Psychologie Hoofdstuk over Gedrag en Waarneming
42 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een extrinsieke bekrachtiger?

  • Een beloning die kunstmatig volgt op gedrag (correct)
  • Een beloning die van binnenuit komt
  • Gedrag dat geheel vanzelf ontstaat
  • Een straf die gedrag onderdrukt
  • Wat gebeurt er bij positieve straf?

  • Een positieve stimulans wordt weggehaald
  • Gedrag wordt beloond met nog meer vrijheid
  • Een onaangename stimulus wordt na het gedrag toegediend (correct)
  • Een positieve bekrachtiger wordt toegevoegd
  • Welke van de volgende factoren is cruciaal voor de effectiviteit van straf?

  • De toegepaste positieve bekrachtiger
  • Het moment van de beloning
  • De intensiteit en consistentie van de straf (correct)
  • De frequentie van de straf
  • Wat is een mogelijke alternatieve aanpak voor het straffen van ongewenst gedrag?

    <p>Het wegnemen van positieve bekrachtiging (B)</p> Signup and view all the answers

    Wanneer is een straf waarschijnlijk het effectiefst?

    <p>Als deze onmiddellijk en intensief na het gedrag wordt gegeven (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de definitie van confirmatietendens?

    <p>De neiging om informatie te negeren die niet aansluit bij onze overtuigingen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken betreft functionele starheid?

    <p>Het gebruik van een kam alleen om je haar mee te kammen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke factor kan functionele starheid bevorderen?

    <p>Hoge niveaus van stress. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste kenmerk van 'out of the box' denken?

    <p>Het vinden van ongewone en innovatieve oplossingen. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat was een belangrijke bijdrage van de Binet-Simon test?

    <p>Het bepalen van verstandelijke leeftijd op basis van leeftijdsschalen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van bottom-up processen?

    <p>De interpretatie begint bij de waargenomen prikkel. (B)</p> Signup and view all the answers

    Hoe beïnvloedt context onze waarneming?

    <p>Het bepaalt hoe we het geheel waar kunnen nemen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat maakt top-down processen anders dan bottom-up processen?

    <p>Ze vereisen actieve participatie van de waarnemer. (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak over motivatie is waar?

    <p>Een sterke motivatie kan de waarneming altereren. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van kennis en ervaring in waarneming?

    <p>Ze creëren verwachtingen die de waarneming beïnvloeden. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er als iemand minder ervaring heeft?

    <p>Ze hebben een meer open blik. (A)</p> Signup and view all the answers

    Hoe beïnvloeden verwachtingen onze waarneming?

    <p>Ze maken ons blind voor andere geluiden of beelden. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van culturele invloed op waarneming?

    <p>Culturele achtergrond kan de nadruk leggen op bepaalde prikkels. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de eerste vereiste om problemen effectief aan te pakken?

    <p>Een goed geformuleerde probleemstelling (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende elementen kan een probleemformulering misleiden?

    <p>Suggestieve vraagstelling (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van de vergeetcurve van Ebbinghaus?

    <p>De grootste daling in herinnering gebeurt direct na het leren. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van de beschikbaarheidsheuristiek?

    <p>Je denkt dat vliegen gevaarlijker is dan autorijden. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van gespreide herhaling volgens Ebbinghaus?

    <p>Het vermindert de inspanning en verhoogt de duurzaamheid van het onthouden. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de representativiteitsheuristiek het beste?

    <p>Afgaan op de meest opvallende kenmerken bij een oordeel. (C)</p> Signup and view all the answers

    Hoe kunnen sociale media bijdragen aan een vertekend gevoel van onveiligheid?

    <p>Door de aandacht te vestigen op zeldzame gebeurtenissen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke type amnesie kenmerkt zich door het vergeten van gebeurtenissen die na een bepaalde aandoening hebben plaatsgevonden?

    <p>Anterograde amnesie (C)</p> Signup and view all the answers

    Waarom zijn mensen vaak slecht in het omgaan met informatie volgens de onderzoeken van Tversky en Kahneman?

    <p>Omdat ze alleen op herinneringen afgaan. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het effect van de spoorvervaltheorie op geheugenverlies?

    <p>Het geeft aan dat geheugensporen vervagen door gebrek aan oefening. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een denkproces beïnvloeden en leiden tot verkeerde beoordelingen?

    <p>Subjectieve invloeden zoals vooroordelen en verlangens. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het 'tip of the tongue'-fenomeen?

    <p>Het niet kunnen herinneren van informatie die aanwezig is in het geheugen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van de gokkersval?

