Podcast
Questions and Answers
Wat is een extrinsieke bekrachtiger?
Wat is een extrinsieke bekrachtiger?
Wat gebeurt er bij positieve straf?
Wat gebeurt er bij positieve straf?
Welke van de volgende factoren is cruciaal voor de effectiviteit van straf?
Welke van de volgende factoren is cruciaal voor de effectiviteit van straf?
Wat is een mogelijke alternatieve aanpak voor het straffen van ongewenst gedrag?
Wat is een mogelijke alternatieve aanpak voor het straffen van ongewenst gedrag?
Signup and view all the answers
Wanneer is een straf waarschijnlijk het effectiefst?
Wanneer is een straf waarschijnlijk het effectiefst?
Signup and view all the answers
Wat is de definitie van confirmatietendens?
Wat is de definitie van confirmatietendens?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende uitspraken betreft functionele starheid?
Welke van de volgende uitspraken betreft functionele starheid?
Signup and view all the answers
Welke factor kan functionele starheid bevorderen?
Welke factor kan functionele starheid bevorderen?
Signup and view all the answers
Wat is het belangrijkste kenmerk van 'out of the box' denken?
Wat is het belangrijkste kenmerk van 'out of the box' denken?
Signup and view all the answers
Wat was een belangrijke bijdrage van de Binet-Simon test?
Wat was een belangrijke bijdrage van de Binet-Simon test?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van bottom-up processen?
Wat is een kenmerk van bottom-up processen?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloedt context onze waarneming?
Hoe beïnvloedt context onze waarneming?
Signup and view all the answers
Wat maakt top-down processen anders dan bottom-up processen?
Wat maakt top-down processen anders dan bottom-up processen?
Signup and view all the answers
Welke uitspraak over motivatie is waar?
Welke uitspraak over motivatie is waar?
Signup and view all the answers
Wat is de rol van kennis en ervaring in waarneming?
Wat is de rol van kennis en ervaring in waarneming?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als iemand minder ervaring heeft?
Wat gebeurt er als iemand minder ervaring heeft?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloeden verwachtingen onze waarneming?
Hoe beïnvloeden verwachtingen onze waarneming?
Signup and view all the answers
Wat is een voorbeeld van culturele invloed op waarneming?
Wat is een voorbeeld van culturele invloed op waarneming?
Signup and view all the answers
Wat is de eerste vereiste om problemen effectief aan te pakken?
Wat is de eerste vereiste om problemen effectief aan te pakken?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende elementen kan een probleemformulering misleiden?
Welke van de volgende elementen kan een probleemformulering misleiden?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijk kenmerk van de vergeetcurve van Ebbinghaus?
Wat is een belangrijk kenmerk van de vergeetcurve van Ebbinghaus?
Signup and view all the answers
Wat is een voorbeeld van de beschikbaarheidsheuristiek?
Wat is een voorbeeld van de beschikbaarheidsheuristiek?
Signup and view all the answers
Wat is de functie van gespreide herhaling volgens Ebbinghaus?
Wat is de functie van gespreide herhaling volgens Ebbinghaus?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de representativiteitsheuristiek het beste?
Wat beschrijft de representativiteitsheuristiek het beste?
Signup and view all the answers
Hoe kunnen sociale media bijdragen aan een vertekend gevoel van onveiligheid?
Hoe kunnen sociale media bijdragen aan een vertekend gevoel van onveiligheid?
Signup and view all the answers
Welke type amnesie kenmerkt zich door het vergeten van gebeurtenissen die na een bepaalde aandoening hebben plaatsgevonden?
Welke type amnesie kenmerkt zich door het vergeten van gebeurtenissen die na een bepaalde aandoening hebben plaatsgevonden?
Signup and view all the answers
Waarom zijn mensen vaak slecht in het omgaan met informatie volgens de onderzoeken van Tversky en Kahneman?
Waarom zijn mensen vaak slecht in het omgaan met informatie volgens de onderzoeken van Tversky en Kahneman?
Signup and view all the answers
Wat is het effect van de spoorvervaltheorie op geheugenverlies?
Wat is het effect van de spoorvervaltheorie op geheugenverlies?
Signup and view all the answers
Wat kan een denkproces beïnvloeden en leiden tot verkeerde beoordelingen?
Wat kan een denkproces beïnvloeden en leiden tot verkeerde beoordelingen?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft het 'tip of the tongue'-fenomeen?
