Ontstaan en Basisprincipes van Democratie

In de klassieke oudheid werden alleen mannen met bepaalde privileges als burgers gezien. De macht lag bij een kleine groep elite: militairen, ambtenaren en priesters.

De adel en de geestelijkheid (kerkelijke leiders) waren de machtigste in de middeleeuwen.

In de 19e eeuw werden de regels gemaakt door de rijke industriële klasse die hun eigen belangen voorop stelde.

De noodzaak om de belasting te heffen en de begroting te beheren leidde tot de opkomst van gekozen vertegenwoordigers in de 18e en 19e eeuw.

De theorie van volkssoevereiniteit stelt dat de macht bij de bevolking ligt en dat deze indirect via gekozen vertegenwoordigers wordt uitgeoefend.

Dit principe betekent dat iedereen, ongeacht hun achtergrond, gelijk is voor de wet en dezelfde rechten geniet. Niemand mag worden gediscrimineerd vanwege hun ras, religie, geslacht of andere kenmerken.

In een rechtsstaat heeft iedereen het recht om hun mening vrij te uiten, zelfs als die mening afwijkt van de meerderheid.

Een onafhankelijke rechtbank zorgt ervoor dat rechtvaardigheid wordt gehandhaafd en dat alle burgers gelijk behandeld worden, zonder beïnvloeding door de overheid.

Een coalitie is een groep van verschillende politieke partijen die samenwerken om een meerderheid in het parlement te vormen en een regering te kunnen vormen.

De oppositie is de groep in het parlement die niet deel uitmaakt van de regering. Zij controleren de regering en zorgen ervoor dat de belangen van de minderheid worden behartigd.

In de klassieke oudheid hadden alleen mannen, met bepaalde privileges, het recht om te stemmen en mee te beslissen over de wetten. De macht lag bij een kleine groep elite: militairen, ambtenaren en priesters. Vrouwen, slaven en vreemdelingen werden niet als burgers beschouwd.

De adel en geestelijkheid (kerkelijke leiders) hadden de meeste macht in de middeleeuwen. De meeste mensen hadden geen invloed op het bestuur.

De industriële burgerij, de rijke fabriekseigenaren, hadden de meeste macht in de 19e eeuw. Zij bepaalden de meeste regels en hadden veel invloed op de wetgeving.

De theorie van volkssoevereiniteit betekent dat de macht bij het volk ligt. In een representatieve democratie kiezen burgers vertegenwoordigers die namens hen wetten maken en beslissingen nemen.

Een rechtsstaat is gebaseerd op wetten die voor iedereen gelijk zijn. De overheid moet zich aan deze wetten houden en burgers worden beschermd tegen willekeur. De overheid mag alleen doen wat de wet toestaat.

De rechtsstaat garandeert dat iedereen gelijk is voor de wet en dat discriminatie verboden is. Dit omvat bescherming voor minderheden en het recht op vrije meningsuiting.

In een rechtsstaat lossen onafhankelijke en onpartijdige rechtbanken conflicten tussen burgers of tussen burgers en de overheid op.

Een parlementaire democratie is een bestuursvorm waarbij burgers vrije verkiezingen houden om vertegenwoordigers te kiezen die wetten maken en verantwoording afleggen.

Een dictatuur of totalitarisme is een bestuursvorm waarbij de macht concentratie is bij één persoon of een kleine groep. Burgers hebben geen vrije verkiezingen, meningsuiting is beperkt en de grondwet wordt meestal niet toegepast.