Boek week 1

Een ziekte met psychische klachten en symptomen die gepaard gaan met problemen in het dagelijks leven en/of sociaal functioneren.

Een veel voorkomende combinatie van psychische en lichamelijke klachten en verschijnselen met een bepaalde loop.

De oorzaken van een psychiatrische stoornis, verdeeld in predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren.

Factoren die iemand kwetsbaar maken voor psychische problemen, zoals genetische aanleg.

Factoren die de stoornis tot uiting laten komen.

De benadering van psychiatrische stoornissen die zich richt op lichamelijke factoren, zoals hersenenstructuren en neurologie.

De benadering die psychische ervaringen en omgeving als oorzaak van de stoornis beschouwt.

Een stoornis in de psychische functies, vaak met ernstige gevolgen.

Het proces van het ontstaan en ontwikkelen van psychische stoornissen.

Het vaststellen van een psychische stoornis door symptomen, oorzaken en gevolgen te analyseren.

Klachten zoals ervaren door de patiënt, gerelateerd aan psychische problemen, niet altijd fysiek.

Een gedetailleerd gesprek met een patiënt om de geschiedenis van psychische gezondheid te begrijpen.

Een fysieke oorzaak voor een probleem, in plaats van een psychische oorzaak.

Essentieel in de psychiatrische behandeling voor een goede therapie.

De frequentie van psychische stoornissen in een bepaalde populatie.

De geschiedenis van de huidige psychiatrische problemen van de patiënt.

Informatie over het dagelijks leven van de patiënt, waaronder de drie milieus: thuis, opleiding/werk en vrije tijd.

Informatie over de voorgeschiedenis van de patiënt, waaronder belangrijke gebeurtenissen en factoren.

Een gesprek met iemand uit de naaste omgeving van de patiënt, bijvoorbeeld familie of vrienden, om meer informatie te krijgen over de stoornis.

Een systematische beschrijving van de mentale toestand van de patiënt, inclusief cognitieve, affectieve en conatieve functies.

Het deel van de status mentalis dat betrekking heeft op denken, geheugen, aandacht en concentratie.

Het deel van de status mentalis dat betrekking heeft op emoties, stemming en gemoed.

Het deel van de status mentalis dat betrekking heeft op motivatie, wil en gedrag.

Eenvoudige vragen om psychiatrische symptomen te meten en te kwantificeren.

Het indelen van psychiatrische stoornissen in categorieën, zoals beschreven in de DSM-5.

Het onterecht toepassen van westerse psychiatrische categorieën op andere culturen, zonder te controleren of deze categorieën in die cultuur ook echt gelden.

Cultuur kan de oorzaken, uitingen en beleving van psychiatrische stoornissen beïnvloeden.

Cultuur als oorzaak van psychiatrische stoornissen.

Cultuur beïnvloed de manier waarop een patiënt denkt en handelt, waardoor bepaalde stoornissen waarschijnlijker zijn.

Cultuur kleurt de symptomen van een stoornis.

Een handboek met criteria voor het classificeren van psychiatrische stoornissen, inclusief symptomen, duur en andere belangrijke factoren.

Lichamelijke ziektes die een negatief effect kunnen hebben op de psychische gezondheid en/of de behandeling.

Stressvolle situaties in de omgeving die relevant zijn voor de diagnose, behandeling of prognose.

Een subdiscipline binnen de psychiatrie die zich richt op de invloed van cultuur op psychische stoornissen.

De grondlegger van de wetenschappelijke transculturele psychiatrie.

De persoon die de term 'transculturele psychiatrie' introduceerde.

De frequentie van schizofrenie in de wereldbevolking, die min of meer gelijk is.

De belangrijkste diagnose die de meest urgente en ernstige psychische stoornis beschrijft.

Een rangorde van diagnoses, gebaseerd op urgentie en benodigde deskundigheid.

Het feit dat meerdere psychiatrische stoornissen tegelijkertijd kunnen voorkomen of in elkaar kunnen overgaan.