Wat beschrijft het 'tip of the tongue'-fenomeen?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van de gokkersval?
Wat is een gevolg van de gokkersval?
Signup and view all the answers
Welke zoekstrategie kan helpen bij het herinneren?
Welke zoekstrategie kan helpen bij het herinneren?
Signup and view all the answers
Wat is een voorbeeld van klassieke conditionering?
Wat is een voorbeeld van klassieke conditionering?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende stellingen over inzichtelijk leren is waar?
Welke van de volgende stellingen over inzichtelijk leren is waar?
Signup and view all the answers
Wat is sublimatie?
Wat is sublimatie?
Signup and view all the answers
Wat is regressie in psychologische termen?
Wat is regressie in psychologische termen?
Signup and view all the answers
Wat is het hoofddoel van psycho-analyse?
Wat is het hoofddoel van psycho-analyse?
Signup and view all the answers
Welke techniek wordt gebruikt binnen psycho-analyse om onbewuste gedachten te onderzoeken?
Welke techniek wordt gebruikt binnen psycho-analyse om onbewuste gedachten te onderzoeken?
Signup and view all the answers
Wat houdt projectie in binnen de psychologie?
Wat houdt projectie in binnen de psychologie?
Signup and view all the answers
Wat is een kritiekpunt op Freud's theorieën?
Wat is een kritiekpunt op Freud's theorieën?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende uitspraken betreft rationalisatie?
Welke van de volgende uitspraken betreft rationalisatie?
Signup and view all the answers
Wat hebben we geleerd van Freud dat relevant is voor ons dagelijks leven?
Wat hebben we geleerd van Freud dat relevant is voor ons dagelijks leven?
Signup and view all the answers
Study Notes
Inleiding tot de psychologie
- Psychologie is de wetenschap van menselijk gedrag.
- Wetenschappelijke psychologie baseert zich op onderzoek.
- Voorwetenschappelijke psychologie baseert zich op ervaringen.
Methoden in de psychologie
- Beschrijvend/begrijpend onderzoek verzamelt informatie door:
- Natuurlijke observatie (gedrag observeren in natuurlijke omgeving)
- Positief: levendig beeld
- Negatief: reactieve gedragingen (onderzoeker heeft invloed)
- Interviews/vragenlijsten (vragen stellen)
- Negatief: antwoorden niet altijd realistisch (sociale wensen)
- Psychologische tests (vaardigheden meten)
- Gevalsstudies (gedetailleerd onderzoek van 1 persoon)
- Positief: detailrijk
- Negatief: veralgemeningen zijn moeilijk
- Natuurlijke observatie (gedrag observeren in natuurlijke omgeving)
- Correlatieonderzoek zoekt verbanden tussen variabelen.
- Positieve correlatie: variabelen veranderen in dezelfde richting.
- Negatieve correlatie: variabelen veranderen in tegengestelde richting.
- 0 correlatie: geen verband tussen variabelen.
Experimenteel onderzoek
- Doel: oorzakelijke verbanden tussen variabelen vaststellen.
- Gebaseerd op 4 fasen:
- Hypothesen formuleren: voorspellingen op basis van observatie/theorie
- Hypothesen operationaliseren: toetsbaar maken
- Experiment uitvoeren: onafhankelijke variabelen manipuleren
- Data verzamelen en analyseren
Domeinen binnen de psychologie
- Theoretische psychologie
- Algemene psychologie (functieleer)
- Persoonlijkheidspsychologie
- Ontwikkelingspsychologie
- Sociale psychologie
- Toegepaste psychologie
- Schoolpsychologie
- Bedrijfspsychologie
- Klinische psychologie
Stromingen binnen de psychologie
- Dieptepsychologie
- Gedragspsychologie
- Gestaltpsychologie
- Humanistische psychologie
- Cognitieve psychologie
- Biologische psychologie
- Positieve psychologie
Waarnemingsproces
- Bestaat uit 3 fasen:
- Selecteren: gewaarwording van prikkels
- Structureren: organisatie van prikkels
- Interpreteren: betekenisgeving
- Selectieve aandacht: focus op bepaalde prikkels en negeren van andere.
- Absolute drempel(detectiedrempel): minimumintensiteit van een prikkel om waargenomen te worden.
- Gestaltpsychologie: waarneming als een geheel (meer dan de som van de delen).
Groeperingsprincipes
- Figuur-achtergrond: objecten op de voorgrond worden gescheiden v.b. de achtergrond.
- Gelijkheid: gelijke elementen groeperen v.b. figuren.
- Nabijheid: nabije elementen worden als groep gezien.
- Geslotenheid: onvolledige figuren worden als geheel gezien.
- Continuïteit: lijnstukken die elkaar voortzetten
- Beweging: veranderende figuren worden sneller waargenomen.
- Contraste: v.b. kleur.
Illusies
- Verkeerde waarnemingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid.
- Verschil met hallucinatie: bij illusies zien/horen/ruiken/proeven mensen iets wat er niet is, bij hallucinaties komt dit alleen voor bij ziektebeelden.
- Bottom-up verwerking: informatie van de zintuigen vormt de basis van de waarneming.
- Top-down verwerking: kennis, ervaring en verwachtingen spelen een rol in de waarneming
Geheugen
- intentioneel (gedoeld) of spontaan (ongepland).
- Geheugeninhoud (declaratief)
- Episodisch
- persoonlijke ervaringen
- Semantisch
- algemene kennis
- Episodisch
- Geheugeninhoud (non-declaratief)
- Procedureel
- geautomatiseerde vaardigheden
- Procedureel
- Geheugenmodel
- Zintuiglijk geheugen
- Kortetermijngeheugen
- Langetermijngeheugen
- Inprenting: proces van het opslaan van informatie in het geheugen.
Korte termijngeheugen/werkgeheugen
- Beperkte capaciteit: ongeveer 5-9 items onthouden.
- Chunking: items groeperen om meer te onthouden.
- Seriële positiecurve: begin en einde items gemakkelijker onthouden dan middenitems.
Herinneren
- Gespreide herhaling: verspreiden van herhalingen over tijd.
- Vervagen van geheugensporen
- Interferentie: andere informatie verstoort toegang tot bepaalde herinneringen.
Denken en intelligentie
- Denken: mentale activiteit waarbij ideeën en beelden worden gekoppeld.
- Concreet denken: gebaseerd op concrete objecten en ervaringen.
- Abstract denken: gaat verder dan de directe observaties en betrokken bij concepten en principes.
- Schema's: mentale structuren die ervaringen en kennis in categorieën organiseren.
- Script: reeks handelingen die normaal gezien geassocieerd worden met een bepaalde situatie.
- Probleem oplossen: definiëren, zoeken naar strategieën en strategieën gebruiken.
- Redeneren: inductief (van concreet naar algemeen) en deductief (van algemeen naar concreet).
Valstrikken bij het denken
- Suggestieve vraagstelling: vraag beïnvloedt het antwoord.
- Framing: presenteren van een boodschap zo dat de ontvanger een bepaald beeld krijgt.
- Beschikbaarheid heuristiek: vertrouwen op makkelijk verkrijgbare informatie, waardoor het beoordelen van alle beschikbare informatie moeilijker wordt.
- Representativiteitsheuristiek: beslissing baseren op enkele kenmerken en niet op andere relevante, soms verborgen, feiten.
- Funcitonele starheid: vastzitten in een bepaalde manier van denken.
- Inzichtelijk leren: cognitief proces waarbij iemand in staat is om een probleem op te lossen, door te denken, op een eigen manier.
- Bekrachtiging/straf: gedrag dat tot een positieve gevolgen leidt, wordt herhaald en gedrag met negatieve gevolgen leidt daar juist tot geen herhaling.
- Operante conditionering: gedrag wordt beïnvloed door consequenties. Stimulus generalisatie en discriminatie.
- Contiguïteit/contingentie: een relatie tussen stimuli die ervoor zorgen dat ze elkaar kunnen herinneren.
- Klassieke conditionering: geassocieerde stimuli die een respons veroorzaken.
Motivatie
- Innerlijke sturing ons gedrag.
- Richting/intensiteit/persistentie van een gedrag.
- Psychodynamische theorieën (Freud)
- Humanistische theorie (Maslow): behoeften hiërarchie (fysiologisch, veiligheid, liefde, achting, zelfactualisatie). == Zelf-determinatietheorie (Deci en Ryan): competentie, autonomie én verbondenheid zijn noodzakelijk voor groei en welzijn.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz behandelt belangrijke concepten in de psychologie met betrekking tot extrinsieke bekrachtigers, straf, motivatie en waarneming. Test je kennis over hoe context en ervaring onze percepties beïnvloeden en ontdek het belang van creatief denken in probleemoplossing.