Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende kenmerken is het meest typerend voor een stemmingsstoornis?
Welke van de volgende kenmerken is het meest typerend voor een stemmingsstoornis?
- Plotselinge stemmingswisselingen die gepaard gaan met hallucinaties.
- Langdurige verstoringen in stemming en emotie die het dagelijks functioneren beïnvloeden. (correct)
- Een constant gevoel van onrust en spanning.
- Korte, intense periodes van verdriet afgewisseld met periodes van geluk.
Wat is het belangrijkste verschil tussen een bipolaire I-stoornis en een bipolaire II-stoornis?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een bipolaire I-stoornis en een bipolaire II-stoornis?
- Bipolaire I heeft manische episoden, terwijl bipolaire II hypomanische episoden heeft. (correct)
- Bipolaire I heeft hypomanische episoden, terwijl bipolaire II manische episoden heeft.
- Bipolaire I heeft alleen depressieve episoden, terwijl bipolaire II ook manische episoden heeft.
- Bij bipolaire I zitten er enkel gemengde episoden, terwijl bipolaire II enkel depressieve episoden heeft.
Een patiënt vertoont afwisselend milde depressieve en hypomanische symptomen, maar deze symptomen voldoen niet aan de criteria voor volledige episoden. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
Een patiënt vertoont afwisselend milde depressieve en hypomanische symptomen, maar deze symptomen voldoen niet aan de criteria voor volledige episoden. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?
- Bipolaire I-stoornis
- Bipolaire II-stoornis
- Ongespecificeerde bipolaire stoornis
- Cyclothyme stoornis (correct)
Welk classificatiesysteem wordt gebruikt bij de diagnose van stemmingsstoornissen zoals bipolaire stoornissen?
Welk classificatiesysteem wordt gebruikt bij de diagnose van stemmingsstoornissen zoals bipolaire stoornissen?
Wat is het criterium 'verhoogd gevoel van eigenwaarde of grandiositeit', zoals gebruikt in de DSM-V criteria voor een manische episode, een voorbeeld van?
Wat is het criterium 'verhoogd gevoel van eigenwaarde of grandiositeit', zoals gebruikt in de DSM-V criteria voor een manische episode, een voorbeeld van?
Hoe lang moet een periode van abnormaal verhoogde stemming of energie duren om als een manische episode te worden beschouwd volgens de DSM-V criteria?
Hoe lang moet een periode van abnormaal verhoogde stemming of energie duren om als een manische episode te worden beschouwd volgens de DSM-V criteria?
Een patiënt geeft aan minder slaap nodig te hebben, en zich uitgerust te voelen na slechts 3 uur slaap. Waarvan kan dit een symptoom zijn?
Een patiënt geeft aan minder slaap nodig te hebben, en zich uitgerust te voelen na slechts 3 uur slaap. Waarvan kan dit een symptoom zijn?
Welk element is cruciaal bij de diagnose van een stemmingsstoornis, naast het psychiatrisch onderzoek en classificatiesystemen?
Welk element is cruciaal bij de diagnose van een stemmingsstoornis, naast het psychiatrisch onderzoek en classificatiesystemen?
Welke neurotransmitters zijn betrokken bij bipolaire stoornissen en andere stemmingsstoornissen?
Welke neurotransmitters zijn betrokken bij bipolaire stoornissen en andere stemmingsstoornissen?
Wat is een gevolg van een disbalans tussen pro-inflammatoire en anti-inflammatoire cytokinen bij bipolaire stoornissen?
Wat is een gevolg van een disbalans tussen pro-inflammatoire en anti-inflammatoire cytokinen bij bipolaire stoornissen?
Welke genen zijn specifiek gekoppeld aan manische symptomen bij bipolaire stoornissen?
Welke genen zijn specifiek gekoppeld aan manische symptomen bij bipolaire stoornissen?
Wat gebeurt er meestal met de activatie van de HPA-as bij patiënten met stemmingsstoornissen?
Wat gebeurt er meestal met de activatie van de HPA-as bij patiënten met stemmingsstoornissen?
Welke hersenstructuren tonen veranderingen bij bipolaire stoornissen, zoals aangetoond door MRI-studies?
Welke hersenstructuren tonen veranderingen bij bipolaire stoornissen, zoals aangetoond door MRI-studies?
Welke van de volgende factoren kan bijdragen aan het risico op bipolaire stoornissen?
Welke van de volgende factoren kan bijdragen aan het risico op bipolaire stoornissen?
Welke neurotransmittersystemen zijn vooral betrokken bij stemmingsstoornissen?
Welke neurotransmittersystemen zijn vooral betrokken bij stemmingsstoornissen?
Wat kan leiden tot een verhoogde uitscheiding van cortisol in de bijnieren?
Wat kan leiden tot een verhoogde uitscheiding van cortisol in de bijnieren?
Welke rol spelen omgevingsfactoren in stemmingsstoornissen?
Welke rol spelen omgevingsfactoren in stemmingsstoornissen?
Wat is een mogelijke biologische oorzaak van depressie?
Wat is een mogelijke biologische oorzaak van depressie?
Welke van de volgende factoren kan bijdragen aan een verhoogde kwetsbaarheid voor depressie?
Welke van de volgende factoren kan bijdragen aan een verhoogde kwetsbaarheid voor depressie?
Wat is een belangrijke boodschap van het Learned Helplessness Model?
Wat is een belangrijke boodschap van het Learned Helplessness Model?
Welke medicatie wordt doorgaans als eerstekeuze beschouwd voor de behandeling van acute manie bij bipolaire I stoornis?
Welke medicatie wordt doorgaans als eerstekeuze beschouwd voor de behandeling van acute manie bij bipolaire I stoornis?
Wat is een kenmerk van de latere attributiestijltheorie in verband met depressie?
Wat is een kenmerk van de latere attributiestijltheorie in verband met depressie?
Welke behandeling wordt vaak gestaakt bij unipolaire stoornis?
Welke behandeling wordt vaak gestaakt bij unipolaire stoornis?
Wat speelt een uitlokkende rol bij de ontwikkeling van depressie volgens psychologische factoren?
Wat speelt een uitlokkende rol bij de ontwikkeling van depressie volgens psychologische factoren?
Welke combinatie wordt vaak voorgeschreven bij ernstige gevallen van manie?
Welke combinatie wordt vaak voorgeschreven bij ernstige gevallen van manie?
Wat is een gevolg van negatieve attributies volgens de latere attributiestijltheorie?
Wat is een gevolg van negatieve attributies volgens de latere attributiestijltheorie?
Welke van de volgende beweringen over het Behavioral Inhibition System (BIS) is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over het Behavioral Inhibition System (BIS) is JUIST?
Welke theorie verklaart waarom bipolaire stoornissen vaak een terugkerend verloop hebben, waarbij episoden met de tijd steeds sneller optreden?
Welke theorie verklaart waarom bipolaire stoornissen vaak een terugkerend verloop hebben, waarbij episoden met de tijd steeds sneller optreden?
Welke van de volgende beweringen over de rol van genen bij bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de rol van genen bij bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de relatie tussen BIS/BAS en bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de relatie tussen BIS/BAS en bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de invloed van levensgebeurtenissen op bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de invloed van levensgebeurtenissen op bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de kindling theorie is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over de kindling theorie is JUIST?
Welke stelling over de oorzaken van bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke stelling over de oorzaken van bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over bipolaire stoornissen is JUIST?
Welke van de volgende beweringen over bipolaire stoornissen is JUIST?
Wat is een belangrijk kenmerk dat bipolaire II-stoornis onderscheidt van cyclothyme stoornis?
Wat is een belangrijk kenmerk dat bipolaire II-stoornis onderscheidt van cyclothyme stoornis?
Welke van de volgende beweringen is NIET een criterium voor de diagnose bipolaire II-stoornis?
Welke van de volgende beweringen is NIET een criterium voor de diagnose bipolaire II-stoornis?
Welke van de volgende beweringen is JUIST over cyclothyme stoornis?
Welke van de volgende beweringen is JUIST over cyclothyme stoornis?
Welke van de volgende beweringen is NIET een criterium voor de diagnose cyclothyme stoornis?
Welke van de volgende beweringen is NIET een criterium voor de diagnose cyclothyme stoornis?
Waarom is het belangrijk om de symptomen van een stemmingsstoornis niet te verklaren door de effecten van een middel of een medische aandoening?
Waarom is het belangrijk om de symptomen van een stemmingsstoornis niet te verklaren door de effecten van een middel of een medische aandoening?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de cyclothyme stoornis?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de cyclothyme stoornis?
Welke van de volgende beweringen is NIET waar over bipolaire II-stoornis?
Welke van de volgende beweringen is NIET waar over bipolaire II-stoornis?
Wat is het grootste verschil tussen bipolaire II-stoornis en cyclothyme stoornis?
Wat is het grootste verschil tussen bipolaire II-stoornis en cyclothyme stoornis?
Flashcards
Stemmingsstoornis
Stemmingsstoornis
Langdurige verstoringen in stemming en emotie die het dagelijks functioneren beïnvloeden.
Bipolaire I-stoornis
Bipolaire I-stoornis
Kenmerkt zich door depressieve episoden in combinatie met manische episoden.
Bipolaire II-stoornis
Bipolaire II-stoornis
Depressieve episoden in combinatie met hypomanie, maar zonder volledige manie.
Cyclothyme stoornis
Cyclothyme stoornis
Signup and view all the flashcards
Diagnose
Diagnose
Signup and view all the flashcards
DSM-V
DSM-V
Signup and view all the flashcards
Manische episode
Manische episode
Signup and view all the flashcards
Mood Disorder Questionnaire (MDQ)
Mood Disorder Questionnaire (MDQ)
Signup and view all the flashcards
Hypomane episode
Hypomane episode
Signup and view all the flashcards
Depressieve episode
Depressieve episode
Signup and view all the flashcards
Criteria voor hypomanie
Criteria voor hypomanie
Signup and view all the flashcards
Schizofreniespectrumstoornissen
Schizofreniespectrumstoornissen
Signup and view all the flashcards
Significante beperkingen
Significante beperkingen
Signup and view all the flashcards
Fysiologische effecten van middelen
Fysiologische effecten van middelen
Signup and view all the flashcards
Multifactorieel
Multifactorieel
Signup and view all the flashcards
Biologische factoren
Biologische factoren
Signup and view all the flashcards
Kindling-theorie
Kindling-theorie
Signup and view all the flashcards
BIS
BIS
Signup and view all the flashcards
Psychologische factoren
Psychologische factoren
Signup and view all the flashcards
BAS
BAS
Signup and view all the flashcards
Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren
Signup and view all the flashcards
Cortisol
Cortisol
Signup and view all the flashcards
Hogere BAS-score
Hogere BAS-score
Signup and view all the flashcards
Veranderingen in neurotransmitters
Veranderingen in neurotransmitters
Signup and view all the flashcards
Verhoogde BIS-score
Verhoogde BIS-score
Signup and view all the flashcards
Genetische factoren
Genetische factoren
Signup and view all the flashcards
Psychosociale stress
Psychosociale stress
Signup and view all the flashcards
Genetische predisposities
Genetische predisposities
Signup and view all the flashcards
Neurotransmissie
Neurotransmissie
Signup and view all the flashcards
HPA-as
HPA-as
Signup and view all the flashcards
Immuunsysteem
Immuunsysteem
Signup and view all the flashcards
CLOCK-gen
CLOCK-gen
Signup and view all the flashcards
HPA-as-disfunctie
HPA-as-disfunctie
Signup and view all the flashcards
Learned Helplessness Model
Learned Helplessness Model
Signup and view all the flashcards
Later attributiestijltheorie
Later attributiestijltheorie
Signup and view all the flashcards
Farmacotherapie
Farmacotherapie
Signup and view all the flashcards
Lithium
Lithium
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Stemmingsstoornissen
-
Een stemmingsstoornis kenmerkt zich door langdurige verstoringen in stemming en emotie, beïnvloedend dagelijks functioneren.
-
Bipolaire stoornissen kenmerken zich door terugkerende stemmingswisselingen, variërend van depressief tot manisch, hypomanisch of gemengd met symptoomvrije periodes.
-
Hoofdtypen bipolaire stoornis:
- Bipolaire I-stoornis: depressieve episoden gecombineerd met manische episoden.
- Bipolaire II-stoornis: depressieve episoden gecombineerd met hypomanie, maar zonder volledige manie.
- Cyclothyme stoornis: milde, afwisselende depressieve en hypomanische symptomen die niet voldoen aan de criteria voor volledige episoden.
- Andere gespecificeerde of ongespecificeerde bipolaire stoornissen: stoornissen die niet volledig passen binnen de bovenstaande categorieën.
-
De diagnose van een stemmingsstoornis (bijvoorbeeld bipolaire stoornissen) wordt gesteld op basis van de medische geschiedenis, psychiatrisch onderzoek en classificatiesystemen zoals DSM-V.
-
DSM-V criteria voor bipolaire I-stoornis, manische episode:
- Abnormaal verhoogde of prikkelbare stemming gedurende minstens één week, bijna elke dag.
- Drie (of meer) symptomen.
-
DSM-V criteria voor bipolaire stoornis II, hypomanische episode:
- Abnormaal verhoogde of prikkelbare stemming gedurende ten minste vier opeenvolgende dagen, bijna elke dag.
- Drie (of meer) symptomen.
-
DSM-V criteria voor bipolaire stoornis II, depressieve episode:
- Vijf (of meer) symptomen gedurende twee weken.
- Inclusief een depressieve stemming of verlies van interesse/plezier.
-
DSM-V criteria voor cyclothyme stoornis
- Talrijke perioden van hypomanische symptomen en depressieve symptomen, maar zonder voldoen aan criteria voor hypomanie of depressie.
-
Oorzaken van stemmingsstoornis zijn complex en multifactorieel, omvatten genetische, biologische, psychologische en omgevingsfactoren.
-
Behandelingen voor stemmingsstoornissen focussen op medicatie (bijvoorbeeld lithium, valproaat, antipsychotica) en psycho-educatie, zelfmanagement en psychologische therapieën.
-
Prevalentie van bipolaire I en II stoornissen in Nederland is respectievelijk 1,2% en 1,4% bij mannen en 1,4% en 1,3% bij vrouwen.
-
Comorbiditeit: Bipolaire stoornissen hebben hoge comorbiditeit met andere stoornissen met name angststoornissen, middelenmisbruik en persoonlijkheidsstoornissen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.