. stellen surrealisten de door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van de droom centraal. Meestal uitgevoerd in een hyperrealistische stijl stellen de surrealisten beelden samen in absoluut onverwachte, verrassende, zo niet schokkende combinaties. Het is echter evenzeer mogelijk, zoals het werk van Hans Arp bewijst, dat de werken totaal abstract zijn, of, zoals in het werk van Joan Miró, herkenbaar maar zeker niet realistisch. Surrealisten proberen hun fantasie zo veel mogelijk de vrije loop te laten. Automatisch tekenen is ook een manier om de fantasie te tonen. In teksten wordt vrij geassocieerd. Max Ernst Zijn werken worden gerekend tot het dadaïsme en het surrealisme. Technieken als collage, frottage, grattage, raclage, assemblage, dripping en décalcomanie. Ernst heeft altijd een fascinatie voor vogels gehad, een thema dat steeds terugkeert in zijn werk. Zijn alter-ego in zijn schilderijen, genaamd Loplop, was een vogel waarvan Ernst suggereerde dat het een extensie van hemzelf was, voortkomend uit een vroegere verwarring van vogels met mensen. The Beautiful Season Max Ernst (1891-1976), 1925; Parijs De olifant Celebes, 1921 Salvador Dali (1904-1989) Vroege periode (1917-1927) In zijn vroege periode maakte Dalí hoofdzakelijk werken met als onderwerp het landschap in de omgeving van Figueres en het vissersplaatsje Cadaqués. Hij werd geïmponeerd door het grillige, bijna buitenaardse landschap van Cap de Creus. Zijn vroegste werken tonen al zijn verwantschap met het impressionisme , kubisme en expressionisme. View of Port Dogue - 1920 Self-Portrait (Detail) - 1923 Overgangsperiode (1927-1928) Deze periode wordt gekarakteriseerd door heftig experimenteren. De doeken hebben vaak verschillende texturen, gemaakt met verscheidene kunstharsen en collages van grof zand en grind van dichtbijgelegen stranden. Dalí nam hierin ook stenen, kurk en andere materialen op. Surrealistische periode (1929-1940) Dalí begon zijn eigen angsten en fantasieën te verkennen en legde deze door symbolische beelden op doek vast in een ultrarealistische, fotografische stijl. Hij verwees naar deze schilderijen als 'handgeschilderde droomfoto's'. The Persistence of Memory - 1931 Klassieke periode (1941-1989) In 1941 gaf Dalí zijn surrealistische stijl op voor een meer universele artistieke verklaring. Zijn interesse ging van persoonlijke obsessie over op universele thema's en hij raakte gefascineerd door religie en moderne wetenschap. Dalí keek terug ging inspiratie halen uit de klassieke en renaissancistische kunst. Ook keek hij vooruit naar de wetenschappelijke ontdekkingen van zijn eigen tijd. Leda Atomica – 1949 en voorbereidende studie René Magritte was een Belgisch surrealistisch kunstschilder. Het debuut van Magritte in de schilderkunst 1898-1967) was kubistisch, futuristisch en abstract werk, onder invloed van zijn werkbaas Victor Servranckx in de behangpapierfabriek UPL (les Usines Peters-Lacroix, in Machelen). Na de kennismaking met het werk van Giorgio de Chirico, in 1925, begon het werk van Magritte surrealistische elementen te assimileren. De Chirico beeldt voorwerpen zeer realistisch af maar in totaal verschillende causale en temporele contexten. De Chirico was van grote invloed op het werk van René Magritte. Magritte schreef dat in het schilderij Het liefdeslied de poëzie boven de schilderkunst uitsteeg, een ontdekking die hem tot tranen roerde. De onverwachte combinatie van een rubberen handschoen en een antiek borstbeeld vindt hij een nieuwe visie op de kunst, vrij van stereotiepe gewoontes van de geest. 1928-1929 De grote oorlog, 1964 Paul Delvaux (1898-1994) Abstraheren komt van het latijn abs-trahere en betekent weglaten, verwijderen, afstand nemen. De De letterlijke betekenis is bijgevolg, 'afstand nemen van de werkelijkheid’. abstracte Als een persoon afstand neemt van de werkelijkheid; kunst bijvoorbeeld van een realistisch of figuratief kunstwerk, dan wordt de verbeelding van de mens aangesproken. En daar is het nu net om te doen in abstracte kunst. De abstracte kunst is ouder dan het surrealisme, maar wordt hier behandeld omdat haar beginselen levenskrachtiger waren dan het surrealisme en een blijvende strekking voor de moderne kunst bleken. Parijs houdt op het voornaamste kunstcentrum te zijn. “Er bestaat geen abstracte kunst”, zei Picasso. Abstract is enkel een idee, terwijl een kunstwerk een Wat is ding met vorm en kleur is. abstracte Met abstract wordt ook aangeduid dat vormen en kleuren op zichzelf kunnen gebruikt worden, om een kunst ? ervaring mee te delen. Alle kunst is abstract. De kunstenaar moet geen trouwe kopie van de natuur maken. Echte kunst moet steeds de werkelijkheid transponeren tot vorm.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser