Sociale Wetgeving en Arbeidssysteem

Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers, zoals betere arbeidsvoorwaarden, werkgelegenheid en een gezonde werkplek.

Een verzameling vakbonden die samenwerken om de belangen van werknemers te behartigen, zoals het bevorderen van werkgelegenheid en goede arbeidsvoorwaarden.

Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers die afspraken vastlegt over arbeidsvoorwaarden, zoals loon en werktijden, voor een periode van 2 jaar.

Een organisatie die de belangen van werkgevers behartigt, zoals het verbeteren van het ondernemingsklimaat en het bevorderen van samenwerking tussen werkgevers.

Een belangrijke taak van vakbonden is het behartigen van de belangen van werknemers die arbeidsongeschikt zijn geworden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de vakbond ervoor zorgt dat deze werknemers de juiste ondersteuning krijgen.

De Stichting van de Arbeid is een Nederlandse organisatie die zich inzet voor het creëren van positieve werkrelaties in het bedrijfsleven. Ze richten zich op actuele zaken en problemen op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

De SER is een adviesorgaan voor de Nederlandse regering. In tegenstelling tot de Stichting van de Arbeid, richt de SER zich op langere termijn trends en issues.

Mercantilisme is een economische theorie die pleit voor overheidsbemoeienis in de economie om export te bevorderen en import te belemmeren. De gedachte is dat meer export meer rijkdom creëert voor het land.

Economisch liberalisme is een stroming die pleit voor vrijheid in de economie. Volgens deze theorie moet de overheid zich niet bemoeien met de markt, maar deze vrij laten functioneren. Dit principe wordt vaak samengevat met de Franse uitdrukking "laissez faire, laisser passer." De kern is dat vrije handel en concurrentie leiden tot betere resultaten.

Adam Smith wordt gezien als de vader van de moderne economie. Hij pleitte voor een vrije markt en bekritiseerde overheidsbemoeienis in de economie. Zijn werk "An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations" heeft de basis gelegd voor het economisch liberalisme.

De klassieke school is een economische theorie die ervan uitgaat dat individuen rationeel hun eigen belang nastreven en dat vrije concurrentie leidt tot een optimaal resultaat voor de maatschappij. Belangrijk in deze school is de wet van vraag en aanbod.

De vrijemarkteconomie is een economisch systeem waarin de overheid geen of een minimale rol speelt. De prijzen worden bepaald door vraag en aanbod in een vrij spel van marktkrachten.

Het marktmechanisme is het proces van vraag en aanbod dat ervoor zorgt dat de prijzen van producten en diensten in evenwicht komen. In een vrijemarkteconomie zorgt het marktmechanisme voor efficiëntie door de optimale allocatie van middelen.

De idee dat de consument de macht heeft in een vrije markt, omdat hun wensen en voorkeuren de productie bepalen.

Een theorie van Karl Marx die stelt dat het kapitalisme zal instorten door toenemende werkloosheid, die leidt tot een revolutie van de arbeidersklasse.

Een economisch systeem waarin de overheid de beslissingen over productie en consumptie neemt.

Het vermogen van een economie om efficiënt en effectief te produceren en te distribueren, met minimale verspilling.

Een situatie waarin de vraag naar een product of dienst groter is dan het aanbod, wat tot hogere prijzen leidt.

De ongelijkheid in inkomen en vermogen tussen verschillende groepen in een samenleving.

De situatie waarin mensen geen werk kunnen vinden, ondanks de wens om te werken.

Het salaris dat je ontvangt nadat alle premies en belastingen zijn afgetrokken. Dit is het bedrag dat je daadwerkelijk op je bankrekening gestort krijgt.

Het salaris dat je ontvangt voordat alle premies en belastingen zijn afgetrokken.

Een concept waarbij de overheid zorgt voor een basisniveau van welvaart en welzijn van haar burgers.

De periode na de Tweede Wereldoorlog waarin de overheid in Nederland begon met het opbouwen van een verzorgingsstaat.

De sociale wetten die ontstonden tijdens de opbouw van de verzorgingsstaat om welzijn en welvaart te garanderen.

De overheid moet zorgen voor voldoende inkomen voor mensen die geen werk hebben, oud zijn of ziek zijn.

De overheid heeft een belangrijke rol om te zorgen dat lonen en prijzen redelijk zijn, zodat iedereen toegang heeft tot basisbehoeften.

Het welzijn en geluk van de mensen.

Als je ouders niet getrouwd waren en een van beiden overlijdt tijdens jouw jeugd (voor je 18e), heb je recht op deze uitkering. Je ontvangt deze tot je 18e, of tot je 25e als je nog studeert.

Deze uitkering is bedoeld voor weduwen/weduwnaars die alleen wonen en geen partner hebben. De uitkering vervalt wanneer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt wordt.

Deze uitkering ontvang je in plaats van de AWW wanneer je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De AWW vervalt dan.

Met deze regeling kan de pensioengerechtigde leeftijd met maximaal 5 jaar worden uitgesteld. Voor elk jaar uitstel wordt het pensioenbedrag met 7% verhoogd.

Deze regeling geeft je de mogelijkheid om je pensioenleeftijd uit te stellen, waardoor je een hoger pensioenbedrag ontvangt.

De kosten van de gezondheidszorg worden deels gedekt door de betalingen die mensen doen voor hun ziektekostenverzekering (AZV). Het andere deel wordt betaald door de overheid uit de staatskas. Er zijn ook inkomsten van de BAZV (Basisverzekering Ziektekosten), een extra premie die mensen betalen voor hun ziektekostenverzekering. De patiënt kan ook zelf een deel van de kosten betalen.

Een systeem waarbij de overheid zorgt voor een minimuminkomen voor alle mensen, waardoor ze in hun basisbehoeften kunnen voorzien.

Het minimumloon is het laagste salaris dat een werknemer per maand mag verdienen. Dit minimumloon wordt vastgesteld door de overheid en is in 2020 in Nederland €1653,60 per maand.

Het sociaal minimum is het bedrag dat de overheid vaststelt als het minimale inkomen dat iedereen nodig heeft om in de basisbehoeften te kunnen voorzien.

De gemeentelijke overheden zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het werk op het gebied van welzijn. De provinciale overheden ondersteunen de gemeenten daarbij en het Rijk zorgt voor het landelijke beleid.

De gezondheidszorg wordt gefinancierd uit verschillende bronnen, waaronder de kosten die mensen zelf betalen voor hun zorgverzekering, de bijdragen van de overheid, en de inkomsten van de Basisverzekering Ziektekosten (BAZV).

De overheid bepaalt het landelijke beleid en ondersteunt de gemeenten en provincies bij het uitvoeren van hun werk. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het werk op gebied van welzijn.

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is verantwoordelijk voor het beleid op gebied van gezondheid, welzijn en sport.