    <p>Geloven dat de kans om te winnen groter is na een verliesreeks. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke zoekstrategie kan helpen bij het herinneren?

    <p>Zoeken naar passende hints. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van klassieke conditionering?

    <p>Een neutrale prikkel die een reactie oproept door deze te koppelen aan een onvoorwaardelijke prikkel. (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende stellingen over inzichtelijk leren is waar?

    <p>Het omvat het actief in interactie treden met de omgeving. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is sublimatie?

    <p>Een manier om driften op een verheven manier te beleven. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is regressie in psychologische termen?

    <p>Teruggaan naar een vroeger ontwikkelingsstadium. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het hoofddoel van psycho-analyse?

    <p>Inzichten krijgen in het onbewuste. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke techniek wordt gebruikt binnen psycho-analyse om onbewuste gedachten te onderzoeken?

    <p>Droomanalyse. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt projectie in binnen de psychologie?

    <p>Eigen problemen op anderen projecteren. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kritiekpunt op Freud's theorieën?

    <p>Er is een gebrek aan wetenschappelijk bewijs. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken betreft rationalisatie?

    <p>Je je gedrag rechtvaardigt met sociale principes. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat hebben we geleerd van Freud dat relevant is voor ons dagelijks leven?

    <p>Onbewuste processen bestaan en beïnvloeden gedrag. (B)</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Inleiding tot de psychologie

    • Psychologie is de wetenschap van menselijk gedrag.
    • Wetenschappelijke psychologie baseert zich op onderzoek.
    • Voorwetenschappelijke psychologie baseert zich op ervaringen.

    Methoden in de psychologie

    • Beschrijvend/begrijpend onderzoek verzamelt informatie door:
      • Natuurlijke observatie (gedrag observeren in natuurlijke omgeving)
        • Positief: levendig beeld
        • Negatief: reactieve gedragingen (onderzoeker heeft invloed)
      • Interviews/vragenlijsten (vragen stellen)
        • Negatief: antwoorden niet altijd realistisch (sociale wensen)
      • Psychologische tests (vaardigheden meten)
      • Gevalsstudies (gedetailleerd onderzoek van 1 persoon)
        • Positief: detailrijk
        • Negatief: veralgemeningen zijn moeilijk
    • Correlatieonderzoek zoekt verbanden tussen variabelen.
      • Positieve correlatie: variabelen veranderen in dezelfde richting.
      • Negatieve correlatie: variabelen veranderen in tegengestelde richting.
      • 0 correlatie: geen verband tussen variabelen.

    Experimenteel onderzoek

    • Doel: oorzakelijke verbanden tussen variabelen vaststellen.
    • Gebaseerd op 4 fasen:
      • Hypothesen formuleren: voorspellingen op basis van observatie/theorie
      • Hypothesen operationaliseren: toetsbaar maken
      • Experiment uitvoeren: onafhankelijke variabelen manipuleren
      • Data verzamelen en analyseren

    Domeinen binnen de psychologie

    • Theoretische psychologie
      • Algemene psychologie (functieleer)
      • Persoonlijkheidspsychologie
      • Ontwikkelingspsychologie
      • Sociale psychologie
    • Toegepaste psychologie
      • Schoolpsychologie
      • Bedrijfspsychologie
      • Klinische psychologie

    Stromingen binnen de psychologie

    • Dieptepsychologie
    • Gedragspsychologie
    • Gestaltpsychologie
    • Humanistische psychologie
    • Cognitieve psychologie
    • Biologische psychologie
    • Positieve psychologie

    Waarnemingsproces

    • Bestaat uit 3 fasen:
      • Selecteren: gewaarwording van prikkels
      • Structureren: organisatie van prikkels
      • Interpreteren: betekenisgeving
    • Selectieve aandacht: focus op bepaalde prikkels en negeren van andere.
    • Absolute drempel(detectiedrempel): minimumintensiteit van een prikkel om waargenomen te worden.
    • Gestaltpsychologie: waarneming als een geheel (meer dan de som van de delen).

    Groeperingsprincipes

    • Figuur-achtergrond: objecten op de voorgrond worden gescheiden v.b. de achtergrond.
    • Gelijkheid: gelijke elementen groeperen v.b. figuren.
    • Nabijheid: nabije elementen worden als groep gezien.
    • Geslotenheid: onvolledige figuren worden als geheel gezien.
    • Continuïteit: lijnstukken die elkaar voortzetten
    • Beweging: veranderende figuren worden sneller waargenomen.
    • Contraste: v.b. kleur.

    Illusies

    • Verkeerde waarnemingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid.
    • Verschil met hallucinatie: bij illusies zien/horen/ruiken/proeven mensen iets wat er niet is, bij hallucinaties komt dit alleen voor bij ziektebeelden.
    • Bottom-up verwerking: informatie van de zintuigen vormt de basis van de waarneming.
    • Top-down verwerking: kennis, ervaring en verwachtingen spelen een rol in de waarneming

    Geheugen

    • intentioneel (gedoeld) of spontaan (ongepland).
    • Geheugeninhoud (declaratief)
      • Episodisch
        • persoonlijke ervaringen
      • Semantisch
        • algemene kennis
    • Geheugeninhoud (non-declaratief)
      • Procedureel
        • geautomatiseerde vaardigheden
    • Geheugenmodel
      • Zintuiglijk geheugen
      • Kortetermijngeheugen
      • Langetermijngeheugen
    • Inprenting: proces van het opslaan van informatie in het geheugen.

    Korte termijngeheugen/werkgeheugen

    • Beperkte capaciteit: ongeveer 5-9 items onthouden.
    • Chunking: items groeperen om meer te onthouden.
    • Seriële positiecurve: begin en einde items gemakkelijker onthouden dan middenitems.

    Herinneren

    • Gespreide herhaling: verspreiden van herhalingen over tijd.
    • Vervagen van geheugensporen
    • Interferentie: andere informatie verstoort toegang tot bepaalde herinneringen.

    Denken en intelligentie

    • Denken: mentale activiteit waarbij ideeën en beelden worden gekoppeld.
    • Concreet denken: gebaseerd op concrete objecten en ervaringen.
    • Abstract denken: gaat verder dan de directe observaties en betrokken bij concepten en principes.
    • Schema's: mentale structuren die ervaringen en kennis in categorieën organiseren.
    • Script: reeks handelingen die normaal gezien geassocieerd worden met een bepaalde situatie.
    • Probleem oplossen: definiëren, zoeken naar strategieën en strategieën gebruiken.
    • Redeneren: inductief (van concreet naar algemeen) en deductief (van algemeen naar concreet).

    Valstrikken bij het denken

    • Suggestieve vraagstelling: vraag beïnvloedt het antwoord.
    • Framing: presenteren van een boodschap zo dat de ontvanger een bepaald beeld krijgt.
    • Beschikbaarheid heuristiek: vertrouwen op makkelijk verkrijgbare informatie, waardoor het beoordelen van alle beschikbare informatie moeilijker wordt.
    • Representativiteitsheuristiek: beslissing baseren op enkele kenmerken en niet op andere relevante, soms verborgen, feiten.
    • Funcitonele starheid: vastzitten in een bepaalde manier van denken.
    • Inzichtelijk leren: cognitief proces waarbij iemand in staat is om een probleem op te lossen, door te denken, op een eigen manier.
    • Bekrachtiging/straf: gedrag dat tot een positieve gevolgen leidt, wordt herhaald en gedrag met negatieve gevolgen leidt daar juist tot geen herhaling.
    • Operante conditionering: gedrag wordt beïnvloed door consequenties. Stimulus generalisatie en discriminatie.
    • Contiguïteit/contingentie: een relatie tussen stimuli die ervoor zorgen dat ze elkaar kunnen herinneren.
    • Klassieke conditionering: geassocieerde stimuli die een respons veroorzaken.

    Motivatie

    • Innerlijke sturing ons gedrag.
    • Richting/intensiteit/persistentie van een gedrag.
    • Psychodynamische theorieën (Freud)
    • Humanistische theorie (Maslow): behoeften hiërarchie (fysiologisch, veiligheid, liefde, achting, zelfactualisatie). == Zelf-determinatietheorie (Deci en Ryan): competentie, autonomie én verbondenheid zijn noodzakelijk voor groei en welzijn.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Samenvatting Psychologie PDF

    Description

    Dit quiz behandelt belangrijke concepten in de psychologie met betrekking tot extrinsieke bekrachtigers, straf, motivatie en waarneming. Test je kennis over hoe context en ervaring onze percepties beïnvloeden en ontdek het belang van creatief denken in probleemoplossing.

    More Like This

    Procese Perceptive Interpersonale
    16 questions
    Psicología Procesos Básicos I
    22 questions

    Psicología Procesos Básicos I

    RefreshedBoltzmann4171 avatar
    RefreshedBoltzmann4171
    Psychology: Perception and Social Behavior
    25 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser