Pedagogische Begrippen en Situaties Koppelen
47 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Match de verschillende systemen met hun beschrijving:

Micro = Relaties kind en directe omgeving Meso = Relaties tussen micro-elementen Exo = Maatschappelijke systemen met invloed Macro = Wetten, normen en waarden

Match de problematische situaties met hun voorbeeld:

Driftbuien = Bram is net een vulkaan Schoolproblemen = Stijn toont geen interesse in zijn toekomst Angstbehendeling = Zij is echt een angstig kind Eetstoornis = Onze dochter is suicidaal

Match de termen met hun betekenis:

Probleemverhaal = Het gezin raakt vast in een narratief Context = Omgeving rond het kind Diagnostiek = Individuele beoordeling van problemen Professionals = Degenen die kinderen begeleiden

Match de effecten van problematische beschrijvingen met hun gevolgen:

<p>Probleemdragers = Kinderen worden als probleem gezien Ouderproblemen = Ouders sturen kinderen naar hulpverleners Emotionele impact = Kinderen ervaren het probleem ook Contextuele benadering = Ouders en omgeving moeten ook betrokken worden</p> Signup and view all the answers

Match de soorten relaties met hun context:

<p>Relaties = Dynamiek tussen kind en directe omgeving Invloed = Impact van ouders op kindgedrag Versterking = Omgeving ondersteunt kindgedrag Zoeken = Kinderen zoeken passende omgevingen</p> Signup and view all the answers

Match de benaderingen van problemen met de juiste context:

<p>Individuele aanpak = Focussen op het kind zelf Familie aanpak = Aandacht voor het hele gezin Probleemanalyse = Situeren van het probleem binnen de context Ondersteuningssysteem = Betrekken van professionals en omgeving</p> Signup and view all the answers

Match de termen met hun rol in de opvoeding:

<p>Ouderschap = Verschillende verantwoordelijkheden en normen Omgeving = Invloed op de ontwikkeling van het kind Cultuur = Sociale waarden en gedragingen Wettelijke kaders = Regels die ouderschap vormgeven</p> Signup and view all the answers

Match de situaties met hun mogelijke oplossingen:

<p>Driftbeheersing = Bram leren zijn emoties te reguleren Schoolhulp = Stijn helpen bij het vinden van interesse Angsttherapie = Zij ondersteunen in emotioneel welzijn Eetstoornisbehandeling = Onze dochter biedt gespecialiseerde hulp</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande problemen van kinderen aan hun mogelijke uitingen:

<p>Driftbuien = Communicatie van frustratie Concentratieproblemen = Moeite om aandacht vast te houden Lage aandachtspanne = Vergeetachtige gedrag Angst om naar bed te gaan = Vragen om ondersteuning</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande aspecten van opvoeding aan hun beschrijvingen:

<p>Circulaire interactie = Wisselwerking tussen kind en opvoeder Pedagogische vraag = Noden van het kind uitdrukken Pedagogisch aanbod = Antwoord van de opvoeder Harmonie = Optimale opvoeding door afstemming</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande termen aan hun betekenissen in de opvoedingscontext:

<p>Multiproblematiek = Levering van verschillende problemen binnen een gezin Ondersteuning = Activiteiten die ouders helpen in hun rol Kind = Ontwikkelende persoon in opvoedingssituaties Opvoeder = Verantwoordelijke voor pedagogisch aanbod</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande opvoedingsstrategieën aan hun kenmerken:

<p>Participatieve aanpak = Kind betrokken bij beslissingen Directieve aanpak = Ouder geeft duidelijke instructies Reflectieve aanpak = Ouder analyseert kindgedrag Ondersteunende aanpak = Ouder biedt emotionele steun</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande pedagogische termen aan hun functies:

<p>Pedagogische krachtvelden = Factoren die opvoeding beïnvloeden Verandering in kijk op gezinnen = Evolutie van begrip over opvoeding Opvoedingscontext = Situatie waarin opvoeding plaatsvindt Gezinsdynamiek = Interactie tussen gezinsleden</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande vragen aan hun juiste reacties:

<p>Waarom ben ik verdrietig? = Begrip zoeken bij de opvoeder Ik durf niet naar bed te gaan. = Ouder biedt geruststelling Ik heb buikpijn voor school. = Praten over angstgevoelens Waarom ben ik zo boos? = Uitleggen van emoties aan het kind</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande factoren aan hun invloed op opvoeding:

<p>Culturele factoren = Verschillen in waarden en normen Sociale factoren = Invloed van vrienden en omgeving Psychologische factoren = Emotionele toestand van het kind Economische factoren = Financiële situatie van het gezin</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande begrippen aan hun typeringen:

<p>Individu = Persoonlijkheid binnen een gezin Gezin = Een systeem van interacties Ondersteuning = Hulp bieden tijdens opvoedingsprocessen Verandering = Evolutie in opvoedingsstijlen</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun beschrijving:

<p>Versterking = Kwaliteitsverbetering Beloningsprogramma = Wenselijk gedrag aanleren SGG-schema = Situatie → Gedrag → Gevolg Peuterpuberteit = Ontwikkelingsuitdaging</p> Signup and view all the answers

Koppel de elementen van het SGG-schema aan hun betekenis:

<p>Situatie = In welke situatie komt het gedrag voor? Gedrag = Wat doet het kind? Gevolg = Hoe reageer je op het gedrag? Probleem = Wat is het probleem?</p> Signup and view all the answers

Koppel de ontwikkelingsuitdagingen aan hun kenmerken:

<p>Peuterpuberteit = Kalm en frustratie bij ouders Onzekerheid = Afstemming in de weg staan Moeilijk gedrag = Hoe te verstaan? Temperament = Vraagt veel tijd</p> Signup and view all the answers

Koppel de gedragingen bij peuters aan hun beschrijving:

<p>'Ikke doen' = Zelfstandig willen zijn Schreeuwen = Uiting van frustratie Heftig gedrag = Moeilijk contact met ouders 'Neen' gebruiken = Niet verstaan wat het betekent</p> Signup and view all the answers

Koppel de vragen aan de bijbehorende thema's:

<p>Wat het probleem is = Inzicht vergroten Welke factoren het uitlokken = Gedragsketens in kaart brengen Wat aandeel van ouders is = Betrokkenheid van ouders Welke mogelijkheden er tot verandering is = Zoek naar oplossingen</p> Signup and view all the answers

Koppel de aanpakken aan hun doelstellingen:

<p>Samen schema opstellen = Kinderen laten meewerken Zorgvuldig en consequent uitvoeren = Effectieve beloningsprogramma's Inzicht krijgen in hechting = Ouders uit onzekerheid halen Tempo van ontwikkeling = Begrijpen van peutergedrag</p> Signup and view all the answers

Koppel de factoren aan de opvoeding:

<p>Structuur en samenvattend = Visueel maken van gebeurtenissen Ouders + heftig = Reactie op peutergedrag De maatschappij kijkt = Druk op ouders Vraag naar hulp = Ondersteuning zoeken</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun beschrijving:

<p>Hechting = Verbinding tussen ouder en kind Pedagogisch coach = Begeleider in opvoedingsvraagstukken ADHD = Gedragsdiagnose Interactie = Communicatie tussen gezinsleden</p> Signup and view all the answers

Koppel de methodieken aan hun resultaten:

<p>Gezinsondersteuningsmethodieken = Ondersteuning aan gezinnen bieden Hechting = Relatie tussen ouder en kind verbeteren Gedragsanalyse = Inzicht krijgen in kindgedrag Ontwikkelingsbegeleiding = Begeleiden naar volwassenheid</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende problemen aan hun mogelijke oorsprong:

<p>Moeilijk gedrag = Chaos in de omgeving Ruzie tussen ouders = Invloed op het kind Groot misbruik = Verbroken verbinding Pedagogische vragen = Zoeken naar oplossingen</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende uitspraken aan hun betekenis:

<p>'Met een vinger kan je niets' = Relaties zijn essentieel 'Stukken hebben geen betekenis zonder context' = Context is cruciaal voor begrip 'Denk aan de omgeving' = Omgeving beïnvloedt gedrag 'Het probleem situeren in de interactie' = Focus op relaties in plaats van individuen</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende concepten aan hun impact op opvoeding:

<p>Pedagogische vraag = Vraagt om een antwoord van ouders Probleem van individuen = Verschuiven naar relatieproblemen Functioneel gedrag = Wat het gedrag brengt in een systeem Ruzies in het gezin = Verstoort de opvoedingssituatie</p> Signup and view all the answers

Koppel de interventies aan hun doel:

<p>Ouders in connectie brengen = Verbeteren van de band Diagnose van ADHD = Begrijpen van gedrag in context Hereniging van partijen = Herstellen van relaties Conflict tussen ouders oplossen = Positieve impact op het kind</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende opvoedingsconcepten aan hun gevolgen:

<p>Verbroken hechting = Problemen in de opvoeding Onvoldoende context = Misinterpretatie van gedrag Chaos in gezin = Verhoogde gedragsproblemen Efficiënte interactie = Betere communicatie</p> Signup and view all the answers

Koppel de rollen in opvoeding aan hun functies:

<p>Pedagogisch coach = Begeleidt ouders Ouders = Zorgen voor het kind Kind = Reageert op de omgeving Relaties = Ondersteunen ontwikkeling</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgen communicatievormen aan hun toepasbaarheid:

<p>Spreken in termen van relaties = Versterkt verbindingen Contextuele analyse = Begrijpt problemen beter Functionele vragen stellen = Zoekt naar oplossingen Pedagogische antwoorden zoeken = Reageert op vragen van het kind</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende concepten aan hun rol binnen een gezin:

<p>Hechting = Goede fundering van het gezin Zelfregulatie = Kinderen leren rust te vinden Co-regulatie = Ouders ondersteunen kinderen in hun ontwikkeling Voorspelbaarheid = Ouders hebben behoefte aan structuur</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende situaties aan hun bijbehorende acties:

<p>Vertrekken naar school = Aankondigen dat dit over 10 minuten gebeurt Peuterpuberteit = Grenzen stellen voor de emotionele uitingen Zelf-regulatie = Kinderen zelf laten tot rust komen Onafhankelijkheid = Kinderen aanmoedigen om dingen alleen te doen</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende fases in de ontwikkeling aan hun focus:

<p>Overgang kleuter naar lagere school = Inzetten op autonomie Kinderen van afhankelijk naar onafhankelijk = Aanmoedigen van zelf-regulatie Opvoeding = Zoeken naar passende structuren Functionele structuur = Verdeling van taken en verantwoordelijkheden</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende kenmerken aan hun betekenis in een gezin:

<p>Emotionele nabijheid = Verbondenheid binnen het gezin Duidelijkheid = Geeft rust aan zowel ouders als kinderen Grenzen stellen = Helpt kinderen wat er verwacht wordt te begrijpen Autonomie bevorderen = Kinderen aanmoedigen om zelf beslissingen te nemen</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun context binnen de opvoeding:

<p>Rituelen = Creëren een gevoel van samenhorigheid Structuren = Ondersteunen een voorspelbaar gezinsleven Grenzen = Beperken ongewenst gedrag Autonomie = Versterkt het zelfvertrouwen van kinderen</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende benaderingen aan hun doelstellingen:

<p>Nee leren zeggen = Kinderen leren omgaan met teleurstelling Zelf-regulatie bevorderen = Kinderen leren zelf controle uit te oefenen Structuur aanbrengen = Bevorderen van een veilige omgeving Verantwoordelijkheden delen = Moedigt samenwerking binnen het gezin aan</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende opvoedingsstrategieën aan hun effecten:

<p>Grenzen stellen = Voorkomt chaotisch gedrag Rituelen ontwikkelen = Biedt kinderen een gevoel van stabiliteit Autonomie stimuleren = Verhoogt de onafhankelijkheid van kinderen Duidelijke afspraken maken = Verbetert de communicatie binnen het gezin</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende opvoedingsscripts aan hun beschrijvingen:

<p>Replicatieve scripts = Scripts die zich herhalen van de ene generatie op de andere. Correctieve scripts = Patronen vermijden die pijnlijke vroegkinderlijke ervaringen met zich meebrachten. Nieuw geïmproviseerd script = Stijlen van opvoeden die ontstaan door observatie van andere gezinnen. Switchen = Overgang naar een ander opvoedingsscript met behoud van keuzemogelijkheden.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende uitspraken aan de juiste ouderschapsuitdaging:

<p>'Ik voel me machteloos.' = De uitdaging van omgaan met depressief gedrag. 'Ik wil dat mijn kind inspraak heeft.' = Het belang van grenzen en consequenties. 'Ik lijk wel op mijn eigen vader.' = Terugvallen op oude opvoedingspatronen. 'Het is moeilijk om nieuw gedrag te realiseren.' = De complexiteit van verandering in opvoeding.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende begrippen aan hun betekenis:

<p>Replicatieve scripts = Ouders herhalen onbewust het gedrag van hun eigen opvoeders. Correctieve scripts = Ouders proberen pijnlijke ervaringen te voorkomen. Nieuw geïmproviseerd script = Ouders vinden nieuwe manieren om te opvoeden. Ouders ondervinden uitdagingen = De praktijk blijkt lastig in het veranderen van gedrag.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende terminologie aan de juiste definitie:

<p>Herverbinden = Contact maken met eigen opvoeding. Omgekeerde richting = Compensatie van oude opvoedingspatronen. Kordaat worden = Streng optreden na het overschrijden van afspraken. Schone schijn = Buitenwereld het goede laten zien hoewel er problemen zijn.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende reacties aan de bijbehorende situatie:

<p>'Ik weet niet goed wat ik moet doen.' = Als er sprake is van depressief gedrag. 'Voor de buitenwereld houden we de schone schijn op.' = Geen plaats voor moeilijke emoties in het gezin. 'Ik voel me al zo machteloos.' = Bij een herhaling van schadelijke patronen. 'Het ligt in de knoop.' = Als ouders worstelen met oude scripts.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende situaties aan de juiste scripts:

<p>Kind overschrijdt afspraken = Ouders vallen terug op replicatieve scripts. Ouders proberen nieuw gedrag aan te leren = Het creëren van een nieuw geïmproviseerd script. Persoonlijke reflectie = Bevragen wat belangrijk is van eigen opvoeding. Ongemak in de opvoeding = Uitdaging om nieuwe scripts toe te passen.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende uitspraken van ouders aan hun gevoel:

<p>'Ik had echt gedacht dat ik het anders zou doen.' = Teleurstelling in het opvoedingsproces. 'Wanneer het moeilijk wordt, val ik terug.' = Gebeurt een automatische reactie. 'Dit doet me denken aan mijn eigen jeugd.' = Herkenning van oude patronen. 'Ik wil iets anders voor mijn kinderen.' = Behoefte aan verandering.</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende opvoedingsaspecten aan hun impact:

<p>Emotionele moeilijkheden = Schematisering van gezinsdynamiek. Instabiliteit in opvoeding = Risico op replicatieve scripts. Gezinscommunicatie = Belang voor de ontwikkeling van kinderen. Het geven van grenzen = Cruciaal in de opvoeding van kinderen.</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Gezin als systeem

Een systeem waarin individuen elkaar kunnen ondersteunen of in de weg zitten.

Systeemgerichte benadering

Problemen begrijpen en benaderen vanuit de context van het gezin, in plaats van alleen te focussen op het individu.

Opvoeding als circulaire interactie

Het proces van interactie tussen kind en opvoeder, waarbij beide partijen elkaar beïnvloeden en voortdurend veranderen.

Pedagogische vraag van het kind

De signalen die een kind via zijn gedrag uitdrukt om zijn behoeften duidelijk te maken.

Signup and view all the flashcards

Pedagogisch aanbod van de opvoeder

De manier waarop de opvoeder reageert op de pedagogische vraag van het kind.

Signup and view all the flashcards

Pedagogische krachtvelden

Wanneer de pedagogische vraag en aanbod harmonieus op elkaar aansluiten, waardoor de kans op succesvolle opvoeding groter wordt.

Signup and view all the flashcards

Opvoedingsondersteuning

Het aanbieden van steun aan ouders en opvoeders bij het opvoeden van hun kinderen.

Signup and view all the flashcards

Opvoeding als complexe opdracht

Opvoeding is een complex proces, beïnvloed door verschillende factoren zoals de omgeving, de persoonlijkheid van het kind en de eigen ervaringen van de opvoeder.

Signup and view all the flashcards

Micro-systeem

De directe omgeving van een kind, zoals familie, school en vrienden.

Signup and view all the flashcards

Meso-systeem

De interactie tussen verschillende micro-systemen, bijvoorbeeld de invloed van school op het gezin.

Signup and view all the flashcards

Exo-systeem

De brede maatschappij en instituten, die indirect invloed hebben op het kind.

Signup and view all the flashcards

Macro-systeem

De algemene waarden, normen en wetten van de samenleving die de ontwikkeling van een kind beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Probleemidentificatie in één individu

De neiging om problemen in een gezin te reduceren tot één persoon, bijvoorbeeld door te zeggen 'Onze Bram heeft last van driftbuien'.

Signup and view all the flashcards

Kind schept omgeving

De gedachte dat kinderen omgevingen opzoeken die passen bij hun persoonlijkheid en die hun gedrag versterken.

Signup and view all the flashcards

Wederzijdse invloed

De invloed van de omgeving op het kind en vice versa; een constante wisselwerking.

Signup and view all the flashcards

Vasten in een probleemverhaal

Het gezin raakt gevangen in een negatieve cyclus rondom een probleem, waardoor het moeilijk wordt om uit de situatie te komen.

Signup and view all the flashcards

Versterking

Verbetering van kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Signup and view all the flashcards

Tijdlijn

Een visuele weergave van gebeurtenissen die een chronologische volgorde en structuur aangeeft.

Signup and view all the flashcards

SGG-schema

Een model dat helpt te begrijpen hoe situaties, gedrag en gevolgen met elkaar verbonden zijn.

Signup and view all the flashcards

Beloningsprogramma

Het proces van het belonen van wenselijk gedrag om dit te versterken.

Signup and view all the flashcards

Peuterpuberteit (Temperament)

Een ontwikkelingsfase waarin kinderen hun eigen wil ontdekken en grenzen testen.

Signup and view all the flashcards

Moeilijk gedrag bij peuters en kleuters

De fase waarbij kinderen rond de 2 jaar (of eerder, of later) hun emoties op een intense manier uiten.

Signup and view all the flashcards

Wat is dat toch met dat geschreeuw en gestamp?

Het begrijpen van de achterliggende oorzaak van het gedrag.

Signup and view all the flashcards

Hoe te verstaan? Wat is dat...?

Het aanpakken van moeilijk gedrag bij peuters en kleuters door te begrijpen wat de oorzaken zijn.

Signup and view all the flashcards

Zelf-regulatie

Het proces waarbij kinderen leren zichzelf te reguleren, hun emoties en gedrag te beheersen.

Signup and view all the flashcards

Co-regulatie

Het proces waarbij volwassenen kinderen helpen hun emoties en gedrag te reguleren.

Signup and view all the flashcards

Voorspelbaarheid

De vaardigheid om te weten wat er van je verwacht wordt en je daaraan te kunnen houden.

Signup and view all the flashcards

Grenzen

Regels, structuren en afspraken die kinderen helpen hun gedrag te sturen en een veilige omgeving creëren.

Signup and view all the flashcards

Replicatieve scripts

Opvoedingspatronen die zich herhalen van generatie op generatie. Deze patronen kunnen zowel gewenst als ongewenst zijn.

Signup and view all the flashcards

Autonomie

De mogelijkheid om zelfstandig te handelen en keuzes te maken.

Signup and view all the flashcards

Spanningsveld tussen autonomie en zelfregulatie

De balans vinden tussen autonomie en regels, waarbij kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen keuzes.

Signup and view all the flashcards

Correctieve scripts

Scripts die ontstaan uit een poging om pijnlijke ervaringen uit de eigen kindertijd te vermijden. Ouders kiezen bewust voor een andere aanpak dan die ze zelf meemaakten.

Signup and view all the flashcards

Nieuw geïmproviseerd script

Scripts die spontaan ontstaan, bijvoorbeeld door improvisatie of observatie van andere gezinnen.

Signup and view all the flashcards

Functionele structuur en organisatie

Het creëren van een functionele structuur met regels, taken en verantwoordelijkheden die passen bij de ontwikkelingsfase van het kind.

Signup and view all the flashcards

Scripts omvormen

Ouders kunnen hun eigen opvoedingsscripts herhalen, herschrijven, compenseren of compleet veranderen.

Signup and view all the flashcards

Kindontwikkeling in het huis

Het proces van groeien en steeds meer zelfstandig worden, waarbij kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen gedrag en keuzes.

Signup and view all the flashcards

Terugval in oude scripts

Tijdens momenten van stress en spanning kunnen ouders terugvallen op hun oude opvoedingspatronen, zelfs als ze bewust voor een andere aanpak willen kiezen.

Signup and view all the flashcards

Scripts omvormen is hard werken

Het is moeilijk om opvoedingsscripts te veranderen, het vergt veel inspanning en bewustzijn.

Signup and view all the flashcards

Opvoeding is een samenspel van hier en nu en verleden

Het besef dat opvoeding voortdurend in ontwikkeling is en beïnvloed wordt door zowel het heden als het verleden.

Signup and view all the flashcards

Contact maken met de eigen opvoeding

Ouders maken voortdurend contact met hun eigen opvoeding en hoe hun ouders waren.

Signup and view all the flashcards

Context is Key

Het belang van context in het begrijpen van gedrag. Gedrag heeft geen betekenis zonder de context waarin het plaatsvindt.

Signup and view all the flashcards

Problemen in de Context

Gedragsproblemen bij kinderen kunnen voortkomen uit de complexiteit van de omgeving of de relaties in de familie. De omgeving zelf kan problematisch zijn, waardoor gedragsproblemen ontstaan.

Signup and view all the flashcards

De Functie van Gedrag

Gedragsproblemen bij kinderen zijn vaak een functie van het gezinssysteem. Het gedrag dient een bepaalde functie om het systeem in evenwicht te houden.

Signup and view all the flashcards

Problemen in de Interactie

Het focussen op problemen in de interactie tussen gezinsleden, in plaats van de individuele personen. Het probleem ligt niet bij het kind of de ouder, maar in de manier waarop ze met elkaar omgaan.

Signup and view all the flashcards

Pedagogische Vraag vs. Pedagogisch Antwoord

Pedagogische vragen gaan over het gedrag van het kind, terwijl pedagogische antwoorden zich richten op de ouders. Deze twee moeten samen in de context van de relatie worden bekeken.

Signup and view all the flashcards

Interactie en Relatie

Het belang van interactie en relatie in het begrijpen van gedragsproblemen bij kinderen. Het probleem ligt niet bij het kind, maar in de manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan.

Signup and view all the flashcards

De Pedagogische Coach

De pedagogische coach helpt ouders en kinderen om samen te werken en hun interactie te verbeteren. Dit zorgt voor een gezondere en meer positieve familiedynamiek.

Signup and view all the flashcards

De Coach Zoekt Oplossingen

De coach bekijkt het gedrag van het kind in de context van de familie en zoekt naar oplossingen die de relaties verbeteren.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Geen specifieke onderwerp gegeven. Geef aub de tekst of vragen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Samenvatting SOVG PDF

Description

Test je kennis van verschillende pedagogische termen en situaties met dit quiz. Koppel de termen aan hun juiste betekenissen en situaties aan hun mogelijke oplossingen. Dit is een ideale manier om je begrip van opvoedingsstrategieën en hun context te vergroten.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser