Sociaal Structuren en Groeperingen Analyse

<p>Als een collectiviteit die een gedeelde identiteit kan ontwikkelen onder bepaalde omstandigheden. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Een analyse van sociale klassen als basis voor identiteit. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>De moderne mens kent een hogere bovengrens van primaire groepen (circa 150) in vergelijking met andere hominidae en dit is gerelateerd aan de groei van de neocortex. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Moderne samenlevingen kennen natiestaten, die te groot zijn om primaire groepen te kunnen zijn en die worden gekenmerkt door een verbeelde gemeenschap. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Mechanische solidariteit wordt gekenmerkt door sterke wij-gevoelens en strafrecht, terwijl organische solidariteit meer gericht is op individualiteit en herstel. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Een verandering van een samenleving gebaseerd op gemeenschappelijke normen naar een samenleving gebaseerd op functionele differentiatie en individualiteit. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Dat de leden van een natie een gemeenschapsgevoel hebben ondanks het feit dat ze elkaar meestal niet persoonlijk zullen kennen. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>De gelijktijdige toename van individuele autonomie en interdependentie. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>De tegenstelling tussen endemische revoluties en stabiele democratie. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>De wiskundige verhouding tussen wederzijdse relaties in een netwerk, gemeten door densiteit. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>In de meeste landen is er een stijging in lidmaatschap en engagement in vrijwilligerswerk. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Door het aantal wederzijdse relaties te delen door het maximum aantal mogelijke relaties. (A)</p> Signup and view all the answers

Het model kan helpen begrijpen wat "groepen mensen" zijn. Het kan gebruikt worden om na te denken over het concept van een "groep" en hoe "groepen" doorheen de tijd zijn veranderd.

We kunnen verschillende soorten 'groepen' onderscheiden, zoals 'klasse', die mensen met een gelijke economische positie samenbrengt.

Klassen kunnen een gedeeld gevoel van identiteit ontwikkelen, waardoor ze meer dan alleen een economische categorie worden, maar een collectiviteit.

Het werk van E.P. Thompson bekijkt de 19e-eeuwse arbeidersklasse als basis voor een gedeeld gevoel van identiteit.

Het concept van een 'groep' is niet statisch, maar evolueert in de tijd.

De sociale orde wordt gehandhaafd door een sterke wij-gevoelens en een gemeenschappelijk besef van normen en waarden. Inbreuken worden bestraft.

Individualiteit en interdependentie staan centraal. Inbreuken worden eerder hersteld dan bestraft. Denk aan het rechtssysteem: onrechtmatige daad.

De evolutie van de soort 'mens' is een proces van historische verandering dat ca. 200.000 jaar geleden begon. Dit heeft geleid tot de moderne mens, met een grotere neocortex (bovenste laag hersenen) en een hogere bovengrens aan primaire groepen (≈ 150; getal van Dunbar).

Het is een relatief recent proces van historische verandering dat leidde tot de vorming van natiestaten. Natiestaten kenmerken zich door territoriale controle en een gemeenschapsachtig natiegevoel. Dit gevoel is uniek, omdat naties te groot zijn om primaire groepen te zijn, maar functioneren als collectiviteiten.

Een verbeeld gemeenschapsgevoel dat mensen bindt binnen een natie, ondanks hun verschillende achtergronden en individuele ervaringen.

Durkheims theorie legt uit hoe specialisatie in de samenleving leidt tot een paradox: individuen worden meer autonoom en meer afhankelijk van elkaar. Dit creëert een spanning tussen individuele vrijheid en sociale verbondenheid.

Tocqueville beargumenteerde dat verenigingen belangrijk zijn voor een stabiele democratie. Ze verbinden individuen met het sociale, verminderen egoïsme en zorgen voor stabiliteit.

De European Values Study toont aan dat het lidmaatschap van verenigingen in de meeste landen tussen 1981 en 2008 is gestegen. Dit suggereert dat het belang van verenigingen niet noodzakelijk afneemt.

Netwerkanalyse combineert wiskundige grafentheorie met sociologische inzichten om cohesie in sociale netwerken te meten. Densiteit is een maat voor cohesie, die rekening houdt met het aantal verbanden in een netwerk.

Netwerkanalyse laat zien dat cohesie in sociale netwerken complex is en niet alleen afhangt van het aantal verbanden. Een netwerk met veel verbanden is niet per se cohesiever dan een met minder verbanden, maar wellicht een andere structuur.