Neuropsychologie en Zenuwstelsels
42 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste functie van synaptische plasticiteit?

  • Versterken of verzwakken van synaptische connecties (correct)
  • Verandering van neurotransmitters
  • Vermijden van geheugenverlies
  • Beperken van neuronale activiteit
  • Long-term potentiation (LTP) leidt tot de interneurale versterking van AMPARs.

    False

    Noem één voorbeeld van synaptische plasticiteit.

    Long-term potentiation (LTP) of Long-term depression (LTD)

    Bij long-term depression (LTD) vindt ___________ plaats van postsynaptische AMPARs.

    <p>internalisatie</p> Signup and view all the answers

    Koppel de synaptische plasticiteitsvormen aan hun effecten:

    <p>Long-term potentiation = Versterking van synaptische connecties Long-term depression = Verzwakking van synaptische connecties</p> Signup and view all the answers

    Wat is de primaire functie van het sympathisch zenuwstelsel?

    <p>Verhogen van hartslag en bloeddruk</p> Signup and view all the answers

    Het parasympathisch zenuwstelsel verhoogt de secreet van speeksel.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Noem de neurotransmitters die door de bijnier worden uitgescheiden.

    <p>epinephrine en norepinephrine</p> Signup and view all the answers

    Het ______ zenuwstelsel is verantwoordelijk voor het verhogen van de hartslag in stresssituaties.

    <p>sympathisch</p> Signup and view all the answers

    Koppel de functies aan het juiste zenuwstelsel:

    <p>Sympathisch = Vertraagt maagcontracties Parasympathisch = Verhoogt speekselproductie</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van de primaire motorcortex?

    <p>Controle van beweging</p> Signup and view all the answers

    De cerebrale cortex is de binnenste laag van het cerebrum.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Noem de twee taalgebieden in de hersenen.

    <p>Broca's gebied en Wernicke's gebied</p> Signup and view all the answers

    De hersenen bevatten ongeveer ______% van alle neuronen in het zenuwstelsel.

    <p>10</p> Signup and view all the answers

    Koppel de lobben van de cerebrale cortex aan hun functie:

    <p>Frontale lob = Beweging en planning Temporale lob = Horen Occipitale lob = Zien Pariëtale lob = Sensorische verwerking</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende functies behoort tot de associatieve cortex?

    <p>Plannen en leren</p> Signup and view all the answers

    De cerebrale cortex bevat meer neuronen dan de rest van de hersenen samen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de primaire sensorische cortex?

    <p>Sensorische controle</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er tijdens de Falling Phase van een actiepotentiaal?

    <p>Een overshoot van K+ gebeurt.</p> Signup and view all the answers

    Actiepotentialen worden alleen in één richting over het axon geleid.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat herstelt het evenwicht na een actiepotentiaal?

    <p>Repolarisatie</p> Signup and view all the answers

    Tijdens de ______ fase sluit de inactivatiepoort van het Natriumkanaal.

    <p>rust</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende fasen van een actiepotentiaal aan hun beschrijvingen:

    <p>Resting Phase = Evenwicht tussen K+ diffusie en voltage Falling Phase = Overshoot van K+ diffusie Depolarization = Influx van Na+ ionen Repolarization = Heropening van K+ kanalen</p> Signup and view all the answers

    Wat sluit wanneer de inactivatiepoort van het natriumkanaal activeert?

    <p>Na+ kanalen</p> Signup and view all the answers

    K+ kanalen blijven altijd open tijdens een actiepotentiaal.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat maakt dat aangrenzende gebieden hun eigen actiepotentiaal produceren?

    <p>Depolarisatie door Na+ influx</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van de thalamus?

    <p>Regulatie van lichaamsfuncties</p> Signup and view all the answers

    De voorhersenen zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van reflexen en beweging.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Noem de drie basiszones van de vertebrate hersenen.

    <p>Voorhersenen, Middenhersenen, Achterhersenen</p> Signup and view all the answers

    Het cerebellum behoort tot de ______.

    <p>achterhersenen</p> Signup and view all the answers

    Koppel de delen van de hersenen aan hun functies:

    <p>Cerebrum = Associatieve activiteit Hypothalamus = Regulatie van lichaamsfuncties Cerebellum = Coördinatie van beweging Thalamus = Informatie verwerking</p> Signup and view all the answers

    Welke hersenlobben zijn er in de voorhersenen?

    <p>Frontale, pariëtale, temporale, occipitale</p> Signup and view all the answers

    Bij vissen is de voorhersenen de grootste hersenregio.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat verbindt de rechter en linker cerebrale hemisfeer?

    <p>Corpus callosum</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er wanneer een carrier in het membraan het intracellulaire natrium bindt?

    <p>De conformatie van het eiwit verandert.</p> Signup and view all the answers

    De rustpotentiaal wordt veroorzaakt door een balans tussen diffusie en elektrische krachten.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat trekt K+ ionen terug de cel in?

    <p>de elektrische potentiaal</p> Signup and view all the answers

    De de-fosforylering van het eiwit veroorzaakt een verandering naar de originele ______ van het eiwit.

    <p>conformatie</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende stappen van het transportcyclus aan hun beschrijving:

    <p>1 = Carrier bindt natrium 2 = Fosforylering van eiwit 3 = Binding K+ 4 = De-fosforylering van eiwit</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er nadat kalium (K+) aan het eiwit bindt?

    <p>De-fosforylering van het eiwit vindt plaats.</p> Signup and view all the answers

    K+ ionen diffunderen de cel uit wanneer het eiwit een hoge affiniteit voor K+ heeft.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat meet men met een voltmeter en twee elektroden?

    <p>de rustpotentiaal</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Het Zenuwstelsel - Overzicht

    • Dieren reageren op omgevingsfactoren en veranderingen in hun omgeving.
    • Alle dieren (behalve sponzen) hebben een zenuwnetwerk.
    • Het zenuwstelsel verzamelt informatie van de externe en interne omgeving.
    • Het verwerkt deze informatie en koppelt een gepaste reactie aan.

    Organisatie van het Zenuwstelsel

    • Het zenuwstelsel bestaat uit sensorische neuronen (stimuli detecteren), motorneuronen (effectors aansturen om een reactie uit te voeren) en interneuronen (sensorische en motorische neuronen verbinden).
    • Ondersteunende cellen voeden, beschermen en isoleren neuronen.
    • Het centrale zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
    • Het perifere zenuwstelsel (PZS) is een netwerk van neuronen die van/naar het CZS lopen (motorisch & sensorisch).
    • Bij vertebraten komen drie soorten neuronen voor: sensorische neuronen, motorneuronen en interneuronen.

    Zenuwcellen (Neuronen)

    • Zenuwcellen bestaan uit neuronen en neurogliacellen.
    • Neuronen geven elektrische impulsen door.
    • Neuronicen bestaan uit drie delen: dendrieten, cellichaam (soma) en axon.
    • Dendrieten detecteren stimuli.
    • Cellichamen bevatten de celkern.
    • Axonen leiden elektrische impulsen weg van het cellichaam.
    • Neurogliacellen ondersteunen de neuronen structureel en functioneel. Schwanncellen en oligodendrocyten vormen myelineschede rond axonen.

    Membraanpotentiaal

    • Cellulaire membranen hebben een elektrisch potentiaalverschil (membraanpotentiaal).
    • Het cytoplasma is negatief geladen, terwijl het extracellulaire gebied positief is.
    • De rustpotentiaal van een neuron is tussen -40 en -90 mV (gemiddeld -70mV).
    • Het potentiaalverschil ontstaat door de Na+/K+ pomp, ionkanalen en negatief geladen moleculen zoals proteïne, suikers en DNA.

    Mechanisme van de Zenuwimpuls

    • Het membraanpotentiaal verandert door het openen of sluiten van ionkanalen.
    • Depolarisatie is een toename in de positieve waarde van het membraanpotentiaal.
    • Hyperpolarisatie is een toename in de negatieve waarde van het membraanpotentiaal.
    • Ionenkanalen kunnen ligandafhankelijk zijn (binding neurotransmitter) of spanningsafhankelijk (verandering membraanpotentiaal).
    • Kleine veranderingen in het membraanpotentiaal kunnen elkaar versterken (sommatie).
    • Een actiepotentiaal ontstaat wanneer de depolarisatie een drempelpotentiaal (−55 mV) bereikt.
    • De actiepotentiaal bestaat uit depolarisatie, repolarisatie en hyperpolarisatie.

    Synapsen

    • Synapsen zijn intercellulaire juncties tussen axonen en spiercellen, kliercellen, andere neuronen.
    • Er zijn twee basistypen synapsen: elektrische en chemische.
    • Elektrische synapsen hebben directs cytoplasmatisch contact, gevormd door gap junctions.
    • Chemische synapsen hebben een synaptische spleet en de presynaptische cel bevat vesikels met neurotransmitters.
    • Neurotransmitterbinding zorgt voor verandering van membraanpotentiaal in de postsynaptische cel.

    Neurotransmitters

    • Chemische signalen tussen neuronen en andere cellen.
    • Acetylcholine (ACh): excitatorische neurotransmitter bij neuromusculaire juncties.
    • Aminozuren: Glutamaat (excitatorisch), Glycine en GABA (inhibitorische).
    • Biogene amines: Adrenaline, noradrenaline, dopamine, serotonine en histamine.
    • Neurtransmitters zijn in verschillende systemen actief (bijvoorbeeld limbisch systeem)
    • Drugs werken vaak in op neurotransmittersystemen

    Synaptische Integratie

    • Postsynaptische neuronen integreren zenuwimpulsen van verschillende presynaptische neuronen.
    • De som van alle EPSP’s (excitatoire postsynaptische potentialen) en IPSP’s (inhibitorische postsynaptische potentialen) bepaalt of er een actiepotentiaal wordt gegenereerd (sommatie).
    • Sommatie kan spatioaal of temporeel zijn.

    Synaptische Plasticiteit

    • De sterkte van impulsoverdracht kan veranderen door ervaring (synaptische plasticiteit).
    • Long-term potentiation (LTP) en long-term depression (LTD) zijn twee voorbeelden.

    Centraal Zenuwstelsel - Hersenen

    • De hersenen zijn opgebouwd uit 3 basiszones: voorhersenen, middenhersenen en achterhersenen.
    • Hersenen zijn vooral vergroot en complex bij mensen.
    • De cerebrale cortex (buitenste laag) is essentieel voor bijdrage in de hersenen.
    • De cerebrale cortex wordt opgedeeld in verschillende regio's met specifieke functies: primaire motorcortex, primaire sensorische cortex, en associatieve cortex.

    Centraal Zenuwstelsel - Ruggenmerg

    • Het ruggenmerg is een informatiesnelweg tussen de hersenen en andere delen van het lichaam.
    • Het wordt beschermd door ruggenmergvlies en wervelkolom.
    • Het bestaat uit grijze en witte stof.
    • Het ruggenmerg is essentieel bij reflexen (zoals de kniepeesreflex en pijnreflex)

    Perifeer Zenuwstelsel

    • Het perifere zenuwstelsel (PZS) bestaat uit zenuwen (bundels axonen) en ganglia (groepjes cellichamen).
    • Het Zenuwstelsel ontvangt informatie van de omgeving en zendt het naar het centrale zenuwstelsel (CZS).
    • Het zenuwstelsel zendt informatie vanuit het CZS naar spieren en klieren.
    • Sensorische neuronen brengen informatie naar het ruggenmerg.
    • Motorneuronen verlaten het ruggenmerg.
    • Somatisch zenuwstelsel: controleerbare reacties op de omgeving.
    • Autonoom zenuwstelsel: oncontroleerbare reacties op de omgeving.

    Somatisch Zenuwstelsel

    • Het somatische deel van het perifere zenuwstelsel controleert bewuste reacties op de omgeving.
    • Het somatische zenuwstelsel bevat somatische motorneuronen die de skeletspieren stimuleren tot spiercontractie (zoals respondensen op bewuste commando's of reflexen zoals pijnreflexen.)
    • De antagonist (bv. biceps/triceps) moet worden geïnhibeerd via hyperpolarisatie.

    Autonoom Zenuwstelsel

    • Het autonome deel van het perifere zenuwstelsel regelt de werking van gladde spieren, hartspieren en klieren.
    • Het autonome zenuwstelsel werkt onbewust (zoals regulatie van hartslag, bloedsuikerspiegel, etc.).
    • Het bestaat uit pre- en postganglionische neuronen.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Les 17 Zenuwstelsel PDF

    Description

    Test je kennis over synaptische plasticiteit en het zenuwstelsel met deze quiz. Leer over de functies van verschillende zenuwstelsels en de rol van neurotransmitters. Dit is een ideale oefening voor studenten neuropsychologie.

    More Like This

    Synaptic Plasticity Quiz
    5 questions

    Synaptic Plasticity Quiz

    CleanerRainbowObsidian avatar
    CleanerRainbowObsidian
    Acetylcholine Actions at the Synapse
    11 questions
    Vision No.8
    10 questions

    Vision No.8

    SnazzyClarity avatar
    SnazzyClarity
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser