Menselijke Anatomie en Fysiologie

Het Gewricht (Articulatio)

• Diarthrosen zijn beweeglijke beenverbindingen.
• Diarthrosen bestaan uit gewrichtsvlakken (kop en pan), een gewrichtsholte, gewrichtskapsel, ligamenten en soms tussenschijven.

Ademhaling (Respiratie)

• Uitwendige ademhaling zorgt voor zuurstoftoevoer naar de cellen en koolstofdioxideafvoer uit het lichaam.
• Inwendige ademhaling omvat verbrandingsprocessen in de cellen met behulp van zuurstof.

Bloedsomloop

• De kleine (pulmonale) bloedsomloop vervoert zuurstofarm bloed van het hart naar de longen en zuurstofrijk bloed van de alveolen naar het hart.
• De grote (systematische) bloedsomloop vervoert zuurstofrijk bloed naar alle cellen en zuurstofarm bloed van de cellen naar het hart.
• Capillairen zijn kleine bloedvaten rond de alveolen, waar gasuitwisseling plaatsvindt.
• De boezem wordt ook wel atrium genoemd.

Luchtwegen

• Bovenste luchtwegen: neus, neusbijholten, mondholte, keelholte.
• Onderste luchtwegen: strottenhoofd, luchtpijp, luchtpijpvertakkingen, longen.
• Alveolen zorgen voor gasuitwisseling tussen lucht en bloed.
• Andere ademhalingsorganen (dode ruimte): transporteren inademingslucht naar de alveolen, zuiveren, verwarmen en bevochtigen de lucht, en zijn onderdeel van het spraakapparaat.

Luchtpijp (Trachea) en Luchtpijpvertakkingen (Bronchi)

• De trachea is 10-12 cm lang en bestaat uit 16-20 kraakbeenringen die met ligamenten zijn verbonden.
• De bifurcatio trachea is de splitsing van de luchtpijp ter hoogte van de 4e en 5e borstwervel.
• Bronchioli: kleinere luchtwegvertakkingen van bronchi met elastisch bindweefsel en gladde spieren, maar zonder kraakbeen.
• Bronchioli terminales: de kleinste vertakkingen van de bronchi.
• Bronchioli respiratorii: deelname aan gasuitwisseling.
• Ductus alveolares: kleine luchtwegen die naar alveolen leiden.
• Saccus alveolares: trossen van alveolen.
• Alveolen: kleine longblaasjes.

Longen (Pulmones)

• Spontachtige structuur met 3 kwabben in de rechterlong en 2 kwabben in de linkerlong.
• De linkerlong is kleiner vanwege de ligging van het hart.

Ademhalingsstelsel

Beenderig Kader

• Wervelkolom
• Borstbeen
• Ribben
• Schoudergordel
• Bekkengordel

Spieren

• Inademingsspieren
• Uitademingsspieren

Volumes en Capaciteiten

• Longvolumnia
• Longcapaciteiten

Wervelkolom (Columna Vertebralis)

• Bestaat uit verschillende wervels die met elkaar verbonden zijn.
• Elke wervel heeft een typische bouw met een wervellichaam, wervelboog, doornuitsteeksel, dwarse uitsteeksels en gewrichtsvlakken.

Borstbeen (Sternum)

• Vlak bot dat aan de voorzijde van de borstkas ligt.
• Bestaat uit drie delen: handvat, lichaam en zwaardvormig aanhangsel.

Ribben (Costae)

• Boogvormige beenderen die de borstkas vormen.
• Elk rib heeft een kop, tuberculum, nek, lichaamsdeel en ribkraakbeen.

Schoudergordel (Scapulae)

• Bestaat uit schouderbladen (scapulae) en sleutelbeenderen (claviculae).
• Scapulae: bevinden zich ter hoogte van de 2e tot 8e rib.
• Claviculae: verbinden het sternum met de schouderbladen.
• Scapulae zijn flexibel door spierverbindingen.

Bekkengordel (Pelvis)

• Verschil tussen mannen en vrouwen.
• Aanhechting van buikspieren.
• Bestaat uit heiligbeen (os sacrum), staartbeen (os coccygis) en heupbeenderen (os coxae).
• Os coxae: bestaat uit darmbeen (os illium), zitbeen (os ischii) en schaambeen (os pubis).
• Ligamentum inguinale (liesband).

Spieren Ademhalingsstelsel

• Borstspieren: voornamelijk inademing.
• Buikspieren: voornamelijk uitademing.

Inademingsspieren

• Diafragma
• Buitenste tussenribspieren (MM intercostales externi)
• Schuine halsspieren (MM Scaleni)

Diafragma

• Dun, sterk, koepelvormig spierblad.
• Scheidt borst- en buikholte.

Buitenste tussenribspieren (MM.Intercostales externi)

• Heffen de ribben tijdens inademing.

Schuine halsspieren (MM.Scaleni)

• Heffen de eerste twee ribben en het bovenste deel van de thorax.

Uitademingsspieren

• Buitenste schuine buikspier (M.obliquus externus abdominis)
• Binnenste schuine buikspier (M.obliquus internus abdominis)
• Dwarse buikspier (M.transversus abdominis)
• Rechte buikspier (M.rectus abdominis)
• Binnenste tussenribspieren (MM.Intercostales interni)

Buitenste schuine buikspier (M.obliquus externus abdominis)

• Laagste ribben naar beneden trekken, buikpers.

Binnenste schuine buikspier (M.Obliquus internus abdominis)

• Laagste ribben naar beneden trekken, buikpers.

Dwarse buikspier (MM.Transversus abdominis)

• Buikpers.

Rechte buikspier (M.Rectus abdominis)

• Buikpers, naar voren buigen van de romp.

Binnenste tussenribspieren (M.Intercostales interni)

• Ribben naar beneden trekken.

Mechanisme Ademhalingsstelsel

• Inspiratie (actief): afplatting van het middenrif, opheffen en verdwijning van de borstkas.
• Expiratie (passief): middenrif omhoog door buikwandspieren, borstkas omlaag door zwaartekracht en elasticiteit.
• Ventilatie door verschil in druk ter hoogte van de alveolen.
• Ademhalingscentrum (medulla oblongata): inspiratorisch en expiratorisch centrum.
• Autonome werking, beïnvloed door chemoreceptoren, rekkingsreceptoren, hormonen en hogere zenuwcentra.

Longvolumnia en Longcapaciteiten

• Verschillende volume- en capaciteitsmetingen van de longen tijdens ademhaling.

Test je kennis over de menselijke anatomie en fysiologie, inclusief gewrichten, ademhaling, bloedsomloop en luchtwegen. Dit quiz behandelt belangrijke concepten en structuren die essentieel zijn voor de werking van het menselijk lichaam.