Scheikunde: Stoffen en Filtreren

Filtreren

• Een suspensie is een mengsel van een vaste stof en een vloeistof.
• Het residu is de vaste stof die achterblijft op het filter.
• Het filtraat is de vloeistof die door het filter loopt.

Bezinken

• Bezinken is een scheidingsmethode om een vaste stof te scheiden van een vloeistof.
• Het berust op een verschil in dichtheid tussen de vaste stof en de vloeistof.
• De vaste deeltjes zakken naar de bodem als de suspensie een tijdje staat, waardoor de vloeistof helderder wordt.

Centrifugeren

• Centrifugeren is een scheidingsmethode die berust op snel ronddraaien van een suspensie.
• Het bezinken gaat sneller door centrifugeren.
• Het is ook geschikt om een mengsel van olie en water te scheiden, aangezien olie en water een emulsie vormen.

Indampen

• Indampen is een scheidingsmethode om opgeloste vaste stoffen uit een vloeistof te halen.
• Het berust op een verschil in kookpunt tussen de vloeistof en de vaste opgeloste stof.
• De vloeistof verdampt als de oplossing verwarmd wordt, en de vaste stof blijft als residu over.

Destilleren

• Destilleren is een scheidingsmethode om drinkwater te maken uit zeewater.
• Het is een alternate voor indampen, omdat het de vloeistof niet verdampt.
• Het wordt gebruikt in landen waar veel zon is, aangezien het proces gebruikt kan maken van zonne-energie.

Stoffen en Fases

• Stoffen kunnen in verschillende vormen voorkomen: vast, vloeibaar of gas, deze worden fases genoemd.
• Er zijn vier fasen: vast, vloeibaar, gas en opgelost in water, elk met een eigen faseaanduiding: s, l, g en aq.

Faseovergangen

• Er zijn zes faseovergangen:
  • vast → vloeibaar: smelten
  • vloeibaar → vast: stollen
  • vloeibaar → gas: verdampen
  • gas → vloeibaar: condenseren
  • vast → gas: sublimeren of vervluchtigen
  • gas → vast: sublimeren of rijpen
• Sublimeren kan zowel de overgang van vast naar gas als de overgang van gas naar vast betekenen.

Stofeigenschappen

• Elke stof is herkenbaar aan zijn stofeigenschappen, zoals smeltpunt, kookpunt, smaak, geur, kleur, dichtheid, brandbaarheid en geleidbaarheid voor elektrische stroom.
• Voorbeeld: water heeft een smeltpunt van 0 °C en een kookpunt van 100 °C als stofeigenschappen.
• Een scheikundige verandering (= een chemische reactie) is vaak te herkennen aan een verandering van stofeigenschappen.

Leer over suspensies, filtreren en bezinken in de scheikunde. Leer begrippen zoals residu, filtraat en het verschil tussen filtreren en zeven.