Neuropsychologisch Onderzoek Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een belangrijk doel van neuropsychologisch onderzoek?

  • Discrimineren tussen psychologische-neurologische symptomen. (correct)
  • Identificeren van cosmetische aandoeningen.
  • Beoordelen van sociale vaardigheden van de persoon.
  • Ontwikkelen van een nieuwe behandeling voor fysieke pijn.

Waarom is het belangrijk de sterke kanten van een persoon te beschrijven tijdens neuropsychologisch onderzoek?

  • Om te bepalen welke emoties zij kunnen ervaren.
  • Voor een beter begrip van hun medicatierespons.
  • Om alle sociale interacties te verbeteren.
  • Om het beste behandelplan voor de persoon te ontwikkelen. (correct)

Wat moet geëvalueerd worden na de implementatie van een behandelplan?

  • Hoe de symptomen zich ontwikkelen gedurende de tijd. (correct)
  • Of de persoon zijn vrienden heeft verloren.
  • Hoe de omgeving van de persoon reageert.
  • Of het behandelplan te duur is.

Wanneer moet neuropsychologisch onderzoek worden ingezet?

<p>Bij een klinische indruk van cognitieve veranderingen of achteruitgang. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect van neuropsychologisch functioneren dat geëvalueerd moet worden?

<p>Het vermogen om financiële zaken te organiseren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden voor commissiefouten in besluitvorming?

<p>Irrirrelevante informatie meenemen (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties beschrijft het beste de beschikbaarheidsheuristiek?

<p>Beslissen op basis van meest beschikbare informatie (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met ommissiefouten?

<p>Relevante informatie weglaten (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende behoort niet tot de nadelen van evaluatiesystemen?

<p>Percentages verhogen van psychologische diagnoses (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk voordeel van het gebruik van evaluatiesystemen in de psychologische praktijk?

<p>Efficiëntie van de besluitvorming (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van intuïtie?

<p>Het is geautomatiseerde kennis die voortkomt uit ervaring. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn heuristieken?

<p>Cognitieve vereenvoudigingstechnieken voor snelle beslissingen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een nadeel zijn van het gebruik van heuristieken?

<p>Ze kunnen leiden tot tunnelvisie. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak betreft de duale proces theorie het beste?

<p>Er zijn twee systemen voor besluitvorming, rationeel en emotioneel. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van tunnelvisie in de context van besluitvorming?

<p>Een beperkte beoordeling van beschikbare opties. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke beschrijving past het beste bij attributie?

<p>Het proces van het toekennen van oorzaak aan gedrag. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een tekortkoming van intuitieve oordelen?

<p>Ze negeren vaak belangrijke contextuele informatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het beste het effect van ervaring op intuïtie?

<p>Ervaring zorgt voor een verbeterde snelheid van beslissingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Doelen Neuropsychologisch Onderzoek

Het identificeren van neurologische stoornissen en het onderscheiden van psychologische en neurologische symptomen. Het beschrijven van de invloed van neurologische aandoeningen of letsels op een persoon en het bepalen van een passend behandelplan.

Neuropsychologisch onderzoek

Onderzoek dat ingezet wordt wanneer er een vermoeden is van cognitieve veranderingen of achteruitgang, en dat verder gaat dan een diagnose of simpel behandelplan.

Evaluatie van behandelplan

Het beoordelen of een behandelplan werkt door het monitoren van de ervaringen van de persoon en de ontwikkeling/verbetering van neuropsychologische functies.

Cognitieve verandering

Elke verandering in het denkvermogen en cognitieve vaardigheden.

Signup and view all the flashcards

Neurologische stoornis

Een aandoening in het zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg, zenuwen) dat tot verschillende (neurologische en/of psychologische) problemen kan leiden.

Signup and view all the flashcards

Beschikbaarheidsheuristiek

De neiging om beslissingen en oordelen te baseren op de meest beschikbare of gemakkelijkst te herinneren informatie.

Signup and view all the flashcards

Commissiefouten

Fouten die worden gemaakt door irrelevante informatie mee te nemen bij een beslissing.

Signup and view all the flashcards

Omissiefouten

Fouten die ontstaan door relevante informatie weg te laten bij een beslissing.

Signup and view all the flashcards

Bias/beoordelingsfouten

Vooroordelen of fouten in het beoordelingsvermogen die beslissingen kunnen beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Effectiviteit van beslissingen

Beslissingen die efficiënt en accuraat zijn, vrij van bias en onnauwkeurigheden.

Signup and view all the flashcards

Intuïtie

Geautomatiseerde (ervarings)kennis gebaseerd op eerder verworven informatie en waargenomen associaties.

Signup and view all the flashcards

Heuristieken

Cognitieve vereenvoudigingstechnieken voor snelle besluitvorming, vaak zonder uitgebreide analyse.

Signup and view all the flashcards

Voordelen Heuristieken

Snelle besluitvorming en efficiëntie.

Signup and view all the flashcards

Nadelen Heuristieken

Kan leiden tot fouten door gebrek aan informatie-analyse.

Signup and view all the flashcards

Bias

Vooringenomenheid in denken, waardoor subjectieve factoren het oordeel beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Tunnelvisie

Een beperkt perspectief, waardoor slechts één aspect van een probleem wordt overwogen.

Signup and view all the flashcards

Informatie-analyse

Het zorgvuldig bestuderen en integreren van verschillende gegevens.

Signup and view all the flashcards

Geïntegreerde informatie

Verschillende informatie zo samengevoegd dat een juist beeld ontstaat.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Hoorcollege 1: Diagnostiek

  • 91% van de psychologen in de praktijk voert diagnostische werkzaamheden uit.
  • 64% van de vacatures benadrukt diagnostische vaardigheden als essentieel.
  • Diagnostiek omvat meer dan alleen testen; het gaat om het erkennen van een label.
  • Adequaat diagnostisch onderzoek is net zo belangrijk als de behandeling.

Diagnose toepassingen

  • Diagnostiek is een besluitvormingsproces.
  • De diagnosticus werkt samen met de cliënt.
  • Diagnostiek houdt in dat hypothesen worden gevormd en gecontroleerd.
  • De juiste instrumenten worden geselecteerd en de gegevens worden geïnterpreteerd.
  • Informatie uit verschillende bronnen wordt dynamisch geïntegreerd.

Toepassing van diagnostiek

  • Diagnostiek wordt gebruikt in de forensische, klinische GGZ- en kinder- en jeugdzorg.
  • Bijvoorbeeld: Verdachten, personen met stemmingsstoornissen, kinderen met leerproblemen.

Het empirische cyclusmodel

  • Observatie: verzamelen van gegevens.
  • Inductie: bij elkaar brengen van gegevens voor algemene veronderstellingen.
  • Deductie: opzetten van toetsbare hypothesen en het selecteren van relevante instrumenten.
  • Toetsing: Toepassen van de geselecteerde instrumenten.
  • Evaluatie: analyseren wat de resultaten voor de cliënt betekenen.

Gebruikte methoden

  • Observaties
  • Interviews (semi-gestructureerd)
  • Psychologische testen

Definiëren van normaal vs. abnormaal

  • Normaal is een moeilijke term met stigma en pathologisering
  • Er is geen consensus over definities van normaal en abnormaal gedrag.
  • Het ontbreken van een eenduidige definitie bemoeilijkt de formulering van criteria.

Categorisch versus Dimensioneel

  • Mentale gezondheidsproblemen kunnen in categorieën of op een continuüm worden ingedeeld.
  • Categorische benadering (stoornis is aanwezig of afwezig)
  • Dimensionele benadering (psychopathologie is een dimensie, geen categorie)
  • Veel comorbiditeit tussen categorieën.
  • Psychopathologie is vaak dimensioneel.
  • Classificaties hebben beperkte validiteit.
  • Veel classificaties zijn heterogeen.

Categorisch versus Dimensioneel

  • De RDOC (Research Domain Criteria)
  • Transdiagnostisch
  • 5 transdiagnostische domeinen
  • Diverse niveaus
  • Inzicht in factoren die klachten veroorzaken
  • Stelt individuele behandeling op maat mogelijk.

KAIT

  • KAIT is een intelligentietest voor adolescenten en volwassenen.
  • De test bestaat uit 6 subtesten (3 gekristalliseerde intelligentie en 3 vloeiende intelligentie).
  • Er kan een totale IQ worden berekend.

Diagnostisch proces: Aanmelding (1)

  • Wat is de reden voor de verwijzing (= geen uitleg van de aanleiding)?
  • Wie is de aanmelder?
  • De reden voor aanmelding is divers (bijv. hulp nodig).

Diagnostisch proces: Aanmelding (2)

  • Aanmelding kan in diverse contexten plaatsvinden
  • Is aanmelding op de juiste plek of is er doorverwijzing nodig?
  • Zijn er voldoende kwalificaties aanwezig voor aanmelding?
  • Is er voldoende tijd voor de aanmelding of doorverwijzing naar iemand anders?

Diagnostisch proces: Anamnese/Intake (1)

  • Anamnese, een belangrijke informatibron voor klachten of problemen.
  • Deze anamnese vult andere gegevens aan (aanmeldformulieren, verwijzing etc.).

Diagnostisch proces: Anamnese/Intake (2)

  • De reden voor aanmelding is centraal.
  • Het is belangrijk om de verwachtingen en wensen van de cliënt te kennen.
  • Concretisering van vraagstelling en onderbouwing.

Diagnostisch proces: Anamnese/Intake (3 en 4)

  • Heteroanamnese: Informatie van anderen (familieleden, kennissen, hulpverleners).
  • Speciële anamnese: Inzicht in specifieke klachten en factoren.
  • Psychiatrische anamnese: Psychiatrische symptomen.
  • Biografische anamnese: Familiegeschiedenis en levensgeschiedenis.
  • Sociale anamnese: Sociale omgeving, sociale activiteiten, sociale hulp.
  • Ontwikkelingsanamnese: Specifiek voor kinderen en adolescenten.

Diagnostisch proces: Onderzoek (1)

  • Uitvoeren van onderzoek met rapporten.
  • Alle aspecten van het proces voor juiste scoring en interpretatie zijn cruciaal.
  • Er is veel training nodig.

Diagnostisch proces: Onderzoek (2)

  • Onderzoek moet in een controleerbare omgeving plaatsvinden.
  • Controle na afname van de tests.
  • Let bij interpretatie op opvallende antwoordpatronen en sociale wenselijkheid.

Diagnostisch proces: Integratief beeld (1)

  • Integratie van testresultaten met andere informatie (anamnese, intake, dossier).
  • Beantwoording van onderzoeksvragen.
  • Identificeren van factoren achter klachten.
  • Bevestiging of weerlegging van hypothesen op basis van resultaten.

Diagnostisch proces: Integratief beeld (2)

  • Evaluatie van informatie en testresultaten.
  • Een beeld van de cliënt creëren op basis van onderzoeksresultaten.
  • Identificatie van mogelijke klachten en overeenkomsten.

Diagnostisch proces: Advies (1)

  • Rapporteren van resultaten.
  • Argumentatie van conclusies en adviezen, gebruik van bronnen.
  • Aandacht voor context.
  • Mogelijke vervolgstappen.

Diagnostisch proces: Advies (2)

  • Terugkoppeling van conclusies aan de cliënt/naasten.
  • Mogelijkheden voor beeld-bijstelling, -nuancering of -uitbreiding.
  • Adviezen aan de aanmelder.

Diagnostisch proces: Advies (3 en 4)

  • Bereiding is cruciaal voor een goed verloop.
  • Gebruik de juiste taal.
  • Duidelijkheid over resultaten, conclusies en advies.
  • Ruimte voor vragen en reactienaaste van de cliënt.

Hoorcollege 3: Diagnostiek (Heuristieken en besluitvorming)

  • Kennis van besluitvorming in diagnostiek.
  • Factoren die invloed hebben op besluitvorming in diagnostiek.

Invloed persoonskenmerken van de cliënt in diagnostiek

  • Afhankelijkheid van persoonskarakteristieke informatie.
  • Gevolgen van verkeerde aannames over prevalentie en/of interpretatie van gedrag.
  • Verschillende groepen reageren verschillend on testvragen.

Hoorcollege 4: Diagnostiek (Neuropsychologie en Intelligentie)

  • Het doel, toepassingen en neuropsychologisch onderzoeken.
  • Intelligentie en tests van intelligentie.
  • Veel verschillende tests en instrumenten die worden gebruikt.

Theorieën van intelligentie

  • Spearman's Theorie (g = algemene cognitieve factoren)
  • Belangrijke constructies (vloeiende intelligentie, kwantitatieve intelligentie, gekristalliseerde intelligentie, schoolvaardigheden, etc.).
  • Belangrijke constructen (Visuele informatieverwerking, verwerkingssnelheid, verbaal begrip, etc.)
  • Er zijn grote verschillen tussen de tests.
  • Intelligentie is complexe.
  • Een test geeft geen eenduidige definitie van intelligentie.
  • Er zijn diverse testen voor intelligentie, elk met verschillende eigenschappen.

Beschikbaarheidsheuristiek

  • De neiging om beslissingen of oordelen te baseren op de meest beschikbare of makkelijkst te herinneren informatie.
  • Professionals zouden eerder al bekende klachten/problemen herkennen dan ongebruikelijke klachten.

Ankerheuristiek

  • De neiging om beslissingen of oordelen te baseren op een referentiepunt, het anchor.
  • Het anchor (referentiepunt) kan onafhankelijk zijn van de relevante informatie.

Representativiteitsheuristiek

  • De mate waarin beslissingen of oordelen worden gebaseerd op prototypes.

Affect Heuristiek

  • Beslissingen of oordelen worden gebaseerd op gevoelens die door mensen worden ervaren.

Intelligentie Tests

  • WAIS-IV (volwassenen)
  • WISC-V (kinderen)
  • Groninger intelligentietest (GIT-2)
  • Kaufman (KAIT)
  • Raven's Progressive Matrices.

Rapportage van resultaten intelligentietest

  • Rapportage moet zorgvuldig en met aandacht gebeuren (inachtnemen van beperkingen en houdbaarheid van tests).
  • Goede diagnostiek vereist samenwerking en aandacht voor verschillende perspectieven.
  • Verantwoorde interpretering, classificatie en beslissingnames.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Hoorcollege 1: Diagnostiek PDF

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser