Neurologie en Vrije Wil
48 Questions
1 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen generaliseerbaarheid en toepasbaarheid?

  • Toepasbaarheid is meer gericht op het theoretische belang van een onderzoek.
  • Toepasbaarheid betekent dat resultaten alleen in labomstandigheden toegepast kunnen worden.
  • Generaliseerbaarheid betreft de representativiteit van resultaten voor de gehele populatie. (correct)
  • Generaliseerbaarheid houdt rekening met eerdere experimenten.

Welke van de volgende vragen is NIET centraal bij generaliseerbaarheid en toepasbaarheid?

  • Zijn de patiënten representatief voor de oorspronkelijke populatie?
  • Wat zijn de grafieken van eerdere studies? (correct)
  • Is de interventie haalbaar in een andere behandelcontext?
  • Wat zijn de verwachtingen en voorkeuren van de patiënt?

Wat is de meest betrouwbare studieopzet voor het beoordelen van schade?

  • Gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT). (correct)
  • Case-control studie.
  • Case series.
  • Cohortonderzoek.

Welke studieopzet volgt de logische volgorde van betrouwbaarheidsniveaus voor diagnostische vragen?

<p>Prospectief &gt; blind &gt; gouden standaard. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van prognosestudies?

<p>De toekomst van een patiënt inschatten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over meta-analyses is juist?

<p>Ze analyseren meerdere RCT's gezamenlijk. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van een cohortonderzoek?

<p>Het volgt een groep over de tijd, meestal met een controlegroep. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende domeinen valt niet onder evidence-based practice (EBP) vragen?

<p>Financiering. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen komt overeen met de klassieke opvatting van vrije wil volgens Descartes?

<p>De 'ik' heeft controle en vrije wil. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een essentieel criterium voor handelen uit vrije wil volgens de besproken concepten?

<p>Het hebben van keuze. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke kritiek op het reductionisme wordt in de discussie genoemd?

<p>Ontleding leidt soms tot onjuiste conclusies over begrip. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe beschrijft Benjamin Libet de ontwikkeling van beslissingen in de hersenen?

<p>Onbewuste processen komen eerst voordat men zich bewust wordt van een beslissing. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kunnen we concluderen over de rol van bewustzijn in ons gedrag?

<p>Bewustzijn heeft geen invloed op onze handelingen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat stelt het concept van determinisme over onze keuzes?

<p>Keuzes zijn voorbestemd en er is geen echte vrijheid. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een conclusie die zou kunnen worden getrokken over de relatie tussen onbewuste en bewuste processen?

<p>Onbewuste processen spelen een grotere rol dan bewuste keuzes. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een veelvoorkomende misvatting over de vrije wil?

<p>Vrije wil betekent dat elke handeling uit vrije keuze voortkomt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van de interne validiteit in een onderzoek?

<p>De eerlijkheid en afwezigheid van bias (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende onderzoeksmethoden heeft geen controlegroep?

<p>Casusrapport (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom wordt een case control trial vaak gebruikt voor zeldzame ziekten?

<p>Omdat patiënten terug in de tijd worden bekeken voor blootstelling (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt beschouwd als de gouden standaard bij medisch onderzoek?

<p>Randomized Controlled Trial (RCT) (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een beperking van de case serie in medisch onderzoek?

<p>Het biedt onvoldoende bewijs voor causale verbanden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de externe validiteit in een onderzoek?

<p>De generaliseerbaarheid van de resultaten naar de bevolking (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk voordeel van een gerandomiseerd effectonderzoek?

<p>Het minimaliseert bias in de resultaten (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een potentieel probleem bij het gebruik van medische dossiers in onderzoek?

<p>Ze kunnen onvolledig of onnauwkeurig zijn (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent 'allocation concealment' in de context van onderzoeksopzetten?

<p>Onderzoekers weten niet welke patiënten in welke groep zijn geplaatst. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt 'intention to treat-analyse' in?

<p>Patiënten worden geanalyseerd op basis van hun oorspronkelijke toewijzing, ongeacht hun deelname. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de belangrijkste elementen van Evidence Based Practice (EBP)?

<p>Klinische vaardigheden, patiëntenvoorkeuren en het best beschikbare bewijs. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een essentiële overweging bij het opstellen van een PICO-vraag?

<p>De uitkomst moet meetbaar en relevant zijn. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van het triple-aim model?

<p>Verbeteren van gezondheid en kwaliteit van leven met behoud van betaalbaarheid. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is 'critical appraisal' belangrijk in Evidence Based Practice?

<p>Het waarborgt dat het bewijs voldoende betrouwbaar is voor de toepassing in de praktijk. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het om onnodige zorg te vermijden?

<p>Zorginterventies moeten zorgvuldig worden gekozen zodat alleen de noodzakelijke worden toegepast. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke vraag binnen ethiek in de gezondheidszorg?

<p>Is de technologie veilig en wenselijk voor de patiënt? (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk doel van randomisatie in klinisch onderzoek?

<p>Het garanderen van gelijke kans op behandeling voor alle deelnemers. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende methoden kan interne validiteit verhogen?

<p>Het gebruik van een placebo. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een nadeel van een gerandomiseerde gecontroleerde studie (RCT)?

<p>Hoge kosten en lange doorlooptijden. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is blindering belangrijk in RCT's?

<p>Het garandeert vergelijkbare informatie over de uitkomst. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke factor kan de generaliseerbaarheid van RCT-resultaten verminderen?

<p>Het gebruik van strenge inclusiecriteria. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom worden bepaalde bevolkingsgroepen vaak uitgesloten van RCT's?

<p>Vanwege ethische overwegingen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een placebo in klinisch onderzoek?

<p>Het wordt gebruikt om de invloed van externe factoren te isoleren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van het gebruik van aselecte behandelingstoewijzing?

<p>Het creëert prognostisch vergelijkbare groepen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van randomisatie in een klinische studie?

<p>Het reduceren van de invloed van bijkomende variabelen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren kan worden gebruikt voor stratificatie in klinische studies?

<p>De gebruikte medicatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt een double blind studie in?

<p>Deelnemers en artsen zijn blind voor de toegewezen interventie. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over bias is juist?

<p>Bias kan ontstaan wanneer artsen of onderzoekers niet blind zijn voor de behandeling. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een mogelijke uitkomst van een slechte blinderingsmethode?

<p>Verstoring in de interpretatie van symptomen door deelnemers. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is stratificatie belangrijk in klinische studies?

<p>Het helpt om relevante relaties tussen variabelen beter te detecteren. (A)</p> Signup and view all the answers

In welke situatie is een triple blind studie het meest effectief?

<p>Wanneer externe beoordelaars ook niet weten wat de interventie is. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een gevolg zijn van niet-blind zijn bij patiënten?

<p>Aanpassing van symptomen door de kennis van de behandeling. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Vrije wil (Free will)

De gedachte dat we bewust keuzes kunnen maken en handelen zonder externe invloeden.

Determinisme

De filosofische opvatting dat alle gebeurtenissen, inclusief menselijke keuzes, vooraf bepaald zijn.

Reductionisme

De visie dat complexe systemen kunnen worden begrepen door ze in kleinere componenten op te delen.

Bewuste beslissing

Een beslissing die je je bewust bent aan het nemen, die volgens de beschrijving niet de basis van daden vormt.

Signup and view all the flashcards

Onbewuste processen

Hersenactiviteiten die geen bewuste controle hebben, en die een grote invloed hebben op beslissingen.

Signup and view all the flashcards

Benjamin Libet

Een neurowetenschapper die onderzocht heeft hoe onbewuste processen voorafgaan aan bewuste beslissingen.

Signup and view all the flashcards

Klassieke visie vrije wil

Het idee dat bewustzijn de controle heeft over gedrag, gebaseerd op de filosofie van Descartes.

Signup and view all the flashcards

Twee eisen vrije wil

Het hebben van keuzes en de controle over die keuzes

Signup and view all the flashcards

Evidence Based Practice (EBP)

De combinatie van klinische vaardigheden met het beste beschikbare wetenschappelijke onderzoek en wensen van de patiënt, om zorg te verbeteren.

Signup and view all the flashcards

PICO-vraag

Een structuur om een goede vraag te stellen bij EBP onderzoek, om bewijs te vinden. (P: patiënt, I: interventie, C: vergelijking, O: resultaat).

Signup and view all the flashcards

Randomisatie

Patiënten toevallig (door loting) in groepen verdelen voor een onderzoek.

Signup and view all the flashcards

Allocation concealment

Verblinde toewijzing aan groepen (interventie of controlegroep) bij een onderzoek. Niemand weet wie waar zit.

Signup and view all the flashcards

Intention-to-treat analyse

Analysemethode die alle deelnemers analyseert in de groep die ze gekozen hadden, ook uitvallers.

Signup and view all the flashcards

Triple-aim model

Een model dat streeft naar verbetering van de gezondheid, kwaliteit van leven en betaalbaarheid van de zorg.

Signup and view all the flashcards

Klinische relevantie

De vraag of de bevindingen uit een onderzoek praktisch bruikbaar zijn in de zorg.

Signup and view all the flashcards

Veiligheid (onderzoek)

Zekerheid dat het onderzoek geen ongewenste risico's of negatieve gevolgen heeft voor de deelnemers.

Signup and view all the flashcards

Generaliseerbaarheid

De mate waarin de resultaten van een onderzoek representatief zijn voor de gehele populatie.

Signup and view all the flashcards

Toepasbaarheid

In hoeverre de resultaten van een onderzoek in de praktijk kunnen worden gebruikt.

Signup and view all the flashcards

EBP-vragen (Therapie)

Vragen die gericht zijn op de effecten van interventies op de uitkomst van een patiënt.

Signup and view all the flashcards

EBP-vragen (Diagnose)

Vragen die gericht zijn op de betrouwbaarheid van testen om een diagnose te stellen.

Signup and view all the flashcards

EBP-vragen (Schade)

Vragen die gericht zijn op de oorzaken van schade of ziekte.

Signup and view all the flashcards

EBP-vragen (Prognose)

Vragen die de toekomst van een patiënt proberen in te schatten.

Signup and view all the flashcards

RCT (Gerandomiseerde Gecontroleerde Trial)

Een type onderzoek waarbij deelnemers willekeurig worden toegewezen aan een experimentele groep (behandeling) of een controlegroep (placebo).

Signup and view all the flashcards

Cohortonderzoek

Een type onderzoek waarbij twee groepen met verschillende kenmerken (bijvoorbeeld rokers en niet-rokers) worden gevolgd in de tijd.

Signup and view all the flashcards

Case control trial

Een onderzoek dat twee groepen vergelijkt: een groep met een specifieke aandoening (casusgroep) en een groep zonder de aandoening (controlegroep). De groepen worden vergeleken op basis van eerdere blootstelling aan mogelijk risicofactoren.

Signup and view all the flashcards

Cohort studie

Een onderzoek dat een groep mensen volgt in de tijd om te zien wie een bepaalde aandoening ontwikkelt. De groepen worden vergeleken op basis van hun blootstelling aan mogelijk risicofactoren.

Signup and view all the flashcards

Case serie

Een beschrijving van een reeks patiënten met dezelfde aandoening.

Signup and view all the flashcards

Casusrapport

Een beschrijving van één patiënt met een specifieke aandoening.

Signup and view all the flashcards

RCT (gerandomiseerd effectonderzoek)

Een onderzoek waarbij deelnemers willekeurig worden toegewezen aan een experimentele groep of een controlegroep. De groepen worden vergeleken op basis van de effecten van een interventie.

Signup and view all the flashcards

Interne validiteit

De mate waarin de resultaten van een onderzoek een eerlijke weergave zijn van het effect van de interventie, zonder beïnvloeding door andere factoren.

Signup and view all the flashcards

Externe validiteit

De mate waarin de resultaten van een onderzoek generaliseerbaar zijn naar de algemene populatie.

Signup and view all the flashcards

Placebo

Een nepbehandeling die geen actieve bestanddelen bevat, gebruikt om het placebo-effect te controleren.

Signup and view all the flashcards

Aselecte Toewijzing

Het willekeurig toewijzen van proefpersonen aan behandelingsgroepen om vergelijkbare groepen te creëren.

Signup and view all the flashcards

Blinderen

Het verbergen van de behandelingstoewijzing voor de deelnemers, onderzoekers en/of gegevensanalisten.

Signup and view all the flashcards

RCT's: Voordelen

Gecontroleerde studies met een hoog niveau van interne validiteit, nauwkeurige meting van effecten.

Signup and view all the flashcards

RCT's: Nadelen

Kunstmatige settings, beperkte generaliseerbaarheid, duur en complex om uit te voeren.

Signup and view all the flashcards

Blindering (in onderzoek)

Het verbergen van de behandelingstoewijzing voor de deelnemers, onderzoekers, of beide.

Signup and view all the flashcards

Stratificatie

Het opdelen van personen in groepen op basis van een extra factor, zoals geslacht, leeftijd of comedicatie, om gelijke subgroepen te creëren in elke behandelingsgroep.

Signup and view all the flashcards

Confounder

Een variabele die een verstorende invloed heeft op het onderzoek, waardoor het moeilijk is om de relatie tussen de onderzochte variabelen te zien.

Signup and view all the flashcards

Single blind studie

Een studie waarbij ofwel de deelnemers, ofwel de artsen, ofwel de onderzoekers niet weten welke behandeling de deelnemers krijgen.

Signup and view all the flashcards

Double blind studie

Een studie waarbij zowel de deelnemers als de artsen niet weten welke behandeling de deelnemers krijgen.

Signup and view all the flashcards

Triple blind studie

Een studie waarbij de deelnemers, de artsen en de beoordelaars niet weten welke behandeling de deelnemers krijgen.

Signup and view all the flashcards

Bias

Een vertekening van de resultaten van een onderzoek door een systematische fout, zoals de kennis van de behandeling door de deelnemers of onderzoekers.

Signup and view all the flashcards

Hoe beïnvloedt bias de resultaten?

Bias kan de resultaten van een onderzoek beïnvloeden door een te optimistisch of te pessimistisch beeld te geven van het effect van de behandeling. Dit kan leiden tot verkeerde conclusies.

Signup and view all the flashcards

Wat is het verschil tussen randomisatie en stratificatie?

Randomisatie verdeelt mogelijke confounders willekeurig tussen de groepen. Stratificatie zorgt voor gelijke subgroepen op basis van extra factoren, waardoor de kans op confounders kleiner is.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Neurologie in context

  • Klassieke opvatting: bewustzijn bepaalt gedrag en handelen ("ik" heeft controle). Descartes' aannames: "Ik ben mijn bewustzijn", "Ik" is een entiteit, "Ik ben dus ik denk".
  • Experimentele bevindingen en hersenwetenschap tegenspreken vrije wil.
  • Reductionisme: analyseren van complexe zaken in kleinere onderdelen.
  • Denkvout: uitgaan van dat je meer leert door iets uit elkaar te halen, en dat een onderdeel geen vrije wil heeft betekent dat het geheel geen vrije wil heeft is incorrect.
  • Bewuste beslissingen zijn geen oorsprong van handelen; handelen uit vrije wil vereist keuze en controle.
  • Determinisme: alle gebeurtenissen zijn vooraf bepaald.
  • Neurowetenschap geeft geen inzicht in determinisme.
  • Onderbewuste processen bepalen onze keuzes, niet bewustzijn.
  • Libet: onbewuste processen leiden tot bewuste handelingen.
  • Bewustzijn speelt een rol bij langetermijnintenties/handelingen maar geen directe rol bij dagelijkse handelingen.

Impliciete redenering

  • "Ik ben mijn bewustzijn".
  • Bewustzijn bepaalt niet mijn handelingen.
  • Ik bepaal zelf mijn handelingen niet.
  • Het is bewezen dat bewustzijn geen invloed heeft op handelingen.
  • Zelfhandelen is geen automatisch bewust handelen.
  • Identiteit versus bewustzijn: identiteit is verzameling eigenschappen.
  • Bewustzijn is niet gelijk aan identiteit.
  • Vrijheid vereist geen bewuste controle.
  • Bewustzijn is belangrijk voor identiteit.
  • Bewustzijn heeft effect op langetermijn intenties.

Technologie en techniek

  • Technologie is een rationeel proces gericht op een doel; techniek is een handeling gericht op een doel.
  • Technische rationaliteit: maximaal afstemmen op doel.
  • Zorgvuldige toepassingen: technologie evalueren en bestuderen.
  • Wenselijke toepassingen: zijn ze toelaatbaar?
  • Antidepressiva
  • Wel of niet vrij verkrijgbaar?
  • Is het verantwoord om er antidepressiva te maken?

Evidence-Based Practice (EBP)

  • Verbeteren zorg (doelmatig, veilig en persoonsgericht)
  • Managen enorme informatiestroom
  • Leven lang leren
  • Onnodige zorg vermijden
  • Triple-aim model: optimale gezondheid, kwaliteit van leven en betaalbaarheid.
  • EBP = combinatie van klinische vaardigheden, onderzoek en patiëntvoorkeuren.
  • PICO format: patiënt, interventie, vergelijking (comparison) en uitkomsten (outcome).
  • Critical appraisal: criteria voor beoordeling van de evidentie.
  • Allocation concealment: blind toewijzing.
  • Intention to treat analyse: inclusief uitvallers in de analyse.
  • Randomisatie: toevallige verdeling.
  • Toepasbaarheid: relevantie en veiligheid van de behandeling, zoals ethische aspecten.

Soorten studies

  • Meta-analyses: combineren resultaten van meerdere RCTs.
  • Systematische reviews: samenvatten en beoordelen van relevante studies.
  • Gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCTs): Random toewijzing (controlegroep en experimentele groep).
  • Cohortonderzoek: volgen van groepen over tijd.
  • Case-control studies: vergelijken van groepen met en zonder een uitkomst.
  • Casusrapport: beschrijft een individuele patiënt.
  • Validiteit: hoe betrouwbaar is het onderzoek.
  • Interne validiteit: vergelijking binnen de studie.
  • Externe validiteit: toepasbaarheid op een brede populatie.
  • Toepasbaarheid: kunnen de uitkomsten uit de studies gebruikt worden.
  • Verschillende soorten studies: van meest naar minst betrouwbaar; meta-analyse, systematische review, RCT, cohort, case-control, case series.

Randomisatie en blinderen

  • Randomisatie: toewijzing aan groepen via toeval.
  • Blindering: verbergen van de groepstoedeling.
  • Onbewuste processen bepalen handelingen.
  • Onbewuste processen bepalen dagelijkse handelingen.
  • Bewustzijn heeft effect op langetermijnintenties/handelingen.
  • Voor- en nadelen van metaforen over hersenen: duidelijke concepten, verbindings observatie-theorie, eigen interpretaties kloppen niet, slechte metaforen, gegeneraliseerde metaforen.

Toetsen van hypotheses

  • Nullhypothese (H0):geen verschil tussen de groepen, geen effect.
  • Alternatieve hypothese (Ha): er is een verschil, er is een effect.
  • Nulhypothese nooit bewijzen; wel verwerpen.
  • P-waarde: kans dat het gevonden resultaat bij toeval is, gegeven dat de nulhypothese waar is. Kleiner dan alfa (significantieniveau) => verwerpen.
  • Type 1 fout: verwerping van een ware nulhypothese.
  • Type 2 fout: niet verwerping van een valse nulhypothese.
  • Betrouwbaarheidsintervallen en significantieniveau: geven inzicht.

Statistiek

  • Statistische significantie: kans om het resultaat te verkrijgen bij toeval is erg klein.
  • Z-toets, t-toets en chi-kwadraattoets: bij bepaalde variabelen kan gebruikt worden om significantie te bepalen.
  • Correlatie vs. causatie: iets dat verband houdt wil niet zeggen dat het het oorzaak is.
  • Lineaire regressie; rechtstreeks verband tussen twee variabelen.
  • Variabelen: continue (enkele waarde of discreet) en categorisch, dichotoom, en ordinaal.
  • Correlatiecoëfficiënt: -1 tot 1.
  • Significant verschil: verschil tussen de groepen is niet toevallig.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Neurologie in context PDF

Description

Verken de relatie tussen bewustzijn, gedrag en vrije wil vanuit een neurowetenschappelijk perspectief. Ontdek hoe klassieke en experimentele bevindingen onze opvattingen over controle en determinisme uitdagen. Dit quiz biedt inzicht in de onderbewuste processen die onze keuzes beïnvloeden.

More Like This

Neuroscience Overview Quiz
14 questions
Neuroscience Chapter 12 Quiz D
12 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser