Ontwikkelingspsychologie Evolutie
8 Questions
0 Views

Ontwikkelingspsychologie Evolutie

Created by
@EngrossingCurium

Podcast Beta

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de toepasselijke definitie van longitudinaal onderzoek?

  • Vergelijken van verschillende leeftijden op één moment.
  • Compareert gegevens van verschillende tijdstippen tegelijk.
  • Onderzoeken van gedragingen middels interviews.
  • Bestuderen van een specifieke groep gedurende een lange periode. (correct)
  • Wat is een belangrijk kenmerk van het behaviorisme?

  • Gedrag wordt bepaald door genetische factoren.
  • Leerprocessen zijn het resultaat van omgevingsinvloeden. (correct)
  • Onbewust gedrag wordt niet bestudeerd.
  • Men gelooft in de mogelijkheid van vrije wil.
  • Welk van de volgende onderzoeksmethoden legt de focus op de relatie tussen verschillende variabelen?

  • Survey
  • Experiment
  • Case study
  • Correlationeel onderzoek (correct)
  • Wat beschrijft het beste de psychosociale identiteitstheorie van Erikson?

    <p>Er zijn levenslang ontwikkelingscrisissen die groei bevorderen.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende onderzoekers is geassocieerd met empirisch-analytische stromingen?

    <p>Alfred Binet</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van de cross-sequentiële benadering in onderzoek?

    <p>Een combinatie van longitudinaal en dwarsdoorsnede onderzoek.</p> Signup and view all the answers

    Wat legt de nadruk op de rol van sociale verwachtingen in de ontwikkeling?

    <p>Biologische rijping</p> Signup and view all the answers

    Welk concept verwijst naar de opvatting dat kinderen als een 'schone lei' beginnen?

    <p>Behaviorisme</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Ontwikkelingspsychologie: Een Wetenschappelijke Evolutie

    • De ontwikkelingspsychologie is een relatief jonge discipline, met wortels in de 19e eeuw, die zich richt op de ontwikkeling van het individu doorheen de levensloop.
    • Vroege onderzoeken waren vaak beschrijvend van aard, gebaseerd op observatie en introspectie.
    • De ontwikkeling van de wetenschappelijke methodologie in de 19e eeuw, waaronder statistische methoden, heeft de ontwikkelingspsychologie een empirisch-analytische wending gegeven.
    • De ontwikkeling van de intelligentietest door Alfred Binet in 1903 gaf de wetenschap een nieuwe tool om cognitieve ontwikkeling te meten.
    • De ontwikkelingspsychologie ontvangt vaak impulsen vanuit andere disciplines, zoals pedagogiek (opvoeding), psychologie en psychiatrie.
    • Het behaviorisme met zijn focus op leerprocessen en de tabula rasa-theorie heeft de ontwikkelingspsychologie sterk beïnvloed.
    • De ontwikkelingspsychologie evolueert naar levenslooppsychologie, die de ontwikkeling van de mens over de gehele levensloop bestudeert.

    Onderzoeksmethoden in de Ontwikkelingspsychologie

    • De wetenschappelijke methode is de basis van de ontwikkelingspsychologie, waarbij het onderzoeksproces in verschillende fasen wordt opgedeeld:
      • Oriënteren: definiëren van de onderzoeksvraag en het vaststellen van de relevantie
      • Richten: formuleren van onderzoeksvragen, hypothesen en operationalisering van begrippen
      • Plannen: vaststellen van de onderzoeksstrategie en de methode
      • Verzamelen: systematische dataverzameling
      • Analyseren: verwerken en analyseren van de verzamelde data
      • Concluderen: interpretatie van de resultaten en het trekken van conclusies
      • Rapporteren: communiceren van de bevindingen
    • Verschillende methoden worden gebruikt om de ontwikkeling te onderzoeken, elk met hun eigen voor- en nadelen:
      • Experiment: observeren van de effecten van een interventie in een gecontroleerde omgeving
      • Correlationeel onderzoek: onderzoeken van verbanden tussen verschillende variabelen
      • Survey: het verzamelen van data via vragenlijsten of interviews
      • Observatie: het bestuderen van gedrag in een natuurlijke setting
      • Case study: een diepteonderzoek naar één bepaald geval, zoals een wolfskind of een wild kind.

    Typen Ontwikkelingsonderzoek

    • Ontwikkelingsonderzoek kan op verschillende manieren worden uitgevoerd:
      • Longitudinaal onderzoek: de ontwikkeling van dezelfde groep individuen wordt over een lange periode gevolgd.
      • Dwarsdoorsnede onderzoek: individuen van verschillende leeftijden worden op een bepaald moment vergeleken.
      • Cross-sequentieel onderzoek: een combinatie van de twee methoden, waarbij de ontwikkeling van verschillende cohorten over een periode wordt gevolgd.

    Fases in de Ontwikkeling

    • De ontwikkeling van de mens wordt vaak opgedeeld in verschillende fases, die gekenmerkt worden door specifieke kenmerken en uitdagingen:
      • Prenatale fase: de ontwikkeling van de foetus in de baarmoeder
      • Babytijd: de eerste levensjaren, gekenmerkt door snelle fysieke en cognitieve ontwikkeling
      • Peuter- en kleutertijd: de periode van 2 tot 6 jaar, met accent op taalontwikkeling, spel en socialisatie
      • Schooltijd: de periode van 6 tot 12 jaar, met accent op leren en sociale ontwikkeling
      • Adolescentie: de periode van 12 tot 20 jaar, gekenmerkt door puberteit, identiteitsvorming en het zoeken naar autonomie
      • Jongvolwassenheid: de periode van 20 tot 40 jaar, met accent op carrière, relaties en gezinsvorming
      • Middenvolwassenheid: de periode van 40 tot 60 jaar, met accent op werk, relaties en invulling van de levensmiddel
      • Oudere volwassenheid: de periode vanaf 60 jaar, gekenmerkt door lichamelijke en cognitieve veranderingen
      • Late volwassenheid: de laatste levensfase, gekenmerkt door kwetsbaarheid en afname van fysieke en cognitieve capaciteiten

    Factoren die de Ontwikkeling Sturen

    • De ontwikkeling van de mens wordt beïnvloed door een complex samenspel van factoren:
      • Biologische factoren: erfelijkheid, genen, lichamelijke groei en ontwikkeling
      • Sociale factoren: culturele invloeden, opvoedingsstijlen, sociale interactie, rolmodellen
      • Psychologische factoren: persoonlijkheid, cognitieve vaardigheden, motivatie, emoties
      • Omgevingsfactoren: sociale en fysieke omgeving, beschikbaarheid van middelen en opportuniteiten
    • Verschillende theorieën benadrukken verschillende factoren:
      • Nativistische theorieën: benadrukken de rol van aangeboren factoren, zoals biologische rijping en genetische predispositie
      • Leertheorieën: benadrukken de rol van ervaringen en leerprocessen, zoals conditionering en imitatie
      • Cognitieve theorieën: richten zich op de ontwikkeling van mentale processen, zoals denken, geheugen en taal
      • Sociaal-culturele theorieën: benadrukken de rol van de sociale en culturele context in de ontwikkeling
    • Belangrijke denkers:
      • Sigmund Freud: beklemtoonde het belang van de vroege kindertijd en de onbewuste drijfveren in de ontwikkeling
      • Erik Erikson: ontwikkelde een psychosociale theorie over identiteitsontwikkeling doorheen de levensloop
      • Jean Piaget: ontwikkelde een stadiatheorie over de cognitieve ontwikkeling van kinderen
      • Lev Vygotsky: benadrukte de rol van taal en sociale interactie in de cognitieve ontwikkeling
      • Albert Bandura: ontwikkelde de sociale leertheorie, die de rol van observatie en imitatie benadrukt
      • Urie Bronfenbrenner: ontwikkelde een ecologisch model dat de invloed van verschillende niveaus van de omgeving op de ontwikkeling benadrukt

    De Psychosociale Identiteits Theorie van Erikson

    • Erikson ontwikkelde een theorie over psychosociale ontwikkeling die de gehele levensloop bestudeert.
    • Volgens Erikson doorloopt de mens verschillende fases in zijn leven, waarbij hij specifieke uitdagingen en kansen heeft om zijn identiteit te ontwikkelen.
    • Elke fase wordt gekenmerkt door een psychosociale crisis die een kans biedt om te groeien en nieuwe competenties te ontwikkelen.
    • De ontwikkeling van identiteit is een levenslang proces, waarin de mens doorheen zijn sociale omgeving streeft naar harmonie en een gevoel van eigenwaarde.
    • Erikson's theorie onderscheidt zich van Freud's in verschillende aspecten:
      • Focus: Freud: intrapsychisch (binnen zichzelf); Erikson: intra & interpsychisch (individu & omgeving)
      • Ego: Freud: defensief tegen ID, onderdrukken; Erikson: Harmonie brengen, constructief
      • Crisissen: Freud: Zorgt voor ontsporing; Erikson: Eigen aan levensfases, groeikans
      • Duur: Freud: Kinderjaren; Erikson: Levenslang
    • De psychosociale identiteits theorie van Erikson omvat acht fasen:
      • Vertrouwen versus wantrouwen (0-1,5 jaar): Ontwikkeling van vertrouwen in de omgeving en in zichzelf
      • Autonomie versus schaamte en twijfel (1,5-3 jaar): Ontwikkeling van eigen initiatief en zelfstandigheid
      • Initiatief versus schuld (3-5 jaar): Ontwikkeling van nieuwsgierigheid, onderzoekend gedrag en doelgerichtheid
      • Vlijt versus minderwaardigheid (5-12 jaar): Ontwikkeling van vaardigheden en competentie, leren en werken
      • Identiteit versus identiteitsverwarring/(adolescentie): Ontwikkeling van een coherent zelfbeeld en identiteit
      • Intimiteit versus isolement (jonge volwassenheid): Ontwikkeling van de capaciteit voor intieme relaties
      • Generativiteit versus stagnatie (middenvolwassenheid): Ontwikkeling van een zinvolle bijdrage aan de maatschappij
      • Ego-integriteit versus wanhoop (late volwassenheid): Reflectie op het leven en het aanvaarden van de eigen levensloop
    • De psychosociale crisis van elke fase kan worden beïnvloed door biologische rijping, sociale verwachtingen en de egosterkte die de persoon heeft ontwikkeld in eerdere fasen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Ontwikkelingspsychologie PDF

    Description

    Deze quiz verkent de historische ontwikkeling van de ontwikkelingspsychologie, van zijn oorsprong in de 19e eeuw tot de moderne levenslooppsychologie. Ontdek de invloed van belangrijke onderzoeken, methodologieën, en externe disciplines. Test je kennis over de evolutie van cognitieve metingen en belangrijke theoretische stromingen.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser