Podcast
Questions and Answers
Wat zijn de twee soorten stimuli die aandacht kunnen afleiden?
Wat zijn de twee soorten stimuli die aandacht kunnen afleiden?
- Sociaal en niet-sociale stimuli (correct)
- Sociale en emotionele stimuli
- Fysieke en mentale stimuli
- Visuele en auditieve stimuli
Hoe beïnvloedt hoge extraversie de prestaties in de aanwezigheid van anderen?
Hoe beïnvloedt hoge extraversie de prestaties in de aanwezigheid van anderen?
- De prestaties verslechteren door sociale angst
- Het heeft geen effect op de prestaties
- De prestaties verbeteren in de aanwezigheid van anderen (correct)
- Het leidt tot verhoogde concentratie
Wat is sociale facilitatie?
Wat is sociale facilitatie?
- Verhoogde prestatie door sociale vergelijking (correct)
- Verminderde motivatie in groepssituaties
- Slechtere prestaties door sociale druk
- Afleiding door niet-sociale stimuli
Wat beschrijft het resultaat van sociale belemmering?
Wat beschrijft het resultaat van sociale belemmering?
Wat kan procesverlies in een groep veroorzaken?
Wat kan procesverlies in een groep veroorzaken?
Welke taaksoort heeft het voordeel van heterogene groepen?
Welke taaksoort heeft het voordeel van heterogene groepen?
Welke factor kan leiden tot verhoogde opwinding in groepssituaties?
Welke factor kan leiden tot verhoogde opwinding in groepssituaties?
Wat houdt de klassieke deïndividuatietheorie in?
Wat houdt de klassieke deïndividuatietheorie in?
Wat is een kenmerk van groepsdenken?
Wat is een kenmerk van groepsdenken?
Wat resulteert in betere groepsprestaties bij additieve taken?
Wat resulteert in betere groepsprestaties bij additieve taken?
Wat is een kritiekpunt op het Stanford Prison Experiment?
Wat is een kritiekpunt op het Stanford Prison Experiment?
Welke verklaring suggereert dat de eigenschappen van de groep gevolgen van anonimiteit bepalen?
Welke verklaring suggereert dat de eigenschappen van de groep gevolgen van anonimiteit bepalen?
Welke aanpak kan helpen om gebrekkige besluitvorming in groepen te voorkomen?
Welke aanpak kan helpen om gebrekkige besluitvorming in groepen te voorkomen?
Wat is sociale facilitatie?
Wat is sociale facilitatie?
Wat is een belangrijk aspect van de presentatie van een taak binnen een groep?
Wat is een belangrijk aspect van de presentatie van een taak binnen een groep?
Welke factor kan sociale belemmering beïnvloeden?
Welke factor kan sociale belemmering beïnvloeden?
Wat is een gevolg van te veel groepscohesie?
Wat is een gevolg van te veel groepscohesie?
Wat wordt bedoeld met het 'free-rider effect'?
Wat wordt bedoeld met het 'free-rider effect'?
Wat is niet een kenmerk van conjunctieve taken?
Wat is niet een kenmerk van conjunctieve taken?
Wat gebeurt er volgens de sociale activeringstheorie wanneer de taak gemakkelijk is?
Wat gebeurt er volgens de sociale activeringstheorie wanneer de taak gemakkelijk is?
Wat is een mogelijke reden voor individuele motivatie binnen een groep?
Wat is een mogelijke reden voor individuele motivatie binnen een groep?
Wat is een belangrijk kenmerk van het suckereffect?
Wat is een belangrijk kenmerk van het suckereffect?
Wat bepaalt of er arousal optreedt bij de aanwezigheid van anderen volgens de verwachte evaluatietheorie?
Wat bepaalt of er arousal optreedt bij de aanwezigheid van anderen volgens de verwachte evaluatietheorie?
Waarom kan sociale facilitatie optreden bij een eenvoudiger taak?
Waarom kan sociale facilitatie optreden bij een eenvoudiger taak?
Wat wordt bedoeld met productieblokkering in het kader van brainstormen?
Wat wordt bedoeld met productieblokkering in het kader van brainstormen?
Welke factor vormt geen onderdeel van de kenmerken van vriendschap?
Welke factor vormt geen onderdeel van de kenmerken van vriendschap?
Wat is de eerste fase in de ontwikkeling van vriendschap volgens de beschreven stappen?
Wat is de eerste fase in de ontwikkeling van vriendschap volgens de beschreven stappen?
Wat is geen element van de driehoekstheorie van liefde van Robert Sternberg?
Wat is geen element van de driehoekstheorie van liefde van Robert Sternberg?
Welke zone wordt gekenmerkt als je persoonlijke ruimte waarin dagelijkse interpersoonlijke contacten plaatsvinden?
Welke zone wordt gekenmerkt als je persoonlijke ruimte waarin dagelijkse interpersoonlijke contacten plaatsvinden?
Welke van de volgende aspecten is niet belangrijk voor het creëren van blijvende relaties?
Welke van de volgende aspecten is niet belangrijk voor het creëren van blijvende relaties?
Welk kenmerk hoort bij de sociale zone in interpersoonlijke communicatie?
Welk kenmerk hoort bij de sociale zone in interpersoonlijke communicatie?
Welke factor draagt het meest bij aan interpersoonlijke aantrekkelijkheid?
Welke factor draagt het meest bij aan interpersoonlijke aantrekkelijkheid?
Flashcards
Groepsprestaties
Groepsprestaties
De resultaten van een groep als geheel, in vergelijking met de individuele prestaties van de leden.
Additieve taken
Additieve taken
Taken waarbij het groepsresultaat de som is van de individuele prestaties.
Disjunctieve taken
Disjunctieve taken
Taken waarbij één oplossing voor een probleem moet worden gevonden.
Conjunctieve taken
Conjunctieve taken
Signup and view all the flashcards
Groepscohesie
Groepscohesie
Signup and view all the flashcards
Groepsdenken
Groepsdenken
Signup and view all the flashcards
Procesverlies
Procesverlies
Signup and view all the flashcards
SMART doelen
SMART doelen
Signup and view all the flashcards
Distractie-conflicttheorie
Distractie-conflicttheorie
Signup and view all the flashcards
Sociale stimuli
Sociale stimuli
Signup and view all the flashcards
Niet-sociale stimuli
Niet-sociale stimuli
Signup and view all the flashcards
Sociale facilitatie
Sociale facilitatie
Signup and view all the flashcards
Sociaal parasiteren
Sociaal parasiteren
Signup and view all the flashcards
Sociale belemmering
Sociale belemmering
Signup and view all the flashcards
Stanford Prison Experiment
Stanford Prison Experiment
Signup and view all the flashcards
Deïndividuatie (klassieke)
Deïndividuatie (klassieke)
Signup and view all the flashcards
Publiekseffect
Publiekseffect
Signup and view all the flashcards
Sociale facilitatie
Sociale facilitatie
Signup and view all the flashcards
Sociale belemmering
Sociale belemmering
Signup and view all the flashcards
Sociale activeringstheorie
Sociale activeringstheorie
Signup and view all the flashcards
Verwachte evaluatietheorie
Verwachte evaluatietheorie
Signup and view all the flashcards
Free-rider effect
Free-rider effect
Signup and view all the flashcards
Sucker effect
Sucker effect
Signup and view all the flashcards
Individuele motivatie
Individuele motivatie
Signup and view all the flashcards
Productieblokkering (brainstormen)
Productieblokkering (brainstormen)
Signup and view all the flashcards
Sociaal parasiteren
Sociaal parasiteren
Signup and view all the flashcards
Evalutatievrees
Evalutatievrees
Signup and view all the flashcards
Intieme zone
Intieme zone
Signup and view all the flashcards
Intimiteit (driehoekstheorie)
Intimiteit (driehoekstheorie)
Signup and view all the flashcards
Driehoekstheorie van Liefde
Driehoekstheorie van Liefde
Signup and view all the flashcards
Vriendschap: kenmerken
Vriendschap: kenmerken
Signup and view all the flashcards
Small talk
Small talk
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Sociale psychologie: Hoofdstuk 2 - Groepen en relaties
- Sociale facilitatie: de aanwezigheid van anderen heeft een positieve invloed op prestaties bij eenvoudige taken, maar een negatieve invloed bij complexe taken.
- Sociale parasiteren (of social loafing): een verminderde individuele inspanning in een groep, vaak omdat individuele bijdragen moeilijk te meten zijn. Twee verklaringen hiervoor zijn het free-rider effect (vertrouwen dat anderen de taak uitvoeren) en het sucker effect (verwachting dat anderen niets doen).
- Sociale belemmering: de aanwezigheid van anderen leidt tot verminderde prestaties bij complexe taken.
- Sociale activeringstheorie (Zajonc): de aanwezigheid van anderen leidt tot arousal (opwinding), wat prestaties verbeterd bij eenvoudige taken, maar verslechterd bij complexe of nieuwe taken.
- Evaluatietheorie: de aanwezigheid van anderen leidt tot arousal wanneer de ander kan evalueren (observeren) iemands prestaties.
- Distractie-conflicttheorie: de aanwezigheid van anderen leidt tot aandachtverdeling en arousal wanneer andere stimuli zijn naast de taak.
- Invloed van persoonlijkheid: mensen die zich positief voelen ten opzichte van anderen presteren beter in aanwezigheid van anderen dan mensen die zich negatief voelen ten opzichte van anderen.
Groepsprestaties
- Groepsprestaties zijn beter of slechter dan individuele prestaties.
- Soorten taken binnen een groep:
- Additieve taken: het resultaat is de som van individuele prestaties.
- Disjunctieve taken: het resultaat hangt volledig af van de sterkste factor.
- Conjunctieve taken: het resultaat hangt af van het meest zwakke lid in de groep.
- De goal-setting theory beschrijft dat duidelijke en uitdagende doelen leiden tot betere groepsprestaties.
Groepscohesie
- Groepscohesie is de mate waarin leden van een groep met elkaar verbonden zijn.
- Groepscohesie leidt tot betere prestaties.
Groepsdenken
- Groepsdenken: een fenomeen waarbij de behoefte aan eenheid en consensus in een groep zo groot is dat individuele leden hun kritische denkvermogen opgeven.
- Factoren die factoren die de kans op groepsdenken toenemen: hoge groepscohesie, een dominante leider, en isolatie van de groep.
Interpersoonlijke aantrekking
- Aantrekking is een proces waar mensen elkaar aantrekken door verschillende aspecten.
- Fysieke aantrekkelijkheid speelt een rol bij eerste indrukken.
- Gelijkenis (similiariteit): mensen die op elkaar lijken, voelen zich vaker aangetrokken tot elkaar.
- Nabijheid: mensen die zich vaker in de buurt van elkaar bevinden voelen zich sneller tot elkaar aangetrokken.
Vriendschap en relaties
- Vriendschap wordt gekenmerkt door nut, (vriendschap in functie): wederzijds helpen, gezelligheid en affectie.
- Het ontwikkelen van vriendschappen is een proces met verschillende fases.
Liefde
- Intimiteit, passie en commitment (verbintenis) zijn 3 dimensies van liefde.
- Sociale uitwisselingstheorie: mensen bepalen de mate van tevredenheid in een relatie door een vergelijking van kosten en baten.
- Wederzijdse gelijkenis bevordert langdurige relaties.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.