Psychologie en Sociologie samenvatting PDF

Summary

Deze samenvatting beschrijft de basisprincipes van psychologie en sociologie, met aandacht voor hun onderzoeksgebieden en de relatie tussen beide. Het behandelt de verschillen tussen mensenkennis en wetenschap, en de belangrijkste concepten van ontwikkelingspsychologie. Het bevat ook verschillende aspecten van menselijke ontwikkeling en hechtingsstijlen.

Full Transcript

H1: PSYCHOLOGIE Psychologie: de wetenschap van het menselijk gedrag - - **Onderzoeksgebieden (6)** 1. 2. 3. 4. 5. 6. SOCIOLOGIE Sociologie: de wetenschap van het samenleven - - **Onderzoeksgebieden (3)** 1. 2. 3. Waarden EN normen Normen: zijn regels over hoe je je m...

H1: PSYCHOLOGIE Psychologie: de wetenschap van het menselijk gedrag - - **Onderzoeksgebieden (6)** 1. 2. 3. 4. 5. 6. SOCIOLOGIE Sociologie: de wetenschap van het samenleven - - **Onderzoeksgebieden (3)** 1. 2. 3. Waarden EN normen Normen: zijn regels over hoe je je moet gedragen Waarden: zijn dingen die je belangrijk vindt, zoals eerlijkheid, respect VERBAND TUSSEN SOCIOLOGIE & PSYCHOLOGIE Verschillen Sociologie & Psychologie: Psychologie Sociologie ------------------------------------------------- -------------------------------------- Individueel gedrag Groepsgedrag Oorzaak van gedrag ligt in psychische processen Oorzaak van gedrag ligt bij de groep WETENSCHAP EN MENSENKENNIS Mensenkennis: de persoonlijke kennis die iedereen heeft over mensen, verzameld door dagelijkse ervaringen Wetenschap: het ontdekken hoe dingen werken door te onderzoeken en testen. Verschillen tussen mensenkennis & wetenschap Mensenkennis Wetenschap -------------------------------------------------- ------------------------ Subjectief Objectief Weinig kritisch Kritisch Gebaseerd op toevallige, persoonlijke ervaringen Gebaseerd op onderzoek WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEKMETHODES: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 4 OPVOEDINGSSTIJLEN - - - - Volgens **Robert Havighurs**t moet een mens in elke levensfase enkele specifieke **ontwikkelingstaken** uitvoeren. - - - ontwikkelingsfase leeftijd ---------------------- ---------------------- Prenatale fase bevruchting-geboorte baby 0-1 jaar peuter 1-3 jaar kleuter 3-6 jaar schoolkind 6-12 jaar adolescentie 12-20 jaar vroege volwassenheid 20-30 jaar middenvolwassenheid 30-65 jaar late volwassenheid 65-\...jaar ONTWIKKELINGSGEBIEDEN - - - **Cognitief**: Wat het functioneren van verstand betreft **Temperament**: aangeboren deel van onze persoonlijkheid dat bepaalt hoe we reageren op onze omgeving **Affectief**: betrekking hebbend op gevoelens, emoties H3: PRENATALE ONTWIKKELING: (ontwikkeling van een baby in de baarmoeder) bevruchte eicel: zygote zwangerschapsduur: 38 weken -\> wordt geteld vanaf de conceptie of bevruchting Fysieke ontwikkeling: vanaf 8ste week: geen embryo, maar een foetus Cognitieve ontwikkeling: deze dingen kunnen de hersenontwikkeling van een ongeboren baby stimuleren: - - - Socio-emotionele ontwikkeling: hechting: een ouder krijgt een band met zijn of haar baby Externe invloeden die een negatieve impact kunnen hebben op de ontwikkeling van een foetus/baby en zwangerschap/geboorte: - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - **Veilige hechting**: een vertrouwensband tussen kind en verzorger, waarin het kind zich veilig en ondersteund voelt. - - **Afwerende hechting**: een hechtingstype waarbij een kind zowel nabijheid zoekt als weerstand toont door onzekerheid over de verzorger. - - **Vermijdende hechting**: een hechtingstype waarbij een kind emotioneel afstand neemt door gebrek aan respons van de verzorger. - - Oorzaken van hechtingsstoornis 1. 2. 3. Gevolgen 1. - 2. 3. Cortisol: Stresshormoon Zygote: bevruchte eicel Placenta: moederkoek H6: de kleuter Motoriek: hoe je je lichaam beweegt, en dingen doet, zoals rennen en tekenen Fysieke ontwikkeling: bewegingen worden vloeiender dan bij peuters, kleuter krijgt meer controle over het evenwicht. tips om motoriek te stimuleren bij KLEUTERS: - - - Leuke bewegingsactiviteiten voor KLEUTERS: - - - - Het bio-ecologisch model van Urie Bronfenbrenner Individu: sportieve genen, spierziekte Microsysteem: sportieve ouders, bv loopband, aanwezig van een tuin, regels schermtijd Mesosysteem: met de fiets/te voet naar school gaan, inschrijven voor sport na school (SNS) Macrosysteem: wielrennen is hier (belgië) populair, meisjes mogen ook sporten Cognitieve ontwikkeling: **volgens piaget:** peuterperiode begint volgens de preoperationele fase -\> het kind leert symbolen te gebruiken. voorbeelden: - - - Fantasie: - - Waarom- vragen: kleuters stellen veel waarom vragen, ze zijn vooral geïnteresseerd in het doel van gebeurtenissen. een kleuter kan nog niet logisch denken -\> deze fase wordt "het intuïtief" denken genoemd volgens piaget Socio-emotionele ontwikkeling: vriendjes leren maken en spelen (sociale vaardigheden) ze leren stapje voor stapje met anderen kinderen samen spelen -\> ze gaan door deze fases: - - - - Kleuters oefenen tijdens een spel ook hun sociale vaardigheden door: - - - - Erikson: initiatief en schuld volgens Erikson -\> conflict in de kleuterperiode gaat het tussen initiatief en schuld, het kind gaat doelen beginnen stellen. Leert omgaan met beperkingen en regels. ontwikkeling: tekenen - - - - - - H5: de peuter Fysieke ontwikkeling - - cognitieve ontwikkeling: exploratie -\> ruimtes verkennen vanuit verschillende invalshoeken, nieuwe objecten leren benoemen. Socio-emotionele ontwikkeling: zelfontdekking gaan, het is het vermogen om voor jezelf te zorgen en om zelfstandig te leren worden Cognitieve ontwikkeling verwerven van taal: een baby kan heel wat woorden en zinnen begrijpen, maar spreekt zelf nog niet. Ze brabbelen.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser