Pluriforme Samenleving en Cultuur

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een kenmerk van een pluriforme samenleving?

  • Een samenleving met slechts één cultuur.
  • Een samenleving die alleen dominant is.
  • Een samenleving met verschillende levensstijlen en godsdiensten. (correct)
  • Een samenleving zonder cultuurverschillen.

Een subcultuur is altijd tegen de dominante cultuur.

False (B)

Wat is het dilemma van een pluriforme samenleving?

Het dilemma is de balans tussen eenheid en verschillen.

De ______ is de grootste cultuur in een samenleving.

<p>dominante cultuur</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beschrijvingen gaat over een tegencultuur?

<p>Een groep die andere waarden en normen promoot en wil veranderen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft sociale cohesie?

<p>De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun beschrijvingen:

<p>Dominante cultuur = De grootste cultuur in een samenleving Subcultuur = Een groep met verschillende regels en gewoonten Tegencultuur = Een groep die tegen de dominante cultuur ingaat Culturele diversiteit = Verschillende groepen en manieren van leven</p> Signup and view all the answers

Wat versterkt wij-zij-denken binnen een groep?

<p>Een gevoel van gemeenschap en saamhorigheid (D)</p> Signup and view all the answers

Stereotypen zijn altijd gebaseerd op feiten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van discriminatie?

<p>Ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken zoals geslacht, leeftijd, huidskleur of geloof.</p> Signup and view all the answers

____ is een vorm van discriminatie op basis van huidskleur of afkomst.

<p>Racisme</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun juiste betekenis:

<p>Stereotypen = Vast beeld van een groep mensen Vooroordeel = Oordeel niet gebaseerd op feiten Discriminatie = Ongelijk behandelen van mensen Institutioneel racisme = Discriminatie in regels en procedures</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van wij-zij-denken?

<p>Polarizatie van groepen (C)</p> Signup and view all the answers

Inclusieve samenlevingen behandelen iedereen gelijk, ongeacht afkomst.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem een voordeel van migratie naar Nederland.

<p>Versterking van de economie door arbeidsmigranten.</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk doel van socialisatie?

<p>Interne controle over sociale normen (A)</p> Signup and view all the answers

Individualisme en collectivisme zijn termen die culturen onderscheiden op basis van de nadruk op persoonlijke vrijheid of het belang van de groep.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met cultuurrelativisme?

<p>Cultuurrelativisme houdt in dat alle culturen gelijkwaardig zijn en beoordeeld moeten worden vanuit hun eigen waarden.</p> Signup and view all the answers

In een cultuur met een ______ machtsafstand is het normaal dat de macht ongelijk verdeeld is.

<p>grote</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan de juiste beschrijvingen:

<p>Individualisme = Focus op persoonlijke vrijheid Collectivisme = Focus op groepsbelang Masculiniteit = Duidelijke rolverdeling tussen geslachten Feminiteit = Meer aandacht voor gevoelens en relaties</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een cultuur met hoge onzekerheidsvermijding?

<p>Een sterke behoefte aan zekerheid en planning (C)</p> Signup and view all the answers

Etnocentrisme houdt in dat we alle culturen gelijkwaardig beoordelen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen sociale identiteit en persoonlijke identiteit?

<p>Sociale identiteit is het deel van het zelfbeeld dat afgeleid is van cultuur/groep, terwijl persoonlijke identiteit het beeld van jezelf is dat je hebt.</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een push-factor bij migratie?

<p>Bang zijn na de 2e wereldoorlog (C)</p> Signup and view all the answers

Indonesiërs zijn naar Nederland gemigreerd vanwege betere studiemogelijkheden.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem de drie categorieën redenen voor migratie.

<p>Economische, politieke en sociale motieven</p> Signup and view all the answers

Surinamers konden tot 1980 de ______ nationaliteit krijgen.

<p>Nederlandse</p> Signup and view all the answers

Match de volgende migranten met hun hoofdmotief voor migratie:

<p>Indische Nederlanders = Onzekerheid na onafhankelijkheid Surinamers = Toegang tot Nederlandse nationaliteit Gastarbeiders = Economie en werkgelegenheid Jongeren van ABC-Eilanden = Betere studiemogelijkheden</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een sociale reden voor migratie?

<p>Bij familie gaan wonen (C)</p> Signup and view all the answers

Nederland had alleen in de jaren '60 gastarbeiders nodig.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er vaak na een succesvolle migratie voor de gastarbeiders?

<p>Ze keren terug naar hun thuisland wanneer de situatie verbetert.</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Pluriforme samenleving

Een samenleving waar mensen met verschillende levensstijlen, godsdiensten en culturen samenleven.

Cultuur

Regels, gewoonten en kenmerken die mensen in een groep of samenleving delen.

Dominante cultuur

De cultuur die door de meeste mensen in een samenleving wordt gedeeld.

Subcultuur

Een groep met andere regels en gewoonten dan de dominante cultuur, maar die deze niet tegenspreken.

Signup and view all the flashcards

Tegencultuur

Een groep die zich verzet tegen de dominante cultuur en wil veranderen.

Signup and view all the flashcards

Culturele diversiteit

Het bestaan van verschillende groepen en manieren van leven in een samenleving.

Signup and view all the flashcards

Sociale cohesie

De mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Signup and view all the flashcards

Dilemma van een pluriforme samenleving

Het dilemma tussen het bevorderen van eenheid en het respecteren van diversiteit in een pluriforme samenleving.

Signup and view all the flashcards

Socialisatie

Het proces waarbij je leert hoe je je moet gedragen in verschillende groepen, door regels, waarden en normen te internaliseren.

Signup and view all the flashcards

Socialiserende instituties

Groepen waar je socialisatie doormaakt, zoals gezin, school of sportclub.

Signup and view all the flashcards

Sociale controle

De manier waarop anderen je gedrag beïnvloeden om je aan de normen te laten houden.

Signup and view all the flashcards

Persoonlijke identiteit

Het beeld dat je van jezelf hebt, gevormd door socialisatie.

Signup and view all the flashcards

Sociale identiteit

Het deel van je zelfbeeld dat voortkomt uit je cultuur en groepen waartoe je behoort.

Signup and view all the flashcards

Cultuurrelativisme

Manier om culturen te beoordelen waarbij alle culturen gelijkwaardig zijn.

Signup and view all the flashcards

Cultuuruniversalisme

Manier om culturen te beoordelen waarbij universele waarden zoals mensenrechten prioriteit hebben.

Signup and view all the flashcards

Etnocentrisme

Manier om culturen te beoordelen waarbij eigen cultuur als maatstaf wordt gebruikt.

Signup and view all the flashcards

Wij-zij-denken

Het idee dat je eigen groep (ingroup) beter is dan andere groepen (outgroup). Dit versterkt de band binnen je eigen groep en kan leiden tot negatieve beelden van andere groepen.

Signup and view all the flashcards

Stereotype

Vaststaande ideeën over een groep mensen, waarbij je iedereen hetzelfde kenmerk toekent.

Signup and view all the flashcards

Vooroordeel

Een oordeel over iemand of een groep, niet gebaseerd op feiten, maar op het 'hokje' waar je ze in hebt geplaatst.

Signup and view all the flashcards

Discriminatie

Het ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken zoals geslacht, leeftijd, huidskleur of geloof.

Signup and view all the flashcards

Racisme

Een specifieke vorm van discriminatie, gebaseerd op huidskleur of afkomst.

Signup and view all the flashcards

Institutioneel racisme

Wanneer discriminatie in regels en procedures vervat is, bijvoorbeeld in wetten of beleid.

Signup and view all the flashcards

Polarisatie

De situatie waarin groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan, vaak als gevolg van wijs-zij-denken.

Signup and view all the flashcards

Inclusieve samenleving

Een samenleving waar iedereen, ongeacht afkomst of geloof, gelijk behandeld wordt en mee kan doen.

Signup and view all the flashcards

Push-factor

Redenen die iemand ergens wegduwen. Bijvoorbeeld, oorlog, discriminatie, of geen werkmogelijkheden.

Signup and view all the flashcards

Pull-factor

Redenen die iemand ergens naartoe trekken. Bijvoorbeeld, vrijheid, werkmogelijkheden, of familie.

Signup and view all the flashcards

PAGGA-motief

De combinatie van push- en pull-factoren die iemand motiveert om te migreren.

Signup and view all the flashcards

Economische migratie

Migratie door economische redenen, zoals het zoeken van een baan of betere carrièremogelijkheden.

Signup and view all the flashcards

Politieke migratie

Migratie door politieke redenen, bijvoorbeeld om te ontsnappen aan oorlog, discriminatie of onderdrukking.

Signup and view all the flashcards

Sociale migratie

Migratie door sociale redenen, zoals om met familie of vrienden te zijn.

Signup and view all the flashcards

Migranten uit Oude Koloniën

Migranten die na 1945 vanuit de voormalige Nederlandse koloniën naar Nederland kwamen. Dit waren veel Indische Nederlanders en Surinamers die geen toekomst zagen in hun land.

Signup and view all the flashcards

Gastarbeiders

Migranten die na 1960 naar Nederland kwamen voor werk in fabrieken. Deze migranten kwamen voornamelijk uit Zuid-Europa, zoals Turkije, Marokko en Italië.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Maatschappijleer H4 Samenvatting

  • Een pluriforme samenleving bestaat uit mensen met verschillende levensstijlen, religies en andere culturele kenmerken
  • Cultuur bestaat uit regels, gewoonten en kenmerken die mensen in een groep of samenleving normaal vinden
  • Cultuur beïnvloedt iemands gedrag en manier van denken, waardoor hun handelen voorspelbaar is
  • Er zijn drie soorten culturen:
    • Dominante cultuur: de meest voorkomende cultuur in een samenleving
    • Subcultuur: een groep met andere regels en gewoonten dan de dominante cultuur
    • Tegencultuur: een groep die tegen de dominante cultuur ingaat en dingen wil veranderen
  • Culturele diversiteit betekent dat er verschillende groepen en levensstijlen in een samenleving zijn
  • Sociale cohesie is de mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar in een samenleving
  • Een pluriforme samenleving heeft een dilemma tussen eenheid en diversiteit: teveel eenheid kan minder vrijheid geven en verlies van culturele diversiteit veroorzaken, terwijl te veel diversiteit tot conflicten kan leiden
  • Socialisatie is het proces waarbij mensen leren over de regels, waarden, normen en gewoonten van een groep
  • Socialisatie vindt plaats in verschillende gemeenschappen zoals gezin, school en sportclub
  • Tijdens socialisatie leren mensen zich te gedragen volgens de geldende regels door sociale controle
  • Socialisatie vormt iemands persoonlijke identiteit en sociale identiteit
  • Verschillende culturen verschillen op verschillende aspecten zoals machtsafstand, individualisme versus collectivisme, masculiniteit versus feminiteit, onzekerheidsvermijding en langetermijn versus kortetermijn denken
  • Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft en is afgeleid van zijn cultuur/groep
  • Culturen kunnen beoordeeld worden door middel van:
    • Cultuurrelativisme: alle culturen zijn gelijkwaardig en moeten beoordeeld worden op basis van hun eigen waarden
    • Cultuuruniversalisme: alle culturen moeten beoordeeld worden op basis van universele waarden zoals mensenrechten
  • "Wij-zij-denken" is het idee dat iemands eigen groep positief is en andere groepen negatief
  • Wij-zij-denken leidt vaak tot vooroordelen en stereotypen
  • Stereotypen: vast beeld van een groep mensen waarbij aan iedereen hetzelfde kenmerk wordt toegekend
  • Vooroordelen: vooroordeel over een persoon of groep zonder voldoende bewijs, gebaseerd op het hokje waarin iemand of groep geplaatst is
  • Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken zoals geslacht, leeftijd, huidskleur of geloof
  • Racisme is een vorm van discriminatie op basis van huidskleur of afkomst (institutioneel racisme wanneer dit in regels en procedures is vastgelegd)
  • Migratie naar Nederland heeft verschillende motieven zoals economische redenen, politieke redenen of sociale redenen
  • Hedendaagse migratie: vluchtelingen, arbeidsmigranten, kennismigranten en volgmigranten
  • Nederlanders zijn tevreden over hun eigen leven, maar er zijn zorgen over de manier waarop ze samenleven (polarisatie)

Integratie en verandering door migratie

  • Assimilatie: nieuwkomers passen zich volledig aan aan de Nederlandse cultuur
  • Integratie: nieuwkomers passen zich aan de samenleving aan zonder hun eigen cultuur volledig los te laten
  • Segregatie: verschillende culturen gaan voor elkaar uit de weg en leven gescheiden van elkaar
  • Conflicten kunnen ontstaan tussen verschillende culturen door sociaal-culturele, sociaaleconomische of politieke redenen
  • Aanvaarding: verschillende culturen zoeken manieren om samen te leven, met nationalistisch en kosmopolitisch perspectief

Nederland verandert

  • Nederland is voortdurend in ontwikkeling en verandering
  • De samenleving evolueert en de manier waarop mensen leven, denken en waarden hebben verschilt met de tijd
  • Verschillende invloeden zoals individualisering, globalisering en emancipatie hebben invloed op de ontwikkelingen in Nederland

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser