Inleiding tot Psychologie

De populaire opvatting over de werking van de geest, gebaseerd op intuïtie en alledaagse ervaringen, maar niet altijd wetenschappelijk onderbouwd.

Een vorm van psychologie die niet gebaseerd is op wetenschappelijke evidentie en voorkomt als wetenschappelijk, maar dat niet is.

De studie van het handschrift om te proberen iemands persoonlijkheid te bepalen.

De wetenschappelijke studie van het gedrag en de mentale processen.

Een psychologisch profiel dat gebaseerd is op de associatie van kleuren met persoonlijkheidskenmerken.

Darwin's principe dat succesvolle voortplanting afhankelijk is van kenmerken die het beste aangepast zijn aan de omgeving.

Het idee dat mensen, net als dieren, product zijn van evolutie.

De wetenschappelijke studie van menselijk gedrag en mentale processen, gebaseerd op de evolutietheorie

De tijd in de 19e eeuw waarin maatschappij openstond voor wetenschappelijke studie van de menselijke geest.

De grondlegger van de academische psychologie en het eerste psychologisch laboratorium.

De eerste psychologische stroom die de structuur van het bewustzijn onderzocht.

Een methode waarbij mensen hun eigen bewuste ervaringen beschrijven en analyseren.

Het eerste psychologische labo, geopend door Wundt in 1879 in Leipzig.

Een benadering die gedrag analyseert door te kijken naar de biologische, psychologische en sociale factoren die een rol spelen.

Genetische aanleg en lichamelijke processen die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een klacht.

Gedachten, gevoelens, persoonlijkheid en copingmechanismen die invloed hebben op een klacht.

Sociale relaties, omgeving en culturele invloeden die een rol spelen bij een klacht.

Een systematische aanpak om kennis te verwerven door middel van observaties en experimenten.

Een voorspelling over de uitkomst van een onderzoek, gebaseerd op eerdere kennis en observaties.

Het proces van het omzetten van abstracte begrippen in meetbare variabelen.

Een cyclus die begint met een vraag, hypothese, onderzoek, analyse en interpretatie.

Een methode waarbij onderzoekers hun eigen mentale processen bestuderen door naar hun eigen gedachten, gevoelens en ervaringen te kijken.

De mate waarin een experiment of test dezelfde resultaten geeft wanneer het meerdere keren wordt uitgevoerd.

De beperkingen van ons bewustzijn. We zijn ons niet bewust van alle mentale processen die in ons brein plaatsvinden.

Een stroming in de psychologie die de functie van het bewustzijn onderzoekt. Wat is de rol van het bewustzijn in ons gedrag en onze aanpassing aan de omgeving?

De stroming in de psychologie die ervan uitgaat dat de perceptie van de omgeving bepaalt hoe we ons gedragen. Het geheel is meer dan de som der delen.

Een visuele illusie die aantoont dat de perceptie van een object beïnvloed wordt door de context waarbinnen het zich bevindt.

Een term die verwijst naar de onbewuste processen en impulsen die ons gedrag sturen. Deze processen zijn niet toegankelijk voor ons bewustzijn.

Het Oedipuscomplex is een theorie van Sigmund Freud die stelt dat kinderen in een bepaalde ontwikkelingsfase seksuele gevoelens ontwikkelen voor de ouder van het andere geslacht. Bij jongens is dit de moeder en bij meisjes de vader.

De angst dat een jongen heeft om gecastreerd te worden door zijn vader. Deze angst ontstaat volgens Freud in het Oedipuscomplex.

Een groep deelnemers die geen experimentele behandeling krijgt, maar wel een standaardbehandeling of placebo.

Een variabele die, naast de behandeling, de uitkomst van het experiment kan beïnvloeden.

Het constant houden of controleren van verwarrende variabelen om ervoor te zorgen dat ze het experiment niet beïnvloeden.

De mate waarin de resultaten van een experiment generaliseerbaar zijn naar de echte wereld.

De mate waarin een experiment een duidelijke en nauwkeurige meting van het effect van de behandeling oplevert.

Het minimaliseren van schade of nadelen voor de deelnemers tijdens het onderzoek.

Het informeren van deelnemers over het doel, de duur en de risico's van het onderzoek, en het verkrijgen van hun toestemming om deel te nemen.

Het informeren van de deelnemers over de resultaten van het onderzoek na afloop.

Een theorie is een algemeen samenhangend geheel van ideeën over een bepaald fenomeen. Het biedt een verklaring voor een verzameling waarnemingen.

Een theorie moet falsifieerbaar zijn, wat betekent dat er situaties mogelijk moeten zijn waarin de theorie kan worden weerlegd door observaties of experimenten.

Het is noodzakelijk om een theorie te kunnen testen om te bepalen of deze waar is of niet.

De theorie kan worden verfijnd of verworpen als nieuw onderzoek de theorie niet langer ondersteunt.

Psychologie heeft een wetenschappelijke basis. Psychologen baseren hun handelen op wetenschappelijke bevindingen.

Een kritische houding ten opzichte van informatie is belangrijk. Het is belangrijk om de betrouwbaarheid van informatiebronnen te beoordelen.

Psychologie is de wetenschap van het gedrag en de mentale processen.

Psychologen zijn praktijk-wetenschappers, wat betekent dat ze wetenschappelijke kennis gebruiken in hun dagelijkse werk.