Podcast
Questions and Answers
Wat beschrijft het beste Vygotsky's zone van de naaste ontwikkeling?
Wat beschrijft het beste Vygotsky's zone van de naaste ontwikkeling?
- Het verschil tussen wat een kind zelfstandig kan en wat kan worden geleerd met hulp. (correct)
- De emotionele ontwikkeling van een kind in zijn tienerjaren.
- Het verschil tussen onbewuste en bewuste vaardigheden.
- De mentale capaciteit van een kind in de puberteit.
Welke hersenstructuur is sterk actief tijdens de puberteit en betrokken bij emoties?
Welke hersenstructuur is sterk actief tijdens de puberteit en betrokken bij emoties?
- Cerebellum
- Prefrontale cortex
- Hippocampus
- Limbisch systeem (correct)
Wat is adolescentie-egocentrisme?
Wat is adolescentie-egocentrisme?
- Een fase van intense emotionele verhandeling.
- Het vermogen om empathie te tonen naar anderen.
- De overtuiging dat men altijd gelijk heeft.
- De neiging om te geloven dat anderen voortdurend oordelen over hen. (correct)
Wat houdt de persoonlijke fabel in?
Wat houdt de persoonlijke fabel in?
Wat is een 'rite de passage'?
Wat is een 'rite de passage'?
Wat bestudeert psychopathologie?
Wat bestudeert psychopathologie?
Welke fase beschrijft 'identity foreclosure'?
Welke fase beschrijft 'identity foreclosure'?
Wat is een belangrijke eigenschap van veilige hechting?
Wat is een belangrijke eigenschap van veilige hechting?
Wat is een kenmerk van een stoornis volgens Vandereycken en Van Deth?
Wat is een kenmerk van een stoornis volgens Vandereycken en Van Deth?
Welke vorm van stigma houdt verband met vooroordelen in regels of wetten?
Welke vorm van stigma houdt verband met vooroordelen in regels of wetten?
Wat is de rol van de prefrontale cortex tijdens de adolescentie?
Wat is de rol van de prefrontale cortex tijdens de adolescentie?
Wat verklaart het diathese-stressmodel?
Wat verklaart het diathese-stressmodel?
Wat toont het Rosenhan-experiment aan over psychiatrische diagnoses?
Wat toont het Rosenhan-experiment aan over psychiatrische diagnoses?
Wat is niet een gevolg van zelfstigma?
Wat is niet een gevolg van zelfstigma?
Wat is een voorbeeld van culturele verschillen in normaal gedrag?
Wat is een voorbeeld van culturele verschillen in normaal gedrag?
Wat is een kenmerk van duidelijke grenzen in de opvoeding?
Wat is een kenmerk van duidelijke grenzen in de opvoeding?
Wat is een voorbeeld van een complementair relatiepatroon?
Wat is een voorbeeld van een complementair relatiepatroon?
Wat gebeurt er als een kwetsbaarheid en veel stress samengaan volgens het diathese-stressmodel?
Wat gebeurt er als een kwetsbaarheid en veel stress samengaan volgens het diathese-stressmodel?
Wat gebeurt er bij negeren van ongewenst gedrag?
Wat gebeurt er bij negeren van ongewenst gedrag?
Wat is een nadeel van straffen in de opvoeding?
Wat is een nadeel van straffen in de opvoeding?
Wat is een belangrijk kenmerk van een symmetrisch relatiepatroon?
Wat is een belangrijk kenmerk van een symmetrisch relatiepatroon?
Wat is een kenmerk van een sensitieve ouder?
Wat is een kenmerk van een sensitieve ouder?
Wat is een kenmerk van een complementair patroon in relaties?
Wat is een kenmerk van een complementair patroon in relaties?
Hoe beïnvloedt hechting in de vroege jeugd de relaties op latere leeftijd?
Hoe beïnvloedt hechting in de vroege jeugd de relaties op latere leeftijd?
Wat is een verschil tussen individualistische en collectivistische cultuur in opvoeding?
Wat is een verschil tussen individualistische en collectivistische cultuur in opvoeding?
Waarom kan een symmetrisch patroon soms leiden tot conflicten?
Waarom kan een symmetrisch patroon soms leiden tot conflicten?
Wat is de rol van rituelen in de opvoeding?
Wat is de rol van rituelen in de opvoeding?
Wat houdt mentaliseren in?
Wat houdt mentaliseren in?
Waarom is consequent zijn belangrijk in de opvoeding?
Waarom is consequent zijn belangrijk in de opvoeding?
Wat is een voordeel van een parallel patroon?
Wat is een voordeel van een parallel patroon?
Wat zijn de succesfactoren in partnerrelaties volgens Gottman?
Wat zijn de succesfactoren in partnerrelaties volgens Gottman?
Wat heeft Watzlawick gezegd over de verschillende patronen?
Wat heeft Watzlawick gezegd over de verschillende patronen?
Waarom is kennis van hechting belangrijk voor sociaal werkers?
Waarom is kennis van hechting belangrijk voor sociaal werkers?
Wat is een mogelijk nadeel van een symmetrisch patroon?
Wat is een mogelijk nadeel van een symmetrisch patroon?
Wat typeert een baby in de babyfase volgens Erikson?
Wat typeert een baby in de babyfase volgens Erikson?
Wat kan kenmerkend zijn voor mensen met onveilige hechting?
Wat kan kenmerkend zijn voor mensen met onveilige hechting?
Wat maakt normaal gedrag relatief?
Wat maakt normaal gedrag relatief?
Wat kan leiden tot een gezond contact tussen mensen?
Wat kan leiden tot een gezond contact tussen mensen?
Welke factor is NIET belangrijk in hechting?
Welke factor is NIET belangrijk in hechting?
Wat is een gevolg van onduidelijkheid in rollen binnen een parallel patroon?
Wat is een gevolg van onduidelijkheid in rollen binnen een parallel patroon?
Welke strategie is kenmerkend voor een volwassene met een angstig-vermijdende hechtingsstijl tijdens conflicten?
Welke strategie is kenmerkend voor een volwassene met een angstig-vermijdende hechtingsstijl tijdens conflicten?
Wat typeert een permissieve opvoedstijl?
Wat typeert een permissieve opvoedstijl?
Wat beschrijft een kluwengezin het beste?
Wat beschrijft een kluwengezin het beste?
Wat is 'goodness of fit'?
Wat is 'goodness of fit'?
Welke emotionele reactie is typerend voor een 'moeilijk kind'?
Welke emotionele reactie is typerend voor een 'moeilijk kind'?
Wat is een kenmerk van een los-zandgezin?
Wat is een kenmerk van een los-zandgezin?
Wat zijn de gevolgen van een autoritaire opvoedstijl?
Wat zijn de gevolgen van een autoritaire opvoedstijl?
Welke van de volgende beschrijvingen is NIET van toepassing op een angstig-vermijdende hechtingsstijl?
Welke van de volgende beschrijvingen is NIET van toepassing op een angstig-vermijdende hechtingsstijl?
Flashcards
Zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky)
Zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky)
Het verschil tussen wat een kind zelfstandig kan doen en wat het kan leren met hulp van een meer ervaren persoon (zoals een leraar of ouder). Ondersteuning in deze zone helpt kinderen hun vaardigheden te ontwikkelen.
Limbisch systeem (puberbrein)
Limbisch systeem (puberbrein)
Het emotionele centrum van de hersenen dat sterk actief is in de puberteit. Beïnvloedt emoties en impulsen.
Prefrontale cortex (puberbrein)
Prefrontale cortex (puberbrein)
Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor planning, impulscontrole en besluitvorming. Ontwikkelt zich pas volledig rond het 25e levensjaar.
Adolescentie-egocentrisme
Adolescentie-egocentrisme
Signup and view all the flashcards
Persoonlijke fabel
Persoonlijke fabel
Signup and view all the flashcards
Rites de passage
Rites de passage
Signup and view all the flashcards
Exploreren (identiteitsontwikkeling)
Exploreren (identiteitsontwikkeling)
Signup and view all the flashcards
Commitment (identiteitsontwikkeling)
Commitment (identiteitsontwikkeling)
Signup and view all the flashcards
Psychopathologie
Psychopathologie
Signup and view all the flashcards
Stoornis
Stoornis
Signup and view all the flashcards
Stigma
Stigma
Signup and view all the flashcards
Publiek stigma
Publiek stigma
Signup and view all the flashcards
Structureel stigma
Structureel stigma
Signup and view all the flashcards
Associatief stigma
Associatief stigma
Signup and view all the flashcards
Zelfstigma
Zelfstigma
Signup and view all the flashcards
Zelfstigma (uitgebreid)
Zelfstigma (uitgebreid)
Signup and view all the flashcards
Autoritaire opvoedstijl
Autoritaire opvoedstijl
Signup and view all the flashcards
Permissieve opvoedstijl
Permissieve opvoedstijl
Signup and view all the flashcards
Onverschillige opvoedstijl
Onverschillige opvoedstijl
Signup and view all the flashcards
Ondersteunende opvoedstijl (autoritatief)
Ondersteunende opvoedstijl (autoritatief)
Signup and view all the flashcards
Goodness of fit
Goodness of fit
Signup and view all the flashcards
Temperament
Temperament
Signup and view all the flashcards
Kluwengezin
Kluwengezin
Signup and view all the flashcards
Los-zandgezin
Los-zandgezin
Signup and view all the flashcards
Sensitiviteit
Sensitiviteit
Signup and view all the flashcards
Responsiviteit
Responsiviteit
Signup and view all the flashcards
Intern werkmodel
Intern werkmodel
Signup and view all the flashcards
Mentaliseren
Mentaliseren
Signup and view all the flashcards
Vertrouwen vs. wantrouwen
Vertrouwen vs. wantrouwen
Signup and view all the flashcards
Hechting en opvoedingsgedrag
Hechting en opvoedingsgedrag
Signup and view all the flashcards
Hechting en relaties op latere leeftijd
Hechting en relaties op latere leeftijd
Signup and view all the flashcards
Belang van hechting in sociaal werk
Belang van hechting in sociaal werk
Signup and view all the flashcards
Grenzen in opvoeding
Grenzen in opvoeding
Signup and view all the flashcards
Duidelijke grenzen
Duidelijke grenzen
Signup and view all the flashcards
Flexibele grenzen
Flexibele grenzen
Signup and view all the flashcards
Complementair relatiepatroon
Complementair relatiepatroon
Signup and view all the flashcards
Symmetrisch relatiepatroon
Symmetrisch relatiepatroon
Signup and view all the flashcards
Parallel relatiepatroon
Parallel relatiepatroon
Signup and view all the flashcards
Belonen van gedrag
Belonen van gedrag
Signup and view all the flashcards
Straffen van gedrag
Straffen van gedrag
Signup and view all the flashcards
Complementair patroon
Complementair patroon
Signup and view all the flashcards
Symmetrisch patroon
Symmetrisch patroon
Signup and view all the flashcards
Parallel patroon
Parallel patroon
Signup and view all the flashcards
Relativering van 'normaal'
Relativering van 'normaal'
Signup and view all the flashcards
Watzlawick's ideeën
Watzlawick's ideeën
Signup and view all the flashcards
Balans in relatiepatronen
Balans in relatiepatronen
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Ontwikkelingspsychologie en Pedagogiek
- Definitie ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
- Relevantie van ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk
- Drie krachten van ontwikkeling (nature, nurture en rijping)
- Discontinu en continu verloop van ontwikkeling
- Psychosociale ontwikkeling volgens Erikson
- Ontwikkelingstaken en crises in kindertijd, adolescentie en volwassenheid
- Identiteitsontwikkeling volgens Marcia (exploratie, commitment, crisis) (Identity achievement, foreclosure, identity diffusion, moratorium)
- Leerdoel 9: Kenmerkend ontwikkelingsperspectief op de mens en waarom sociaal werkers ontwikkelingspsychologie gebruiken
- Leerdoel 10: Kennis van ontwikkeling van kinderen en volwassenen, levenslooptheorie van Erikson en normale seksuele ontwikkeling.
Wat is Ontwikkelingspsychologie?
- Ontwikkeling is het proces van groeien en veranderen door de tijd heen, fysiek, mentaal en sociaal.
- Psychologie is de wetenschap die gedrag, gedachten en gevoelens bestudeert.
- Ontwikkelingspsychologie is een tak van psychologie die focust op groei en verandering van kind tot volwassene, fysiek, cognitief en sociaal-emotioneel.
- Belangrijke ontwikkelingsgebieden: lichamelijk, cognitief, sociaal-emotioneel.
Continu vs. Discontinue Proces
- Continue ontwikkeling: Geleidelijk en vloeiend proces, kleine cumulatieve veranderingen (voorbeeld: groei in lengte).
- Discontinue ontwikkeling: In aparte stadia of sprongen met duidelijk verschillende veranderingen (voorbeeld: peuter naar kleuter).
Nature (Aard), Nurture (Opvoeding), Rijping (Rijpen)
- Nature: Aangeboren eigenschappen en genetische factoren, invloeden op ontwikkeling.
- Nurture: Invloeden van de omgeving, opvoeding en ervaringen.
- Rijping: Natuurlijke biologische processen die ontwikkeling sturen, zoals fysieke en mentale ontwikkeling bij een baby.
