Inleiding Petrologie
10 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Hoe moeten studenten zich gedragen tijdens hoorcolleges en practica?

  • Meld je af als je niet kunt komen
  • Zelf een voorstel doen om een practicum in te halen
  • Op tijd komen en voorbereid zijn
  • Alle bovenstaande antwoorden zijn correct (correct)
  • Wat is het verschil tussen een mineraal en een gesteente?

    Een mineraal is een homogeen natuurlijk anorganisch vast lichaam met een karakteristieke kristalstructuur, chemische samenstelling en fysieke eigenschappen. Een gesteente is een vast materiaal bestaande uit één of meerdere mineralen en/of glas en is dus heterogeen.

    Welk mineraal komt voor in Suriname, Antartica, Zambia, en Schotland? Mineraal= _______

    Surinamiet

    Match de kwarts varieteit met het mineraal:

    <p>Kwarts = Surinamiet Veldspaat = Niet te bepalen Pyroxeen = Niet te bepalen Mica = Biotiet/muscoviet</p> Signup and view all the answers

    Petrologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gesteenten en hun mineralogie.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Welke korrelgroottes worden geassocieerd met Equigranulaire gesteenten?

    <p>Geen kristallen, microscopisch klein, 0.05-1 mm, 1-5 mm, 5 mm - 1 cm, 1 cm-3cm, &gt; 3 cm</p> Signup and view all the answers

    Hoe wordt de grondmassa van inequigranulaire gesteenten genoemd?

    <p>Afanitisch</p> Signup and view all the answers

    Glasachtige textuur ontstaat door langzame afkoeling van lava. Is this statement true or false?

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de kleurindex die aangeeft 30 tot 60% mafische mineralen in het gesteente?

    <p>Mesokraat</p> Signup and view all the answers

    Match de termen met hun betekenis: [ Kristalliniteit, Textuur ] met [ Holokristallijn, Hypokristallijn, Holohyalien ]

    <p>Kristalliniteit = Holohyalien Textuur = Holohyalien</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Inleiding Petrologie

    • Petrologie is de wetenschap die gesteenten, hun voorkomen, mineralogie, oorsprong en evolutie bestudeert.
    • De student moet een grondig inzicht krijgen in de oorsprong en ontstaanswijze van magmatische, sedimentaire en metamorfe gesteenten.

    Definities

    • Mineraal: een vast lichaam, gevormd door natuurlijke processen, met een regelmatige rangschikking van atomen, beperkte variatie van de chemische samenstelling en een karakteristieke vorm.
    • Gesteente: een vast materiaal bestaande uit één of meerdere mineralen en/of glas.

    Hoofdindeling Gesteenten

    • Magmatische gesteenten (70%): ontstaan door stolling van magma/lava in de aardkorst of op het aardoppervlak.
    • Metamorfe gesteenten (8%): ontstaan door verandering van bestaande gesteenten door druk en temperatuur.
    • Sedimentaire gesteenten (22%): ontstaan dooraccumulatie en cementatie van sedimenten.

    Gesteentecyclus

    • De gesteentecyclus beschrijft de processen die plaatsvinden tussen de drie hoofdtypen van gesteenten namelijk magmatische, metamorfe en sedimentaire gesteenten.

    Magmatische Gesteenten

    • Plutonische of dieptegesteenten (intrusief): magma stolt op grote diepte in de aardekorst.
    • Vulkanische of uitvloeiingsgesteenten (extrusief): lava stolt aan het aardoppervlak.
    • Hypabyssale of ganggesteenten: magma stolt in spleten of barsten in de aardkorst.

    Pyroklastica

    • Pyroklastica en Tuf (‘Tephra’) behoren tot transitionele vulkanische gesteenten en zijn ontstaan uit gefragmenteerde lava van verschillende grootte die uitgeworpen worden bij een explosieve vulkaanuitbarsting.

    Voorbereiding Practicum

    • Tijdens het practicum zullen de gesteenten macroscopisch worden beschreven op basis van 9 punten: sample nr, naam, mineralogie, korrelgrootte, kleurindex, kristalliniteit, textuur, classificatie, SiO2-gehalte en SiO2-verzadiging.

    Korrelgrootte

    • Equigranulair: kristallen hebben ongeveer dezelfde grootte.
    • Inequigranulair: kristallen hebben verschillende korrelgroottes.
    • Afmeting kristallen wordt gebruikt om de korrelgrootte te bepalen.

    Kleurindex

    • De kleurindex geeft het percentage aan mafische mineralen in het gesteente weer.

    Kristalliniteit

    • De graad van kristalliniteit kan worden beschreven als holokristallijn, hypokristallijn of holohyalien.

    Textuur

    • De textuur van magmatische gesteenten kan worden beïnvloed door factoren als de snelheid van afkoeling, difusie-snelheid, nucleatie-snelheid en groeisnelheid van kristallen.
    • Texturen in equigranulaire gesteenten kunnen euhedrisch, subhedrisch of anhedrisch zijn.

    Practicum

    • Tijdens het practicum zullen de gesteenten worden beschreven en geklasseerd op basis van de mineralogie, korrelgrootte, kleurindex, kristalliniteit, textuur en classificatie.### Magmatische Gestenten

    • Langzame afkoeling in de diepte leidt tot de groei van enkele grote euhedrische kristallen (fenokristen).

    • Snelle afkoeling aan het aardoppervlak leidt tot de vorming van fijnkorrelige of afanitische grondmassa.

    Texturen van Inequigranulaire Gestenten

    • Trachitisch (Fluidaal, Vloeitextuur): sub-parallelle oriëntatie van latvormige en prismatische mineralen, platte plagioklaas kristallen (fenokristen) in de grondmassa vertonen vloeistructuren.
    • Orbiculair: kogelvormen in de structuur bestaande uit concentrische lagen rondom een kern (inclusion).

    Texturen Gekenmerkt door Niet Opgevulde Holten

    • Vesiculair: bevat ronde of elliptische holten (‘vesicles’), die oorspronkelijk bellen van ontwijkend gas bevatten.
    • Schuimige/cellige textuur: veel holten (>50%) met dunne wanden, karakteristiek voor pyroklastica.

    Texturen waarbij Glas een Rol Speelt

    • Glazige textuur (glassy texture): ontstaat door de snelle afkoeling van lava, bijv. obsidiaan.
    • Sferulitisch: grondmassa bestaat uit glas, waarin ronde ‘kogels’ met radiaire vezels (sferulieten) voorkomen.

    Mogelijke Texturen Massieve Magmatische Gestenten

    • Equigranulaire gesteente
    • Inequigranulaire gesteente: euhedrisch granulair, subhedrisch granulair, anhedrisch granulair, porfierisch, trachitisch of vloeitextuur, orbiculair

    Classificatie Magmatische Gestenten

    • Plutonisch: grofkorrelig, kristallen zijn wel zichtbaar met het blote oog
    • Vulkanisch: afanitisch, glas of porfierisch
    • Ganggesteenten: fijnkorrelig
    • Transitioneel: kenmerken van magmatisch en sedimentair gesteente

    Silica (SiO2)-Gehalte

    • Zure gesteenten: >66% SiO2 (veel kwarts + veldspaat)
    • Intermediaire gesteenten: 52-66% SiO2 (veel veldspaat)
    • Basische gesteenten: 45-52% SiO2 (veel mafische mineralen, geen kwarts, wel veldspaat)
    • Ultrabasische gesteenten: <45% SiO2

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    1ste IP College 2024 PDF

    Description

    Inleidende regels en richtlijnen voor het college Inleiding Petrologie van Dr. D. Monsels. Het omvat afspraken over aanwezigheid, voorbereiding en afmelding.

    More Like This

    Earth and Life Science
    79 questions
    Patreology in Geology
    10 questions

    Patreology in Geology

    RenewedSlideWhistle avatar
    RenewedSlideWhistle
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser