Podcast
Questions and Answers
Wat is het juiste gebruik van het woord 'grote' in een zin?
Wat is het juiste gebruik van het woord 'grote' in een zin?
- De grote olifant wandelde door het park. (correct)
- De hoogte van de muur is groot.
- Hij meet de grote van het blad.
- De tuin is van grote waarde.
'Te danken aan' wordt gebruikt in welke context?
'Te danken aan' wordt gebruikt in welke context?
- Om respect voor iemand te tonen. (correct)
- Bij het aangeven van oorzaak en gevolg.
- Bij het beschrijven van negatieve uitkomsten.
- Bij het uiten van afkeuring.
Wanneer gebruik je 'te wijten aan'?
Wanneer gebruik je 'te wijten aan'?
- Bij het beschrijven van een slechte oorzaak. (correct)
- Wanneer een situatie een positieve uitkomst heeft.
- Bij het beschrijven van een mooi resultaat.
- Wanneer je de verdienste van iemand wilt erkennen.
Welk van de volgende werkwoorden heeft een vast voorzetsel?
Welk van de volgende werkwoorden heeft een vast voorzetsel?
Wat beschrijft het woord 'grootte'?
Wat beschrijft het woord 'grootte'?
Wat is de correcte vorm in de zin: 'Mia vindt Lars leuker dan ...?'
Wat is de correcte vorm in de zin: 'Mia vindt Lars leuker dan ...?'
Wat is de juiste constructie in de zin: 'Jij was er eerder ... ik.'?
Wat is de juiste constructie in de zin: 'Jij was er eerder ... ik.'?
Welke zin is correct gepresenteerd? 'Hij is groter ...'?
Welke zin is correct gepresenteerd? 'Hij is groter ...'?
Welke optie vult de zin correct aan: 'Zij wil meer tennissen ... ik ...'?
Welke optie vult de zin correct aan: 'Zij wil meer tennissen ... ik ...'?
Wat is de juiste keuze voor de zin: 'Denk je dat zij ouder ...?'?
Wat is de juiste keuze voor de zin: 'Denk je dat zij ouder ...?'?
Wat is correct in de volgende zin: 'Je weet het beter ... haar ...'?
Wat is correct in de volgende zin: 'Je weet het beter ... haar ...'?
Wat is de juiste terminologie voor de volgende context: 'Slechts enkelen waren bereid hard te werken'?
Wat is de juiste terminologie voor de volgende context: 'Slechts enkelen waren bereid hard te werken'?
Bij de zin 'Talloze toeschouwers verlieten het stadion' geldt welke regel?
Bij de zin 'Talloze toeschouwers verlieten het stadion' geldt welke regel?
Wat is een correct gebruik van een bijvoeglijk naamwoord met -e?
Wat is een correct gebruik van een bijvoeglijk naamwoord met -e?
Wanneer gebruik je 'die' in plaats van 'deze'?
Wanneer gebruik je 'die' in plaats van 'deze'?
Wat is een voorbeeld van een betrekkelijk voornaamwoord?
Wat is een voorbeeld van een betrekkelijk voornaamwoord?
Welke zin is grammaticaal correct?
Welke zin is grammaticaal correct?
Welke zin maakt correct gebruik van het voorzetsel?
Welke zin maakt correct gebruik van het voorzetsel?
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord voor 'de hond'?
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord voor 'de hond'?
Wat is de juiste vervanging voor 'de jongen en de meisjes'?
Wat is de juiste vervanging voor 'de jongen en de meisjes'?
Welke uitspraak legt het verschil tussen 'dan' en 'als' goed uit?
Welke uitspraak legt het verschil tussen 'dan' en 'als' goed uit?
Wanneer gebruik je 'jou' in plaats van 'jouw'?
Wanneer gebruik je 'jou' in plaats van 'jouw'?
Wat is de correcte manier om 'hun' te gebruiken als bezittelijk voornaamwoord?
Wat is de correcte manier om 'hun' te gebruiken als bezittelijk voornaamwoord?
