Werken met belanghebbenden: Empowerment
30 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is empowerment?

Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en omgeving.

Welke niveaus zijn er in empowerment?

  • Alle bovenstaande (correct)
  • Collectief niveau
  • Politiek maatschappelijk niveau
  • Individueel niveau
  • Empowerment op politiek-maatschappelijk niveau richt zich uitsluitend op individuen.

    False

    Wat is een voorbeeld van empowerment op collectief niveau?

    <p>Hulp en kracht uit de onmiddellijke omgeving actief vertonen</p> Signup and view all the answers

    Wat is de basishouding maatschappelijke betrokkenheid voor SOW

    <p>Een houding van betrokkenheid gericht op herstel en insluiting.</p> Signup and view all the answers

    De armoededrempel is _____ procent van het mediaan netto beschikbare gestandaardiseerde huishoudinkomen in het land.

    <p>60</p> Signup and view all the answers

    Bij wie is het armoederisico het hoogst?

    <p>Werklozen</p> Signup and view all the answers

    Wat is de definitie van superdiversiteit?

    <p>Kwantitatieve verschillen in bevolkingssamenstelling, waar de samenleving steeds diverser wordt.</p> Signup and view all the answers

    Kruispuntdenken betekent dat een individu bepaald wordt door één kenmerk.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de methodieken op microniveau in armoedebestrijding?

    <p>Materiële en financiële hulpverlening, zoals privé-investeerders en OCMW.</p> Signup and view all the answers

    Wat is interne attributie?

    <p>De oorzaak van mijn problemen ligt bij mezelf.</p> Signup and view all the answers

    Wat is externe attributie?

    <p>De oorzaak van mijn problemen ligt buiten mezelf.</p> Signup and view all the answers

    Empowerment is belangrijk bij het zoeken naar oplossingen.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Voor wat staat SMART bij het opstellen van doelstellingen?

    <p>Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de belangrijkste elementen van de dramadriehoek?

    <p>Slachtoffer, Redder, Aanklager</p> Signup and view all the answers

    Bij evalueren kijken we alleen naar het resultaat van het probleem.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Gezond ouder worden is het proces van het ontwikkelen en beheren van het ___________ vermogen.

    <p>functionele</p> Signup and view all the answers

    Wat is de activiteitstheorie?

    <p>De theorie die stelt dat ouderen nieuwe rollen aannemen of bestaande rollen versterken.</p> Signup and view all the answers

    Match de rollen van ouderen met hun beschrijvingen:

    <p>Partnerrol = Familierol Werken = Maatschappelijke participatie Student = Vrijetijdsbestedingsrol Vrijwilliger = Activiteitstheorie</p> Signup and view all the answers

    Wat is een onmisbare grondhouding in sociaal werk?

    <p>Actief pluralisme</p> Signup and view all the answers

    Etnische verschillen zijn de meest relevante in het sociaal werk.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met 'open en respectvolle houding' in sociaal werk?

    <p>Het betekent dat men met een nieuwsgierige en empathische instelling naar cliënten luistert en hen respecteert.</p> Signup and view all the answers

    Het TOPOI-model helpt ons de __________ communicatie te begrijpen.

    <p>interculturele</p> Signup and view all the answers

    Wat is de primaire focus van communicatie volgens het TOPOI-model?

    <p>Betrekkingsniveau</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de kernvragen bij communicatie tussen verschillende culturen?

    <p>Wat is mijn aandeel in de communicatie? Wat is het aandeel van de ander? Welke invloed vanuit de sociale omgeving is er?</p> Signup and view all the answers

    Non-verbale taal omvat alleen lichaamstaal.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt 'draagkracht' in volgens het cyclisch werkproces?

    <p>Draagkracht verwijst naar de veerkracht die iemand heeft om met moeilijkheden om te gaan.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de drie niveaus waarop de organisatie communicatie beïnvloedt?

    <p>Microniveau</p> Signup and view all the answers

    De __________ is een hulpmiddel voor het in kaart brengen van sociale verbanden.

    <p>genogram</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende gesprekstechnieken aan hun effect:

    <p>Gesloten vragen = Snel eenduidige antwoorden Open vragen = Meer ruimte voor eigen inbreng Krachtgerichte vragen = Focus op veerkracht en wat goed gaat Reflectief luisteren = Verifiëren van begrip</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Sociaal Werk en de Superdiverse Samenleving

    • De identiteit van 'de' Vlaming, allochtoon of asielzoeker is niet uniform; diversiteit overschrijdt deze labels.
    • Superdiversiteit biedt de kans om culturele stereotypering te doorbreken.
    • Actief pluralisme is essentieel voor een inclusieve benadering in sociaal werk.
    • Uitsluiting kent meerdere oorzaken en is een complex probleem.
    • Welzijnsorganisaties worden gekenmerkt door een overwegend 'wit' personeelsbestand.
    • Etnische verschillen zijn niet langer de belangrijkste variabelen in sociale interacties.

    Handelingsprincipes voor Divers-Sensitief Handelen

    • Samenwerking en dialoog zijn fundamenteel voor effectief sociaal werk.
    • Basishouding omvat openheid, respect, nieuwsgierigheid en empathie.
    • Communicatieve vaardigheden zijn cruciaal in een omgeving van taaldiversiteit.
    • Taaldpect is pragmatisch en vereist het hanteren van verschillende taalregisters.

    TOPOI Model

    • Het TOPOI-model helpt interculturele communicatie te begrijpen en optimaliseren.
    • Kernconcepten van TOPOI:
      • Taal: Zowel analoog als digitaal, met contextueel bepaalde betekenissen.
      • Ordening: Subjectieve en collectieve zienswijzen beïnvloeden communicatie.
      • Personen: De relatie tussen individuen speelt een belangrijke rol in het communicatieproces.
      • Inzet: Motieven en bedoelingen zijn vaak niet zichtbaar, maar beïnvloeden communicatie aanzienlijk.

    Communicatieprocessen

    • Communicatie is circulair en beïnvloedt wederzijds gedrag van betrokkenen.
    • Drie vragen ter reflectie bij elke communicatie:
      • Wat is mijn aandeel?
      • Wat is het aandeel van de ander?
      • Hoe beïnvloedt de sociale omgeving onze communicatie?

    Taalgebruik

    • Verbaal en non-verbaal taalgebruik zijn essentieel om betekenis over te brengen.
    • Verbale taal bevat overeengekomen codes die contextafhankelijk zijn.
    • Non-verbale communicatie omvat lichaamstaal, stemgebruik en persoonlijke ruimte.

    Ordening

    • Iedere deelnemer in communicatie heeft een uniek referentiekader en zienswijze.
    • Identificatie van subjectieve en collectieve verschillen in zienswijze in gesprekken is noodzakelijk.

    Personen

    • Relationele aspecten zijn van belang in communicatie; de identiteiten van gesprekspartners hebben invloed op de interactie.
    • Het sociaal referentiekader beïnvloedt hoe individuen elkaar waarnemen.

    Organisatie

    • Communicatie wordt beïnvloed door functionele en professionele organisatorische contexten, zowel op microniveau (directe interactie) als op meso- en macroniveau (beleidskaders).

    Communicatietechnieken

    • Gebruik van gesloten vragen biedt snel eenduidige antwoorden; open vragen stimuleren diepgaandere reflectie.
    • Krachtgerichte vragen leggen nadruk op de veerkracht van de belanghebbende.
    • Reflectief luisteren en samenvatten helpen bij het structureren van gesprekken.

    Cyclisch Werkproces in Sociaal Werk

    • Cyclisch werkproces speelt een rol in methodisch handelen; het is gericht op effectiviteit en efficiëntie in sociaal werk.
    • Rapportage richt zich op voortgang, kwaliteitsbewaking en verantwoording.

    Eerste Contact

    • Belang van het verkennen van sociale en culturele verschillen bij het eerste contact met cliënten.
    • Aandacht voor eigen socio-economische achtergronden en culturele verschillen van de sociaal werker.

    Hulpmiddelen voor Situatieverkenning

    • Leefgebiedenlijsten bieden inzicht in belangrijke levensaspecten van cliënten.
    • Genogram en ecogram kunnen sociale netwerken en relaties binnen de familiestructuur in kaart brengen.

    Draagkracht en Draaglast

    • Draagkracht verwijst naar de mogelijkheden van een persoon om met uitdagingen om te gaan, terwijl draaglast verwijst naar de druk of problemen die iemand ervaart.
    • Balansverstoring kan incidenteel, tijdelijk of structureel zijn en vereist verschillende benaderingen voor ondersteuning.### Werken met belanghebbenden

    Basishouding van de SOW

    • Empowerment: Proces van versterking voor individuen, organisaties en gemeenschappen, gericht op controle en participatie.
    • Individueel niveau: Activeren van persoonlijke hulpbronnen en ontwikkeling door onderwijs en vrijwilligerswerk.
    • Collectief niveau: Sociale steunbronnen gebruiken zoals buurthuizen en clubs om aanwezige kracht te mobiliseren.
    • Politiek-maatschappelijk niveau: Structurele veranderingen behalen door wetgeving en inclusieve initiatieven.

    Hulpbronnen

    • Economisch kapitaal: Geld en materiële zaken.
    • Sociaal kapitaal: Relaties en netwerken.
    • Cultureel kapitaal: Kennis, vaardigheden en opleiding.

    Basishoudingen van de SOW

    • Maatschappelijke betrokkenheid: Gericht op herstel van sociale uitsluiting.
    • Breed kijken: Inzicht in de samenhang tussen individuen, groepen en de samenleving.
    • Leefwereldperspectief: Inleven in de unieke ervaringen van belanghebbenden.
    • Gelijkwaardigheid: Samenwerkniveau met maximale zeggenschap voor de belanghebbende.
    • Besef van normativiteit: Erkenning van diverse waarden en normen die ons handelen beïnvloeden.
    • Krachtgericht: Vertrouwen in de mogelijkheden van belanghebbenden.

    Werkprincipes van de SOW

    • Ondersteuning dichtbij de leefwereld: Kennis van de dagelijkse realiteit van de belanghebbenden.
    • Empowerment verbinden: Actieve deelname in netwerken en zelfontwikkeling.
    • Eenvoudige acties: Kleine interventies zoals gesprekken en hand- en spandiensten kunnen grote impact hebben.
    • Creatieve professionaliteit: Nieuwe methodieken en reflectie op bestaande werkwijzen toepassen.
    • Cyclisch werkproces: Benadering van beleid om armoede effectief aan te pakken.

    Armoede en sociale uitsluiting

    • Definitie van armoede: Ethisch, rechten- en sociaal probleem met netwerk van sociale uitsluitingen.
    • Invloeden van armoede: Beïnvloedt cultuur, onderwijs, huisvesting en gezondheid.
    • Beperking van sociaal weefsel: Gestoorde verbindingen leiden tot vicieuze cirkels van armoede.

    Armoede in cijfers

    • Armoededrempel: Vastgesteld op 60% van het mediaan netto beschikbare inkomen.
    • Risicogroepen: Werklozen (37%), eenoudergezinnen (26%), mensen geboren buiten de EU (30%).
    • Gradualiteit van armoede: Variërend van bestaansonzekerheid tot onder de armoededrempel.

    Mensen in armoede

    • Generatiearmen: Complexe problemen van machteloosheid en wantrouwen.
    • Bestaansonzekerheid: Laagste economische klasse met meer kans op discriminatie.
    • Daklozen: Inclusief risicogroepen zoals verslaafden en vluchtelingen.
    • Gekleurde armoede: Hoge percentages onder de armoedegrens bij bepaalde etniciteiten.

    Oorzaken van armoede

    • Micro-niveau: Persoonlijke tekortkomingen en ongevallen.
    • Macro-niveau: Maatschappelijke structuren en conjunctuur.

    Methodieken in armoedebestrijding

    • Microniveau: Materiële en financiële hulpverlening via OCMW en CAW.
    • Macroniveau: Beleidsinitiatieven zoals federaal en Vlaams armoedebeleid.

    Migratie en diversiteit

    • Definitie migratie: Beweging van mensen, historisch sinds WO II met verschillende groepen en redenen.
    • Migranten: Personen met verschillende nationaliteiten en hun integratie afhankelijk van sociale context.

    Superdiversiteit

    • Kwantitatieve en kwalitatieve verschillen: Groei van superdiverse samenlevingen zoals in steden als Brussel en New York.
    • Kruispunt-denken: Verschillende identiteitsassens definiëren de maatschappelijke positie van individuen.

    Interculturele communicatie

    • Relatie cultuur en communicatie: Het begrijpen dat ieder individu meervoudige identiteiten heeft die communicatie beïnvloeden.
    • Interculturele communicatie: Nadruk op de persoonlijke context en niet enkel op culturele achtergrond.### Zelfpresentatie & Attributie
    • Twee soorten attributie: interne (problemen liggen bij jezelf) en externe (problemen liggen buiten jezelf).
    • Externe attributie kan wijzen op sociale kwetsbaarheid.

    Wensen en Oplossingen Verkennen

    • Maatwerk is noodzakelijk voor het efficiënt aanpakken van probleemsituaties.
    • Empowerment is essentieel: controle verwerven over de eigen situatie.
    • Zoeken naar hulpbronnen in de omgeving voor oplossingen.
    • Sluit aan bij de leefwereld van de belanghebbende en vind een balans tussen probleem en oplossing.
    • Sociale steun door informele zorg en collectieve voorzieningen is belangrijk.
    • Waardeer de kwaliteiten en inzet van de belanghebbende; gebruik een integrale aanpak.

    Begeleidersvaardigheden

    • Reparatiereflex en dramadriehoek zijn tools om oplossingen te structureren.
    • Bevorder motivatie van de belanghebbende bij het adviseren van oplossingen.
    • Vuistregels zijn belangrijk voor het adviseren: structuur aanbrengen en actiegericht zijn.

    Dramadriehoek

    • Slachtoffer: voelt zich hulpeloos en minderwaardig, legt verantwoordelijkheid buiten zichzelf.
    • Redder: neemt alle verantwoordelijkheid, waardoor het slachtoffer niet kan groeien.
    • Aanklager: wijst anderen aan voor schuld zonder eigen verantwoordelijkheid te nemen.

    Plannen en Acties Uitvoeren

    • Focus op regie bij de belanghebbende; acties worden gezien als 'kleine experimenten'.
    • Acties dienen indien nodig in overleg bijgesteld te worden.
    • SMART-doelstellingen helpen bij het concretiseren van doelen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden.

    Acties van de Belanghebbende Coachen

    • Bevorder zelfredzaamheid en behoud van eigen regie.
    • Actief formuleren bij de voorbereiding van acties; mogelijk rollenspel als oefening.
    • Contact houden na uitvoering door kleine ondersteunende acties.
    • Constructief confronteren bij discrepanties tussen wensen en uitvoering.

    Evalueren en Afsluiten

    • Evalueren op basis van of het probleem opgelost is en wat er geleerd is.
    • Afbouw van de hulpverleningsrelatie kan emotionele reacties oproepen, dus voorbereid zijn is belangrijk.
    • Sluiten van het traject gebeurt bij duurzaam oplossend vermogen van de belanghebbende.
    • Opvolging is cruciaal om te controleren of de 'oplossing' standhoudt en of men leert leven met de situatie.

    Ouderen en Methodiek Programmeren

    • Vergrijzing leidt tot meer gepensioneerden dan kinderen in scholen.
    • Verwitting betekent dat meer gepensioneerden nog levende ouders hebben.
    • De sociaal werker moet terminologie rondom ouderen correct hanteren en de impact ervan begrijpen.

    Healthy Ageing

    • Gezond ouder worden richt zich op functioneel vermogen dat welzijn aanmoedigt, met focus op veerkracht en zelfregie.

    Beeldvorming over Ouderen

    • Ouderen zijn geen homogene groep; stereotypen kunnen leiden tot self-fulfilling prophecies.

    Levensloop Organisatie

    • Leeftijdsstructuren zoals leeftijdsegregatie en leeftijdintegratie zijn belangrijk bij de begeleiding van ouderen.

    Rol van Ouderen

    • Ouderen vervullen verschillende rollen: familiële, maatschappelijke, en in vrijetijdsbesteding.
    • Activiteitstheorie betreft het aannemen van nieuwe rollen; disengagementtheorie stelt dat ouderen activiteiten afbouwen als een zachte overgang naar de dood.
    • Continuïteitstheorie focust op het voortzetten van eerdere activiteiten.

    Methodisch en Professioneel Aan de Slag

    • Planmatig handelen als basis voor effectief werken met ouderen.
    • Evidence-based en persoons- en netwerkgericht werken.
    • De acht fasen van programmeren zijn: oriëntering, analyse, operationalisering, ontwerp, voorbereiding, uitvoering, evaluatie, en nazorg.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Werken met belanghebenden.docx

    Description

    Dit quiz behandelt de basishouding van de Structuur van de Organisatie voor Welzijn (SOW) met een focus op empowerment. Je leert over de verschillende niveaus van empowerment, met name het individuele niveau, en hoe belanghebbenden hun eigen situaties kunnen verbeteren. Test je kennis over de voorwaarden voor participatie en het actief verbinden met anderen.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser