Actoren van het economisch recht PDF
Document Details
Uploaded by PopularLimeTree1850
UCLouvain
Prof. Dr. Nicolas Van Damme
Tags
Related
- Arbeitspapier 3 - Öffentliches Recht (Wintersemester 2022/2023)
- Arbeitspapier 7 (Wiederholung und Vertiefung) PDF
- Arbeitspapier 8 - Öffentliches Recht für Wirtschaftswissenschaftler PDF
- Recht op Zelfbeschikking en Openbare Orde PDF
- Staat, Ökonomie und Recht PDF
- Grundlagen des Wirtschaftens PDF WBS Exam 2024
Summary
Deze presentatie behandelt de verschillende actoren in het economisch recht, met een focus op de definitie van "onderneming" en "consument", en illustreert dit met juridische voorbeelden. De presentatie bevat ook informatie over de relevante wetten en rechtszaken.
Full Transcript
30-04-24 ECONOMISCH RECHT (BDRNL1310) Prof. Dr. Nicolas Van Damme 1 I. Actoren van het economisch recht 2 30-04-24 Algemeen 3 Belang Bepaalt me...
30-04-24 ECONOMISCH RECHT (BDRNL1310) Prof. Dr. Nicolas Van Damme 1 I. Actoren van het economisch recht 2 30-04-24 Algemeen 3 Belang Bepaalt mede het personeel toepassingsgebied van bepaalde rechtsregels Wie? 1. Onderneming 2. Consument 4 4 30-04-24 1. Onderneming (“B”) Twee invullingen van het begrip « onderneming » Formeel ondernemingsbegrip (algemene definitie) Functioneel (materieel) ondernemingsbegrip (definitie van Boek VI WER) 5 5 1. Onderneming (“B”) Formeel ondernemingsbegrip (algemene definitie: art. I.1, 1° WER) (a) Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent; (b) Iedere rechtspersoon, tenzij publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten op de markt brengen (c) Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij de organisatie zonder uitkeringsoogmerk noch in rechte noch in feite (d) Met uitsluiting van de Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de hulpverleningszones (en prezones), de Brusselse Agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de OCMW’s 6 6 30-04-24 (a) Ieder natuurlijk persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent Zelfstandig Voor eigen rekening en zelf financiële en commerciële risico’s nemen ≠ in ondergeschikt verband (werknemer, ambtenaar) Duurzaam: zowel in hoofdberoep als in bijberoep ≠ normaal beheer van het persoonlijk vermogen (occasioneel verhuur van een appartement of beheer van een effectenportefeuille of verkoop van tweedehandsgoederen) Er moet een zekere regelmaat zijn: er moet een organisatie zijn en er moet een winstoogmerk aanwezig zijn 7 7 Casus 1: een natuurlijke persoon had op een Bulgaarse onlineverkoopwebsite enkele producten te koop aangeboden. De vraag rees of deze persoon als een onderneming kwalificeerde HvJ EU 4 oktober 2018, C-105/17, Kamenova: er moet een zekere frequentie en organisatie zijn van de verkoop er moet winstoogmerk zijn 8 30-04-24 Casus 2: Mario was zaakvoerder van een immovennootschap. De vrederechter stelt een bewindvoerder aan over de persoon en de goederen van Mario. Deze bewindvoerder doet aangifte van het faillissement van de vennootschap en van Mario zelf. Dit veronderstelt dat Mario een ‘onderneming’ is in de zin van art. I.1, 1° al. 1 WER (zie definitie van ‘schuldenaar’ in art. XX.99 al. 1 WER). Het gaat hier om het zgn. ondernemingsbegrip in formele zin (www.corporatefinancelab.org). Cass. 18 maart 2022 + Cass. 9 februari 2023: Een natuurlijke persoon is, in de zin van artikel I, 1, 1° Wetboek van economisch recht, slechts een onderneming wanneer hij een organisatie vormt bestaande uit de inrichting van materiele, financiële of menselijke middelen met het oog op het uitoefenen van een professionele activiteit als zelfstandige. Hieruit volgt dat de zaakvoerder of bestuurder van een vennootschap, die zijn mandaat uitoefent buiten iedere eigen organisatie om, geen onderneming is. Hij kan dan ook niet worden failliet verklaard. 9 (b) Iedere rechtspersoon Alle rechtspersonen van privaat-en publiekrecht: VZW, Stichting, BV, NV, CV, VOF en CommV Met uitzondering van: Publiekrechtelijke rechtspersonen die geen diensten of goederen op de markt aanbieden Wél: NMBS, MIVB (STIB), De Lijn, TEC, … MAAR: art. I.22,8° WER: publieke rechtspersonen kunnen niet failliet verklaard worden 10 10 30-04-24 (c) Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid met uitkeringsoogmerk Organisatie zonder rechtspersoonlijkheid: Maatschap (société simple) of feitelijke vereniging (association de fait) Groepering die wijn gaat commercialiseren en verkopen « Mini-ondernemingen » (cf. middelbare school) Met uitkeringsoogmerk: Maatschap ≠ feitelijke vereniging Feitelijke verenigingen horen geen uitkeringen na te streven (art. 1:2 WVV) Vermomde uitkeringen zijn ook uitkeringen (m.n. waardeoverdracht zonder tegenprestatie): feitelijke vereniging is dan wél onderneming 11 11 (d) Met uitsluiting van limitatief opgesomde overheidsorganen Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de hulpverleningszones (en prezones), de Brusselse Agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de OCMW’s 12 12 30-04-24 1. Onderneming (“B”) Materieel/functioneel ondernemingsbegrip (definitie Boek VI: art. I.8, 39° WER) Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen 13 13 (a) Ieder natuurlijk persoon of rechtspersoon Ruim toepassingsgebied: zowel natuurlijke personen als rechtspersonen maar ook verenigingen van natuurlijke of rechtspersonen (b) Zelfstandig Niet uitdrukkelijk in de wet opgenomen, maar volgt uit ratio legis (parlementaire voorbereidingen) Ambtenar en werknemer zijn geen zelfstandigen (c) Economische activiteit Het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt (d) Duurzaam karakter – organisatie Met een zekere regelmaat Een zekere organisatie 14 14 30-04-24 (e) Economische activiteit tegen betaling (en gericht op winstoogmerk) Rendement is het uiteindelijke doel dat wordt beoogd met de economische activiteiten: door het rendement kan de activiteit blijven worden uitgeoefend Dus ook goede doelen: niet per se om de vrijwilligers te bevoordelen maar wel om zichzelf in stand te houden Ziekenfondsen die in principe een taak van algemeen belang nastreven kunnen ook door hun houding en positionering op de markt denatureren in economische activiteiten gericht op winstoogmerk (f) Ondernemingsverenigingen De verenigingen van ondernemers die op zichzelf misschien geen economische activiteiten verrichten Bv. Orde der Advocaten, Instituut van de accountants en belastingconsulenten (contra: Gent 10 september 2018) 15 15 Voorbeelden/toepassingen: VZW’s die in het kader van hun statutair doel diensten verlenen die economisch van aard zijn of producten verkopen of aanbieden tegen betalingen Bv. Felix500 asbl/vzw Quid met jeugdbewegingen (scouts, voetbal, etc.) die wafels of kaarsen verkopen voor hun werking te financieren? Overheidsinstellingen De Lijn/TEC, De Post, de NMBS, de VRT/RTBF Intercomunales, Proximus Vrije beroepers (advocaat, arts, architect) 16 30-04-24 2. Consument (“C”) Het begrip ‘consument’ is de tegenhanger van het begrip ‘onderneming’ Wanneer een entiteit (persoon of groepering) optreedt als onderneming kan ze voor die activiteit geen consument zijn en vice versa Algemene definitie (art. I.1, 2° WER) Iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-bedrijfs- ambachts- of beroepsactiviteit vallen 17 17 (i) Natuurlijk persoon (personne physique) Rechtspersonen (personnes morales) zijn nooit consument Ratio legis: Zo ruim mogelijk ondernemingsbegrip Rechtspersonen zijn groeperingen die doorgaans zo georganiseerd zijn dat ze geen bijzondere bescherming behoeven Doelstelling van consumentenrecht (= EU-recht) is om de economisch zwakkere en minder ervaren contractspartij die kennis en onderhandelingsmacht ontbeert, te beschermen 18 18 30-04-24 (ii) Buiten de handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit Algemeen Functioneel, in concreto en objectief De aard van de activiteit is ook hier doorslaggevend Functioneel in concreto te bepalen of een handeling buiten beroepsactiviteit kadert (= functionaliteitscriterium) Wat is niet-beroepsmatig? Afwezigheid van duurzaam karakter van de activiteit en organisatie Dagelijkse, algemeen levensnoodzakelijke aankopen = vermoeden van consument Quid werknemer die een aktentas koopt voor zijn werk? Quid advocaat die een TV koopt? Objectief Advocaat die een kredietovereenkomst sluit om privéwoning aan te kopen is consument Ook al is advocaat misschien subjectief gezien specialist kredietovereenkomsten en behoeft hij geen bescherming zoals een normale consument (HvJ EU 3 sept 2015, 19 Costea, C-110/4) 19 (ii) Buiten de handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit Gemengde overeenkomsten Het is niet vereist dat de consument uitsluitend (exclusivement) handelt buiten beroepsactiviteiten. Sommige gemengde overeenkomsten vallen ook onder consumentenbegrip het handelsoogmerk zo beperkt is dat het binnen de globale context van de overeenkomst niet overheerst Voorbeeld 1: TV aangekocht door advocaat : 20% beroepsmatig, 80% privé Voorbeeld 2: BMW 330 Xdrive leasen als advocaat: 50% beroepsmatig, 50% privé? Kwalificatieproblemen Digitale diensten online aanbieden: cf. Vinted, Facebook Market, Airbnb Niet altijd duidelijk voor de koper of hij te maken heeft met een consument of een onderneming 20 20 30-04-24 21 Einde 22