Income and Wealth Inequality Analysis

Inkomensverdeling en -ongelijkheid

• 40% van de mensen met de laagste inkomens verdienen 9% van het totale inkomen, terwijl 60% van de mensen met de hoogste inkomens 91% van het inkomen verdienen.
• 90% van de mensen met de laagste inkomens verdienen 56% van het inkomen, terwijl de top 10% van de mensen met de hoogste inkomens 44% van het inkomen verdienen.

GINI-coëfficiënt

• De GINI-coëfficiënt is een getal tussen 0 en 1 dat de mate van inkomensongelijkheid uitdrukt.
• Een GINI-coëfficiënt van 0 betekent 'perfecte gelijkheid', terwijl een GINI-coëfficiënt van 1 betekent 'perfecte ongelijkheid'.
• De GINI-coëfficiënt kan worden berekend door de Lorenzcurve in twee oppervlaktes te verdelen en vervolgens A / (A + B) te berekenen.

Voor- en nadeel GINI

• Het voordeel van de GINI-coëfficiënt is dat inkomensongelijkheid wordt teruggebracht tot een getal tussen 0 en 1, waardoor het eenvoudiger is om de inkomensongelijkheid in verschillende landen, regio's en steden te vergelijken.
• Het nadeel van de GINI-coëfficiënt is dat het niet duidelijk maakt waar de ongelijkheid precies zit, bijvoorbeeld bij de hoge of lage inkomens.

Inkomensverdeling

• Er zijn twee manieren om naar de verdeling van inkomens in een land te kijken: categoriale inkomensverdeling en personele inkomensverdeling.
• Categoriale inkomensverdeling: de verdeling van het nationaal of binnenlands inkomen over de primaire inkomens.
• Personele inkomensverdeling: de verdeling van de primaire inkomens over personen of huishoudens.

Lorenzcurve

• De Lorenzcurve is een grafische weergave van de inkomensverdeling (of vermogensverdeling) in een land.
• De Lorenzcurve geeft een verdeling weer van het cumulatieve percentage personen versus het cumulatieve percentage inkomen.
• De Lorenzcurve zegt niets over absolute aantallen, zoals het aantal personen of nominaal inkomen.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)

• MVO is het bewust richten van de ondernemersactiviteiten op waardecreatie in drie dimensies: people, planet en profit.
• Bedrijven zullen zoeken naar een balans tussen de drie verschillende resultaten: economisch, sociaal en ecologisch.

Lineaire economie

• Een lineaire economie is het traditionele economische systeem waarbij het draait om het winnen van grondstoffen en die gebruiken voor het produceren van goederen.
• De lineaire economie wordt ook wel wegwerpeconomie genoemd.

Primair, secundair en tertiair inkomen

• De Nederlandse overheid streeft naar een rechtvaardige inkomensverdeling en maakt met haar beleid de relatieve inkomensverschillen tussen hoge en lage inkomensgroepen kleiner.
• Er zijn drie soorten inkomensverdeling: primaire, secundaire en tertiaire inkomensverdeling.

Circulaire economie

• De overheid heeft vier knoppen waar zij met circulair-economiebeleid aan kan draaien om het grondstoffengebruik in Nederland meer circulair te maken.
• De maatregelen om dit doel te bereiken zijn: grondstoffengebruik verminderen, grondstoffen vervangen, levensduur verlengen en hoogwaardige verwerking.

Rol van de overheid

• De overheid heeft drie functies: herverdelingsfunctie, allocatiefunctie en stabiliseringsfunctie.
• De herverdelingsfunctie: de overheid beïnvloedt de inkomens- en vermogensverdeling, via belastingen en premies en sociale uitkeringen.
• De allocatiefunctie: de overheid beïnvloedt de allocatie van productiefactoren.
• De stabiliseringsfunctie: de overheid beïnvloedt de conjunctuur van de economie.