Zuren en Basen §2

Welke van de volgende zuren is een sterk zuur?

Een zwak zuur ioniseert volledig in water.

Wat is de formule van zwavelzuur?

De pH werd berekend met de formule pH = -log[____].

Koppel de volgende basen aan hun eigenschappen:

Wat is de pH van 3,8 × 10^-3 M salpeterzuur (HNO3)?

PH + pOH is altijd gelijk aan 14,0.

Wat is de formule voor het berekenen van pOH?

Wat is de juiste formule voor de evenwichtsconstante van een zwak zuur?

Een sterke base kan alleen reageren met een zwak zuur.

Noem de drie soorten stoffen die kunnen oplossen in water.

De pH wordt bepaald met een __________, universele indicator papier of zuur-base indicatoren.

Koppel de stoffen aan hun eigenschappen:

Wat gebeurt er als je een zwak zuur in water oplost?

De waarde van x in de abc formule kan verwaarloosbaar zijn als het minder dan 10% van de beginwaarde is.

Wat is de verhoudingsformule van ijzer(III)chloride?

Zuren en Basen §2.1

Zuren geven een H⁺ af, basen nemen een H⁺ op.
Voorbeelden van zuren: zwavelzuur (H₂SO₄), azijnzuur (CH₃COOH), oxaalzuur (H₂C₂O₄), fosforzuur (H₃PO₄), salpeterzuur (HNO₃).

Sterke en Zwakke Zuren §2.2

Sterke zuren ioniseren volledig in water.
Zwakke zuren ioniseren niet volledig in water.
Voorbeelden van reacties:
- Sterke zuur: HCl(aq) → H⁺(aq) + Cl⁻(aq)
- Zwakke zuur: CH₃COOH(aq) → H⁺(aq) + CH₃COO⁻(aq)

Sterke en Zwakke Basen §2.3

Basen nemen een H⁺ ion op als ze in water worden opgelost.
Sterke basen reageren volledig en onomkeerbaar met water.
Zwakke basen zijn gedeeltelijk onomkeerbaar.
In BINAS tabel 49 staan sterke basen onder OH⁻ en zwakke eronder.

pH §2.4

pH = -log[H⁺]
Voorbeeld: pH bereken van 3,8 × 10⁻³ M salpeterzuur (HNO₃).
- HNO₃ → H⁺(aq) + NO₃⁻(aq)
- [H⁺] = 3,8 × 10⁻³ mol/L
- pH = 2,4

pH van basische oplossingen §2.5

pOH = -log[OH⁻]
Voorbeeld: pOH van 0,35 M kalkwater (Ca(OH)₂)
- Ca(OH)₂ → Ca²⁺(aq) + 2OH⁻(aq)
- [OH⁻] = 0,70 mol/L
- pOH = 0,15

Hoofdstuk 7: Zuren en Basen

Soorten stoffen: metalen, zouten (metaal + niet-metaal), moleculaire stoffen (niet-metalen).
Oplosbaarheid: Moleculen kunnen oplossen als ze waterstofbruggen kunnen vormen met OH- of NH-groepen (voorbeeld: ethaanzuur).
pH bepalen: pH-meter is nauwkeurig, universeel indicatiestrip is minder nauwkeurig.
Zuur-base indicatoren: Kleurverandering geeft pH-grens aan (omslagtraject).
Reacties: H₃O⁺ + OH⁻ → 2H₂O
Verbrandingsreactie: A + O₂ → Co₂ + H₂O

Test je kennis over zuren en basen in deze quiz. Ontdek de eigenschappen van sterke en zwakke zuren en basen, en leer hoe je de pH en pOH van oplossingen kunt berekenen. Deze vragen behandelen enkele belangrijke concepten uit de chemie.