Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende beweringen over de DSM is NIET correct?
Welke van de volgende beweringen over de DSM is NIET correct?
- De DSM-5 is de huidige versie van het handboek, gepubliceerd in 2013.
- De DSM is een internationaal erkend classificatiesysteem voor psychische stoornissen, gebruikt in alle landen wereldwijd. (correct)
- De DSM is een belangrijk hulpmiddel bij het stellen van diagnosen, maar is geen perfect instrument.
- De DSM is een handboek dat psychische stoornissen beschrijft en classificeert.
Volgens Allen Frances, een prominent criticus van de DSM, leidt de overdaad aan diagnoses in de DSM-5 tot:
Volgens Allen Frances, een prominent criticus van de DSM, leidt de overdaad aan diagnoses in de DSM-5 tot:
- Een stigma voor mensen met psychische problemen.
- Een snellere en efficiëntere diagnose van psychische stoornissen.
- Een verbeterde diagnose en behandeling van psychische stoornissen.
- Een vervaging van de grens tussen normaal en abnormaal gedrag. (correct)
Welke van de volgende beweringen over de DSM is NIET een punt van kritiek geuit door Allen Frances?
Welke van de volgende beweringen over de DSM is NIET een punt van kritiek geuit door Allen Frances?
- De criteria voor diagnoses in de DSM-5 zijn te breed en onnauwkeurig.
- De DSM-5 heeft een te sterke focus op medicamenteuze behandeling.
- De DSM-5 is een instrument dat vrijwel alleen gebruikt wordt voor medicatievoorschriften. (correct)
- De DSM-5 bestempelt te veel gedrag als 'ziek'.
Welke bewering over de ICD-10 is juist?
Welke bewering over de ICD-10 is juist?
Welke van de volgende beweringen over eustress is juist?
Welke van de volgende beweringen over eustress is juist?
Welke van de volgende stresshormonen wordt NIET geassocieerd met de 'fight or flight'-reactie?
Welke van de volgende stresshormonen wordt NIET geassocieerd met de 'fight or flight'-reactie?
Welke van de volgende beweringen over de 'tend-and-befriend'-reactie is juist?
Welke van de volgende beweringen over de 'tend-and-befriend'-reactie is juist?
Welke van de volgende effecten is NIET een mogelijke uitkomst van langdurige stress?
Welke van de volgende effecten is NIET een mogelijke uitkomst van langdurige stress?
Welke opvoedstijl zou de grootste kans hebben om een kind te ontwikkelen dat een angstig-vermijdende hechtingsstijl ontwikkelt?
Welke opvoedstijl zou de grootste kans hebben om een kind te ontwikkelen dat een angstig-vermijdende hechtingsstijl ontwikkelt?
Welke eigenschap van een kind is het meest relevant om te bepalen of de goodness of fit tussen de opvoedstijl en het kind goed is?
Welke eigenschap van een kind is het meest relevant om te bepalen of de goodness of fit tussen de opvoedstijl en het kind goed is?
Waarom is het belangrijk om de hiërarchie in een gezin te begrijpen?
Waarom is het belangrijk om de hiërarchie in een gezin te begrijpen?
Wat is een kenmerk van een kluwengezin dat kan leiden tot problemen met de eigen identiteitsontwikkeling van kinderen?
Wat is een kenmerk van een kluwengezin dat kan leiden tot problemen met de eigen identiteitsontwikkeling van kinderen?
Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij een permissieve opvoedstijl?
Welke van de volgende beschrijvingen past het best bij een permissieve opvoedstijl?
Welke van de volgende kenmerken is typisch voor een los-zandgezin?
Welke van de volgende kenmerken is typisch voor een los-zandgezin?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een angstig-vermijdende en een angstige hechtingsstijl?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een angstig-vermijdende en een angstige hechtingsstijl?
Een kind met een moeilijk temperament is vaak:
Een kind met een moeilijk temperament is vaak:
Welk van de volgende opties is geen succesfactor in partnerrelaties volgens Gottman?
Welk van de volgende opties is geen succesfactor in partnerrelaties volgens Gottman?
Hoe beïnvloedt hechting in de vroege jeugd relaties op latere leeftijd?
Hoe beïnvloedt hechting in de vroege jeugd relaties op latere leeftijd?
Wat is mentaliseren en waarom is het van belang in de opvoeding?
Wat is mentaliseren en waarom is het van belang in de opvoeding?
Wat is geen voorbeeld van hechtingsgedrag bij baby's?
Wat is geen voorbeeld van hechtingsgedrag bij baby's?
Welke twee factoren van het hechtingsgedrag van een opvoeder dragen bij tot een veilige hechting?
Welke twee factoren van het hechtingsgedrag van een opvoeder dragen bij tot een veilige hechting?
Welke uitdaging kunnen mensen met een onveilige hechting ervaren in hun relaties?
Welke uitdaging kunnen mensen met een onveilige hechting ervaren in hun relaties?
Wat is het belang van het begrijpen van hechtingstheorie voor sociaal werkers?
Wat is het belang van het begrijpen van hechtingstheorie voor sociaal werkers?
Welke uitspraak over hechtingstypen is fout?
Welke uitspraak over hechtingstypen is fout?
Wat is de belangrijkste functie van opvoeden volgens de gegeven definitie?
Wat is de belangrijkste functie van opvoeden volgens de gegeven definitie?
Wat wordt bedoeld met psychosociaal functioneren?
Wat wordt bedoeld met psychosociaal functioneren?
Welke van de volgende beschrijvingen past het beste bij continue ontwikkeling?
Welke van de volgende beschrijvingen past het beste bij continue ontwikkeling?
Wat is een kenmerk van discontinue ontwikkeling?
Wat is een kenmerk van discontinue ontwikkeling?
Hoe kunnen opvoeders kinderen het best ondersteunen in hun ontwikkeling?
Hoe kunnen opvoeders kinderen het best ondersteunen in hun ontwikkeling?
Wat is een effect van psychosociaal functioneren op de ontwikkeling van een persoon?
Wat is een effect van psychosociaal functioneren op de ontwikkeling van een persoon?
Welke uitspraak over pedagogiek is waar?
Welke uitspraak over pedagogiek is waar?
Wat is het doel van opvoeden in de context van persoonlijke ontwikkeling?
Wat is het doel van opvoeden in de context van persoonlijke ontwikkeling?
Wat was het belangrijkste resultaat van Harlow's experiment met aapjes?
Wat was het belangrijkste resultaat van Harlow's experiment met aapjes?
In welke fase van Bowlby's hechtingstheorie begint een baby voorkeur te ontwikkelen voor specifieke hechtingsfiguren?
In welke fase van Bowlby's hechtingstheorie begint een baby voorkeur te ontwikkelen voor specifieke hechtingsfiguren?
Welke reactie is kenmerkend voor een kind met type A hechting volgens Ainsworth?
Welke reactie is kenmerkend voor een kind met type A hechting volgens Ainsworth?
Wat is een kenmerk van type C hechting?
Wat is een kenmerk van type C hechting?
In welke fase van hechtingstheorie kan een kind objectpermanentie begrijpen?
In welke fase van hechtingstheorie kan een kind objectpermanentie begrijpen?
Wat is een eigenschap van de veilige hechtingstype B?
Wat is een eigenschap van de veilige hechtingstype B?
Wat leidt vaak tot type C (angstig ambivalent) hechting?
Wat leidt vaak tot type C (angstig ambivalent) hechting?
Wat is een kenmerk van het type D (gedesoriënteerd) hechtingstype?
Wat is een kenmerk van het type D (gedesoriënteerd) hechtingstype?
Welke conclusie kan je trekken over Bastiaans hechtingsstijl, gebaseerd op zijn reactie op zijn moeder?
Welke conclusie kan je trekken over Bastiaans hechtingsstijl, gebaseerd op zijn reactie op zijn moeder?
Volgens Bowlby's concept van interne werkmodellen, wat is de rol van Bastiaan's ervaring met zijn moeder tijdens zijn eerste maanden?
Volgens Bowlby's concept van interne werkmodellen, wat is de rol van Bastiaan's ervaring met zijn moeder tijdens zijn eerste maanden?
Waarom kan de juffrouw's observatie van Anil niet geassocieerd worden met een veilige hechtingsstijl?
Waarom kan de juffrouw's observatie van Anil niet geassocieerd worden met een veilige hechtingsstijl?
Waarom is Anil's gedrag mogelijk gerelateerd aan een angstig-vermijdende hechtingsstijl?
Waarom is Anil's gedrag mogelijk gerelateerd aan een angstig-vermijdende hechtingsstijl?
Welke hechtingsstijl wordt gekenmerkt door tegenstrijdig gedrag, zoals toenadering zoeken en tegelijkertijd terugtrekken?
Welke hechtingsstijl wordt gekenmerkt door tegenstrijdig gedrag, zoals toenadering zoeken en tegelijkertijd terugtrekken?
Waarom is "freeze"-gedrag een karakteristiek kenmerk van een gedesorganiseerde hechtingsstijl?
Waarom is "freeze"-gedrag een karakteristiek kenmerk van een gedesorganiseerde hechtingsstijl?
Welke verklaring is het meest consistent met het concept van 'metalliserend vermogen'?
Welke verklaring is het meest consistent met het concept van 'metalliserend vermogen'?
Welke hechtingsstijl wordt gekenmerkt door een hoge mate van angst en bizar gedrag?
Welke hechtingsstijl wordt gekenmerkt door een hoge mate van angst en bizar gedrag?
Flashcards
Harlow's experiment
Harlow's experiment
Harlow's experiment to investigate what is more important for bonding: food or warmth and security.
What did Harlow's experiment show?
What did Harlow's experiment show?
A study exploring the importance of warmth and security for bonding.
Bowlby's attachment theory
Bowlby's attachment theory
A theory by Bowlby, describing the stages of attachment development. It highlights the importance of a secure base.
Stage 1 of Bowlby's theory
Stage 1 of Bowlby's theory
Signup and view all the flashcards
Ainsworth's Strange Situation Test
Ainsworth's Strange Situation Test
Signup and view all the flashcards
Type A: Anxious-Avoidant Attachment
Type A: Anxious-Avoidant Attachment
Signup and view all the flashcards
Type B: Secure Attachment
Type B: Secure Attachment
Signup and view all the flashcards
Type C: Anxious-Ambivalent Attachment
Type C: Anxious-Ambivalent Attachment
Signup and view all the flashcards
Wat is pedagogiek?
Wat is pedagogiek?
Signup and view all the flashcards
Wat is opvoeden?
Wat is opvoeden?
Signup and view all the flashcards
Wat is psychosociaal functioneren?
Wat is psychosociaal functioneren?
Signup and view all the flashcards
Wat is continue ontwikkeling?
Wat is continue ontwikkeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is discontinue ontwikkeling?
Wat is discontinue ontwikkeling?
Signup and view all the flashcards
Hoe beïnvloeden gebieden elkaar tijdens ontwikkeling?
Hoe beïnvloeden gebieden elkaar tijdens ontwikkeling?
Signup and view all the flashcards
Wat is de kern van psychosociaal functioneren?
Wat is de kern van psychosociaal functioneren?
Signup and view all the flashcards
Wat is het verschil tussen continue en discontinue ontwikkeling?
Wat is het verschil tussen continue en discontinue ontwikkeling?
Signup and view all the flashcards
Sensitiviteit
Sensitiviteit
Signup and view all the flashcards
Responsiviteit
Responsiviteit
Signup and view all the flashcards
Mentaalisteren
Mentaalisteren
Signup and view all the flashcards
Intern werkmodel
Intern werkmodel
Signup and view all the flashcards
Veilige hechting
Veilige hechting
Signup and view all the flashcards
Angstige hechting
Angstige hechting
Signup and view all the flashcards
Vermijdende hechting
Vermijdende hechting
Signup and view all the flashcards
Vertrouwen vs. wantrouwen
Vertrouwen vs. wantrouwen
Signup and view all the flashcards
Autoritaire opvoedstijl
Autoritaire opvoedstijl
Signup and view all the flashcards
Permissieve opvoedstijl
Permissieve opvoedstijl
Signup and view all the flashcards
Onverschillige opvoedstijl
Onverschillige opvoedstijl
Signup and view all the flashcards
Ondersteunende opvoedstijl (autoritatief)
Ondersteunende opvoedstijl (autoritatief)
Signup and view all the flashcards
Goodness of fit
Goodness of fit
Signup and view all the flashcards
Temperament
Temperament
Signup and view all the flashcards
Kluwengezin
Kluwengezin
Signup and view all the flashcards
Los-zandgezin
Los-zandgezin
Signup and view all the flashcards
Wat is de DSM?
Wat is de DSM?
Signup and view all the flashcards
Hoe is de DSM ontwikkeld?
Hoe is de DSM ontwikkeld?
Signup and view all the flashcards
Waarvoor wordt de DSM gebruikt?
Waarvoor wordt de DSM gebruikt?
Signup and view all the flashcards
Wat is de inhoud van de DSM-5?
Wat is de inhoud van de DSM-5?
Signup and view all the flashcards
Welke kritiek is er op de DSM?
Welke kritiek is er op de DSM?
Signup and view all the flashcards
Wat is de ICD-10?
Wat is de ICD-10?
Signup and view all the flashcards
Wat is het verschil tussen normaal en abnormaal gedrag?
Wat is het verschil tussen normaal en abnormaal gedrag?
Signup and view all the flashcards
Wat is stress?
Wat is stress?
Signup and view all the flashcards
Hechtingsontwikkeling bij een baby van 11 maanden
Hechtingsontwikkeling bij een baby van 11 maanden
Signup and view all the flashcards
Interne werkmodellen van Bowlby
Interne werkmodellen van Bowlby
Signup and view all the flashcards
Angstig-vermijdende hechtingsstijl
Angstig-vermijdende hechtingsstijl
Signup and view all the flashcards
Veilige hechtingsstijl
Veilige hechtingsstijl
Signup and view all the flashcards
Gedesorganiseerde hechtingsstijl
Gedesorganiseerde hechtingsstijl
Signup and view all the flashcards
Ambivalent gehechte kinderen
Ambivalent gehechte kinderen
Signup and view all the flashcards
Hechting in de eerste 12 maanden
Hechting in de eerste 12 maanden
Signup and view all the flashcards
Belang van hechtingsstijlen
Belang van hechtingsstijlen
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
- Definitie ontwikkelingspsychologie: De wetenschap die zich bezighoudt met de groei en verandering van mensen, zowel fysiek, cognitief als sociaal-emotioneel, van kind tot volwassene.
- Definitie pedagogiek: De wetenschap die zich bezighoudt met opvoeden en begeleiden van kinderen en jongeren.
- 3 krachten van ontwikkeling: nature (aangeboren factoren, erfelijkheid), nurture (invloeden van de omgeving, opvoeding) en rijping (natuurlijke biologische processen).
- Ontwikkeling volgens Erikson: psychosociale ontwikkeling in 8 fases met crises en taken.
- Identiteitsontwikkeling volgens Marcia: exploratie, commitment, crisis, identity achievement, foreclosure, identity diffusion, moratorium.
- Relevantie ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk: sociaal werkers moeten kennis hebben over ontwikkeling om de problemen van hun cliënten beter te begrijpen.
Leerdoelen
- Leerdoel 9: Kennis van ontwikkelingsperspectief op de mens en het gebruik van ontwikkelingspsychologie in sociaal werk.
- Leerdoel 10: Kennis van de levenslooptheorie van Erikson en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en volwassenen, evenals normale seksuele ontwikkeling.
Definities
- Ontwikkeling: Het proces van groeien en veranderen door de tijd heen (fysiek, mentaal en sociaal).
- Psychologie: De wetenschap die zich bezighoudt met gedrag, gedachten en gevoelens van mensen.
- Ontwikkelingspsychologie: De tak van psychologie die zich richt op groei, verandering en ontwikkeling van mensen gedurende hun leven.
Ontwikkelingsgebieden
- Lichamelijke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Morele ontwikkeling
- Seksuele ontwikkeling
- Spelontwikkeling
Continue vs. Discontinue ontwikkeling
- Continue ontwikkeling: Gedurende proces van geleidelijke verandering, zoals groei.
- Discontinue ontwikkeling: Proces van sprongsgewijze veranderingen op specifieke tijdspunten.
Theorie van Erikson (psychosociale ontwikkeling)
- Babytijd (0-1,5 jaar): Vertrouwen vs. Wantrouwen.
- Vroege kindertijd (1,5-3 jaar): Autonomie vs. Schaamte/twijfel.
- Peuter- en kleutertijd (3-5 jaar): Initiatief vs. Schuldgevoel.
- Schooltijd (6-12 jaar): Vlijt vs. Minderwaardigheid.
- Adolescentie (12-18 jaar): Identiteit vs. Rolverwarring.
- Jongvolwassenheid (18-35 jaar): Intimiteit vs. Isolement.
- Middelbare volwassenheid (35-65 jaar): Generativiteit vs. Stagnatie.
- Ouderdom (65+ jaar): Integriteit vs. Wanhoop.
Identiteitsontwikkeling (Marcia)
- Identity achievement: Vaste identiteit na exploratie.
- Foreclosure: Vastleggen van een identiteit zonder exploratie.
- Identity diffusion: Ontbreken van exploratie en commitment.
- Moratorium: Actueel exploratieproces zonder een vaste identiteit.
Concept van hechting
- Hechting: De emotionele band tussen een kind en de primaire verzorgers.
- Harlow's experiment: Onderzoek dat aantoonde dat warmte en nabijheid belangrijker is voor hechting dan voeding alleen.
- Ainsworth's Vreemde Situatietest: Methode om verschillende types hechting te identificeren.
- Type A: Angstig-vermijdende hechting
- Type B: Veilige hechting
- Type C: Angstig-ambivalente hechting
- Type D: Gedesoriënteerde hechting
Andere termen
- Cognitie: mentale processen zoals denken, leren, geheugen.
- Schema's: Mentale structuren of patronen die mensen gebruiken om informatie te organiseren en interpreteren.
- Adaptatie, assimilatie en accommodatie: Proces om nieuwe informatie te verwerken in het bestaande schema.
- Piaget: Kennis over verschillende stadia van cognitieve ontwikkeling bij kinderen.
- Vygotsky en de zone van de naaste ontwikkeling (ZDV): Verschil tussen wat een kind zelfstandig kan doen en wat het met hulp van een ervaren persoon kan bereiken.
Stress
- Stress: Lichamelijke en mentale reactie op een bedreigende situatie, of een uitdaging.
- Vormen van stress: Euthress (positief) en Distress (negatief).
- Stresshormonen: Adrenaline, noradrenaline en cortisol.
- Coping: Strategiën om met stress te omgaan.
- Moderatoren van stress: Factoren die de impact van stress kunnen beïnvloeden.
- Locus of control: De mate waarin een individu gelooft dat hij/zij invloed heeft op gebeurtenissen in zijn/haar leven.
- Stressoren: oorzaken van stress.
Opvoedingsstijlen
- Autoritaire opvoedingsstijl: Veel regels en weinig warmte.
- Autoritatieve opvoedingsstijl: Redelijke regels en veel warmte en betrokkenheid.
- Permissieve opvoedingsstijl: Weinig regels en veel warmte.
- Onverschillige opvoedingsstijl: Weinig regels en weinig warmte of betrokkenheid.
Andere relevante begrippen
- Weerbaarheid: Vermogen om goed om te gaan met stressvolle situaties.
- Zelfdeterminatietheorie (SDT): Drie basisbehoeften: autonomie, verbondenheid en competentie. belangrijke basisbehoeftes voor motivatie.
- Cultuurverschillen opvoeding: Verschillende cultuurachtergronden hebben verschillende opvoedingsstijlen.
- Psychopathologie en stoornis: Studie van psychische ziekten, inclusief criteria voor het identificeren van psychische stoornissen.
- Stigma: De negatieve labels die aan bepaald gedrag of aandoeningen worden gegeven wat negatieve impact heeft.
- Diathese-stressmodel: Uitleg over hoe genetische en omgevingsfactoren een rol spelen in het ontstaan van psychische stoornissen.
ICD-10 en DSM-5
- ICD-10: International Classification of Diseases.
- DSM-5: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Beide classificatiesystemen voor psychische stoornissen
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.