Thema 5: Marketingmix en Doelgroep

10 Questions

Wat is het doel van het AIDA-model?

Om de klant door de verkoopprocedure te leiden

Welke houding is belangrijk voor een verkoper?

Een open houding

Wat is een rationeel argument?

Een argument dat gebaseerd is op feiten

Wat is een belangrijk aspect van de klantrelaties in de Business Model Canvas?

Hoe ik de klant kan helpen

Wat is een voorbeeld van een emotieel argument?

Met deze camera kun je een mooi fotoalbum maken ter herinnering

Wat is een belangrijk aspect van de kanalen in de Business Model Canvas?

Via welke kanalen ik de klant kan bereiken

Wat is een kenmerk van een enthousiast verkoper?

Hij is vriendelijk en enthousiast

Welke klanttype is gericht op een vriendelijke omgang met de verkoper?

Relatie klant

Wat is een belangrijk aspect van de waardeproposities in de Business Model Canvas?

Wat ik de klant kan bieden

Wat is een voorbeeld van een strategische partner in de Business Model Canvas?

Een leverancier

Study Notes

Marketingmix

Marketing: alles wat een onderneming doet om hun verkoop te maximaliseren
Doelgroep: geslacht, leeftijd, inkomsten; bepalen van toekomstige klanten
Marketingdoelstellingen: naamsbekendheid vergroten, goed imago, nieuwe klanten werven, relaties onderhouden

4P-model

Product: wat voor product wordt het?
Prijs: hoe duur wordt het product?
Plaats: waar kan je het product kopen?
Promotie: op welke manier ga je reclame maken?

4C-model

Customer value: welke waarde hecht de klant aan dit product?
Cost model: welke prijs wil de klant betalen voor het product?
Convenience: wat is de makkelijkste manier om je product te maken?
Communication: hoe ga ik mijn doelgroep bepalen?

Marketingstrategie

Marketingstrategie: keuzes die een onderneming maakt in de marketingelementen om zoveel mogelijk te verkopen
Goed en diensten: verschillen tussen goederen en diensten

Productlassen

Fysieke product: kernproduct met afmetingen, gewicht, geur, vorm
Uitgebreide product: functionele eigenschappen van het product, zoals kwaliteit, design, verpakking, merknaam, garantie
Symbolische eigenschappen: eigenschappen die worden bepaald door de klant, zoals gebruiksgemak, status, duurzaamheid

Assortiment

Breedte van het assortiment: hoe veel verschillende producten biedt een onderneming aan?
Diepte van het assortiment: hoe veel verschillende varianten van een product biedt een onderneming aan?

Industriële goederen

Grondstoffen: aardolie, steenkool, gas
Kapitaalgoederen: machines, auto's, gebouwen
Hulpstoffen: smeerolie, elektriciteit, stoom

Klantwaarde

Klantwaarde = productwaarde + relatiewaarde + merkwaarde
Productwaarde: prijs product, garantie, levering
Relatiewaarde: welke relatie wil ik opbouwen met de klant
Merkwaarde: aan wat denken mensen als ze mijn bedrijf zien

Opportuniteitskost

Opportuniteitskost: wat de klant wilt betalen voor een product, bv een iPhone is duur, klant denkt aan betere kwaliteit

Convenience

Convenience: de klant zo makkelijk mogelijk aan het producten/dienst laten geraken
Alles makkelijker voor de klant maken

Communicatie

Crosschannel: winkel en online zijn op elkaar afgestemd
Multichannel: winkel of online zijn niet op elkaar afgestemd
Omnichannel: klant kan overal waar hij wil iets kopen winkel of online

Promotiekanalen

Tv-reclame, advertentie, flyers, radioreclame

Communicatiekanalen

Tv, folder, direct mail

Direct mail

Direct mail: persoonlijk, opvallen, kwaliteit uitstralen

BMC (Business Model Canvas)

Strategische partners: leveranciers, middelen
Kernactiviteit: wat moet ik doen om de klant tevreden te houden
Waardeproposities: welke waarde lever ik aan de klanten

Klanttypes

Trouwe klant
Discount klant
Zwervende klant
Impuls klant
Behoefte gebaseerde klant
Relatie klant
Informatie klant
Overtuiging klant

Argumenten

Rationele argumenten: de feiten
Emotionele argumenten: bv, door de goede camera kan je een mooi fotoalbum maken ter herrinering