Economische Verhoudingen PDF
Document Details
Uploaded by GutsyPennywhistle
EPI Aruba
Tags
Summary
This document examines economic relationships, focusing on labor relations and social partnerships in a specific context. It describes the concept of the 'polder model' and discusses the roles of employers and employees. Furthermore, it delves into historical and contemporary factors impacting labor relations, including the Industrial Revolution and the emergence of labor organizations like trade unions and worker's associations
Full Transcript
**§2.1 Inleiding** Verzorgingsstaat: De overheid zorgt voor de welvaart en welzijn van zijn burgers door middel van sociale wetgeving. De overheid zorgt voor zaken als orde, veiligheid, onderwijs, infrastructuur, ingrijpen in de economie, welzijn en sociale zekerheid. Nachtwakersstaat: Periode...
**§2.1 Inleiding** Verzorgingsstaat: De overheid zorgt voor de welvaart en welzijn van zijn burgers door middel van sociale wetgeving. De overheid zorgt voor zaken als orde, veiligheid, onderwijs, infrastructuur, ingrijpen in de economie, welzijn en sociale zekerheid. Nachtwakersstaat: Periode in de 19de eeuw waarin de overheid alleen voor orde en veiligheid zorgde. Door wie werd in de periode vóór de verzorgingsstaat, zowel in Nederland als op Aruba, hulp geboden aan werklozen? \- Zelf oplossen (het was immers toch hun eigen schuld?) \- Door liefdadigheid (door de kerk en particulieren geregeld) **§2.2 Arbeidssysteem** Arbeidssysteem heeft te maken tegenstellingen en overeenkomsten tussen werkgevers en Werknemers. Poldermodel heeft te maken met de typisch Nederlandse overlegeconomie, waar werkgevers en werknemers (met grote mate van harmonie) met elkaar overleggen =\> sociale partners Overlegpunten: arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. **§2.2.1 Werkgevers- en werknemersorganisaties** Werkgevers zijn de mensen die het werk verschaffen (dunador di trabou). Vaak is dit de leiding van een bedrijf of instelling, maar dit hoeft niet. Werknemers zijn de mensen die in loondienst zijn van een bedrijf of instelling (trahado). De werknemer levert arbeid in ruil voor loon. Overeenkomstige belangen tussen de sociale partners: Geschoolde personeel Gezonde bedrijf [Tegenstrijdige belangen:] Werkgevers Nadruk op het maken van winst Laag houden van de kosten Werknemers: Werkgelegenheid Goede arbeidsvoorwaarden Goede rechtspositie In Nederland zijn de arbeidsverhoudingen (de verhouding tussen werkgevers en werknemers) best redelijk. Dit was niet altijd zo. Vlak na de Industriële Revolutie in de 19de eeuw waren de arbeidsvoorwaarden heel slecht: - Weinig/ lage lonen - Lange werktijden - Geen sprake van vakantie - Vrije dagen waren schaars - Kinderarbeid - Er bestonden geen uitkeringen Arbeidersverenigingen werden opgericht om een eind te maken aan de slechte situatie =\> opkomen voor de arbeiders. Tegenwoordig zijn er vakcentrales en vakbonden (sindicato). **Vakcentrales** zijn overkoepelende organisaties. Ze overkoepelen een aantal vakbonden. De vakcentrales voeren namens de aangesloten bonden op een hoger niveau het overleg met werkgeversorganisaties en de overheid en neemt deel aan adviesorganen zoals de Sociaal-Economische Raad in Nederland. Tegenwoordig zijn er 4 vakcentrales in Nederland: FNV, CNV, VCP en de AC waarvan de eerste 3 de belangrijkste zijn. Vakbonden zijn verenigingen voor afzonderlijke bedrijfstakken. Een vakbond komt op voor de belangen van werknemers. Alle vakbonden samen noemen we de vakbeweging. [Wat verstaan we onder de belangen van de werknemers?] - Voldoende werkgelegenheid - Goede arbeidsvoorwaarden, bijv. Loon - Goede arbeidsomstandigheden, bijv. Gezonde werkplek - Promotiekansen - Medezeggenschap - Uitkering indien nodig [Vakcentrales en vakbonden hebben door de jaren heen veel bereikt in Nederland:] Stelsel voor sociale zekerheid Betere werkomstandigheden Hogere lonen en kortere werktijden [Vakcentrales:] komen ook op voor de werklozen, ze willen de werkloosheid (desempleo) terugdringen (minimalisa) Willen 36-urige werkweek (dit levert extra banen =\>werkgelegenheid Komen ook op voor arbeidsongeschikten CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst Hierin staan afspraken tussen werkgevers en werknemers voor een periode van twee jaar vast. Het omslaat een groot aantal werknemers. Als het niet goed gaat dan bemoeit in de meeste gevallen de vakbond zich ermee. Op Aruba hebben niet alle bedrijven een CAO. Het gaat dan meestal om de kleine bedrijven. Grote bedrijven zoals WEB, ELMAR en hotels hebben wel een CAO. [Wat is een vakbond (sindicato)?] Een organisatie die opkomt voor de belangen van de werknemers. Op Aruba hebben we een aantal vakbonden. Een werkgever mag zijn werknemers niet verbieden om lid te worden van een vakbond. Dat beslist de werknemer zelf en het is ook niet verplicht. [Werkgeversorganisaties] bestaan ook. De twee grootste in Nederland zijn VNO/NCW en de MKB. Een van hun taken is de belangen van de werkgevers behartigen. Hoe? Door te overleggen met vakcentrales Druk uitoefenen op de overheid Het bevorderen van samenwerking tussen werkgevers onderling. **[Belangen van de werkgevers:]** Lage kosten (loonkosten e.d.) Weinig concurrentie buitenland Ijverige goed opgeleide werknemers Arbeidsrust Zo min mogelijk regels van de overheid **[Enkele vakbonden (sindicato) op Aruba zijn:]** STA en FTA (algemene werknemersbonden) OPPA (gepensioneerde ambtenaren) TOPA (gepensioneerden) SIWA (WEB) ABV (verplegende instellingen) SEPPA (grootste ambtenarenbond) SPA (politie), SADA (douane) EUA (Elmar) STT (telecommunicatie) SIMAR (docenten) **[Werkgeversverenigingen op Aruba:]** AHATA (Aruba Hotel and Tourism Association) ATIA (Aruba Trade and Industry Association) K.V.K. (Kamer van Koophandel **§2.2.2 Overleg tussen de sociale partners** In een overlegeconomie bespreken de sociale partners in redelijke harmonie arbeidsvoorwaarden. Een wettelijk geregelde vorm van medezeggenschap binnen bedrijven en instellingen is de **ondernemingsraad (OR).** Een OR bestaat uit werknemers die namens het personeel overleg voeren met de werkgever over het ondernemingsbeleid en de personeelsbelangen. **OR** is voor kleine bedrijven en grote bedrijven. Bedrijven met meer als 50 werknemers hebben een eigen **OR**. Op Aruba hebben we geen bedrijf met een OR. **[De ondernemingsraad:]** - Behartigt de belangen van werknemers - Overlegt over personeelsbelangen en ondernemingsbeleid [De OR heeft een aantal bevoegdheden:] 1\. Adviesrecht 2\. Instemmingsrecht 3\. Initiatiefrecht 4\. Recht op informatie Op landelijk niveau overleggen de sociale partners ook met elkaar. De SER, Sociaal-Economische Raad, is het hoogste overlegorgaan. De SER: Advies-orgaan van de regering (over soc-econ.beleid op middellange en lange termijn) Bestaat uit vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en Kroonleden. Op Aruba hebben we ook een SER. De Sociaal Economische Raad (SER) is een van overheidswege ingesteld onafhankelijk overleg- en adviesorgaan die [de regering adviseert over allerlei belangrijke onderwerpen van sociaal-economische aard.] In de SER van Aruba hebben vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers en onafhankelijke deskundigen zitting. De leden van de SER bespreken allerhande aangelegenheden op sociaaleconomisch gebied en brengen hierover gevraagd en ongevraagd adviezen, nota's en rapporten uit. Naast de OR en SER is er nog de Stichting van de Arbeid. **De Stichting van de Arbeid:** Probeert goede verhoudingen te verzekeren binnen het Nederlandse bedrijfsleven Houdt zich voornamelijk