GGZ boek week 5
48 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de kans op succesvolle stop na een jaar voor tabaksverslaving zonder professionele hulp?

  • 5% (correct)
  • 20%
  • 30%
  • 10%
  • Wat is de terugvalpercentage na 10 jaar voor mensen die zijn gestopt met alcohol?

  • 9% (correct)
  • 20%
  • 6%
  • 12%
  • Hoeveel procent van de mensen met een alcoholstoornis is in behandeling?

  • 10% (correct)
  • 30%
  • 5%
  • 50%
  • Wat is het percentage van de levensprevalentie van drugsverslaving?

    <p>6% (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de gemiddelde tijd die iemand wacht voordat hij of zij zich meldt voor hulp bij verslaving?

    <p>8 tot 10 jaar (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomend probleem bij het vaststellen van middelenstoornissen?

    <p>Ontkenning van problemen (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de kans op stabiele abstinentie bij heroïneverslaving?

    <p>20% (B)</p> Signup and view all the answers

    Welk percentage van de patiënten op een psychiatrische afdeling heeft een stoornis in het gebruik van alcohol en/of drugs?

    <p>30% (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn mogelijke effecten van aanhoudend gebruik van middelen despite sociale problemen?

    <p>Verergering van sociale problemen (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende symptomen wijst op tolerantie voor een middel?

    <p>Behoefte aan een grotere hoeveelheid voor het gewenste effect (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt het kenmerkende onttrekking syndroom in?

    <p>Symptomen die optreden na verminderde inname (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke gedragspatronen zijn kenmerkend voor gokstoornis?

    <p>Rusteloosheid bij pogingen om te stoppen (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een gevolg zijn van persisterend gokgedrag?

    <p>Verlies van belangrijke relaties (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende opties beschrijft een negatieve gevolg van het gebruik van stoffen?

    <p>Fysiek gevaar tijdens gebruik (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomend symptoom van het proberen te stoppen met gokken?

    <p>Prikkelbaarheid en rusteloosheid (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft een situatie waarin iemand geld leent door gokken?

    <p>Uitzichtloze financiële problemen verlichten (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de procentuele hoeveelheid mensen met een heroïneverslaving die in behandeling is?

    <p>70% (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende medicijnen moet altijd gescreend worden op alcoholafhankelijkheid?

    <p>Antidepressiva (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke psychopathologische risicofactor voor het gebruik van middelen?

    <p>Peer-omgeving (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de twee belangrijke structurele en functiedomeinen die afwijkingen vertonen bij neurobiologische correlaten?

    <p>Motivatie systeem en cognitieve-zelfregulatiesysteem (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van de stoornis in het gebruik van een middel volgens de DSM5?

    <p>Er zijn herhaalde pogingen om het gebruik van het middel te verminderen. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een van de doelen van behandeling bij verslaving?

    <p>Rekening houden met de doelen van zowel patiënt als behandelaar (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt gezien als een belangrijke genetische kwetsbaarheid bij middelengebruik?

    <p>Negatieve sociale omstandigheden (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke verklaring wordt vaak gehanteerd voor middel gerelateerde en verslavingsstoornissen?

    <p>Een biopsychosociaal model is meestal de verklaring. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van hoe snel een stof in de hersenen komt?

    <p>Er is een grotere kans op controleverlies en verslaving. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende interventies valt onder geïndiceerde preventie?

    <p>EHealth interventies voor mensen die overmatig drinken (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de associatie tussen sociaal-economische status en middelengebruik?

    <p>Er is een duidelijke associatie met middelen en de sociaal-economische status (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende symptomen is GEEN onderdeel van de DSM5 criteria voor de stoornis in het gebruik van een middel?

    <p>Gebruik in kleine hoeveelheden. (B)</p> Signup and view all the answers

    Welk symptoom wijst op lichamelijke afhankelijkheid van een middel?

    <p>Hunkering of een sterke drang om het middel te gebruiken. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt verstaan onder 'onttrekkingssyndroom'?

    <p>Fysieke en mentale symptomen die optreden bij afname van gebruik. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke classificatie van een stoornis volgens de DSM5?

    <p>Gokstoornis. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken over verslaving is ONJUIST?

    <p>Alleen genetische factoren zijn verantwoordelijk voor verslaving. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke componenten zijn essentieel voor motiverende gespreksvoering volgens het FRAMES-model?

    <p>Feedback, verantwoordelijkheid, advies, menu (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de aanbevolen duur voor het gebruik van nicotine vervangende middelen?

    <p>3-4 maanden (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van de behandeling van alcoholonttrekking?

    <p>Het gebruik van vitamine B-complexen (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke medicatie kan een aversieve reactie veroorzaken bij alcoholinname?

    <p>Disulfiram (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke benzodiazepine mag niet langer dan 5 dagen worden voorgeschreven bij ontgifting?

    <p>Chloordiazepoxide (D)</p> Signup and view all the answers

    Welk middel wordt vaak gebruikt om terugval bij tabaksverslaving te voorkomen?

    <p>Varencicline (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat moet bijzonder in de gaten worden gehouden bij de ontgifting van benzodiazepinen?

    <p>Het optreden van angststoornissen en onttrekkingsinsulten (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke bijwerking treedt op bij een overdosis van een opioïde zoals heroïne?

    <p>Ernstige ademdepressie (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de primaire reden voor het toedienen van naloxon bij een opioïdentoxicatie?

    <p>Het herstellen van de ademhaling (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke behandeling wordt gebruikt voor symptomen van diarree tijdens de ontgifting?

    <p>Octreotide (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een gevolg zijn van een behandeling met opioïden bij palliatieve zorg?

    <p>Hypersensitiviteit van mu-receptoren (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke behandeling is effectief tegen hyperthermie bij cocaïne-intoxicatie?

    <p>Koude dekens (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke medicatie kan worden ingezet voor terugvalpreventie bij GHB-intoxicatie?

    <p>Baclofen (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke behandeling voor terugval bij gokstoornissen?

    <p>Orale langwerkende amfetaminen (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke rol spelen SSRI's bij gokstoornissen?

    <p>Ze zijn effectief bij angststoornissen en/of depressieve stoornissen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke stof kan leiden tot ernstige ademhalingsdepressie en kan levensbedreigend zijn?

    <p>GHB (B)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Middelgerelateerde stoornis

    Een stoornis die ontstaat door het gebruik van een middel, met belangrijke gevolgen voor de persoon en omgeving.

    Biopsychosociaal model

    Een model dat verschillende factoren beschouwt die bijdragen aan een stoornis: biologisch, psychologisch en sociaal.

    Verslaving

    Een ernstige vorm van middelgebruik met controleverlies, afhankelijkheid en negatieve gevolgen voor de persoon.

    Controleverlies

    Het verlies van de controle over het gebruik van een middel, ondanks negatieve gevolgen.

    Signup and view all the flashcards

    Psychische afhankelijkheid

    De wens of drang om een bepaald middel te gebruiken, leidende tot zoekgedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Lichamelijke afhankelijkheid

    Het lichaam heeft een middel nodig om te functioneren, met tolerantie en onttrekkingssymptomen.

    Signup and view all the flashcards

    DSM-5 criteria (middelgebruik)

    Lijst van criteria (minstens 2 criteria binnen een jaar) om een middelgebruikstoornis te diagnosticeren.

    Signup and view all the flashcards

    Snelheid van stof in hersenen bij middelgebruik

    Hoe sneller een stof in de hersenen komt, hoe groter het risico op controleverlies.

    Signup and view all the flashcards

    Middelenafhankelijkheid

    Aanhoudend gebruik van een middel, ondanks problemen die het veroorzaakt, met sociale, beroepsmatige of vrijetijdsactiviteiten. Het gebruik blijft doorgaan, zelfs als gezondheidsproblemen ontstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Tolerantie (middelen)

    Het lichaam is steeds meer van een middel nodig om hetzelfde effect te krijgen. Men neemt steeds grotere hoeveelheden in.

    Signup and view all the flashcards

    Onttrekkingsymptomen

    Fysieke of psychische symptomen die optreden als men stopt met het gebruik van een middel. Het middel wordt gebruikt om deze te verlichten of te voorkomen.

    Signup and view all the flashcards

    Gokstoornis

    Problematisch gokgedrag dat leidt tot problemen op sociaal, beroepsmatig en financieel vlak. Mensen zijn gepreoccupeerd met gokken, zelfs als het negatieve gevolgen heeft

    Signup and view all the flashcards

    Persisterend/recidiverend

    Herhalend. Problemen die keer op keer terugkomen.

    Signup and view all the flashcards

    Intoxicatie

    De staat waarin de persoon onder invloed is van een middel.

    Signup and view all the flashcards

    Onttrekkingssyndroom

    Lijst van fysieke of psychische problemen in reactie op stoppen met een middel.

    Signup and view all the flashcards

    Behoefte aan steeds meer

    Opnieuw of voortdurend grotere hoeveelheden van een stof nodig hebben om dezelfde effecten te bereiken en te voorkomen dat er ontwenningsverschijnselen optreden.

    Signup and view all the flashcards

    Succespercentage stoppen tabaksverslaving na 1 jaar

    5% van de mensen stopt met roken na een jaar zonder professionele hulp.

    Signup and view all the flashcards

    Succespercentage bij alcoholverslaving na 1 jaar

    77% stopt met alcoholgebruik na een jaar.

    Signup and view all the flashcards

    Terugvalpercentage heroïne na 20 jaar

    Een relatief hoog percentage (12%) van heroïneverslaafden ervoer terugval na 20 jaar.

    Signup and view all the flashcards

    Diagnose middelenmisbruik

    Het bepalen of er sprake is van een middelenmisbruik stoornis kan moeilijk zijn, mede door ontkenning en stigmatisering.

    Signup and view all the flashcards

    Tijd tot hulpvraag middelenmisbruik

    Gemiddeld 8 tot 10 jaar duurt het voordat iemand hulp zoekt bij middelenmisbruik.

    Signup and view all the flashcards

    Comorbiditeit middelenmisbruik

    De meeste patiënten met een middelenstoornis hebben ook een andere psychische stoornis.

    Signup and view all the flashcards

    Alcohol screening tool

    De AUDIT tool is een screening tool specifiek voor het opsporen van alcoholproblemen.

    Signup and view all the flashcards

    Voorkomende psychiatrische aandoening

    Middelenmisbruik stoornissen behoren tot de meest voorkomende psychiatrische ziektes.

    Signup and view all the flashcards

    Motivatiesysteem

    Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor beloning, motivatie en aandrift. Het bestaat uit verschillende structuren die samenwerken.

    Signup and view all the flashcards

    Cognitieve-zelfregulatiesysteem

    Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor planning, besluitvorming en controle over impulsen. Het helpt je keuzes te maken en impulsen te beheersen.

    Signup and view all the flashcards

    Nucleus accumbens (Ncc)

    Een gebied in de hersenen dat een belangrijke rol speelt in de beloningssystemen. Het wordt geactiveerd door plezierige ervaringen, zoals het gebruik van drugs.

    Signup and view all the flashcards

    Orbitofrontale cortex (OFC)

    Een gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het evalueren van beloningen en risico's. Het helpt bij het maken van keuzes en het beheersen van impulsen.

    Signup and view all the flashcards

    Hyperactief beloningssysteem

    Een toestand waarin het beloningssysteem in de hersenen overactief is, waardoor iemand sterk gemotiveerd is om drugs te gebruiken.

    Signup and view all the flashcards

    Deficiënt controlesysteem

    Een toestand waarin het cognitieve-zelfregulatiesysteem in de hersenen niet goed werkt, waardoor iemand moeite heeft met het beheersen van impulsen en verslaving.

    Signup and view all the flashcards

    Risicofactoren voor verslaving

    Factoren die de kans op het ontwikkelen van een verslaving verhogen, zoals genetische kwetsbaarheid, sociale omgeving en gebruik van middelen door anderen.

    Signup and view all the flashcards

    Universele preventie

    Preventiemaatregelen die gericht zijn op de algemene bevolking om het risico op verslaving te verkleinen

    Signup and view all the flashcards

    FRAMES

    Een model voor motiverende gespreksvoering dat verschillende technieken combineert om patiënten te helpen hun middelengebruik te verminderen.

    Signup and view all the flashcards

    Feedback (FRAMES)

    Het geven van informatie aan de patiënt over hun lichamelijke, psychische en sociale conditie, en de mogelijke relatie met hun middelengebruik.

    Signup and view all the flashcards

    Verantwoordelijkheid (FRAMES)

    Het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt in de behandeling.

    Signup and view all the flashcards

    Advies (FRAMES)

    Het geven van concrete tips aan de patiënt om hun middelengebruik te verminderen.

    Signup and view all the flashcards

    Menu (FRAMES)

    Het aanbieden van verschillende veranderdoelen en verandermethoden aan de patiënt.

    Signup and view all the flashcards

    Empathie (FRAMES)

    Een empathische, niet-confronterende houding van de behandelaar ten opzichte van de patiënt.

    Signup and view all the flashcards

    Zelf-efficiëntie (FRAMES)

    Het creëren van het gevoel bij de patiënt dat zij zelf een bijdrage kunnen leveren aan hun herstel.

    Signup and view all the flashcards

    Ontgiften

    Het proces van het lichaam ontdoen van een middel, waarbij de fysieke afhankelijkheid wordt verminderd.

    Signup and view all the flashcards

    Naloxon

    Een kortwerkende opioïdantagonist die wordt gebruikt bij de behandeling van overdosering door opioïden. Het blokkeert de effecten van opioïden en verlicht symptomen zoals ademdepressie.

    Signup and view all the flashcards

    Methadon

    Een langwerkende volledige opioïdenagonist gebruikt bij ontgifting van opioïdenverslaving. Het vermindert onttrekkingssymptomen en vermindert de drang naar opioïden.

    Signup and view all the flashcards

    Buprenorfine

    Een langwerkende partiële opioïdenagonist gebruikt bij ontgifting van opioïdenverslaving. Het blokkeert de effecten van opioïden en vermindert onttrekkingssymptomen.

    Signup and view all the flashcards

    Naltrexon

    Een langwerkende mu-opioïdenantagonist die wordt gebruikt bij onderhoudsbehandeling van opioïdenverslaving. Het blokkeert de effecten van opioïden, waardoor terugval minder aantrekkelijk wordt.

    Signup and view all the flashcards

    Hypersensitiviteit van de mu-receptoren

    De mu-receptoren in het lichaam kunnen gevoeliger worden voor opioïden na langdurig gebruik. Dit kan leiden tot een gevaarlijke reactie op dezelfde dosis die eerder werd gebruikt.

    Signup and view all the flashcards

    Palliatieve opioïden

    Opioïden, zoals morfine, methadon of heroïne die worden gebruikt om pijn en lijden te verlichten bij ernstig zieke opioïdenverslaafden met een beperkte levensduur.

    Signup and view all the flashcards

    Propranolol

    Een bètablokker, gebruikt voor het behandelen van hypertensie (hoge bloeddruk) veroorzaakt door cocaïne-intoxicatie.

    Signup and view all the flashcards

    Haloperidol

    Een antipsychoticum, gebruikt voor het behandelen van agitatie en psychose veroorzaakt door cocaïne-intoxicatie.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Middelgerelateerde en Verslavingsstoornissen

    • Een biopsychosociaal model wordt vaak gebruikt, maar neurobiologische aspecten worden steeds belangrijker.
    • De DSM-5 classificeert middelen gerelateerde stoornissen in categorieën zoals gebruik, gokstoornis, en stoornissen door middelen.
    • Stoornis in het gebruik van middelen wordt gedefinieerd door criteria zoals grote hoeveelheden of langduriger dan bedoeld gebruik, pogingen om het gebruik te beperken, veel tijd spenderen aan het verkrijgen, gebruiken of herstellen van de gevolgen van het middel, hunkering, controleverlies, problemen met werk, school of thuis, voortdurend gebruik ondanks problemen, belangrijke sociale interacties of vrijetijdsactiviteiten die verminderd zijn door het middelgebruik, gebruik in gevaarlijke situaties, en voortdurend gebruik ondanks duidelijk lichamelijke of psychische problemen veroorzaakt door het middelgebruik.
    • Deze stoornissen kenmerken zich door psychische afhankelijkheid (hunkering, zoekgedrag), controleverlies (meer of vaker dan gepland gebruik, niet meer kunnen stoppen), lichamelijke afhankelijkheid (tolerantie, onttrekkingssymptomen) en lichamelijke, psychische of sociale problemen.
    • Gokstoornis: Chronisch problematisch gokgedrag dat voldoet aan criteria zoals het steeds meer geld gebruiken om dezelfde mate van opwinding te krijgen, rusteloosheid of prikkelbaarheid bij pogingen tot stoppen, onsuccesvolle pogingen om te stoppen, gedachten aan gokken, plannen van, denken aan, manieren om geld te krijgen. Gokken om een onaangenaam gevoel te onderdrukken, teruggaan naar gokken na verlies, liegen om de ernst van het gokgedrag te verbergen etc ...

    Criteria voor Stoornis in het gebruik van een middel

    • De DSM-5 geeft criteria om middelgerelateerde stoornis te diagnosticeren.
    • Twee of meer van de volgende criteria binnen een jaar moeten aanwezig zijn: grote hoeveelheden of langduriger gebruik dan bedoeld, herhaalde pogingen om gebruik te verminderen, veel tijd spenderen aan activiteiten gerelateerd aan het middel, hunkering of sterke drang, recidiverend gebruik dat leidt tot falen rolverplichtingen, aanhoudend gebruik ondanks relatie of sociale problemen, belangrijke sociale, beroepsmatige of vrijetijdsactiviteiten die verminderd zijn door middelgebruik, gebruik in gevaarlijke situatie, en voortdurend gebruik ondanks problemen veroorzaakt door gebruik.
    • Tolerantie: een duidelijk grotere hoeveelheid nodig om hetzelfde effect te krijgen.
    • Onttrekkingsverschijnselen: duidelijk verminderde effect bij voortgezet gebruik van dezelfde hoeveelheid.

    Diagnose en Behandeling

    • De grenzen tussen normaal en stoornis zijn vaag.
    • Ontkenning en stigmatisering zijn veel voorkomend.
    • Diagnose duurt vaak lang (8-10 jaar).
    • Meerdere behandelingen kunnen nodig zijn afhankelijk van de ernst en co-morbiditeit.
    • Motivatie van de patiënt is essentieel.

    Verschillende Middelen

    • Alcohol, tabak, heroïne, cocaïne, en cannabis zijn enkele voorbeelden van middelen die vaak tot verslaving leiden.
    • Verschillende middelen hebben verschillende effecten op het lichaam.
    • Neurobiologische verschillen zorgen voor verschillende complicaties en behandelingen.

    Epidemiologie

    • Middelgerelateerde stoornissen zijn vaak ondergemelde psychiatrische aandoeningen.
    • Het hebben van deze problematiek speelt een grote rol in de levenskwaliteit.
    • Sommige stoornissen, zoals cocaïne, zijn vaak gepaard met andere psychiatrische problemen.

    Behandeling Preventie Universele Preventie

    • Educatie is belangrijk voor kennis van middelen.
    • Selectieve interventies kunnen gericht zijn op risicogroepen (denk bijvoorbeeld aan tieners).
    • Geïndiceerde interventies kunnen gericht zijn op mensen in een kwetsbare positie.
    • Behandeling gericht op zelfregulerende vaardigheden en herstel ondersteunende factoren zoals motivatie en sociale steun zijn cruciaal.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Dit quiz gaat over de classificatie en kenmerken van middelen gerelateerde stoornissen volgens de DSM-5. Leer over de biopsychosociale modellen, neurobiologische aspecten en de verschillende criteria voor stoornissen in het gebruik van middelen. Test je kennis over deze belangrijke onderwerpen in de geestelijke gezondheidszorg.

    More Like This

    Week 8
    30 questions

    Week 8

    AdroitFermium6027 avatar
    AdroitFermium6027
    Classification
    26 questions
    Substance Use Disorder Criteria Quiz
    50 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser