Longembolie

Study Notes

Definitie: Blokkering van een longslagader (A. pulmonalis) door een bloedklonter, meestal afkomstig uit diepe aders in de benen (80%).
Soorten: Grote klonter in de hoofdslagader (A. pulmonalis) leidt tot blokkage en weefselsterfte; klonter in takken leidt tot longinfarct; klonter in eindvaten leidt tot pulmonale hypertensie (verhoogde bloeddruk in longen).
Risicofactoren: Risicofactoren voor DVT (diepe veneuze trombose) zijn van toepassing, zoals postoperatieve perioden, orthopedische chirurgie, immobiliteit, zwangerschap, etc.
Symptomen: Meestal plotse kortademigheid, sneller ademen, borstpijn, hoesten met bloed, verminderde zuurstof in het bloed, lage bloeddruk, shock en dood bij grote emboliën. Symptomen kunnen ook afwezig zijn (silencieux).
Diagnose: ECG, lab tests (zoals D-dimeren), thoraxfoto, CT-angiografie /long-perfusie scintigrafie om mismatch defecten op te sporen, verhoogde rechterventrikelextensie door hypertensie.
Behandeling: Systemische ontstolling (laagmoleculair gewicht heparin of warfarine) , thrombolyse (klonter oplossen bij ernstige gevallen), percutane thrombectomie (verwijderen van de klonter). Tromboectomie als trombolyse niet toepasbaar is. Preventie is vaak LMWH in perioperatieve situaties.
Chronische longembolie: Recidiverende klachten, longfibrose, pulmonale hypertensie, rechterventrikelfalen.
Diagnosemethoden: Echografie, CT scan, rechterhartkatheterisatie.

Systemische ontstolling: Laag moleculair gewicht heparine of warfarine.
Percutane trombectomie: Te gebruiken bij grote emboliën.
Trombolyse: Bij ernstige gevallen; klonter oplossen.
Tromboectomie: Alternative behandeling als trombolyse contra-indicatie is.
Trendelenburg operatie: Bij massieve emboliën met contra-indicatie voor trombolyse.
Preventie: Lage moleculair gewicht heparin (LMWH) profylaxe, vooral belangrijk na operaties.