Neuropsychologie en Aandoeningen

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste oorzaak van de hyperkinetische symptomen bij de ziekte van Huntington?

De uitputting van inhibitorische neuronen in de indirecte pathway.

Hoe verschilt de motorische controle bij Tourette-syndroom van die bij de ziekte van Parkinson?

Bij Tourette-syndroom is er een hyperactiviteit in de directe pathway, terwijl Parkinson juist een tekort aan beweging vertoont door invloeden op de indirecte pathway.

Welke symptomen zijn kenmerkend voor Tourette-syndroom?

Excessieve en repetitieve motorische tics, evenals vocalisaties zoals echolalia en coprolalia.

Wat zijn de gevolgen van schade aan de orbitofrontale en ventromediale PFC in de context van verworven sociopathie?

Deze schade leidt tot impulsief gedrag en het niet naleven van sociale normen. Signup and view all the answers

Wat is een opvallend kenmerk van de hyperkinetische aandoeningen in relatie tot de Parkinson ziekte?

Ze vertonen tegenovergestelde patronen, waarbij Parkinson leidt tot te weinig beweging en hyperkinetische aandoeningen zoals Huntington en Tourette tot te veel beweging. Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van simultanagnosie bij patiënten?

Simultanagnosie patiënten kunnen enkele objecten herkennen, maar kunnen de ruimtelijke relaties tussen die objecten niet verwerken. Signup and view all the answers

Bij de casus van GK, welke taak vond de patiënt moeilijk?

De patiënt had moeite met het aangeven waar de ovalen zich bevonden. Signup and view all the answers

Welke rol spelen top-down factoren in de perceptie van patiënten met simultanagnosie?

Top-down factoren, zoals de formulering van vragen, kunnen de prestaties van patiënten beïnvloeden. Signup and view all the answers

Wat zijn enkele gevolgen van schade aan de dorsolaterale prefrontale cortex (PFC) zoals bij Phineas Gage?

Schade aan de PFC kan leiden tot irritatie, ongeduld en een gebrek aan vermogen om in de toekomst te plannen. Signup and view all the answers

Welke soort taken zijn patiënten met schade aan de linker laterale PFC slechter in dan degenen met schade aan de rechterkant?

Patiënten met linker PFC schade presteren slechter op de Tower of London taak. Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de prestaties van simultanagnosie patiënten wanneer er meer gezicht-achting elementen worden toegevoegd?

De prestaties van patiënten verbeteren wanneer meer gezicht-achting elementen worden toegevoegd. Signup and view all the answers

Hoe kunnen gedeelde kleur of vorm helpen bij het herkennen van objecten door simultanagnosie patiënten?

Gedeelde kleur of vorm stelt deze patiënten in staat om verschillende delen te combineren in een geheel. Signup and view all the answers

Wat betekent het wanneer men zegt dat acties van patiënten met PFC schade ongepast kunnen zijn?

Het betekent dat hun acties niet congruent zijn met hun persoonlijke doelen of sociale normen. Signup and view all the answers

Wat is perceptueel neglect en hoe verschilt het van representational neglect?

Perceptueel neglect is het onvermogen om aandacht te richten op sensorische informatie, terwijl representational neglect de moeite is om informatie uit semantisch geheugen op te halen zonder perceptueel neglect. Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een laesie in de rechter parietale cortex de perceptie van nabijgelegen objecten?

Een laesie in de rechter parietale cortex leidt tot het fenomeen van visueel neglect, waarbij patiënten de lijn onjuist delen door te veel naar rechts te verplaatsen. Signup and view all the answers

Leg uit wat de termen 'near space' en 'far space' in het kader van neglect betekenen.

'Near space' verwijst naar objecten die dichtbij zijn en die getest worden met papier en pen, terwijl 'far space' verwijst naar verder weg gelegen objecten, getest met geprojecteerde beelden. Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder body/personal neglect?

Body/personal neglect is het onvermogen om de linkerkant van het lichaam te verzorgen of de positie van ledematen op te merken. Signup and view all the answers

Wat is object-based neglect en hoe verschilt het van andere vormen van neglect?

Object-based neglect is een probleem met objecten aan de contralesionele kant, waarbij de perceptie van objecten afhankelijk is van de relatieve positie tot een stimulus, ongeacht de positie van het lichaam. Signup and view all the answers

Hoe kan dubbele dissociatie optreden bij patiënten met neglect?

Dubbele dissociatie kan optreden wanneer sommige patiënten in staat zijn om taken in near space goed uit te voeren, maar niet in far space, of vice versa. Signup and view all the answers

Wat suggereert het fenomeen van visueel neglect over aandacht en visueel bewustzijn?

Het fenomeen suggereert dat er verschillende perceptuele representaties in competitie zijn voor aandacht, wat leidt tot een stoornis in het bewustzijn van de perceptuele wereld. Signup and view all the answers

Hoe kan de lijndelingstest helpen bij het diagnosticeren van neglect?

De lijndelingstest helpt bij het diagnosticeren van neglect door aan te tonen hoe patiënten met rechtszijdige laesies de lijn te ver naar rechts verdelen, wat hun gebrek aan aandacht voor de linkerkant onthult. Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen centrale en perifere dyslexie?

Centrale dyslexie betreft schade aan de lexicale-semantische route, terwijl perifere dyslexie optreedt zonder visuele problemen in perceptueel uitdagende situaties. Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt frequentie en regulariteit de leesprestaties van patiënten met centrale dyslexie?

Patiënten met centrale dyslexie kunnen reguliere woorden goed lezen en hebben minder moeite met hoogfrequente onregelmatige woorden. Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van patiënten met centrale dyslexie bij het lezen van niet-woorden?

Deze patiënten kunnen niet-woorden lezen via grapheme-foneme conversie. Signup and view all the answers

Wat typeert de leesproblemen bij patiënten met centrale dyslexie met betrekking tot onregelmatige woorden?

Bij onregelmatige en laagfrequente woorden ervaren deze patiënten aanzienlijke moeite met uitspraak. Signup and view all the answers

Waarom hebben patiënten met schade aan de rechterkant slechtere prestaties bij de Six Element Test?

Omdat ze moeite hebben met multitasking en niet kunnen switchen tussen taken. Signup and view all the answers

Welke rol speelt schade aan de lexicale-semantische route bij centrale dyslexie?

Schade aan de lexicale-semantische route belemmert de toegang tot betekenis en vertaling naar spraak. Signup and view all the answers

Wat zijn de gevolgen van laesies in de pre-frontale cortex (PFC) voor het werkgeheugen?

Ze leiden tot onvermogen om informatie in het geheugen vast te houden. Signup and view all the answers

Welke functies worden beïnvloed door beperkte prestaties in executieve functies en vloeiende intelligentie?

Het plannen van ongestructureerde activiteiten en het organiseren van geheugen. Signup and view all the answers

Op welke manier verschillen de anterieure en posterieure laterale PFC van elkaar?

De anterieure PFC is betrokken bij multitasking, terwijl de posterieure PFC zich richt op enkelvoudige taken. Signup and view all the answers

Wat is confabulatie en hoe verschilt het van een echte herinnering?

Confabulatie zijn valse herinneringen waarvan de persoon gelooft dat ze echt zijn. Signup and view all the answers

Waarom hebben patiënten met PFC-laesies moeite met source monitoring?

Omdat de herkenning intact is, maar ze niet kunnen onderscheiden welke herinneringen echt zijn. Signup and view all the answers

Wat is het effect van task-monitoring op de prestaties van patiënten tijdens instructies?

Zonder duidelijke regels presteren patiënten met rechterkant schade slechter. Signup and view all the answers

Welke hersengebieden zijn betrokken bij het 'multiple-demand network'?

De laterale PFC, ACC en delen van de pariëtale kwabben. Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een coup en een contrecoup?

Een coup is een directe beschadiging op de plaats van impact, terwijl een contrecoup schade aan de tegenovergestelde kant van de hersenen is door een terugslag van de impact. Signup and view all the answers

Wat zijn intracraniale tumoren?

Intracraniële tumoren zijn massa's van nieuw, afwijkend weefsel die in de hersenen groeien. Signup and view all the answers

Wat zijn de belangrijkste symptomen van Alzheimer?

De belangrijkste symptomen van Alzheimer zijn geheugenverlies en toenemende problemen met cognitieve functies. Signup and view all the answers

Wat kenmerkt hemianopia?

Hemianopia is een aandoening waarbij een persoon blind is aan één kant van het gezichtsveld, ongeacht welk oog gebruikt wordt. Signup and view all the answers

Wat is de oorzaak van achromatopsie?

Achromatopsie is het gevolg van schade aan de V4-gebieden in de hersenen, waardoor iemand de wereld in grijs ziet. Signup and view all the answers

Wat is blindsight?

Blindsight is het fenomeen waarbij iemand niet bewust objecten kan zien, maar toch in staat is om visuele informatie te verwerken. Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij visual agnosia?

Visual agnosia is een aandoening waarbij een persoon objecten niet kan herkennen, ondanks intacte visuele perceptie. Signup and view all the answers

Wat is het effect van macular sparing?

Macular sparing betekent dat een persoon aan één kant van het gezichtsveld kan zien, omdat de bloedtoevoer naar dat deel van de hersenen goed onderhouden blijft. Signup and view all the answers

Hoe wordt Akinetopsia gekarakteriseerd?

Akinetopsia is de aandoening waarbij een persoon beweging niet kan zien, waardoor de wereld uit stilstaande beelden lijkt te bestaan. Signup and view all the answers

Wat is quadrantopia?

Quadrantanopia is een aandoening waarbij een persoon blind is in een specifiek kwadrant van het gezichtsveld. Signup and view all the answers

Wat betekent 'bitemporal hemianopia'?

Bitemporal hemianopia is het verlies van zicht aan de buitenzijde van het gezichtsveld door schade aan de optische chiasma. Signup and view all the answers

Wat zijn de symptomen van vasculaire dementie?

Vasculaire dementie wordt gekenmerkt door verschillende kleine infarcten in de hersenen die cumulatief leiden tot dementiesymptomen. Signup and view all the answers

Wat houdt opzicht ataxie in?

Opzicht ataxie is de onvermogen om visuele informatie effectief te gebruiken om bewegingen nauwkeurig uit te voeren. Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen monoculaire blindheid en bitemporal hemianopia?

Monoculaire blindheid is blindheid in één oog, terwijl bitemporal hemianopia verlies van zicht aan de zijkanten van het gezichtsveld betreft. Signup and view all the answers

Wat is de invloed van visuele disfunctie op dementie?

Bij dementie met visuele disfunctie kunnen patiënten moeite hebben met het interpreteren van visuele informatie, wat hun dagelijkse leven beïnvloedt. Signup and view all the answers

Study Notes

Lijst met stoornissen

Deze lijst bevat een overzicht van neurologische en psychofarmacologische stoornissen, zoals beschreven in de syllabus van de Katholieke Universiteit Leuven.
De termen en beschrijvingen zijn ingedeeld in verschillende categorieën zoals hersentrauma, virale infecties, en neurodegeneratieve aandoeningen.
De lijst bevat ook specifieke stoornissen van de hersenschors (zoals alien hand syndroom, posterior cortical atrophy, semantische dementie en hemianopia) en visuele aandoeningen (zoals blindsight, achromatopsy, akinetopsia en visual agnosia).

Hans

Alien hand syndroom: De patiënt heeft het gevoel dat de hand niet van hen is. De corpus callosum is waarschijnlijk betrokken, omdat signalen van de ene hemisfeer niet door kunnen naar de contralaterale kant van het lichaam.
CVA (Centrale Vasculaire Aandoening): 1) Ischemic infarction (beroerte) - 80% van de gevallen, is een herseninfarct waar bloedtoevoer naar een deel van de hersenen is gestopt door verwonding of bloedstolsel. 2) Hemorrhage (bloeding) - 20% van de gevallen, is een scheurt in een bloedvat waardoor bloed in de hersenen lekt.
Hersentrauma: Een vorm van hersenbeschadiging, vaak gerelateerd aan verkeersongevallen (open of gesloten).
Intracraniële tumor: Een massa van nieuw weefsel, die niet normaal is, en onafhankelijk blijft groeien.
Virale infecties: Invasie van micro-organismen die schadelijke immuunreacties veroorzaken.
Neurodegeneratieve aandoeningen: Toenemende problemen in cognitieve functies, sneller dan bij normaal verouderen. Bijv.: Alzheimer, gevolgd door geheugenverlies, en Frontotemporale dementie (Pick's disease) met frontale atrofie.
Posterior Cortical Atrophy (PCA): Dementie met visuele disfuncties waar bij mensen eerst mediaal-temporale disfuncties zijn.
Semantische dementie: Het verlies van betekenis van woorden die de persoon vroeger begreep.
Hemianopia en Quadrantanopia: Blindheid in een bepaald gedeelte van het gezichtsveld.
Scotoma: Verschillende soorten blindheid in het gezichtsveld.
Monocular blindness: Blindheid in een oog.
Bitemporale hemianopia: Blindheid in de buitenkant (temporale zijde) van het gezichtsveld van beide ogen.
Right nasal hemianopia: Blindheid in de binnenkant (nasale zijde) van het gezichtsveld van het rechteroog.
Homonome hemianopia: Blindheid in hetzelfde gezichtsveld van beide ogen.

Andere (algemene) stoornissen

Maculaire sparing: Schade aan V1 in de hersenen, maar toch een gedeeltelijk zicht behouden door de bloedtoevoer vanuit andere hersengebieden.
Blindsight: Beperkt visueel bewustzijn van een beschadigde kant, maar stimuli kunnen toch onbewust worden geregistreerd.
Achromatopsy: Stoornis in het zien van kleuren.
Akinetopsia: Stoornis in het kunnen waarnemen van bewegende objecten.
Optic ataxia: Onvermogen om objecten te grijpen op basis van visuele informatie.
Visuele agnosie: Beperking in het herkennen van objecten.
Acalculia: Onvermogen om aritmetische problemen te begrijpen of op te lossen.
Dyscalculia: Aangeboren of verworven leerstoornis met problemen bij rekenen.
Auditieve agnosie: Onvermogen om geluiden te herkennen, ook al zijn auditieve functies gewoonlijk intact.
Amusia: Het verlies of het onvermogen om muziek te ervaren of te bewerken.
Congenitale amusia/tone deafness: Een aangeboren afwijking in het vermogen om muziek te voelen of te beoordelen.
Pure woorddoofheid: Aandoening waarbij een persoon geluiden/spraak kan horen, maar geen woorden kan herkennen.
Deep dysphasia/agnoziedyssphasia: Aangeboren of verworven taalstoornis waarbij mensen moeite hebben om taal te produceren of te begrijpen.
Anterograde amnesie: Incapaciteit om na een gebeurtenis nieuwe herinneringen te vormen, terwijl de herinneringen voor de gebeurtenis intact kunnen blijven.
Retrograde amnesie: Onvermogen om herinneringen aan een gebeurtenis voor die tijd te reproduceren.
Perifere dyslexie: Verstoring van het leesproces, veroorzaakt door problemen in het herkennen van woorden.
Pure alexia/letter-by-letter reading: Een vorm van leesproblemen waarbij mensen letters kunnen herkennen maar geen hele woorden.
Centrale dyslexia: Meer oppervlakkige verstooring van leesvaardigheid, lateraal dan perifere dyslexie.
Acquired surface dyslexia: Ontwikkelde leesstoornis gerelateerd aan schade aan grafeem-fonologie conversie.
Acquired phonological dyslexia: Ontwikkelde leesstoornis gerelateerd aan schade aan de semantische route.
Acquired deep dyslexia: Ontwikkelde leesstoornis waarbij semantische elementen van woorden niet goed kunnen worden gecodeerd
Developmental dyslexia: Een aangeboren leesstoornis waarbij visueel taal niet goed kan worden gecodeerd vanwege problemen in de grafeem-fonologie conversie.
Schade aan anterieure temporale kwab: Verlies van toegang tot betekenis, onnodige details kunnen worden vergeten, vergroting van betekenis van woord.
Semantic dementia: Problemen om woorden te begrijpen.
Anomia: Problemen met het vinden van de juiste woorden.
Apraxie (van de spraak/verbale apraxie): Motorische problemen met spraak.
Aphasia: Een stoornis in de taalvaardigheden.
Centrale aphasia: Stoornis in de taalvaardigheden door een verstoring in de hersenhelft.
Verschillende vormen van aphasia (bijv.vloeiende aphasia, niet-vloeiende aphasia, globale aphasia).
Hemispatial neglect
Allocentric neglect
Balints syndroom
Environmental dependency syndroom (EDS): Aandoening waarbij persoon extra hulp nodig heeft om gebeurtenissen/handelingen uit te voeren.
Hemiplegie: Verminderde of afwezige beweging aan één zijde van het lichaam (de zijde die overeenkomt met de zijde van de hersenschors die beschadigd is).
Ideomotorische apraxie: Onvermogen om doelbewuste motorische acties uit te voeren, ondanks dat de persoon fysieke vaardigheden heeft.
Cerebellaire laesies en schade aan de basale ganglia: Problemen in fijne motoriek en coördinatie.
Parkinsonziekte: Langzame bewegingen en trillende spieren.
Huntingtonziekte: Oncontroleerbare bewegingen.
Tourette syndroom: Problemen met lichaam en bewegen: tics en spraak.
Acquired sociopathie/antisociale persoonlijkheidsstoornis: Aangeboren of verworven aanpassingsproblemen geassocieerd met schade aan orbitofrontale en ventromediale prefrontale cortex.
Post-traumatische stressstoornis (PTSS): Een psychische aandoening die ontstaat na een traumatische gebeurtenis.
Psychose: Een ernstige psychische aandoening gekenmerkt door hallucinaties, wanen, desoriëntatie en andere verstoringen van de realiteit.
Grote depressie: Een stemmingsstoornis gekenmerkt door een voortdurend gevoel van somberheid, hopeloosheid en verlies van interesse.
Bipolaire stoornis: Een stemmingsstoornis gekenmerkt door wisselende perioden van extreme euforie (manie) en extreme somberheid (depressie).
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS): Een angststoornis gekenmerkt door terugkerende, onvermijdelijke gedachten (obsessies) en compulsieve gedragingen die bedoeld zijn om de obsessies te neutraliseren.
Panneaanvallen: Een stoornis waarbij iemand terugkerende perioden heeft van hevige angst met fysieke symptomen (bijv., hartkloppingen, transpiratie, benauwdheid).
Schade aan insula: Beïnvloedt sociale interacties, emotiereacties: sociale PH-stoornis.
Schade aan orbitofrontale cortex: Problemen met plannen, beslissen en oordelen (Dysexcutive syndrome).
Post-traumatische stressstoornis (PTSS): Uitgebreide stoornis na trauma.
Capgras delusion: Onjuiste overtuiging dat bekende personen vervangers zijn.
Autism Spectrum Disorder (ASD): Stoornis in sociale interacties en communicatie.
Split-brain patiënten: Hersenhelften worden gescheiden, dit brengt bepaalde problemen met zich mee i.v.m. taal en handelen.
Centrale dyslexie: Stoornis in het opstarten van de leesvaardigheid.
Multipele sclerose: Ontwikkelingsproblemen aan aan de myeline, wat leidt tot verlies van functioneren van de hersenen.
Hydrocephalus: Ophoping van vocht in de hersenen.
Meningitis: Ontsteking van de hersenvliezen.
Scheur in tussenwervelschijven/fibrocartilage: Hersenschade aan de wervelkolom.
Beschadiging van ruggenmerg: Hersenschade aan de ruggengraat.
Hersenverlamming/cerebrale parese: Hersenschade aan centraal zenuwstelsel (tijdens ontwikkeling).
Ziekte van Parkinson: Hersenschade gerelateerd aan problemen met beweging.
Amnesie: Verlies van herinneringen.
Taal en spraak: Problemen met taal en spreken.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Description

Dit quiz bevat vragen over verschillende neuropsychiatrische aandoeningen zoals de ziekte van Huntington, Tourette-syndroom, en de effecten van schade aan de prefrontale cortex. Test je kennis over de motorische controle en symptomen van deze ziektebeelden, evenals de invloed van hersenbeschadiging op gedrag en perceptie.