Podcast
Questions and Answers
Het ______ is koud.
Het ______ is koud.
weer
Er ______ veel mensen.
Er ______ veel mensen.
zijn
Het ______ als het gaat regenen.
Het ______ als het gaat regenen.
regent
Il ______ drie uur.
Il ______ drie uur.
Signup and view all the answers
Het ______ nodig om op tijd te vertrekken.
Het ______ nodig om op tijd te vertrekken.
Signup and view all the answers
Study Notes
Verben impersonnel
- Verben impersonnels worden gebruikt in de derde persoon enkelvoud (hij/het).
- Je kan het onderwerp 'hij/het' niet vervangen door een ander woord.
- Voorbeelden:
- Het is koud. (Il fait froid)
- Het weer is koud. (Le temps fait froid)
- Hij/het is aardig. (Il est gentil)
- Jules is aardig. (Jules est gentil)
Uitdrukking "il y a"
- Deze uitdrukking wordt ook gebruikt als een impersoneel werkwoord.
- Voorbeelden:
- Er zijn veel mensen. (Il y a beaucoup de monde)
- Er zijn 25 leerlingen in mijn klas. (Il y a 25 élèves dans ma classe)
Weer en tijd
- Bij het bespreken van het weer en de tijd worden impersonele verben gebruikt.
- Voorbeelden:
- Het is warm. (Il fait chaud)
- Het is mooi/slecht weer. (Il fait beau/mauvais)
- Het is grijs. (Il fait gris)
- Het is ... graden. (Il fait ... degrés)
- Het vriest. (Il gèle)
- Het sneeuwt. (Il neige)
- Het regent. (Il pleut)
- Het is drie uur. (Il est trois heures)
Andere impersonele verben
- Andere verben die impersoneel zijn:
- Het gaat om mijn vriend. (Il s'agit de mon ami)
- Je moet op tijd vertrekken. (Il faut partir à temps)
- Il faut is een impersoneel werkwoord, maar wordt vaak vertaald met "je moet".
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Test je kennis over de gebruik van impersonele werkwoorden in het Nederlands. Leer hoe deze werkwoorden functioneren in zinnen over weer, tijd en algemeen gebruik. Dit quiz helpt je om deze belangrijke grammaticale structuur beter te begrijpen.