Psychosociale Ontwikkeling volgens Erikson
- Mensen doorlopen 8 fases/leeftijdsstijlen (van babytijd tot ouderdom).
- Elke fase met een unieke, kenmerkende crisis/uitdaging.
- Oplossing van crisis leidt tot gezonde ontwikkeling, anders tot problemen latere fases.
Ontwikkelingstaken en Crises per Leeftijd
-
Kindertijd (vertrouwen, zelfstandigheid, sociale vaardigheden).
-
Adolescentie (identiteitsvorming, autonomie, experimentelen).
-
(Jong)volwassenen (relaties, carrières, verantwoordelijkheden)
-
Ouderen (herinnering van het leven, rouwverwerking).
Identiteitsontwikkeling (Marcia)
- Exploreren: onderzoek rollen en mogelijkheden.
- Commitment: Keuze voor een bepaalde identiteit.
- Crisis: Periode van twijfel of zoeken naar een identiteit.
- Identiteit-Achievement: Ontwikkelde identiteit na exploratie.
- ForeClosure: Identiteit aangenomen zonder exploratie (bijv. ouders).
- Identity-Diffusion: Geen vaste identiteit, geen richting.
- Moratorium: Actief exploreren, geen definitieve commitment.
Rites de Passage
- Rituelen/ceremonies die de overgang markeren van kind naar volwassene in verschillende culturen.
Hechting
- Hechting: emotionele band tussen kind en opvoeder, al vanaf geboorte.
- (Veilige hechting) essentieel voor een gezonde emotionele en sociale ontwikkeling.
- Harlow's experiment met aapjes: Aapjes kozen warmte en geborgenheid boven voedsel.
- Types van hechting (Veilig, angstig-vermijdend, angstig-ambivalent, gedesoriënteerd)
- Bowlby en Ainsworth en hun theorieën over hechting.
- Internal working models: Mentale blauwdruk over hoe relaties werken, bepaald door eerdere hechtingservaringen, beïnvloeden latere relaties.
Normaal of Abnormaal Gedrag?
- Normaal gedrag: gedrag in overeenstemming met sociale en culturele normen, veroorzaakt geen problemen.
- Abnormaal gedrag: Wijkt af van normen, kan problemen veroorzaken.
- Stigma: Negatief label, gekoppeld aan gedrag, kan zeer schadelijk zijn.
Stress
- Stress: Lichamelijke/mentale reactie op een uitdaging of bedreiging.
- Eustress: Positieve stress (voorbeeld: motivatie).
- Distress: Negatieve stress (voorbeeld: langdurig, fouten, slechtere prestaties).
- Stresshormonen (adrenaline, cortisol): Voorbereiding op actie, langdurig schadelijk effect.
- Fight/Flight/Freeze reactie.
- Tend-and-befriend reactie (sociaal contact zoeken).
- Coping mechanismen: Manieren om met stress om te gaan (probleemgericht, emotiegericht).
Psychologische Basisbehoeften
- Autonomie: Zelf beslissingen nemen.
- Verbondenheid: Ervaren van relaties en steun.
- Competentie: Het gevoel bekwaam te zijn.
Opvoedstijlen
- Autoritair: veel regels, weinig warmte.
- Authoritatief: regels en warmte, respect voor autonomie.
- Permissief: weinig regels, veel warmte.
- Onverschillig: weinig regels en warmte.
Motivatie
- Intrinsieke motivatie: Gedreven door persoonlijke interesses en plezier.
- Extrinsieke motivatie: Gedreven door externe beloningen of druk.
- Overrechtvaardiging: Externe beloning die intrinsieke motivatie vermindert.
- Behoeftepiramide van Maslow: Hiërarchische ordening van behoeften, van basisbehoeften tot zelfactualisatie.
- Zelfdeterminatietheorie (SDT): Motivatie is gedreven door drie psychologische basisbehoeften (autonomie, verbondenheid, competentie).
Gedrag
- Belonen: Positief gedrag bekrachtigen.
- Straffen: Ongewenst gedrag bekrachtigen.
- Negeren: Ongewenst gedrag negeren om het te laten stoppen.
- Consistent en consequent zijn met gedrag.
Cultuurverschillen
- Verschillen in rituelen en normen in verschillende culturen.
- Collectivistische vs. Individualistische culturen.
Weerbaarheid (Resilience)
- Vermogen om goed om te gaan met stress.
- Weerbaarheid is de combinatie van drie eigenschappen die belangrijk zijn om goed met stress om te kunnen gaan: Challenge (uitdaging), Commitment en Control.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.