Hoofdstuk 4: Octrooirecht PDF
Document Details
Uploaded by PoisedMelodica3194
UC Leuven-Limburg
Tags
Summary
This document details national and international aspects related to patent law and protection of intellectual property rights. It discusses the differences in patent law between Belgium and Europe, and covers international agreements and procedures for patent applications.
Full Transcript
HOOFDSTUK 4: OCTROOIRECHT WETGEVEND KADER NATIONALE WETGEVING (VAN BOW NAAR ART. XI.1 WER) BOW (vroeger) en WER (huidig) geven enkel exclusieve rechten in België (territorialiteitsbeginsel) - Voor octrooibescherming in andere landen moet men lokale procedures instellen of een Europe...
HOOFDSTUK 4: OCTROOIRECHT WETGEVEND KADER NATIONALE WETGEVING (VAN BOW NAAR ART. XI.1 WER) BOW (vroeger) en WER (huidig) geven enkel exclusieve rechten in België (territorialiteitsbeginsel) - Voor octrooibescherming in andere landen moet men lokale procedures instellen of een Europees/internationale aanvraag indienen. - In België kunnen octrooihouders ook beroep doen op boek XV Europese teksten 1. EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE DE RECHTSBESCHERMING VAN BIOTECHNOLOGISCHE UITVINDINGEN Richtlijn regelt octrooien voor biotechnologosche vindingen - Doel = harmonisatie nationale wetgevingen - Voegt ethische demensie toe aan het octrooisysteem - In belgische Octrooiwet omgezet (28 april 2005) nu XI.1 WER 2. HET ‘OCTROOIPAKKET’: HET EENHEIDSOCTROOI EN HET EENGEMAAKT OCTROOIGERECHT In 2011 gebruikten veel lidstaten het systeem van ‘nauwere samenwerking’ (enhanced cooperation), waarbij een groep lidstaten gezamenlijke regels kan goedkeuren. Overeenstemming over ‘octrooipakket’ - 2 verordeningen (eenheidsoctrooiverordeningen) Verordening 1257/2012: Europees octrooi met eenheidswerking Stelt voorwaarden vast voor eenheidswerking van reeds verleende Europese octrooien Verordening 1260/2012: taalregime van toepassing op octrooi met eenheidswerking (Duits, Engels en Frans) - Internationale overeenkomst (UPC-overeenkomst) Oprichting van het Eengemaakt octrooigerecht Bevoegdheid voor alle nieuwe en bestaande Europese octrooien die gelden in een of meer van de deelnemende landen (13 landen) beperkt eengemaakt octrooi INTERNATIONALE TEKSTEN 1. UNIEVERDRAG VAN PARIJS TOT BESCHERMING VAN INDUSTRIËLE EIGENDOM Nationale behandeling en unionistisch voorrangsrecht bij octrooien duurt voorrang 12 maanden ( vs 6 maanden bij merkenrecht). 2. VERDRAG VAN WASHINTON TOT SAMENWERKING INZAKE OCTROOIRECHTEN PCT-verdrag vereenvoudigt octrooiaanvragen met één internationale aanvraag voor meerdere lidstaten 3. VERDRAG VAN MÜNCHEN INZAKE VERLENING VAN EUROPESE OCTROOIEN (EOV) Europees octrooi (zonder eenheidswerking) geen EU-rgelgeving. Doel EOV = eenvoudiger, goedkoper en zekerder octrooibescherming via een uniforme procedure en materiële regels beoordeeld door het Europees Octrooibureau (EOB). 4. TRIPS-OVEREENKOMST (1994) TRIPs versterkt UvP-regels, verhoogt internationale bescherming en garandeert naleving van verdragsverplichtingen door aangesloten landen. TOEPASSINGSDOMEIN EEN ‘UITVINDINGSOCTROOI’? (ART. XI.3 WER) Een uitvindingsoctrooi (patent) is een door de OH verleend tijdelijk exclusief recht op de exploitatie van ene uitvinding. - Een octrooi is een negatief recht (verbodsrecht) geeft houder recht om anderen te verbieden zijn uitvinding te gebruiken/na te maken. Geen absoluut recht om te commercialiseren, goedkeuring van commissies vereist. - Het exclusieve recht van OH in ruil voor openbaarmaking van de uitvinding, als vergoeding voor de bijdrage aan technische vooruitgang. - Octrooi verwijst ook naar het officiële document waarin dit recht wordt bevestigd. SOORTEN UITVINDINGSOCTROOIEN Een octrooi wordt verleend voor een uitvinding. Een uitvinding kan bestaan in een voortbrengsel of een werkwijze. - Voortbrengsel: materieel voorwerp dat op zichzelf een waarde, een economisch nut vertoont Vb: Een product, stof of een actief bestanddeel van een geneesmiddel Vb: Een nieuwe stekker, naaimachine, lamp... - Werkwijze: methode voor het fabriceren, bereiden, construeren, verkrijgen van een bepaald product of het bereiken van een bepaald resultaat Octrooihouder kan anderen niet beletten tot hetzelfde resultaat te komen met gebruik van andere methode/werkwijze. Verbodsrecht enkel laten gelden indien resultaat via beschermde procedé wordt bereikt. - Octrooi kan betrekking hebben op zowel een voortbrengsel als op een werkwijze EN voor één product kunnen meerdere octrooien worden aangevraagd. BESCHERMINGSVEREISTEN (ARt 52 EOV EN ART. XI.3 WER) Vw’en (cumulatief) waaraan een uitvinding moet voldoen om voor bescherming: 1. Nieuwheid 2. Uitvinderswerkzaamheid / inventiviteit 3. Industriële toepasbaarheid 4. Technisch karakter ( uitvinding mbt puur abstacte concepten) Technisch effect Technische overwegingen Technisch probleem Louter estetisch en geen technisch karakter? Geen octrooi 5. Bijkomende voorwaarde: uitvinding is niet uitgesloten Ofwel omdat materie niet als uitvinding wordt aanzien Ofwel omdat octrooiering ervan niet wenselijk wordt geacht (art. XI.4 en 5 WER) UITGESLOTEN VAN OCTROOIBESCHERMING (ART. XI.4-5 WER EN art 52-53 EVO) 1. Geen technisch karakter Uitsluiting geldt enkel voor zover octrooiaanvraag betrekking heeft op één van die onderwerpen of werkzaamheden als zodanig gemengde uitvindingen zijn niet persé uitgesloten Uitgesloten onderwerpen van octrooibescherming zijn: a) Ontdekkingen - Het moet een creatie veronderstellen, niet louter de ontdekking van iets dat al bestond. b) Natuurwetenschappelijke theorieën en wiskundige methoden (geen tastbaar resultaat) - Wél wanneer resultaat van werkwijze wordt ingezet voor specifiek doel c) Esthetische vormgevingen - Niet-technisch er bestaat een alternatieve beschermingsvorm, het auteursrecht d) Stelsels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, voor het spelen of voor de bedrijfsvoering - Vb: boekhoudplannen, databanken, financieringsplannen, business methods... e) Computerprogramma’s (gaat niet om computerprogramma’s als zodanig) - Auteursrecht beschermt het kopiëren van broncode, maar niet alternatieve manieren om dezelfde technische oplossingen uit te drukken in andere brondcode. - Octrooi beschermt ook de functionele elementen van software, reservekopieën en reverse engineering. - EOB oordeelt dat een computerprogramma deel kan uitmaken van een industrieel proces, maar geen octrooi krijgt als het alleen een programma is. - CGU's (computergeïmplementeerde uitvindingen) vereisen het gebruik van een computer of ander programmeerbaar apparaat - Uitz: octrooi wordt verleend als de uitvinding een technisch effect bewerkstelligt, verder dan de normale interactie tussen software en hardware (vereiste (verder technisch effect) f) De loutere presentatie van gegevens - Brochure of op een folder, of signalisatie met verkeersinfo 2. VAN BESCHERMING UITGESLOTEN UITVINDINGEN (ART XI.5 WER EN 53 EOV) Sommige creaties kwalificeren als uitvinding, maar octrooiering wordt niet wenselijk geacht. A) Biologisch materiaal en werkwijzen - Plantenrassen = ras op zich kan niet geoctrooieerd worden Wel octrooi ivm kweekproducten Uitvinding mbt planten wel octrooieerbaar indien de uitvoerbaarheid zich niet beperkt tot bepaald plantenras - Dierenrassen (idem als met plantenrassen) B) Werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten of dieren en producten ervan - Kruisingen of selecties zijn uitgesloten, tenzij een technische stap wordt toegevoegd. - Ook microbiologische of technische werkwijzen voor de farmaceutische sector of plantenveredeling zijn uitgesloten. C) Bijzondere regels mbt ‘de mens’ - Technisch geïsoleerde delen van het menselijk lichaam die door menselijk ingrijpen ontstaan (vb: cellen) kunnen worden geoctrooieerd. - Het klonen van mensen is uitgesloten van octrooi. D) Strijdigheid met de openbare orde en goede zeden - Geen octrooien voor uitvindingen waarvan commerciële exploitatie strijdig zou zijn met OO of goede zeden E) Chirurgische of geneeskundige behandelingsmethoden - Niet van toepassing op stoffen, mengsels of producten die nodig zijn voor deze methodes, of op farmaceutische producten. VEREISTE VAN NIEUWIGHEID (ART XI.6 WER en ART 54 EOV) Uitvinding is nieuw als deze niet deel uitmaakt van de stand van de techniek op de datum van indiening aanvraag. - Alles wat wereldwijd voor de aanvraag gekend, toegankelijk was - Publiek moet toegang hebben gehad tot de informatie. Octrooiaanvragen die eerder werden ingediend maar nog niet gepubliceerd, tellen mee voor de stand van de techniek. De anterioriteit moet alle relevante kenmerken van de uitvinding bevatten (compact) Nieuwheidsvereiste wordt zeer absoluut opgevat Octrooirecht beschermt geen latere, onafhankelijke 'dubbelcreaties'. - Onafhankelijk van de vorm Boek, tijdschrift, thesis… Voordrachten, thesisverdediging Koop, verkoop Uitzonderingen: - Openbaarmakingen binnen 6m vóór de aanvraag, door misbruik of op een internationeel erkende tentoonstelling. - Unionistsich recht van voorrang: een aanvraag in één unieland is 12 maanden beschermd tegen anticipaties in de hele unie. VEREISTE VAN INVENTIVITEIT of UITVINDERSWERKZAAMHEID (ART XI.7 WER en ART 56 EOV) Een uitvinding moet een inventiviteit vertonen, wat betekent dat deze niet voor de hand liggend mag zijn voor een deskundige met de juiste technische kennis. - Relevante deskundige is een technicus met gemiddelde vakkennis, vertrouwd met het vakgebied. - Uitvinding mag niet vanzelfsprekend voortvloeien uit de stand van de techniek. Beoordeling van inventiviteit gebeurt via de "probleem-oplossingstest" (PSA): 1. Identificeer de stand van de techniek. 2. Bepaal het objectief technische probleem dat de uitvinding oplost. 3. Beoordeel of de vakman obv de stand van de techniek de oplossing had kunnen vinden. Als de oplossing voor de hand ligt, is de uitvinding niet inventief. - Inventiviteit betekent niet dat alle onderdelen nieuw of onbekend moeten zijn. VEREISTE VAN INDUSTRIËLE TOEPASBAARHEID (ART. XI.8 WER – ART. 57 EOV) Uitvinding moet toepasbaar zijn in de nijverheid (handel, industrie, landbouw). - De aanvrager hoeft niet te bewijzen dat de uitvinding daadwerkelijk werkt, zolang het probleem wordt opgelost. - Moet kunnen worden vervaargdigd/toegepast - Dit criterium zal zelfden octrooieerbaarheid tegenhouden - Uisluiting: Chirurgische ingrepen Medische diagnostische methoden (wel evt stof, mengsel, apparaat dat dient voor diagnose) VERKRIJGING VAN HET RECHT Octrooi kan nationaal, Europees of internationaal worden aangevraagd. - Recht van voorrang van eerdere indiening: wie een aanvraag indient, heeft 12m voor bescherming in andere lidstaten van de verdragen, vanaf de datum van de eerste aanvraag (art XI.20 WER en art. 87 EOV). DE PROCEDURE TOT VERKRIJGEN VAN EEN BELGISCH OCTROOI: Eenvoudig en goedkoop (art XI.14-…WER): - Vooral indien bedrijf enkel bescherming nastreeft in België. - Kan als eerste indiening dienen om 12m recht van voorrang te krijgen voor andere landen. https://economie.fgov.be/nl/themas/intellectuele-eigendom/octrooien Wie kan octrooi aanvragen: - Uitvinder (art XI.9 WER) - Iemand anders dan de uitvinder: Vaderschapsrecht (art XI.13 WER) Uitvinder blijft schepper Ongeoorloofde praktijken? revindicatie (terugvorderen vaderschap) binnen 2j 1. INDIENING VAN EEN OCTROOIAANVRAAG Iedere persoon kan een Belgisch octrooi aanvragen: - Schriftelijke aanvraag bij DIE (dienst intellectuele eigendom) in Frans/Nederlands/Duits - Aanvraag moet aantal gegevens bevatten (art XI. 16 WER): 1. Een tot de minister gericht verzoek tot verlening van octrooi 2. Gegevens mbt identiteit van de aanvrager en van de uitvinders 3. Beschrijving van uitvinding moet voldoende duidelijk & volledig zijn, zodat deskundige deze kan toepassen: Technisch domein Stand van techniek Werkwijze van uitvoering Toepassingswijze 4. Eén/meer conclusies die beschermde onderwerp duidelijk & beknopt beschrijven 5. Tekeningen die verwijzen naar beschrijvingen of conclusies 6. Abstract: samenvatting van uitvinding als technische info voor derden 2. AANVAARDING VAN DE AANVRAAG Bij elke octrooiaanvraag wordt een ontvangstbewijs opgesteld. - Datum van indiening wordt toegekend als de aanvraag de minimumgegevens bevat. - Datum voor belang voor berekening beschermingstermijn. - Datum van ontvangst, tenzij de aanvrager het Unionistisch voorrangsrecht inroept. - Indien aanvraag niet compleet aanvrager geïnformeerd en krijgt de kans om de aanvraag aan te vullen binnen een termijn en tegen betaling van een tak 3. UITVOERING NIEUWHEIDSONDERZOEK door Europees Octrooibureau Nieuwheidsonderzoek: - Aanvrager dient dit binnen 18m na indiening aan te vragen, met betaling van de vereiste taksen (€300) (of recht van voorrang) - Enkel indien bescherming wil van 20 jaar - Doel = publicaties opsporen die stand van techniek bepalen aangegeven in rechercherapport of nieuwheidsverslag - Verslag bevat ook een schriftelijke opinie over andere octrooieerbaarheidsvereisten. - Verslag en opinie zijn informatief 4. PUBLICATIE VAN DE OCTROOIAANVRAAG (art XI.25 WER) Octrooiaanvragen worden 18m na indiening of voorrangsdatum gepubliceerd (om rechtszekerheid concurrentie te vergroten), tenzij de aanvraag binnen die periode is ingetrokken 5. VERLENING EN PUBLICATIE VAN HET OCTROOI (art XI.24 WER) Octrooi wordt verleend via een MB, meestal 18m na indiening (of prioriteitsdatum). - De aanvrager kan versnelling aanvragen als alle formaliteiten zijn voldaan - Volle uitwerking vanaf verlenings-/publicatiedatum - Verlening Belgisch octrooi op eigen risico van de aanvrager - Vermeld in Register der Uitvindingsoctrooien en gepubliceerd in Verzameling van Uitvindingsoctrooien Volledige dossier is vanaf die datum openbaar DE PROCEDURE TOT VERKRIJGEN VAN EEN EUROPEES OCTROOI (art 90-… EOV) Als een onderneming in meerdere Europese landen wil, kan zij kiezen voor een ‘Europees octrooi’ (art 90-… EOV), hetzij direct, hetzij voor het verstrijken van het recht van voorrang. - Eén aanvraag en procedure biedt bescherming in alle landen van het Europees octrooiverdrag (art 3 EOV). OVERZICHT De Europese octrooiverleningsprocedure bestaat uit 3 fasen: - Fase 1: Indiening aanvraag, formeel onderzoek, nieuwheidsonderzoek, publicatie aanvraag en rapport. - Fase 2: Onderzoek naar octrooieerbaarheidsvereisten, octrooiverlening (of afwijzing) en publicatie. - Fase 3: Eventuele oppositieprocedure. FASE 1: INDIENING VAN EEN EUROPESE OCTROOIAANVRAAG Wie? = Elke natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap kan aanvragen. Waar? = Bij het Europees Octrooibureau (EOB) of online. In welke taal? = In één van de officiële talen van het EOB (Duits, Engels, Frans) bij andere taal is vertaling binnen 2 maanden vereist. Inhoud aanvraag: 1. Formeel verzoek tot verlening van octrooi 2. Volledige identiteit van de aanvrager en uitvinders 3. Volledige en duidelijke beschrijving van uitvinding 4. Eén of meer duidelijke en beknopte conclusies (claims) 5. Tekeningen waarnaar beschrijving en conclusies verwijzen 6. Een uittreksel (abstract) Tijdens aanvraagprocedure kan aanvrager nog dingen wijzigen, zodra het is verleend niet meer. FASE 1: FORMEEL ONDERZOEK Aanvraag wordt door de aanvraagafdeling onderzocht op de aanwezigheid van noodzakelijke gegevens voor de indieningsdatum. - Er wordt gecontroleerd of taksen tijdig zijn betaald en of de vertaling is ingediend bij ontbrekende documenten wordt de aanvraag geweigerd. - Indien nodig wordt een termijn gesteld om ontbrekende gegevens aan te vullen FASE 1: NIEUWHEIDSONDERZOEK Door afdeling nieuwheidsonderzoek van het EOB uitgevoerd, gelijktijdig met het formeel onderzoek. - Binnen 5m na indiening wordt een nieuwheidsverslag opgesteld met een eerste standpunt over de octrooieerbaarheidsvoorwaarden. - Het verslag, samen met afschriften van de aangehaalde literatuur, wordt naar de aanvrager gestuurd. FASE 1: PUBLICATIE VAN DE AANVRAAG EN VAN HET NIEUWHEIDSVERSLAG De aanvraag en het nieuwheidsverslag worden gepubliceerd 18 maanden na de indiening. - Dit is de 'A'-publicatie, die de status van aangevraagde octrooi toont. - Inhoud kan verschillen van uiteindelijke 'B'-document (= octrooi zoals het later wordt toegekend) - Publicatie in Europees Octrooiblad FASE 2: ONDERZOEK TEN GRONDE De aanvrager moet uitdrukkelijk schriftelijk verzoeken om de tweede fase te starten binnen 6 maanden na publicatie van het nieuwheidsverslag (verlengbaar met 1 maand). - Bij geen initiatief wordt de aanvraag geacht ingetrokken. - Dossier wordt naar de onderzoeksafdeling van het EOB gestuurd voor onderzoek naar de grondvoorwaarden en de duidelijke beschrijving. FASE 2: OCTROOIVERLENING EN PUBLICATIE Onderzoeksafdeling besluit of de aanvraag wordt afgewezen of het Europees octrooi wordt verleend. - Bij verlening moet de aanvrager akkoord gaan met de voorgestelde tekst. - Beslissing wordt van kracht zodra deze in het Europees Octrooiblad wordt gepubliceerd octrooi is geldig. - Europees octrooi kan per land verschillende inhoud hebben, maar heeft dezelfde rechtsgevolgen als een nationaal octrooi. FASE 3: DE OPPOSITIE- EN BEPERKINGSPROCEDURE Binnen 9m na publicatie van octrooiverlening kan iedereen oppositie instellen bij het EOB na deze termijn kan een derde partij tussenbeide komen als er een inbreukprocedure is gestart op basis van het octrooi (art 105 (1) (a) EOV) Oppositie kan worden ingediend obv: - Octrooieerbaarheid (art. 52-57 EOV) materiële octrooieerbaarheidsvereisten - Onvoldoende duidelijke beschrijving van de uitvinding - Octrooi dekt niet de inhoud van de oorspronkelijke aanvraag bij EOB De oppositieafdeling beslist of het octrooi gehandhaafd blijft, in gewijzigde vorm of wordt herroepen. Bij geen oppositie kan het Europees octrooi op verzoek van de houder zelf worden herroepen of gewijzigd. FASE 3: BEROEPSPROCEDURES Beroep tegen een beslissing van de aanvraag-, onderzoeks- of oppositieafdeling kan binnen 2 maanden worden ingesteld bij de Kamer van Beroep. - De Grote Kamer van Beroep behandelt rechtsvragen over de interpretatie van het Europees octrooiverdrag en kan uitzondelijk oordelen over ernstige procedurefouten die kunnen leiden tot nietigheid van beslissing in beroep Schematische voorstelling DE PROCEDURE TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN EUROPEES OCTROOI MET EENHEIDSWERKING (wetgeving: UPC 19/2/2013) De procedure voor het eenheidsoctrooi is identiek aan die voor het klassieke Europese octrooi en zal bij EOB gevoerd worden keuze voor traditioneel octrooi of eenheidsoctrooi pas aan einde van de procedure. DE INTERNATIONALE PROCEDURE (PCT-ROUTE) Wereldoctrooi bestaat niet: - Bundel van nationale octrooinaanvragen - Bescherming geregeld door nationale octrooiwetten - Kosten lager dan afzonderlijke aanvraag in elk land 1. INTERNATIONALE FASE Eerste fase: internationaal nieuwheidsonderzoek en voorlopige beoordeling van vraag of de uitvinding beantwoordt aan materiële octrooieerbaarheidsvereisten. - Na 18m wordt de aanvraag en het nieuwheidsrapport gepubliceerd op de WIPO-website. 2. DE NATIONALE FASE Na de eerste fase moet de indiener beslissen of hij de nationale fase voortzet in geselecteerde landen. - Moet binnen 30 maanden na indiening gebeuren, met bepaalde formaliteiten - Vanaf dan verleningsprocedure volgens nationale regels van elk land Vereenvoudigde procedure - De PCT-procedure leidt niet tot een internationaal octrooi, maar biedt een dossier voor de verdere nationale verleningsprocedures. - Voordelen van de PCT-procedure: kostenbesparing en tijdsvoordeel (internationale fase kan tot 30 maanden duren). Schematisch overzicht TITULARIS VAN HET RECHT UITVINDERSBEGINSEL (ART XI.9 WER) Recht op een octrooi komt toe aan de uitvinder of aan zijn rechtverkrijgende - Kan met alle middelen van recht worden bewezen - Uitvinder moet natuurlijk persoon zijn (gaan Ai) en kunnen ook meerdere personen zijn die een substantiële bijdragen hebben geleverd. Kijken naar concrete omstandigheden die rol hebben gespeeld bij totstandkoming uitvinding Indien meerder uitvinders: ieder aandeel wordt vermoed gelijk te zijn: Wettelijk vermoeden (vatbaar voor tegenbewijs) Aangeraden om contractueel te regelen (art XI.49) - Octrooi aanvraag verleend octrooi - Tegenwoordig uitvinder vaak heel team van onderzoekers REVINDICATIEVORDERING (ART XI.10 WER) Degene die de octrooiaanvraag indient, wordt verondersteld de gerechtigde te zijn DIE en EOB onderzoeken niet of de indiener ook daadwerkelijk de uitvinder is. - Wettelijk weerlegbaar vermoeden van persoon die de octrooiaanvraag indient. - Bij onrechtmatige/ongeoorloofde ontvreemding vordering tot revindicatie Binnen 2j na octrooi-verlening, mits bewijs van intellectuele en creatieve bijdrage (kwade trouw is niet vereist). - Starten binnen 4j na aanvraag (3j na verlening) - Uiterst zelden gebruik UITVINDINGEN IN DIENSTVERBAND GEEN (ALGEMENE) WETTELIJKE REGELING In België is er geen standaardoplossing voor uitvindingen van werknemers in dienstverband - Contractvrijheid geldt, dus WG en WN kunnen zelf afspraken maken over rechten op een uitvinding. - Bij gebrek aan OK verschillende categorieën van toepassing: 1. DIENSTUITVINDINGEN Uitvindingen die rechtstreeks gevolg zijn van uitvoering van onderzoekstaken waarmee de werknemer door de werkgever werd belast: - Vermogensrechten op dienstuitvindingen komen toe aan de WG zonder verschuldigde vergoeding aan WN 2. AFHANKELIJKE UITVINDINGEN Uitvindingen zonder dienstuitvindingkenmerken, maar wel gerelateerd aan de taken van de WN of het bedrijf, kunnen leiden tot betwisting over eigendomsrechten. - Er is betwisting over of de WN of WG de vermogensrechten krijgt. - Als de WN de eigendomsrechten behoudt, kan hij beperkt worden door (art 17 WAO): Een concurrentieverbod. Een verbod op het bekendmaken van fabrieksgeheimen. 3. VRIJE UITVINDINGEN Restcategorie: uitvindingen die niet als dienst- of onafhankelijke uitvindingen kunnen worden gekwalificeerd - Uitvindingen die een WN in zijn vrije tijd, met eigen middelen en initiatief maakt, blijven eigendom van de WN. REGELING voOR UITVINDINGEN AAN VLAAMSE UNIVERSITEITEN EN HOGE SCHOLEN Decreet 20/12/2013 regelt overdracht van vermogensrechten op uitvindingen van universiteiten en hogescholen aan de instelling. - Enkel voor academisch personeel, niet voor vrijwilligers of studenten. - Tegenprestatie overdracht = recht op billijk aandeel in opbrengsten uit exploitatie vd vinding BESCHERMINGSOMGVANG EEN MOREEL RECHT VOOR DE UITVINDER De uitvinder heeft recht op vaderschapsrecht (art. XI.13 WER), wat beperkt blijft tot vermelding in het octrooidocument, in tegenstelling tot het auteursrecht. EEN UITSLUITEND RECHT TOT EXPLOITATIE VOOR DE OCTROOIHOUDER IN BEGINSEL Octrooihouder heeft tijdelijk een exclusief exploitatierecht (art XI.3 WER): - Beschermingsomvang is complex en vereist nauwkeurige formulering van conclusies rond octrooiclaims. - Octrooiaanvraag en verleend octrooi kunnen verschillen in conclusies. - Bij afhankelijke uitvindingen moet de octrooihouder onderhandelen over licenties met andere octrooihouders, vaak via kruislicenties. - De reële waarde van een octrooi ligt in de mogelijkheid om anderen bepaalde handelingen te verbieden. - Octrooi-inbreuk gebeurt zonder toestemming van de octrooihouder. ONDER VOORBEHOUD VAN EEN DWANGLICENTIE BIJ NIET-EXPLOITATIE Minister kan een licentie tot exploitatie verlenen als de octrooihouder de uitvinding niet binnen 4 jaar na de aanvraag of 3 jaar na de verlening in België uitbaat (art. XI.37 WER). HET RECHT TOT OVERDRACHT OF LICENTIE (art XI.49-51 WER) HET RECHT TOT OVERDRACHT VAN HET OCTROOI Octrooihouder heeft recht om zijn octrooi (of octrooiaanvraag) aan derde over te dragen. - Kan tegen vergoeding of gratis - Overdracht kan geheel/gedeeltelijk zijn Indien gedeeltelijk: situatie van mede-eigendom (art XI.49 WER) - Zolang octrooihouder in leven is moet elke overdracht schriftelijk vastgelegd worden - Overdracht moet meegedeeld worden aan DIE (art XI.50 WER) HET RECHT TOT VERLENEN VAN OCTROOILICENTIES Octrooilicentie is een OK waarbij de octrooihouder aan een derde toestemming verleent om zijn uitvinding of onderdeel ervan te exploiteren: - Octrooihouder blijft eigenaar van het octrooi - Schriftelijk op straffe van nietigheid HET RECHT OM OP TE TREDEN TEGEN INBREUK NATIONALE OCTROOIEN OF EUROPESE OCTROOIEN ZONDER EENHEIDSWERKING MET GELDING IN BELGIË Inbreukmakende handelingen Octrooi geeft de houder het recht om derden zonder toestemming bepaalde handelingen te verbieden (art XI.29 WER) - Indirecte inbreuk = het met kennis van zaken aanbieden of leveren van middelen betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding met het oog op de toepassing of exploitatie van de geoctrooieerde uitvinding Inbreuk vereist niet identieke werkwijze, maar essentiële kenmerken van de uitvinding. - Inbreuk bij equivalentie: optreden tegen een derde die een uitvinding gebruikt waarin bepaalde kenmerken zoals beschreven in het octrooi werden vervangen door technisch equivalente kenmerken (wanneer hetzelfde resultaat wordt bereikt) - Straf? Zowel burgerrechtelijk als strafrechtelijke vervolging (art XI.334 §1, 2 WER) - Geldt enkel voor een ‘verleend’ octrooi Uitzonderingen en beperkingen A) Bepaalde wettelijk omschreven gebruiksdaden - Art XI.34 WER B) Het uitputtingsbeginsel - Na verkoop van het octrooi-onderwerp in België verliest de octrooihouder zijn controle, en kan hij niet meer optreden tegen verdere handelingen met dat product (art XI.34 §2 WER). Geldt voor nationale uitputting & volgens art 34-36 VWEU ook voor regionale uitputting C) Exceptie van voorgebruik en persoonlijk bezit Een derde die voor de indiening van de octrooiaanvraag in België dezelfde uitvinding gebruikte, mag deze blijven exploiteren, mits hij voldoet aan de voorwaarden van art XI.36 WER: 1. Aantonen van daadwerkelijk gebruik of kennis vóór de prioriteitsdatum 2. Te goeder trouw en rechtmatige verwerving van kennis 3. Voorgebruik in België 4. Beperkingen op wie het kan inroepen. D) De gedwongen licentie wegens onvoldoende exploitatie (art XI.37 WER) Als de octrooihouder besluit de uitvinding niet te exploiteren, kan de minister van Economische Zaken een dwanglicentie verlenen aan een belanghebbende die aantoont dat: - De uitvinding niet wordt geëxploiteerd (geen fabricage of invoer) - Vruchtelose pogingen zijn gedaan om een vrijwillige licentie te verkrijgen - Hij over de benodigde middelen beschikt om de uitvinding te exploiteren. E) De gedwongen licentie wegens afhankelijkheid Eigenaar van een afhankelijk octrooi heeft toestemming nodig van de houder van het dominante octrooi. - Weigert de houder, kan de minister van Economische Zaken de dominante houder verplichten een licentie te verlenen. - De aanvrager moet aantonen dat: Het afhankelijke octrooi een aanzienlijk technisch belang heeft. Het gebruik van het dominante octrooi noodzakelijk is voor exploitatie. F) De gedwongen licentie in het belang van volksgezondheid (art. XI.38 WER) Niet-exclusieve licentie kan worden verleend voor: - Geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, diagnostische producten of afgeleide therapeutische producten - Werkwijzen of producten voor de vervaardiging van bovenstaande - Diagnostische methoden buiten het menselijke of dierlijke lichaam Licentie wordt verleend door de Koning. DUUR VAN HET RECHT NORMALE DUURTIJD (ART XI.47 WER) Het octrooi verleent aan de houder slechts een uitsluitend recht gedurende de wettelijk voorziene beschermingsduur normaal 20 jaar vanaf datum indiening van aanvraag. AANVULLENDE BESCHERMINGSDUUR VOOR BEPAALDE UITVINDINGEN: DE ABC’S Europese verordeningen 1992/2009 en 2006 betreffende invoering van een aanvullend beschermingscertificaat: geneesmiddelen met max 15j en 6m verlengen. - Mag nooit langer duren dan 15j na de eerste EU-handelsOK voor een geneesmiddel met dezelfde werkzame stof als het gepatenteerde product - Reden voor toekenning van ABC's (of SPC's) is dat producten pas na een langdurige vergunningsprocedure, die de effecten op volwassenen en kinderen afzonderlijk aantoont, gecommercialiseerd kunnen worden in het belang van de volksgezondheid In praktijk blijft er weinig over van normale 20 jarige octrooiduur EINDE VAN HET RECHT NIETIGVERKLARING VAN HET OCTROOI (ART. XI.57 WER en 138 EOV) Belanghebbenden kunnen de rechtbank vragen om een octrooi nietig te verklaren als: 1. Voorwerp van octrooi niet voldoet aan 1 van de fundamentele geldigheidsvereisten 2. De beschrijving onduidelijk of onvolledig is 3. Onderwerp van octrooi niet gedekt wordt door de aanvraag 4. De octrooihouder geen rechthebbende is Gedeeltelijke nietigverklaring is ook mogelijk, waarbij de conclusies worden aangepast nietigverklaring heeft terugwerkende kracht tot de aanvraagdatum. HERROEPING OF BEPERKING (ART. XI.56 WER en 105BIS E.V. EOV) Octrooi kan volledig of gedeeltelijk retroactief worden herroepen, zowel op initiatief van de houder als via derden kan nationaal of Europees via het EOB. VERVAL VAN HET OCTROOIRECHT VERSTRIJKEN VAN DE GELDIGHEIDSDUUR (ART XI.47 WER) Werd hoger besproken. NIET-BETALING VAN INSTANDHOUDINGSTAKSEN (ART XI.47 WER) Octrooihouder moet vanaf het derde jaar jaartaksen betalen om het octrooi te behouden taks stijgt naarmate het octrooi langer duurt. - Niet-betaling? binnen 6m worden rechtgezet, anders vervalt octrooi automatisch. AFSTAND VAN HET OCTROOI (ART XI.55 WER) Octrooihouder kan geheel of gedeeltelijk afstand doen van het octrooi via verklaring aan minister. - In tegenstelling tot nietigverklaring en herroeping is er hier geen terugwerkende kracht. HET ALTERNATIEF VAN GEHEIMHOUDING OCTROOIEREN OF GEHEIMHOUDEN Veel bedrijven kiezen ipv octrooieren voor geheimhouding (vb: recept Coca-cola) - Bij geheimhouding blijven innovatiedetails vertrouwelijk zou kunnen leiden tot feitelijke exclusiviteit gedurende een termijn die de duur van het octrooirecht overtreft - Het is dus afwegen tussen beide systemen: - Redenen om geen octrooi aan te vragen (kosten, onzekerheid) indien geen geheimhouding, kan defensieve publicatie verstandig zijn. - Door de uitvinding te publiceren, wordt voorkomen dat anderen deze octrooieren en monopolierecht claimen. - EU-richtlijn beschermt bedrijfsgeheimen tegen onrechtmatig gebruik, verwerving of openbaarmaking van vertrouwelijke knowhow en bedrijfsinformatie. BEWIJS VAN IDEEËN, CREATIES, CODES OF ANDERE INNOVATIES In een vroeg stadium is registratie vaak nog niet mogelijk, waardoor ideeën kwetsbaar zijn. Hoe bewijs je dat het idee van jou komt? - Bewijs van een vaste datum kan via neerlegging bij een officiële instantie, zoals een notaris of AAPD-registratiekantoor. De echtheid is gegarandeerd, terwijl de inhoud geheim blijft. - Alternatieven: BBIE: i-depot WIPO: WIPO Proof HOOFDSTUK 5. ANDERE INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN TEKENINGEN- EN MODELLENRECHT (DESIGN LAW) WETGEVEND KADER Benelux: Beneluxverdrag (2005) voor merken en modellen. EU: - EUIPO (2002): Gemeenschapsmodel met uniforme rechten voor alle lidstaten, volgens Harmonisatierichtlijn 98/71/EG. - Niet-geregistreerd model (2002): Bescherming voor 3 jaar zonder formaliteiten, mits openbaar gemaakt in de EU en aan beschermingseisen voldoet. Internationaal: verdragen met voorrangsrecht en mogelijkheid tot internationaal depot. TOEPASSINGDOMEIN Beschermt het uiterlijk van een product of een deel ervan, niet de onderliggende ideeën. - Tekening: tweedimensionaal ontwerp (vb: kleuren, figuren, schikking van lijnen) - Model: driedimensionaal ontwerp (vb: stoel, scheerapparaat) Cumulatie met auteursrecht, merkenrecht en octrooi is mogelijk. BESCHERMINGSVEREISTEN (ART 3.1- …WER) Het modellenrecht beschermt het uiterlijk van een product of een deel daarvan. Voor geldigheid moet het uiterlijk: 1. Nieuw zijn 2. Een eigen karakter hebben Het gaat hierbij dus om het uiterlijk, niet de functionaliteit van het product. NIEUWHEID Het betreft objectieve nieuwheid: er mag geen identieke tekening of model openbaar zijn voor de depotdatum, met een respijttermijn van 12 maanden ten aanzien van vormgevingserfgoed binnen de sector. EIGEN KARAKTER Een model moet bij een geïnformeerde gebruiker een andere indruk wekken dan bestaande ontwerpen, rekening houdend met de ontwerpvrijheid. - Geen bescherming voor elementen die enkel een trend/stijl weerspiegelen - Geïnformeerde gebruiker is meer gespecialiseerd dan een gewone gebruiker, maar hoeft geen expert te zijn. Beoordeling in concreto 4 etappes 1. Bepaal sector waarin voortbrengselen zullen worden geïncorporeerd of toegepast 2. Identificeer geïnformeerde gebruiker en zijn kennisniveau 3. Beoordeel creatievrijheid van ontwerper 4. Bepaal resultaat van vergelijking van kwestieuze modellen WETTELIJK UITGESLOTEN Bepaalde modellen door wet uitdrukkelijk uitegsloten van bescherming: 1. Tekeningen/modellen waarvan uiterlijk alleen door de technische functie wordt bepaald (vb: driehoekig grondpiket) 2. Modellen met wapens, vlaggen, emblemen of staten- en organisatienamen, of in strijd met OO 3. Uiterlijk van bepaalde verbindingsstukken VERKRIJGING VAN HET RECHT Recht op tekening/model ontstaat bij eerste depot, dat kan worden aangegaan bij: - bevoegde nationale dienst - BBIE in Den Haag - internationale inschrijving te Genève - EUIPO in Alicante Geen onderzoek naar geldigheidsvereisten: alleen formele voorschriften In de EU: bescherming voor niet-geregistreerde modellen ontstaan zonder enige formaliteit. - Kleine beschermingsomvang dan geregistreerd model Cumul met andere Intellectuele rechten Samenloop met auteursrecht is mogelijk - Debot plaasten en AR niet inroepen - Geen depot en AR inroepen - Tegelijkertijd beide beschermingen inroepen Cumul met merkbescherming mogelijk - Bepaalde vormen van merkbescherming zijn uitgesloten owv de aard van de waar Cumul met octrooirecht - Controleren of de uitvinding en de vorm materieel kunnen worden gescheiden - Indien vorm niet essentieel is kan dubbele bescherming - Indien vormgeving noodzakelijk verbonden met octrooi is tekening-en modellenrecht uitgesloten Hoe tekening- of modelrecht verkrijgen Door eerst depot - Bij DIE- FOD Economie - Beneluxbureau voor de Intellectuele Eigendom - Internattionale inschrijving te Genève Geen onderzoek - Enkel de formele voorschrijften - Geldigheid kan betwist worden voor de RB BESCHERMINGSOMVANG (ART. 3.16 E.V. BVIE) EXCLUSIEVE RECHTEN Het depot geeft de titularis een exclusief exploitatierecht: - Modelhouder kan het model exploiteren of licenties verlenen. - Modelhouder kan zich verzetten tegen gebruik of latere registratie door derden van gelijke/verwante ontwerpen dat bij geïnformeerde gebruiker geenn andere algemene indruk wekt Bij inbreukprocedures: vaak tegenvordering tot nietigverklaring door verweerder UITZONDERINGEN Uitzonderingen (art. 3.19-3.20 BVIE): 1. Uitputtingsbeginsel is van toepassing 2. Beperking op exclusief recht bij voorgebruik door derden 3. Geen verzet tegen handelingen in particuliere sfeer of reproducties voor onderwijs/illustratie. 4. Geen gebruiksplicht of gedoogtermijn. Twee bijzondere situaties in systeem gemeenschapsmodel: 1. Reproductie voor illukstratie toegestaan 2. Reparatieclausule: geen bescherming voor modellen die deel uitmaken van een samengestelde voortbrenging voor reparatie. DUUR VAN HET RECHT Een tekening/model is 5 jaar beschermd na depot (art 3.14 lid 1 BVIE), verlengbaar met 5 jaar per keer tot max. 25 jaar (4 verlengingen). - Verlengen vereist betaling van vernieuwingstaks. - Niet-ingeschreven modellen in de EU zijn 3 jaar beschermd na openbaarmaking. EINDE VAN HET RECHT VERVAL Recht op tekening/model vervalt automatsch bij: 1. Verstrijken geldigheidsduur 2. Vrijwillige doorhaling van de inschrijving 3. Door handelingen in verband met de internationale inschrijving Geen situaties van verval na vaststelling door rechtbank NIETIGVERKLARING Gevallen waarin geen recht op inschrijving verkregen kan worden en dit recht nietig verklaard wordt staan op niet exhaustieve wijze in art. 3.6 BVIE. - Verdere nietigheidsgronden in art. 3.23 BVIE Situatie waarbij tekening of model niet voldoet aan definitie KWEKERSRECHT WETGEVEND KADER UPOV-verdrag (1961): Internationaal verdrag voor de bescherming van kweekproducten - Belgische wet voor kweekproductbescherming (1975) - Mogelijkheid voor internationale aanvraag via UPOV - Recht van voorrang van 12 maanden op basis van eerdere aanvraag in een UPOV- lidstaat Titel 3 Boek XI WER (art. XI.104-XI.162 WER) Gemeenschapskwekersrecht: Verordening EG 2100/94 (27 juli 1994) TOEPASSINGSDOMEIN Bescherming geldt voor kweekproducten en rassen van alle botanische geslachten en soorten, inclusief hybriden. - Alleen nieuwe rassen van kwekers worden beschermd. - Belangrijk is het onderscheid tussen ras en soort. BESCHERMINGSVEREISTEN Een kwekerscertificaat wordt slechts verleend voor een ras dat aan volgende vereisten voldoet: 1. Onderscheidbaarheid Art XI.106 WER: duidelijk verschil met een ander ras Vb: blasvorm, kleur, smaak, voedingswaarde, geur, zuurte/suiker van de vruchten 2. Homogeen Eigenschappen bij alle planten van het ras Variaties zijn mogelijk 3. Bestendig Eigenschappen worden behouden 4. Nieuw octrooirecht Art XI.109 WER 5. Rasbenaming Art XI.110-…WER: verschillend en geen verwarring Goedkeuring door Dienst Er bestaat geen ras in het kwekersrecht!!!!!! VERKRIJGING VAN HET RECHT De kweker dient een aanvraag in bij de DIE voor bescherming. Het proces omvat: 1. Formeel onderzoek 2. Aanvraag ingeschreven in het Register der Aanvragen 3. Onderzoek ten gronde (gebeurt niet in België) 4. Beslissing tot toekenning ras + officieel monster 5. Aflevering kwekerscertificaat + geschikt bevonden ras benaming ingeschreven in Rassenregister BESSCHERMINGSOMVANG EXCLUSIEF EXPLOITATIERECHT Kwekersrecht geeft een exclusief recht op commerciële voortbrengen, vermeerderen, opslaan en verhandelen van rascomponenten die planten kunnen voortbrengen (art. XI.113 WER) - Vermogen tot vermeerdering = cruciaal - Exploitatieplicht: Houder moet beschermde ras in stand houden Houder moet inlichtingen en monsters kunnen verschaffen Indien nalatigheid: verval recht UITZONDERINGEN Kwekersrecht strekt zich niet uit tot (art. XI.116): - Handelingen in particuliere sfeer of voor niet-commerciële doeleinden - Handelingen voor experimentele doeleinden en wetenschappelijk onderzoek - Breeders exemption": handelingen die genetische bronnen gebruiken voor het ontwikkelen van verbeterde rassen, zelfs voor commercieel gebruik Uitzondering van het landbouwersvoorrecht “farmers privilege” (art. XI.115 WER) Duur van het recht Geldt tot het einde van het 25ste kalenderjaar na verlening, of 30 jaar voor wijnstokken, bomen. - Recht blijft geldig bij jaarlijkse betaling van een taks bij niet-betaling vervalt het recht automatisch. - Respijttermijn van 2m na vervaldag om de taks alsnog met toeslag te betalen. RECHT VAN BESCHERMING VAN TOPOGRAFIEËN VAN HALFGELEIDERSPRODUCTEN (‘CHIPS’) Een chip bestaat uit meerdere lagen met geëtste designs, waarop microscopische schakelingen en verbindingen zijn vastgelegd – geïntegreerd circuit. - Bescherming geldt alleen voor het specifieke design of de topografie van de chip (=het driedimensionale patroon van verbonden lagen) Voorwaarden bescherming: topografie is het voortbrengsel van eigen intellectuele inspanning van de maker en is niet algemeen bekend in de halfgeleiderindustrie (art XI.319-… WER) - Automatische bescherming, zonder vormvereisten - Geldt 10 jaar na exploitatie of 15 jaar na vastlegging Na 15 jaar zonder exploitatie vervalt het exclusieve recht - Houders hebben het exclusieve recht op reproductie en commerciële exploitatie. Beschermingsmechanisme: - Auteurswet: ja maar niet origineel - Software wet: ja, maar slechts enkele componenten - Octrooi: nee, want geen uitvinding en niet nieuw Uitzonderingen: - Houder van recht kan zich niet verzetten tegen daden van reproductie die tot doel hebben het wezen van een chip te begrijpen en doorgronden (‘reverse engineering’) - Personen die te goeder trouw chips exploiteren zonder te weten dat het om een beschermd halfgeleiderproduct gaat - Onderwijs, analyse, evaluatie - Communuautaire uitputting creaties van werknemers Inleiding Creatie van of uitvinding door werknemer - Wie is eigenaar? Werkgever Werknemer Wetgever regime uitgewerkt voor - AR, CR, DB, Kweekproducten, Top Halfgeleiders, Tek&Mod - Geen regeling voor octrooien Uitvinding Geen algemenen wettelijke regeling - Contractvrijheid tussen WG en WN - Veel arbeidsOk ten voordele van de WG Indien geen OK: - Dienstuitvinding Rechtstreeks gevolg van onderzoekstaken opgelegd door WG Morele rechten a/d uitvinder (WN) Vermogensrechten a/d WG - Afhankelijke uitvindingen Niet tgv dienstuitvoering, toch een verband (min duidelijke inbreng v/d WG: financieel, materieel, intellectueel…) Wn blijft eigenaar - Vrije uitvindingen: uitvinding in de vrije tijd van de WN Regeling voor Vlaamse universiteiten en hogescholen - Art 169ter Universiteitsdecreet en art 215bis HSdecreet - Morele rechten: WN (leerkracht) (onderzoeker) - Vermogensrechten: WG (hogeschool) maar WN krijgt recht op billijk deel in de geldelijke opbrengsten Auteurswerken (art 167, §3 WER) In kader van gewone taken, komen niet automatisch aan WG toe Uitdrukkelijke OK tot overdracht is vereist - Twijfel aan OK? voordeel aan WN - Gedetailleerde opsomming van exploitatiewijze is vereist indien WG ruimere rechten wil verwerven (vb: werken niet in kader van normale arbeidstaak) Computerprogramma’s Valt eigenlijk onder AR Bescherming van WN-creaties geregeld in softwarewet - WG: vermogensrechten - WN: morele rechten Databanken Beschermd door AW - Idem als computerprogramma’s indien databank gemaakt in kader van normale taken niet in cultureel sector - WG: vermogensrechten - WN: morele rechten Sui generis bescherming - Indien het gaat om een niet-originele databank (= databank beschermd owv financiële redenen en niet omwille van hun originaliteit) - Rechten komen toe aan WG Chips Analoog a/d softwarewet - WG: vermogensrechten bij normale uitoefening van de functie door WN - WN: morele rechten Merken Minder relevant - Merk kleeft aan product of dienst - Niet aan een persoon (WG/WN) Rechten komen toe aan WG - Mbt producten of diensten v/e onderneming - Ontwerp WN in principe op vraag van WG Baseline met merkrecht heeft niks te maken met merkrecht maar auteursrecht van toepassing.