bezig met het beleid op kortere termijn =\> actuele zaken op het gebied van arbeidsvoorwaarden. [Verschil tussen de SER en de Stichting van de Arbeid is:] \- dat de SER advies geeft op middellange en lange termijn en de Stichting van de Arbeid doet dat voor zaken op korte termijn. Het gaat dan voornamelijk om actuele zaken die te maken hebben met de arbeidsvoorwaarden. \- De SER heeft kroonleden en de Stichting van de Arbeid niet. §2.2.3 Economische modellen Mercantilisme is een stroming. Deze stroming vindt dat: De overheid moet zorgen dat de import belemmerd (strobe/haci dificil) wordt om zo de export te bevorderen. Dus ze willen overheidsbemoeienis. Waarom? Export levert geld op en import kost geld. Dus hoe meer een land kan exporteren hoe meer geld het kan verdienen en des te beter voor het land. Was iedereen eens met het mercantilisme? Nee. In de 18de eeuw ontstond er een nieuwe stroming die tegen de overheidsbemoeienis/ staatsbemoeienis was. Zij wilden economische vrijheid (economische liberalisme) en dat betekende dat de overheid, in tegenstelling tot het mercantilisme, zich niet moest bemoeien met de economie. Zij vonden dat het economisch leven zich vrij moest kunnen ontwikkelen =\> **laisser faire, laisser** **passer** =\> the liberty of labor and the liberty of commerce =\> libertad di labor y libertad di comercio. **Adam Smith:** - Werd gezien als de vader van de economie - Was een Schotse filosoof (1723-1790) - Schreef: "An inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations" die de basis voor de vrije economie in de 19de eeuw legde - Klassieke school **Uitgangspunten van de klassieke school/theorie:** - De mens streeft zijn eigen belangen na =\> homo economicus - Als ieder individu zijn eigen belang kan nastreven is dit ook in het algemeen belang Vrijheid van handel en concurrentie - Marktmechanisme (wet van vraag en aanbod) De theorie van Adam Smith was het fundament voor het economisch liberalisme dat heerste tot in het begin van de 20ste eeuw, de **vrijemarkteconomie.** **In de vrijemarkteconomie zorgde het marktmechanisme voor evenwicht en herstel de eventuele verstoringen.** De overheid had [geen] rol in de vrijemarkteconomie. Waarom geen bemoeienis van de overheid? Dit zou de economische natuurwetten doorbreken met als gevolg dat de gehele economie zich niet optimaal zou kunnen ontwikkelen. **[Schaduwkanten van de vrijemarkteconomie:]** - Grote ongelijkheid in de inkomens- en vermogensverdeling - Tekort aan kapitaal - verschillen tussen bezitters en bezitlozen waren enorm - grote werkloosheid als gevolg van mechanisering - lagere lonen - armoede - kinderarbeid - lange werktijden [VrijeMarkteconomie:] - Grote mate van vrijheid op economisch gebied - Zowel voor productie als consumptie - vrijheid van productie houdt in dat iedereen het bedrijf kan oprichten of beroep kiezen dat hij wenst; - vrijheid van consumptie betekent dat de klant koopt wat hij of zij wilt waar hij of zij dat wilt - De producent speelt in op de behoefte van de consument. De vraag vanuit de consument creëert als het ware de aanbod =\> **consumentensoevereiniteit** (de klant is koning) De wet van vraag en aanbod (=de marktmechanisme) is bepalend. **[Voordelen vrijemarkteconomie]** **[Nadelen vrijemarkteconomie]** 1\. Invloed op de prijsontwikkeling 1. Ongelijkheid inkomens 2\. Consumptievrijheid 2. Vraag bepaalt arbeidsplaatsen 3\. Productiemiddelen efficiënt ingezet 3. Weinig Aanbod = hogere prijs 4\. Evenwicht 4. Vraag bepaalt productie [Was iedereen mee eens met de vrijemarkteconomie?] Nee, de theorie van Adam Smith kreeg weerstand van Karl Marx. **Karl Marx:** - Duitse filosoof (1818-1883) - Schreef "Das Kapital" - Socialistische maatschappijvorm In zijn visie zou de productie steeds kapitaalintensiever worden (meer kapitaal dan arbeid) met als gevolg een steeds grotere werkloosheid, waardoor de koopkracht van de arbeiders steeds verder zou dalen. Dit zou ervoor zorgen dat de arbeiders (proletariërs) elkaar zouden vinden, zich organiseren en uiteindelijk de strijd aangaan tegen de heersende klasse, de bourgeoisie. Dit zou leiden tot het instorten van het kapitalisme. **Gevolg van instorten kapitalisme**: een maatschappij (comunidad) zonder klassen en de productiemiddelen(kapitaal, natuur, arbeid en ondernemerschap) zullen in handen van het volk zijn. De overheid zal beslissingen moeten nemen/ ingrijpen =\> het fundament voor het socialisme en een **centraal geleide economie.** **Centraal geleide economie:** - als alle beslissingen voor productie en consumptie genomen worden met behulp van een centrale planning. - De centrale planning is meestal in handen van een overheidsorgaan =\> dus in feite neemt de overheid de beslissingen over productie, consumptie en investeringen. - De afstemming van productiefactoren via **planmechanisme.** - De overheid is de enige eigenaar van de kapitaal en goederen. - De maatschappij als geheel staat centraal; collectief belangen gaat voor. Voordelen geleide economie 1\. Inkomens verschillen klein 2\. Door planning weinig werkloosheiden weinig inflatie 3\. Makkelijke sturing door overheid om doel te bereiken. Nadelen geleide ecomomie 1\. Strakke bureaucratische organisatie\* 2\. Geen flexibiliteit 3\. Geen aandacht voor kwaliteit 4\. De planning is belangrijk, doet er niet toe hoe, als het maar bereikt wordt. \*gericht op regels, regelgeving en procedures etc. [Mengvorm: georiënteerde markteconomie:] Mengvormen tussen de vrijemarkteconomie en centraal geleide economie. De grens tussen de mengvormen is niet duidelijk. Alleen: hoe meer de overheid zich met de economisch proces van het land bemoeit en ingrijpt, hoe dichterbij het zit bij de geleide economie en hoe minder de bemoeienis en ingrijp van de overheid hoe dichter bij de vrijemarkteconomie het zit. Nederland =\> georiënteerde markteconomie: - De overheid grijpt in het marktmechanisme in =\> als er ongewenste situaties ontstaang grijpt de overheid in. Marktmechanisme en planmechanisme vullen elkaar aan. - De overheid is zelf ook producent =\> collectieve en individuele goederen - De overheid grijpt in vanwege externe factoren =\> niet alleen voor individu belangrijk maar ookvoor de maatschappij Steeds meer staatsbedrijven gaan zich **privatiseren** (niet meer van de staat maar worden particulier). Op Aruba bijv. Web, Elmar en Setar. **Deregulering** is het afschaffen van allerlei centrale regelgeving dus geen staat regels meer. **§2.2.4 Bekostiging van de zorg en welzijnssector.** Inkomsten en uitgaven zijn niet alleen belangrijk voor ons als individu maar ook voor bedrijven en ook voor de staat. Je moet kunnen budgetteren en begroten. Onze uitgaven in het dagelijks leven bestaat uit huur of hypotheek, WEB, Elmar, Setar, leningen bij een kredietverstrekker bedrijf (bijv. Bank), boodschappen, etc. Als je te veel uitgeeft moet je gaan bezuinigen =\> minder geld besteden aan onnodige dingen of sparen bijv. lichten later aandoen etc. Geld lenen is ook een optie, alleen je moet niet lenen als je niet terug kan betalen. Zo heeft de overheid ook zijn inkomsten en uitgaven en moeten zij ook dus een begroting en budget maken. In Nederland wordt op de derde dinsdag van September het parlementaire jaar geopend. We noemen dit de Prinsjesdag. De koning rijdt dan in de gouden koets naar de Ridderzaal in Den Haag. De koning leest de troonrede op. De minister van financiën biedt de miljoenennota en de Rijksbegroting aan het parlement. **[Rijksbegroting:]** Hierin staan de verwachte verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid voor het komende jaar. Het bestaat in feite uit een aantal afzonderlijke begrotingen, vooral per ministerie. Al deze begrotingen moeten worden voorbereid, uitgevoerd en tenslotte verantwoord. Het parlement moet de dagen na prinsjesdag de plannen die in de Rijksbegroting staan gaan bespreken en accorderen of niet (discussies uitvoeren) =\> Algemene Politieke en Financiële Beschouwingen Tijdens deze discussies/debatten wordt de miljoenen plannen door de premier en de minister van Financiën verdedigd in het parlement. Na goedkeuring van het parlement/ Tweede Kamer wordt deze begroting/wetsvoorstel door de Eerste Kamer behandeld. **Miljoenennota (formele naam is "Toestand van 's Rijks financiën"):** - Is een algemene toelichting op de Rijksbegroting - Achtergronden van de Rijksbegroting - Toelichting op de plannen van het komend jaar - Korte prognose van de toekomstige financieel-economische ontwikkelingen **Inkomsten en uitgaven van VWS (Volksgezondheid, welzijn en sport)** De kosten voor de gezondheidszorg zijn zowel in Nederland als op Aruba heel erg hoog. [Hoe worden de kosten van de gezondheidszorg bekostigd in Nederland?] De drie inkomstenbronnen zijn: 1\) Verzekeringspremies (ongeveer 80%) 2\) Staatskas (ongeveer 10%) 3\) Eigen bijdragen van patiënten (ongeveer 10%) Ad.1) Verzekeringpremies Ziektekostenverzekeringen AWBZ =\> Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten =\> volksverzekering Iedereen dat in Nederland woont heeft recht erop en het dekt bijzondere ziektekosten die niet gedekt worden door de ziektekostenverzekeraar. Ad.2) Staatskas De inkomsten van het Rijk =\> belastinginkomsten, aardgasbaten, inkomsten van staatsbedrijven, opbrengsten van rente en retributies (vergoeding die de overheid ontvangt over een dienst die hij levert bijvoorbeeld paspoort) Ad.3) Eigen bijdragen van patiënten Omdat de kosten zo hoog zijn dragen de patiënten extra bij (Bijv. Een bril kost 350 en er wordt 200 vergoed en je moet zelf 150 bij betalen om je bril te kunnen krijgen. **Waarover wordt het geld dat bestemd is voor de gezondheidszorg verdeeld?** - Ziekenhuiszorg - Specialistische hulp - Ziekenvervoer - Geestelijke gezondheidszorg - Voorzieningen voor gehandicapten - Voorziening voor ouderen - Thuiszorg - Geneesmiddelen - Preventieve zorg **Waarmee houdt de ministerie van VWS zich bezig?** Jeugdhulpverlening - Kinderopvang - Maatschappelijke dienstverlening - Verslavings Beleid - Sociaal-cultureel werk - Emancipatie - Sport - Welzijn van ouderen - Welzijn van gehandicapten - Integratie vluchtelingen - Opvang vluchtelingen - WO2 getroffenen en viering van de bevrijding **[4 partijen in de welzijnssector:]** 1\. Rijksoverheid 2\. Provinciale overheden (12 provincies -\> 12 proviciale overheden) 3\. De gemeentelijke overheden (elk provincie heeft een aantal gemeentes en elk gemeente heeft zijn eigen overheid) In 2018 telt Nederland 380 gemeenten 4\. Instellingen Welzijnswet: - Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoerend werk - Provincie is verantwoordelijk voor het ondersteunen bij het uitvoeren van het werk Dus elke provincie moet zijn gemeenten ondersteunen. - Het Rijk zorgt voor een landelijk beleid Instellingen moeten subsidies aanvragen en hun aanvragen onderbouwen. De overheid voert een beleid van **decentralisatie** uit, dit betekent dat niet de landelijke overheid alles beslist maar dat ze ook de beslissingsbevoegdheid op een lager niveau legt. Voordeel hiervan is dat bijvoorbeeld gemeenten zelf kunnen bepalen waar ze meer geld moeten insteken naar eigen behoefte in de welzijnszorg. **Hoe worden de kosten van de gezondheidszorg bekostigd op Aruba?** Vier inkomstenbronnen zijn: 1\) Bijdrage AZV 2\) Staatskas 3\) BAZV 4\) Eigen bijdrage van patiënt **§2.3 Sociale Zekerheid** Sociale zekerheid wil zeggen dat alle mensen een bepaald inkomen gegarandeerd wordt. Hiervoor moet de overheid zorgen. De overheid stelt een bedrag vast dat iedereen minimaal moet hebben om rond te kunnen komen =\> **sociaal minimum** Het sociaal minimum wordt afgeleid van het minimumloon. Minimumloon is het salaris dat iedere werknemer minimaal moet verdienen. Dit wordt 2x per jaar door de overheid vastgelegd. Nu in 2020 bedraagt het minimumloon in Nederland bruto per maand 1653,60 euro. Op Aruba bedraagt in 2020 het minimumloon Awg. 1815,35. **Brutoloon** is de salaris [voordat] alle premies en belastingen afgetrokken worden en het nettoloon is dje salaris nadat alle premies en belastingen afgetrokken worden. Je nettoloon krijg je op je bankrekening gestort. Je nettoloon is je koopkracht =\> je kan besteden (gasta) wat je hebt en niet meer anders kom je in financiële problemen. Ook als je minder gaat verdienen, kan je in financiële problemen komen. Dit gaat ten koste van de welvaart en welzijn van mensen. Welvaart heeft te maken met geld en materiële zaken en welzijn heeft te maken met het geluk zijn van de mensen. De overheid is mede verantwoordelijk voor de welzijn en welvaart van elke burger. **Sociale Zekerheid op Aruba:** 1\. Vroeger werd de hulp aan het volk verzorgt door liefdadigheid van de "rijken", door de kerk of door de familie. In ieder geval, men moest het zelf oplossen. 2\. Daarna kwam er een armenkas (een pot voor de armen). 3\. Sinds de jaren 60 is er sprake van Sociale Zekerheid op Aruba. **2.3.1 Ontstaan van de verzorgingsstaat** Verzorgingsstaat =\> de overheid zorgt voor zijn volk van wieg tot dood. Denk maar aan gezondheidszorgkosten bij de vroedvrouw, geboorte van de baby, onderwijs, orde en veiligheid, etc. Zie paragraaf 2.1. Een verzorgingsstaat is een staat waarin de overheid zorgt voor een basisniveau van welvaart en welzijn van haar burgers, onder meer door sociale wetgeving. Dit betekent (betere) voorzieningen, wetten, gezondheidszorg, onderwijs, uitkeringen, veiligheid etc. We spreken ook wel van Sociale Zekerheid. **De eerste sociale wetten:** Sam van Houten kwam in 1874 met een kinderwet waarbij het verboden was om kinderen onder 12 jaar in dienst te hebben. Aan het einde van de 19de eeuw ontstonden ook vakbewegingen die opkwamen voor de belangen van de werknemers. In 1901 voerde de overheid de Ongevallenwet. Dit zorgde voor een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid. Deze uitkering was wel laag. **2.3.2 De opbouw van de verzorgingsstaat** Onder verzorgingsstaat verstaan we een staat waarin de overheid zorgt voor het welzijn van zijn burgers, onder andere door middel van sociale wetgeving. In Nederland begon de opbouw van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog, dus na 1945. Het doel was om iedereen een bestaansminimum te garanderen. **Wat hield de verzorgingsstaat in vanuit de overheid?** - Betere sociale voorzieningen voor werklozen, bejaarden en zieken. - Toezicht van de overheid op de lonen en de prijzen. - Bemiddeling van de overheid bij conflicten tussen werkgevers en werknemers. - De overheid zorgde voor wetten voor de welzijn en de welvaart van de burgers. **Verschillende visies op de opbouw van de verzorgingsstaat**: Katholieken:Vonden de overheidsbemoeienis wel ver gaan maar waren wel blij dat er een versterkte samenwerking kwam tussen werkgevers en werknemers kwam van laag (ondernemingsraden) naar hoog (SER) met overlegmomenten. Protestanten:Voor en tegen. Een aantal steunden de katholieken en social-democraten bij het leggen van de basis voor de verzorgingsstaat en anderen, zoals de streng gereformeerden, verzetten zich nog even. De gereformeerden vonden dat de staat niet te veel taken mocht opleggen. Liberalen:Conservatieve liberalen waren tegen. De overheidsbemoeienis was volgens hen in strijd met de vrijheid van het individu en de zelfstandigheid van mensen. Ze waren ook tegen de hoge belastingen en bleven streven naar vrijere loon- en prijsvorming en belastingverlaging. Sociaaldemocraten:Groot voorstander van de verzorgingsstaat. Zij streden al lang voor het verbeteren van leefomstandigheden en werkomstandigheden. Hiervoor baseerden zij zich aan het begin op klassenstrijdtheorieën van Karl Marx maar later niet meer. **Kritiek op het sociaal stelsel:** Mensen klagen dat de uitkeringen steeds lager worden, mensen die werken klagen dat ze steeds meer moeten betalen/ bijdragen aan het sociaal stelsel en dat vinden ze niet eerlijk. De overheid moet bezuinigen op het sociaal stelsel en dat houdt in: lagere uitkeringen, korter durende uitkeringen, hogere eigen bijdragen, no-claim regeling bij de ziektekostenverzekering etc. **Solidariteit Gedachte:** Solidair zijn met je medemens door het afdragen van premies en belastingen. De AOW van de gepensioneerden worden betaald door de huidige werkenden. De overheid wilt dat er gezorgd wordt voor de basisvoorzieningen en dat burgers zelf verantwoordelijk zijn voor de rest. Het stelsel anno 2006: Bestaat uit 2 soorten wetten 1\) Sociale verzekeringen 2\) Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen zijn onderverdeeld in: 1\) Volksverzekeringen =\> iedereen kan een beroep op doen & iedereen met een inkomen betaalt hiervoor 2\) Werknemersverzekeringen =\> verzekeringen bedoeld voor werknemers. De premies hiervoor worden betaald door werkgevers en werknemer **Sociale voorzieningen** Deze zijn aanvullingen op de sociale verzekeringen bedoeld voor mensen die echt niet rond kunnen komen of niet meer een beroep kunnen doen op een sociale verzekering. Er wordt wel verwacht dat men alles doet om aan een betaalde baan te komen. Voorzieningen zijn ook maatregelen en hulpmiddelen voor gehandicapten. **2.3.3 Uitkeringen bij werkloosheid** Werkloosheidswet =\> alle mensen die in Nederland in loondienst werken zijn in principe verzekerd tegen werkloosheid. Daarvoor betaalt iedere werkgever en werknemer elke maand een premie aan de belastingdienst. Als je werkloos wordt dan kan je een WW-uitkering aanvragen. 2 voorwaarden voor het krijgen van een WW-uitkering: 1\) Je hebt als werknemer niet de schuld van je ontslag 2\) Je moet als werknemer de werkloosheid aan te melden bij UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) en jezelf laten inschrijven als werkzoekende bij de CWI (Centrum voor Werk en Inkomen). Verwijtbaar werkloos: \- Je had kunnen weten dat je gedrag/ houding op je werkvloer zou kunnen leiden naar je ontslag \- Je had kunnen mee werken om je ontslag te vermijden Voldoe je wel aan de voorwaarden dan moet er nog gekeken worden hoe hoog het zal zijn aan de hand van de volgende punten: 1\) Minimaal 26 weken (achter elkaar) werkzaam geweest bij de bedrijf voordat de ontslag plaats vond. 2\) Voldoen aan de vier-uit-vijfeis =\> dus tenminste 4 jaar werkzaam te zijn geweest. Dan bedraagt je uitkering 70% 3\) Duur van de uitkering is afhankelijk van je arbeidsverleden en duurt tussen een half jaar tot maximaal 5 jaar. Kortom: het is dus niet makkelijk om aan een uitkering te komen. **Toeslagenwet:** Voor alle mensen die een WW-uitkering hebben en onder het sociaal minimum komen. Het is een voorziening die aangevraagd moet worden bij de UWV. Meestal hebben deze mensen die onder het sociaal minimum zitten ook recht op ziektewet, de WIA en Wajong. **Relevant sociaal minimum:** De overheid bepaalt ieder half jaar wat het minimumloon moet zijn. De overheid bepaalt ook wat iedere burger minimaal aan inkomen moet hebben om rond te kunnen komen, met of zonder werk. Dit noemen we dus het sociaal minimum. Relevant sociaal minimum =\> leefvorm en gezinssamenstelling dus je sociaal minimum hangt af van bijv of je alleenstaande moeder met 1 of 2 kinderen bent **Wet Werk en Bijstand:** Iedereen moet een inkomen kunnen krijgen, zij het via werk zij het via uitkeringen. Je moet ondersteund worden om aan een baan te komen en zo snel mogelijk uit het sociaal stelsel te stappen. **WWB aanvragen:** - Afspraak maken bij CWI - Formulieren invullen - Aanvraag versturen - Controle IOAZ en IOAW hebben te maken met werkloosheid maar ook met ziekte. **WIA =\> Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen** - Wordt uitbetaald door de UWV - De premie hiervoor wordt betaald alleen door de werkgever - Door financiële prikkels werkgevers en werknemers stimuleren om aan het werk te komen of blijven - Mensen die gedeeltelijk kunnen werken en gedeeltelijk werkloos zijn krijgen twee uitkeringen =\> arbeidsongeschiktheidsuitkering en werkloosheidsuitkering. - Voor ouderen die werkloos zijn bestaat de IOAW en IOAZ - Wajong =\> voor jonggehandicapten **2.3.5 Ziektekosten** **Ziektekosten: een verzekerde in Nederland heeft recht op (dit geldt op Aruba ook):** - Hulp van een huisarts - Geneesmiddellen - Poliklinische zorg (bijv. Gespecialiseerde arts en verpleegkundige voor behandeling) - Ambulancevervoer - Kraamzorg - Ziekenhuisopname - Als je aanvullend verzekerd wilt worden (op Aruba) moet je je dan ook particulier verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij. **2.3.6 Uitkeringen ten behoove van gezinsomstandigheden** Dit zijn volksverzekeringen die te maken hebben met de gezinsomstandigheid. In Nederland zijn dat drie en op Aruba zijn dat twee volksverzekeringen, namelijk de AWW en de AOV. Voor beide moet je bij de SVB zijn, bij de locatie tegenover de "veld di kriket". **AWW: Algemene Weduwe en Wezen uitkering** Deze is bestemd voor als je getrouwt bent en je echtgenoot is overleden. Ben je niet getrouwt maar je hebt wel een officiële samenlevingscontract dan is het ook geldig. Heb je kinderen onder de 18 jaar op het moment van overlijden van je echtgenoot, dan hebben zij ook recht op de uitkering en wordt dat meegenomen in je uitkering per maand. Zodra ze 18 worden dan stopt de uitkering voor hen mits zij elk jaar kunnen bewijzen dat ze nog aan het studeren zijn en dan is dat geldig tot hun 25ste jaar. Mocht je als weduwe of weduwenaar gaan trouwen, dan vervalt deze pensioen. Voor de kinderen blijft het wel gelden. Zijn jouw ouders niet getrouwd en een of beiden overlijden als jij nog geen 18 hebt, dan heb je recht op de wezen uitkering tot je 18de of tot je 25ste als je nog schoolgaande bent. Is jouw echtgenoot overleden en je trouwt nooit meer. Dan vervalt jouw AWW zodra je de pensioensleeftijd bereikt. Je ontvangt dan de AOV en niet meer de AWW. Mocht je als weduwe of weduwnaar gaan trouwen, dan vervalt deze pensioen. Voor de kinderen blijft het wel gelden. A**OV: Algemene Ouderdomspensioen** Bij het bereiken van 60 - 65 jaar hebben we recht op pensioen. Bij de SVB, afdeling Pensioenen is een aanvraagformulier verkrijgbaar. Op 1 januari 2012 werd de flexibele pensioenleeftijd voor de algemene ouderdomsverzekering ingevoerd. De invoering van het flex-pensioen AOW houdt in dat een pensioengerechtigde zijn/haar recht op ouderdomspensioen, ten hoogste vijf keer, telkens voor een jaar kan uitstellen. Gedurende de periode van het uitstel is het recht van ouderdomspensioen opgeschort. Voor elk jaar dat de gepensioneerde (ongehuwd) gebruik maakt van dit recht, wordt het bedrag van het ouderdomspensioen verhoogd met 7%. De pensioengerechtigde die gebruik wenst te maken van de flexibele pensioenleeftijd, dient een schriftelijk verzoek bij de SVB in te dienen, een maand vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van 60 - 65 jaar, respectievelijk het verstrijken van de lopende uitsteltermijn