Hoofdstuk 1 Sociologie als wetenschap PDF
Document Details
![PremierDystopia](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-19.webp)
Uploaded by PremierDystopia
KU Leuven
Tags
Summary
This KU Leuven presentation introduces the subject of sociology. It gives a comprehensive overview of what sociology is and what it encompasses. The presentation covers diverse aspects of the study and methodology involved in sociology.
Full Transcript
Hoofdstuk 1 Sociologie als wetenschap Economische Sociologie Deel I. Elementaire eenheden van de sociologie 1. Sociologie als wetenschap 2. Cultuur 3. Sociale relaties en netwerken 4. Macht, gezag en 1. Wat sociologie niet is 2. Sociologie bestu...
Hoofdstuk 1 Sociologie als wetenschap Economische Sociologie Deel I. Elementaire eenheden van de sociologie 1. Sociologie als wetenschap 2. Cultuur 3. Sociale relaties en netwerken 4. Macht, gezag en 1. Wat sociologie niet is 2. Sociologie bestudeert sociaal handelen 3. Sociologie bestudeert sociale feiten 4. Sociologie is een product van sociologen in de samenleving 5. Sociologie is een 6. Sociologie is sociale theorie 7. Sociologie pakt sociale problemen empirisch aan 8. Sociologie is een product van methodologische innovaties 9. Sociologie bestudeert de mens in de samenleving Stelling 1 Wat sociologi Wat sociologie niet is Sociologie is geen anti- economisme Een economengrapje over sociologie Anti–economisme is elke kritiek die zich verzet tegen de fundamenten van de economische wetenschap Bestaat binnen de sociologie, maar ook elders Omgekeerd hebben vele sociologen ook een vruchtbare wisselwerking met economische theorieën (en vice versa) Wat sociologie niet is Sociologie is geen socialisme Een examen-anekdote Socialisme is een politieke ideologie Populatie van sociologen herbergt vele politieke ideologieën (maar wel een modus; gemiddelde en standaardafwijking op schaal) ↔ De sociologie als wetenschap heeft geen ideologie ↔ De sociologie als wetenschap heeft geen politiek programma Wat sociologie niet is Sociologie is meer dan een verhaal Een economengrapje over sociologie Verhaal: uitleg zoals het gebeurd zou kunnen zijn, cf. een model Nuttige stap naar wetenschappelijke verklaring, maar niet voldoende Kan nooit meer zijn dan een basis voor empirische toetsing Centraler in de economie (en meer geformaliseerd) dan in de sociologie Wat sociologie niet is Sociologie praat het verwerpelijke niet goed Een grapje over de dief die sociologie studeerde Verwijt is gebaseerd op een misverstand: sociologie probeert te construeren hoe mensen goed en kwaad definiëren, hoe en waarom sommigen deze ‘regels’ overtreden Maar: maakt zelf geen onderscheid tussen goed en kwaad Sociologische verklaringen kunnen Stelling 2 Sociologie bestudeert sociaal Sociologengrappe n (1) What'sthe difference between biology and sociology? When the baby the father, looks like biology. look it’s When the baby s like the neighbor, it’s sociology! Bron: http://workjokes.tripod.com/science.ht ml Sociologengrappe n (2) Sociologie bestudeert sociaal handelen “Het sociale” verwijst naar a)sociaal handelen b)sociale feiten Gedrag Handele Sociaal handelen Figuur 1. Relatie tussen de concepten gedrag en (social) Sociologie bestudeert sociaal handelen Criterium 1: intentionaliteit Criterium 2: coördinatie Let op: zelfde ‘gedraging’ behoort tot verschillende deelverzamelingen (ademen, bidden) Types van handelen Doelrationeel Waarderation eel Affectief Traditioneel Gedrag/handelen/types: conclusies 1) ‘Zinloos handelen’ is een contradictio in terminis 2) Vat de overlap én het verschil in uitgangspunten tussen sociologie en andere sociale wetenschappen a) Gedrag versus handelen als object b) Sociaal handelen (cf. Robinson Crusoë) c) Ook niet-rationeel handelen kan zinvol zijn Stelling 3 Sociologie bestudeert sociale Sociologie bestudeert sociale feiten “Het sociale” verwijst naar: a)sociaal handelen b)sociale feiten Sociologie bestudeert sociale feiten vertrekt van individu Vorige stelling Sommigen benadrukken dat het sociale net niet individueel is: het sociale als bovenindividueel Begrip ‘sociaal feit’: het sociale gaat aan individuen vooraf (objectief), en ze kunnen zich er niet zomaar aan onttrekken (dwingend) Voorbeeld: taal als hypercollectief goed (vergelijk: collectief goed) Sociologie bestudeert sociale feiten Het ‘normale’ van overtredingen Toepassing: zelfdoding als ‘normaal’ verschijnsel 1. Altruïstische zelfdoding: sterke integratie 2. Anomische zelfdoding: tekort aan regulering Sociologie bestudeert sociale feiten Verwante begrippen aan ‘sociale feiten’: Alle refereren aan bovenindividuele van sociale fenomenen Sociale structuur: het geheel van posities en groeperingen die in de samenleving voorkomen, en de relaties die ertussen bestaan Sociaal systeem: min of meer autonoom onderdeel van de samenleving met eigen regels die de relaties tussen posities regelen (≠ organisatie) Stellin g4 Sociologie is een product van sociologen in Enkele illustraties... (1) Pitirim Sorokin “(…) de invloed van honger op het sociale leven (…) Voor dit onderzoek beschikte ik over de nodige persoonlijke ervaring (…) Nu had ik Enkele illustraties... (2) Norbert Elias “Weet u, het is de jacht. De jacht. Ik moet dat contract hebben.” Enkele illustraties... (3) Abram de Swaan “Op congressen worden om de paar jaar de rekeningen opgemaakt van gevestigde, getaande en stijgende reputaties. Daarover wordt met geen woord openlijk gerept, maar met alle woorden wordt daaraan gewerkt. Geen gemeenschap is zo Een product van sociologen in de samenleving Wat leert dit ons? Socioloog maakt deel uit van wat hij bestudeert Vergelijk de disciplines sociologie-antropologie Bestaande samenleving bepaalt bestudeerbare Twee (gerelateerde) gevolgen: 1. Bestaande cultuur en tijdsgeest bepalen bestudeerbare: wat als ‘aanvaardbaar’ én wat als ‘relevant’ gedefinieerd wordt 2. Macht speelt een belangrijke rol in 1. Tijdsgeest en cultuur Cesare Lombroso (1876) L’uomo delinquente: de fysiognomiek 2. Macht: ongeoorloofd Casus 2: sommige groepen met politieke en marktmacht, doen er ook alles aan om onwelkome wetenschappelijke kennisvorming te counteren: Tabaksindustrie vanaf de jaren 1950 Suikerproducenten van de jaren 1960 Een product van sociologen in de samenleving 2. Macht: legitiem Toekenning van status Peer review Structuur departementen in wetenschappelijke instellingen Een product van sociologen in de samenleving Probleem van ‘waarden en wetenschap’ Drie antwoorden: 1. Naïef: de ‘positivistische ideologie’ 2. Waardenvrijheid en Stellin g5 Sociologi e jaagt mythen Sociologie jaagt mythen “We zijn allemaal sociologen” Sociologie bestudeert datgene waarover we ons ook in onze dagelijkse oordeelsvorming uitspreken Verschil: sociologie is wetenschap, oordelen zijn product van de wetenschappelijke cyclus Gevolg: ‘natuurlijke’ frictie tussen sociologie en dagelijkse oordelen Ook historisch bestaat deze breuk tussen voorwetenschappelijke maatschappijtheorie Sociologie jaagt mythen De bredere vraag is: wat maakt het verschil tussen voorwetenschappelijke oordelen en wetenschap Voorbeeld: het verschil tussen astrologie en wetenschappelijke oordelen Check je eigen horoscoop online, bijv. https://www.margriet.nl/horos coop Bron: https://www.horoscoop- luna.nl/weekhoroscoop/ 3 5 Sociologie jaagt mythen theori e inducti deducti e e empiri e Figuur 2. De wetenschappelijke Sociologie jaagt mythen Drie elementen, waarvan één onderliggend: 1. Theorie: consistent (vrij van interne contradicties) en toetsbaar 2. Empirie: valide en betrouwbaar 3. Methodologie: regels over theorieontwikkeling, dataverzameling, en confrontatie tussen 1 en 2 Sociologie jaagt mythen Twee noodzakelijke voorwaarden: 1. Beperking van object Empirische wetenschappen kunnen niet alles meten Cf. religiositeit versus godsdienstsociologie 2. Opbouw van de theorie De uitslag van de confrontatie tussen theorie en empirische werkelijkheid mag niet bij voorbaat vastliggen ↔ toetsingsdrempel (Falsifikationssperre) Sociologie jaagt mythen Voorbeelden van toestinsgsdrempels 1. Het Systeem waarin machthebbers functioneren, doet mensen geloven dat het belang van de machthebbers ook het belang is van de anderen. Het vragen om voor deze stelling een logisch mechanisme en empirisch bewijs aan te leveren, is voldoende bewijs van onderdrukking van alternatieve vormen van kennis. 2. ‘Belangenconvergentiethese’ van Derrick Bell Blanken hebben doorheen de geschiedenis enkel rechten toegekend aan zwarten wanneer de eersten daarbij belang hadden. 3 Een vastgestelde maatregel die zwarten ten Faculty of Economics & 9 goede komt, kan Business De breuk tussen 7 % voorwetenschappelijk en wetenschappelijk bestaat dus 6 % tussen dagelijkse en wetenschappelijke oordelen 5 % Parallel: ontwikkelde doorheen de tijd 4 % Ook in sociologie: een lokaliseerbare breuk tussen 3 % voorwetenschappelijke 2 maatschappijtheorieën en % sociologische Antivax wetenschappelijke producten Alternatieve 1 % Vaak Letgeneeswijzen op: gerelateerd geen algemeen aan en 0 scholingsgraad: onontkoombaar proces Antivax: negatief % I - geen sec. II - lager III - IV - hoger V1 - Bachelor V2 - sec. hoger Master beroeps Cf. Homeopathie: Pseudowetenschappen Figuur 3. Respondenten diesec.in het voorbije jaar vandaag homeopathie gebruikt hebben, naar scholingsgraad positief 4 Bron: European Social Survey, ronde 0 7 (2014) Sociologie jaagt mythen Twee toepassingen: Franse Revolutie Alexis de Tocqueville Judeocide (Holocaust) Zygmunt Bauman Sociologie jaagt mythen De Franse Revolutie: Geen ‘breuk’ Wel: versnelling en verdieping van bestaande evolutie Mogelijk: feedback of circulaire causaliteit (A-B-A) Sociologie jaagt mythen De Franse Revolutie: Mogelijk: feedback of circulaire causaliteit (A-B-A): Als men mij vraagt hoe het mogelijk is dat dit stuk ancien regime in zijn geheel werd overgebracht naar de nieuwe maatschappij en daarin werd opgenomen, antwoord ik dat, als de centralisatie niet in de Revolutie ten onder is gegaan, dit het gevolg is van het feit dat juist de centralisatie het begin van het sein tot de Revolutie is geweest (…) De democratische revolutie, die zoveel instellingen van het ancien regime heeft vernietigd, moest dus deze consolideren, en de centralisatie nam haar plaats in de maatschappij die door deze revolutie werd gevormd op zo natuurlijke wijze in, dat men gemakkelijk kon denken dat de Sociologie jaagt mythen De judeocide Misvattingen: 1. Joods probleem 2. Duits probleem 3. Universeel menselijk probleem Twee typisch ‘moderne’ kenmerken: 1. ‘Tuinderscultuur’ 2. Efficiënte bureaucratie Dissociatie doel-moraal 1. Functionele arbeidsverdeling 2. Vervanging morele door technische verantwoordelijkheid Antisemitisme als Duits 70 % probleem Voor de nazi-machtsgreep 60 (1933) waarschijnlijk minder % 54 sterk in Duitsland 50 % Cf. pogroms: vooral in regio’s % ten oosten 40 van Duitsland % Onderzoek in beperkt staal 30 % kranten naar artikels met een antisemitische lading: teneur in 20 % Duitsland was vermoedelijk minder vaak antisemitisch dan 10 % in andere Europese landen 1 % 0 0 0 % % 1899- 1914- 1924- 1933- % 1913 23 32 39 Duitsland Frankrijk Gr. Brittanië Italië Roemenië Figuur 4. Aandeel krantenartikelen over Joden met negatieve beeldvorming, 5 landen, 1899- 4 Bron: Brustein, W. I., & 1939 King, R. D. (2004). Anti-Semitism in Europe before 5 the Holocaust. Stellin g6 Sociologie is sociale theorie Sociologie is sociale theorie theori e inducti deducti e e empiri e Figuur 2 bis. De wetenschappelijke Sociologie is sociale theorie Theorie refereert aan het bovenste deel van de wetenschappelijke cyclus Twee elementen vallen op (in vgl. met de economische wetenschap): 1. Nadruk op middle range theories 2. Focus op canon 1.Middle range theories Middenpositie tussen puur empirisme (meting om de meting) en grand theory (universele verklaringen van alles) Idee: theorie moet weliswaar algemeen zijn, maar concreet genoeg om specifieke hypothesen over de werkelijkheid uit af te leiden Sociologie is sociale theorie 2. Focus op de canon In de sociologie is theorievorming sterk gericht op de sociologische canon Canon: geheel van belangrijke teksten die als referentiepunt voor een domein gelden Twee mogelijke gevolgen (risico/kans): 1. Gevaar van sociologie als een mantra 2. Kans op vooruitgang door kennis van de geschiedenis van de discipline (↔ ‘rediscovering America’) Stellin g 7 Sociologie pakt sociale problemen empirisch aan Sociologie pakt sociale problemen empirisch aan Fundamentele kloof tussen: Oorspronkelijke ambities klassieke sociologie: de wetenschap van het sociale Realiteit van de hedendaagse sociologie: sociale problemen Sociologie pakt sociale problemen empirisch aan Twee elementen zijn hier van belang: 1.Sociale problemen als motor achter de sociologie: Misleidend om sociologie voor te stellen via theoretische grondleggers alleen: ook ontstaan uit praktische noden. Leidde tot een kloof tussen de oorspronkelijke ambities van de sociologie en haar contemporaine bestaan. 2.De empirische dimensie van de wetenschappelijke cyclus: Sociologie is sterk empirisch georiënteerd; modellen en mathematische formalisering zijn niet gegroeid zoals in de economie; dataverzameling en – analyse zijn wel sterke punten: ‘clean Sociologie pakt sociale problemen empirisch aan Studie van eind jaren 1930 Cornerville is een slum district in Boston Bijna alleen Italiaanse migranten die Ieren verdrongen Externe blik: spectaculaire evenementen (moord, maffia, corruptie) Whyte verzet zich tegen deze benadering: 1.Goede sociologische analyse brengt Sociologie pakt sociale problemen empirisch aan Whyte engageert zich in wijk en participeert enkele jaren aan verschillende groepen Brengt 4 groepen in kaart die samen het publieke leven domineren: 1. Straatjongens: ‘Corner Boys’ 2. Studerende jongeren: ‘College Boys’ 3. Georganiseerde misdaad: illegaal gokken 4. Politici Figuur 5. Sociale ordening van de Norton Street Gang, Figuur 6. Sociale ordening van Angelo’s Boys, Corner boys: College boys: Italian Norton Community Street Gang Club Leden Jonge werkloze Jonge mannen in opleiding mannen Bron van Geografische Superioriteit in opleiding interactie nabijheid Interactie Dagelijks leven Formele vergaderingen Leiderschap Charismatisch Legaal Functie voor de Tijd verdrijven Mobiliteit (“social leden advancement”) Ontbinding Leeftijd Conflicten Beslissingen Informeel Formeel, parlementaristisch Tabel 1: Schematische vergelijking van de Stellin Sociologie g8 is een product van methodologisc Een product van methodologische Naast het empirische en het theoretische, derde innovaties grondslag in het ontstaan van de sociologie: methodologische innovaties Wetenschappelijke standaard in de sprong van theorie naar empirie en omgekeerd Hangt sterk samen met praktische empirische arbeid Twee illustraties: 1. De probabilistische revolutie 2. Charles Booth en de ‘social survey’ movement’ Toepassing 1: de probabilistische Tussen 1830-60 wasrevolutie sociologie (‘physique sociale’) van Quetelet een belangrijke bron van doorbraak in de statistiek Voorheen in de astronomie: ontdekking van de normaalverdeling Een vergelijkbare verdeling bij sociale/fysieke kenmerken Figuur 7. De Toepassing 1: de probabilistische revolutie toonden een grote Sociale (‘morele’) statistieken stabiliteit: huwelijk, zelfmoord, misdaad,... Quetelet legde een verband met de normaalverdeling, en met l’homme moyen een eerste systematische studie van sociale orde Twee aanzetten tot innovatie: 1. Besef dat veranderingen in de verdeling op zich interessante informatie zijn, die echte deviatie tonen (Galton): aanzet tot correlatie 2. In studie van misdaad: er bestaan vele Toepassing 2: de ‘social survey movement’ 1889, Londen: sterk besef van armoede als sociaal probleem. Charles Booth (1840-1916) wilde betere basis voor uitspraken over armoede. Survey naar armoede in Londen (1889-1891), vooral East End met 4 miljoen inwoners Gebaseerd op interviews met sleutelfiguren Aanzet tot absolute armoedegrens met korf basisgoederen Methoden in de sociologie vandaag Vandaag kenmerkt sociologie zich door gebruik van een veelheid aan methodes Basisintuïtie: Bruce, ‘vraag het’ (interview) Daaronder: sterke diversiteit Grove indeling: 1.Kwantitatieve methoden: gestandaardiseerde vragenlijst 2.Kwalitatieve methoden: diepte-interview Keuze afhankelijk van vraag en doel Toepassing: cannabis “The most important lesson was that if you want to know what people are doing and why they are doing it, you go and ask them. They might not always know, or they But mightall other know sources and not are tell you. inferior.” Bron: Bruce, Steve. (1986). God save Ulster! The religion and politics of Paisleyism. Oxford Een voorbeeld: cannabisgebruik Kwantitatief: Eurobarometer survey Kwalitatief: Howard Becker 28 % 23 % 18 % 14 % 13 % 8 % Griekenlan Portuga Luxembur Belgi Zwede Finlan Nederlan Duitslan Ver. Itali Denemarken Spanj Frankrij Ierlan EU d l g ë n d d d Kon. ë Oostenrijk e k d Figuur 8. Aandeel jongeren (15-24) dat cannabis gebruikte in het voorbije jaar (EU-gemiddelde en selectie van landen) Howard Becker “Becoming a marihuana Bron : user”* Becker, H.S., 1991, Becoming a marihuana user. In: H.S. Becker (Ed.). Outsiders: studies in the sociology of deviance. Free Press, New York, pp. 41-58. Stellin g9 Sociologi e bestudee rt De mens in de samenleving David Rosenhan, “On being sane in insane places” Experiment dat sociologisch uitgangspunt ondersteunt en illustreert: Acht gezonde proefpersonen boden zich 12 keer aan bij psychiatrische instellingen Verzonnen verhaal: hoorden geluid (‘plof’) in hun hoofd Werden opgenomen (7 ± 52 dagen, gem=19) met als diagnose schizofrenie (11/12) of manisch-depressieve psychose (1/12) ‘Normaal’ gedrag werd vaak geïnterpreteerd als passend in diagnose (schrijven, biografische details) Conclusie: krankzinnigheid wordt (mee) De mens in de samenleving Basisidee van deze stelling: stel je voor (wie ben je?) Gebruikte categorieën (naam, leeftijd, titels) zijn afkomstig van samenleving, geven ons er een plaats in (positie) → identiteit is geheel van sociale rollen: Metafoor uit theater of film: gespeeld maar meestal zonder zich ervan bewust te zijn én met geloof = geheel van verwachtingen bij een sociale positie, die de beschikbare praktijken en strategieën bepaalt Meerdere rollen per persoon: student, zoon, broer,... Rechten én verplichtingen De sociologie gaat in de definitie veel verder dan voorgaande voorbeelden Toepassing: ‘the sick role’ sociale verwachting van werken Algemene Enkele uitzonderingen (werkloos, ziek), maar gebonden aan voorwaarden Rol van de zieke heeft 4 kenmerken: 1. ‘Normale’ verwachtingen zijn opgeschort (gelegitimeerd door arts) 2. Schuldeloosheid 3. Plicht om ziekte als ongewenst te beschouwen 4. Plicht competente hulp te Stelling 10 Sociologi e bestudee rt De samenleving in de mens Mensen leven niet alleen in de samenleving; de samenleving leeft ook in hen. Verbinding tussen individu en sociale feiten heet habitus Sociologische hertaling van de ‘persoonlijkheid’, maar dan geconstrueerd door onze sociale omgeving Verklaring voor ons ‘onmiddellijk’ begrijpen van de wereld om ons heen: geïnternaliseerde mentale structuur die ontstaan in samenspraak met de objectieve wereld om ons heen In zekere zin een plattegrond van die objectieve De samenleving in de mens Twee belangrijke kenmerken: 1. Creëert mogelijkheden en beperkingen, geen determinisme 2. Habitus creëert strategieën en manieren van kijken die vaak niet bewust zijn. Sociale wereld levert ook besef van de eigen identiteit: het zelf (‘self’) Centraal aan de sociologische benadering van sociale identiteit: we zien onszelf door de ogen van anderen Het ‘looking glass self’