In welke zin is 'als' correct gebruikt?
In welke zin is 'als' correct gebruikt?
Welk van de volgende gebruik is correct voor 'hen'?
Welk van de volgende gebruik is correct voor 'hen'?
Welke constructie met 'jouw' is correct?
Welke constructie met 'jouw' is correct?
Welke zin geeft een verschil aan met 'dan'?
Welke zin geeft een verschil aan met 'dan'?
Wat is de correcte manier om 'zij' te gebruiken?
Wat is de correcte manier om 'zij' te gebruiken?
Hoe gebruik je 'als' correct?
Hoe gebruik je 'als' correct?
Flashcards
Grootte
Grootte
Een zelfstandig naamwoord dat de omvang of afmeting van iets aangeeft.
Grote
Grote
Een bijvoeglijk naamwoord dat 'groot' betekent en iets over een zelfstandig naamwoord vertelt.
Te danken aan
Te danken aan
Een vast uitdrukking die wordt gebruikt om aan te geven dat iets een positieve oorzaak heeft.
Te wijten aan
Te wijten aan
Signup and view all the flashcards
Vast voorzetsel
Vast voorzetsel
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'jou'?
Wanneer gebruik je 'jou'?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'jouw'?
Wanneer gebruik je 'jouw'?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'zij'?
Wanneer gebruik je 'zij'?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'hen'?
Wanneer gebruik je 'hen'?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'hen' (2)?
Wanneer gebruik je 'hen' (2)?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'hun'?
Wanneer gebruik je 'hun'?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'hun' (2)?
Wanneer gebruik je 'hun' (2)?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je 'dan'?
Wanneer gebruik je 'dan'?
Signup and view all the flashcards
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Signup and view all the flashcards
Bijvoeglijk naamwoord met -e
Bijvoeglijk naamwoord met -e
Signup and view all the flashcards
Bijvoeglijk naamwoord zonder -e
Bijvoeglijk naamwoord zonder -e
Signup and view all the flashcards
Aanwijzend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Signup and view all the flashcards
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Signup and view all the flashcards
Betrekkelijk voornaamwoord 'die'
Betrekkelijk voornaamwoord 'die'
Signup and view all the flashcards
Betrekkelijk voornaamwoord 'dat'
Betrekkelijk voornaamwoord 'dat'
Signup and view all the flashcards
Betrekkelijk voornaamwoord 'wat'
Betrekkelijk voornaamwoord 'wat'
Signup and view all the flashcards
Wanneer gebruik je "ik" of "mij" na "als" of "dan"?
Wanneer gebruik je "ik" of "mij" na "als" of "dan"?
Signup and view all the flashcards
Wat is het verschil tussen "dan ik" en "dan mij"?
Wat is het verschil tussen "dan ik" en "dan mij"?
Signup and view all the flashcards
Wanneer krijgen "andere(n)", "sommige(n)" en "beide(n)" een meervouds-n?
Wanneer krijgen "andere(n)", "sommige(n)" en "beide(n)" een meervouds-n?
Signup and view all the flashcards
Wanneer krijgen "andere(n)", "sommige(n)" en "beide(n)" geen meervouds-n?
Wanneer krijgen "andere(n)", "sommige(n)" en "beide(n)" geen meervouds-n?
Signup and view all the flashcards
Wanneer krijgen "andere(n)", "sommige(n)" en "beide(n)" geen meervouds-n, zelfs als er geen zelfstandig naamwoord is?
Wanneer krijgen "andere(n)", "sommige(n)" en "beide(n)" geen meervouds-n, zelfs als er geen zelfstandig naamwoord is?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Goed voorbereid: Nederlands - Theorie: Taalgebruik
- Taalgebruik is belangrijk om professioneel over te komen tijdens een sollicitatiegesprek.
- Het is belangrijk de juiste woorden te kiezen, te weten wanneer 'dan' of 'als' wordt gebruikt en of het 'zij', 'hen' of 'hun' moet zijn.
- Bijvoeglijke naamwoorden kunnen of zonder -e worden gebruikt en wijzen op een eigenschap van een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal direct vóór het zelfstandig naamwoord.
- Bijvoeglijke naamwoorden eindigen vaak op -e (voorbeeld: de grote hond).
- Er zijn uitzonderingen, zoals wanneer een onbepaald woord wordt gebruikt ("Een opvallende affiche").
- Onderscheid 'de-', 'het-' en 'elk-' woorden (bepaald en onbepaald). Voorbeelden: 'Onze nieuwe auto', 'Dat nieuwe huis'
- 'Dit', 'dat', 'deze' en 'die' zijn aanwijzende voornaamwoorden, die iets of iemand aanduiden.
- 'Die', 'dat' en 'wat' zijn betrekkelijke voornaamwoorden.
Jou of jou
- 'Jou' is een persoonlijk voornaamwoord (voorbeeld: Ze heeft het jou beloofd).
- 'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord (voorbeeld: Dit is voortaan jouw eigendom).
- Bij twijfel, vervang 'jou' of 'jouw' door 'u' of 'uw'.
Zij, hen of hun
-
Gebruik 'zij' als het onderwerp is. ('Zij hebben ...')
-
Gebruik 'hen' als het lijdend voorwerp is ('Ik heb hen ontmoet').
-
Gebruik 'hen' na een voorzetsel ('Zonder hen ...')
-
Gebruik 'hun' als het meewerkend voorwerp is ('Ik geef hun het rapport'). of wanneer het om bezit gaat ('Hun huis')
-
Verlies punten door fouten in het gebruik van 'zij', 'hen' of 'hun'.
Oeps! Taalfoutje
- Voorbeeld van een taalfout: "Op 20 September...komen wij bij u complex de ramen wassen"
Dan of als
- Gebruik 'dan' bij ʻongelijkheidʻ ('De vraag was groter dan het aanbod').
- Gebruik ʻalsʻ bij ʻgelijkheidʻ ('De vraag was even groot als het aanbod').
- Gebruik ʻalsʻ ook wanneer er ʻgelijkheid binnen ongelijkheidʻ is ('Zijn salaris was twee keer zo hoog als mijn salaris').
Dan ik of dan mij
- Gebruik ʻdan ikʻ bij een persoonlijk voornaamwoord (voorbeeld: "Jij was er vanochtend eerder dan ik").
- Tip: zet er een werkwoord achter het voornaamwoord ("Jij was er vanochtend eerder dan ik [was]").
Andere(n), sommige(n) en beide(n)
- De meervoudsvormen ʻanderenʻ, ʻsommigenʻ en ʻbeidenʻ worden vaak samen met een zelfstandig naamwoord gebruikt om naar mensen te verwijzen.
- Voorbeelden: 'Slechts enkelen waren bereid hard te werken.'. 'Sommigen wisten niet wat ze moesten zeggen' . 'Velen deden mee aan de Batavierenrace'.
- Gebruik geen meervouds-n als het niet op personen gericht is (bijv. bij planten)
- 'Helaas konden we slechts enkele uit voorraad leveren'.
Grootte of grote
- 'Grootte' is een zelfstandig naamwoord ('De timmerman meet de grootte van de kast').
- 'Grote' is een bijvoeglijk naamwoord ('De grote tuin is mooi').
Te danken aan of te wijten aan
- 'Te danken aan' wordt gebruikt bij positieve dingen.
- 'Te wijten aan' wordt gebruikt bij negatieve of minder gewenste situaties.
Vast voorzetsel
- Sommige werkwoorden gaan met een vast voorzetsel (voorbeeld: ʻAandringen opʻ, ʻBegaan zijn metʻ).
- Een voorzetsel geeft aan waar of wanneer iets plaatsvindt ('aan' , ʻbijʻ, ʻopʻ, ʻtegenʻ).
Voor morgen:
- Oefeningen maken over spelling van werkwoorden, zinsbouw of taalgebruik.
Einde van het onderdeel 'Taalgebruik'
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.