Interactie tussen hersenen en cognitie

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de meest accurate beschrijving van de relatie tussen hersenen en cognitie/gedrag?

  • Hersenen en cognitie/gedrag staan in constant contact met elkaar en beïnvloeden elkaar wederzijds. (correct)
  • Hersenen beïnvloeden cognitie/gedrag, maar cognitie/gedrag beïnvloedt de hersenen niet.
  • De hersenen sturen gedrag rechtstreeks, zonder enige invloed van cognitieve processen.
  • Cognitie/gedrag staat los van de hersenen en wordt volledig bepaald door externe factoren.

Het stimuleren van bepaalde delen van de hersenen kan leiden tot veranderingen in...

  • uitsluitend sensaties.
  • uitsluitend beweging/gedrag.
  • uitsluitend cognitieve functies.
  • sensaties, beweging/gedrag en cognitieve functies. (correct)

Welke bewering over het ruggenmerg is correct?

  • Het ruggenmerg is het enige onderdeel van het centrale zenuwstelsel dat sensorische informatie verwerkt.
  • Het ruggenmerg staat niet in verbinding met het perifere zenuwstelsel.
  • Het ruggenmerg vervoert zowel sensorische als motorische informatie van en naar de hersenen. (correct)
  • Het ruggenmerg is beschermd door de schedel.

Wat is het primaire verschil tussen het somatische en het autonome zenuwstelsel?

<p>Het somatische zenuwstelsel is willekeurig, terwijl het autonome zenuwstelsel onwillekeurig is. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van gliacellen in de hersenen?

<p>Het ondersteunen en faciliteren van de functie van neuronen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van het sympathische zenuwstelsel?

<p>Het activeren van het lichaam in stressvolle situaties ('vecht-of-vlucht'). (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen wordt direct bestuurd door het autonome zenuwstelsel?

<p>Het reguleren van de hartslag. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke beschrijving past het best bij de functie van neuronen?

<p>Het ontvangen, verwerken en doorgeven van signalen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van 'plasticiteit' met betrekking tot de hersenen?

<p>Het vermogen van de hersenen om nieuwe verbindingen te vormen en zich aan te passen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de hersenstam?

<p>Het reguleren van vitale levensfuncties zoals hartslag en ademhaling. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk verschil tussen de cerebrale cortex en de neocortex?

<p>De cerebrale cortex omvat alle zoogdieren, terwijl de neocortex alleen in primaten voorkomt. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de lateralisatie van hersenfuncties is correct?

<p>De linkerhersenhelft is gespecialiseerd in taal, de rechter in visuo-spatiële vaardigheden. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het best de functie van de basale ganglia?

<p>Het controleren van complexe motoriek en het vloeiend maken van bewegingen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke functie wordt toegeschreven aan de hippocampus?

<p>De consolidatie van nieuwe herinneringen en het leervermogen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van myeline op de geleiding van signalen in neuronen?

<p>Myeline versnelt de geleiding van signalen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke structuur beschermt de hersenen tegen chemische stoffen uit het bloed?

<p>De bloed-hersenbarrière. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van neurotransmitters?

<p>Het doorgeven van signalen tussen neuronen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van een actiepotentiaal?

<p>Het is een kortdurende, alles-of-niets verandering in de polariteit van het axon. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Relatie hersenen en gedrag

Hersenen en cognitie/gedrag beïnvloeden elkaar wederzijds.

Centraal zenuwstelsel

Omsloten door bot, bot beschermt brein en ruggenmerg.

Perifeer zenuwstelsel

Buiten het CZS, perifere zenuwen verbinden CZS met de rest van het lichaam.

Somatische zenuwstelsel

Staat onder invloed van de wil, bewuste controle.

Signup and view all the flashcards

Autonome zenuwstelsel

Onwillekeurig, reguleert vitale functies.

Signup and view all the flashcards

Sympathische zenuwstelsel

Actief bij inspanning, stress.

Signup and view all the flashcards

Parasympathische zenuwstelsel

Herstel, rust, energiebehoud.

Signup and view all the flashcards

Verbranding

Omzetten van voedingsstoffen in energie.

Signup and view all the flashcards

Neuronen

Signalen ontvangen, verwerken, doorgeven, +-180 miljard.

Signup and view all the flashcards

Gliacellen

Ondersteunen neuronen, 20-30x zoveel.

Signup and view all the flashcards

Primaire functie hersenen

Verwerken, filteren, integreren, betekenis geven aan input.

Signup and view all the flashcards

Ruggenmerg

Omsloten, beschermd door wervelkolom, onderdeel van CZS.

Signup and view all the flashcards

Functie ruggenmerg

Ontvangen, verwerken, integreren en doorgeven van informatie.

Signup and view all the flashcards

Structuur neuron

Dendrieten/spines, cellichaam/axonheuvel, axon, terminale eindvoet.

Signup and view all the flashcards

Spinale ganglion

Sensorische zenuwen.

Signup and view all the flashcards

Dorsale route

Sensorische neuronen.

Signup and view all the flashcards

Ventrale route

Motor neuronen.

Signup and view all the flashcards

Witte stof

Axonen, omwikkeld door myeline, bevordert geleiding.

Signup and view all the flashcards

Grijze stof

Cellichamen motorneuronen, schakelneuronen.

Signup and view all the flashcards

Reflex

Alleen afhankelijk van ruggenmerg.

Signup and view all the flashcards

Inward reflex

Naar lichaam toe.

Signup and view all the flashcards

Outward reflex

Compensatie externe prikkels.

Signup and view all the flashcards

Anterior/frotal

Voorkant.

Signup and view all the flashcards

Dorsal/superior

Bovenkant.

Signup and view all the flashcards

Cerebrale cortex

Schors van grote hersenen, 2 helften, 4 kwabben.

Signup and view all the flashcards

Neocortex

Evolutionair meest recent.

Signup and view all the flashcards

Functie cerebrale cortex

Basis perceptie, motoriek, hogere functies.

Signup and view all the flashcards

Gyrus (Gyri)

Windende plooi in de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Sulcus (Sulci)

Groeven in het oppervlak van de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Fissuur

Diepe sulcus.

Signup and view all the flashcards

Centrale sulcus

Scheidt frontale kwab van pariëtale kwab.

Signup and view all the flashcards

Cerebrale cortex

Alle zoogdieren.

Signup and view all the flashcards

Neo cortex

Alleen primaten.

Signup and view all the flashcards

Hersenkern

Groep cellichamen met soortgelijke functie in het CZS.

Signup and view all the flashcards

Zenuw (nerve)

Grote verzameling axonen buiten het CZS.

Signup and view all the flashcards

Tractus (tract)

Idem aan zenuw maar dan binnen het CZS.

Signup and view all the flashcards

Afferente zenuwen

Voeren informatie aan naar het brein toe.

Signup and view all the flashcards

Efferente zenuwen

Voeren informatie af uit de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Associatiebanen

Verbindingen in 1 dezelfde kwab.

Signup and view all the flashcards

Inferior longitudinal tract

Verbinden gebieden in verschillende kwabben.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Ok, ik zal gedetailleerde aantekeningen maken. Hier zijn de studienotities:

  • De wisselwerking tussen hersenen en cognitie/gedrag onderstreept een wederzijdse beïnvloeding, waarbij de stimulatie van specifieke hersengebieden de sensaties, beweging/gedrag, en cognitieve functies beïnvloedt.
  • Hersenschade kan inzichten verschaffen in de hersenwerking door verstoringen in gedrag/cognitie te observeren en stoornissen te analyseren om onderliggende hersendisfuncties te identificeren.

Organisatie van het Zenuwstelsel

  • Het zenuwstelsel is structureel georganiseerd waarbij het Centrale Zenuwstelsel (CZS), bestaande uit de hersenen en het ruggenmerg, wordt beschermd door botstructuren zoals de schedel en wervelkolom.
  • Het Perifere Zenuwstelsel (PZS) omvat structuren buiten het CZS.
  • Het CZS is beschermd en omringd door bot (schedel en wervelkolom).

Somatisch Zenuwstelsel

  • Het Somatisch zenuwstelsel controleert bewuste, willekeurige bewegingen en interacties met de buitenwereld door sensorische input en motorische output.
  • Sensorische neuronen sturen berichten van zintuigen, terwijl motorische neuronen spieren aansturen die beweging mogelijk maken.

Autonome Zenuwstelsel

  • Het Autonome Zenuwstelsel (niet onderhevig aan de wil) reguleert onwillekeurige functies, inclusief klieren en gladde spieren van organen.
  • Het is essentieel voor vitale levensfuncties zoals spijsvertering en stofwisseling.
  • In de spijsvertering wordt voedsel afgebroken tot bouwstenen zoals koolhydraten.
  • Stofwisseling transformeert voedingsstoffen, zoals koolhydraten, in glucose voor energie.
  • Verbranding zet met behulp van zuurstof voedingsstoffen om in energie voor verschillende processen.
  • Sympathische activiteit bereidt het lichaam voor op inspanningen, terwijl parasympathische activiteit herstel en energiebehoud bevordert.

Neuronen en Gliacellen

  • Neuronen, qua functie, ontvangen, verwerken en geven signalen door.
  • Er zijn ongeveer 180 miljard neuronen met capaciteit voor input en output en tot 200 verbindingen per seconde per contactpunt.
  • Gliacellen ondersteunen neuronen.
  • Er zijn 20-30 keer zoveel gliacellen als neuronen.

Primaire Functies van de Hersenen

  • De hersenen verwerken, filteren en integreren input vanuit de omgeving, waaraan betekenis wordt gegeven.
  • Een interne representatie van de omgeving wordt gecreëerd en gedrag wordt geproduceerd door interactie met omgevingen.

Ruggenmerg

  • Het ruggenmerg beschermd door de wervelkolom en is onderdeel van het CZS.
  • De functie van het ruggenmerg is sensorische en motorische informatie van en naar de hersenen vervoeren.
  • Het ruggenmerg geeft informatie door, verwerkt ze, en integreert ze.
  • De structuur van het ruggenmerg bevat dendrieten/spines, een cellichaam/axonheuvel, en een axon/collateralen/terminale eindvoet.
  • In dwarsdoorsnede komt informatie ruggenmerg binnen en gaat omhoog naar het brein.
  • Zenuwbanen naar het brein liggen in het ruggenmergkanaal binnen de wervelkolom.

Spinale Ganglion

  • Spinale ganglia bevat sensorische zenuwen met cellichamen in clusters buiten het ruggenmerg.
  • Dendrieten lopen van de periferie naar spinale ganglia, waar axonen het ruggenmerg binnengaan.
  • De functie van de spinale ganglia is informatie naar de hersenen sturen, in contact te komen met motorneuronen om de spieren aan te sturen.

Dorsale en Ventrale Route

  • De dorsale route bevat sensorische neuronen.
  • De ventrale route bevat motorneuronen.

Doorsnede Ruggenmerg

  • De witte stof buitenkant bevat gemyeliniseerde axonen die de geleiding bevorderen.
  • De grijze stof binnenkant bevat grijsgekleurde cellichamen van motorneuronen met tussenliggende neuronen voor sensorische neuronkoppeling.

Reflexen

  • Reflexen zijn bewegingen die onafhankelijk zijn van de hersenen, volledig afhankelijk zijn van de functie van het ruggenmerg.
  • Inward reflexen brengen reacties naar het lichaam toe, zoals bij pijn/temperatuur, vóór bewuste waarneming, terwijl outward reflexen compenseren voor spierveranderingen.

Algemene Richtingen

  • Voor is Anterior/Frontal
  • Midden is Mediaal
  • Boven is Dorsaal/Superior
  • Onderkant is Ventraal/Inferior
  • Achter is Posterior
  • Buiten is Lateraal

Hersendoorsnede Stof

  • Grijze stof: buitenkant voornamelijk cellichamen, bloedvaten; axonen ontspringen daar.
  • Witte stof: binnenkant axonen, kleuren wit.

Cerebrale Cortex

  • De cerebrale cortex is de schors van hersenen.
  • Die schors is evolutionair recent (neocortex).
  • De functie van de cerebrale cortex is de basis voor perceptie, complexere motoriek, en "hogere" functies.
  • Functionele gebieden zijn de visuele, auditieve, en motorische gebieden.

Structuur van de Cerebrale Cortex

  • Gyri (winding): windingen op de hersenen
  • Sulci (groeven): groeven in de hersenen
  • Fissuur: diepe sulcus
  • Vier kwabben: frontaal-, pariëtaal, lateraal- en occipitaal kwab.
  • Centrale sulcus scheidt frontale en pariëtale kwab.
  • Lateral fissure scheidt temporale en frontale kwab.
  • Longitudinaal fissure scheidt linker- en rechter hemisfeer.

Cerebrale Cortex vs. Neocortex

  • Alle zoogdieren hebben een cerebrale cortex.
  • reflectie, lange termijn plannen, rationeel beslissingen nemen etc.
  • Evolutionaire kroon is de neocortex, alleen maar in primaten (mens en chimpansees).
  • Subcorticale gebieden zijn vanaf het begin van de evolutie.
  • Reptielen etc. hebben dat ook.
  • Hersenstam is daar een voorbeeld van.

Intelligentie

  • Intelligentie is niet plaatsgebonden.
  • Ligt aan de kwaliteit van de netwerken.
  • Het is belangrijker dan het aantal zenuwcellen.
  • Het zit overal.

Subcoriticale Structuren

  • De hersenen kan worden onderverdeeld in hersenstam (reptielen), limbisch systeem (zoogdieren), en hersenschors (primaten)
  • De hersenstam (reptielenbrein, vroeg in evolutie) reguleert vitale levensfuncties (hartslag, ademhaling, etc.), (over)levingsinstincten (fight/flight), en arousalniveau (alertheid).
  • In de hersenstam heb je de Hindbrain (achterhersenen), Midbrain (middenhersenen) en Dencephalon (voorhersenen)
  • De Thalamus is allerbelangrijkste doorplaatsstation naar de hersenen. - De Hypothalamus stuurt driven gedrag aan (honger/dorst, slaap/waak ritme).
  • Het limbische systeem (zoogdierenbrein) is een dubbele cirkelstructuur om de hersenstam, reguleert emoties (zorggedrag, agressie), basale leervermogen, en geheugen (hippocampus).
    • De hippocampus consolideert herinneringen.
      • De Amygdala verwerkt emotionele informatie.

Nauwe Samenhang

  • Het belangrijkste verschil tussen hersenstam en limbisch systeem is het reguleren van emoties
  • In het limbisch systeem vindt meer sturing van de wil plaats, minder onbewust gedrag.
  • Emoties kunnen meer gereguleerd worden.

Basale Ganglia

  • De functie van de basale ganglia is de controle van complexe motoriek, sequencing, vloeiend maken van automatische bewegingen, remmen van gedrag.
  • De basale ganglia speelt een rol in leerprocessen: stimulus-respons learning en reward learning.
  • Rationaliteit en risico vormen hier onderdeel van.

Cerebellum

  • Is betrokken bij complexe, snelle, fijne motoriek.
  • Functie is het leren en aanpassen van bewegingspatronen, coördineren en timen van bewegingen, output monitoren.
  • Deze functies vereisen een groot aantal neuronen, waardoor het cerebellum sterk en fijn geplooid (folia) is.

Bescherming Hersenen

  • De hersenen worden beschermd door de schedel, hersenvliezen, cerebrospinale vloeistof (CSV) en de bloed-hersen barrière.
  • De hersenvliezen omvatten de dura mater (harde hersenvlies), arachnoidea (spinnenwebbenvlies) en pia mater (zachte hersenvlies).
  • De vier holle ruimten met circulerende cerebrospinale vloeistof (CSV) biedt structuur, stevigheid, stoot protectie en bescherming tegen schokken.

Bloedtoevoer

  • De bloed-hersenen barrière beschermt de hersenen voor chemische stoffen.
  • De bloedtoevoer vanuit het hart naar de hersenen vindt plaats via 4 aders: 2 halsslagaders en 2 wervelslagaders.

Organisatie

  • Het organisatie van het zenuwstelsel kent verschillende niveaus van complexiteit; Ruggenmerg, Hersenstam, Limbisch systeem.

Functies

  • De hersenschors omvat het primatenbrein en zorgt dan bewust denkten en handelen, lange-termijn intelligentie, reflectie, persoonlijkheid.
  • Structuren zijn volgens evolutiethorie na elkaar ontstaan: toename complexiteit van gedrag en cognitie met de uitontwikkeling van de prefrontaalkwab als laatste zijn aangelegd.
  • Functionele specialisatie in de hersenen omvat links voor taal en rechts voor visuo-spatiële vaardigheden. -Het brein is Symmetrisch: gebieden verwerken soortgelijke informatie.
  • Asymmetrisch: Sommige functies zijn hemisferisch.

Zenuwstelsel

  • Het Zenuwstelsel werkt middels excitatie en inhibitie.
    • Excitatie: proces dat activiteit/vuurfrequentie van neuron(en) verhoogt.
    • Inhibitie: proces dat activiteit/vuurfrequentie van neuron(en) verlaagt/stopt.

Theoriën Zenuwstelsel

  • Het centrale zenuwstelsel werkt op verschillende niveaus.
  • Nieuwe, meer complexe gebieden ontwikkelen zich (neocortex & frontaalkwab).
  • Oudere, eenvoudiger structuren blijven (gedeeltelijk) bestaan (hersenstam & limbisch systeem).
    • Toegenomen controle van gedrag, complexere informatieverwerking, meer flexibiliteit, etc.
    • Samenwerking van de oudere en nieuwere gebieden.
  • Systeem werken zoals serieel hiërarchisch (A) als parallel (B).

Functie

  • Functies worden lokaal uitgevoerd.
  • Voorbeelden van functies zijn Taal; begrijpen, opslaan Betekenissen, Spreken.

Plasticiteit

  • Hersenen hebben plasticiteit: er worden levenslang nieuwe verbindingen en nieuwe cellen aangemaakt.

Neurogenese

  • Stap 1: aanmaak ongifferentieerde/nog geen specifieke functie Stamcellen in de hippocampus en in de subventriculaire zone naast het striatum.
  • Stap 2: Stamcellen reizen naar de olfactory bulbs waar ze uitgroeien tot zenuwcellen.
  • Stap 3: Migratie van deze neuralen Stamcellen naar de rest van het brein om daar beschadigd hersenweefsel te vervangen.

Neurofeedback

  • Neurofeedback: hersentraining waarbij het sturen van je eigen hersengolven (frequentiepatroon) centraal staat.
  • Voor aandachtsproblemen (AD(H)D) lijkt neurofeedback een mogelijk effectieve behandelmethode.
  • Het doel is het terugbrengen balans thètagolvben (lichte slaap/doezelen) omlaag te brengen en bètagolven (actieve gedachten/concentratie) omhoog brengen.

Hormonen

  • Hormoon: chemische stof die door endocriene klieren wordt afgegeven in de bloedbaan en die invloed heeft op organen/doelcellen door het hele lichaam (in tegenstelling tot neurotransmitters).
  • De regelfunctie is o.a.: stress/autonome functies zols bloeddruk en hartslag, stress/homeostase, vertering van voedsel, afweersysteem, honger/dorst, groei, toeschietreflex borstvoeding/opwekken weeën, moeder-kind hechting, stofwisseling, voorplanting/geslachtskenmerken/libido, slaap/waakritme.
  • de hypothalamus is de klier/regelneef"
  • Er is sprake van een Terugkoppelingssysteem

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Neuropsychology Overview Quiz
12 questions

Neuropsychology Overview Quiz

ImpartialPraseodymium avatar
ImpartialPraseodymium
Neuropsychologie Definities en Geschiedenis
49 questions
Neuropsicología y Neurociencias
45 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser