Podcast
Questions and Answers
Welke bewering over de bloed-hersenbarrière is NIET correct?
Welke bewering over de bloed-hersenbarrière is NIET correct?
- Het beschermt het zenuwstelsel tegen virussen en andere schadelijke stoffen.
- Het laat grote, geladen moleculen zoals glucose gemakkelijk door. (correct)
- Het bestaat uit een muur van cellen die de aderen van de hersenen en het ruggenmerg omringen.
- Het bevat actieve transportproteïnen die glucose en aminozuren het zenuwstelsel in pompen.
Welke type gliacellen is voornamelijk betrokken bij de embryonale ontwikkeling van neuronen?
Welke type gliacellen is voornamelijk betrokken bij de embryonale ontwikkeling van neuronen?
- Radiale gliacellen (correct)
- Microglia
- Astrocyten
- Oligodendrocyten
Wat is de meest accurate beschrijving van de functie van de bloed-hersenbarrière (BBB)?
Wat is de meest accurate beschrijving van de functie van de bloed-hersenbarrière (BBB)?
- De BBB biedt immunologische bewaking, waarbij alle immuuncellen op elk moment actief de hersenen kunnen scannen.
- De BBB is een dynamische interface die de hersenen constant monitort, maar pas in actie komt als een bedreiging wordt gedetecteerd.
- De BBB fungeert als een absolute barrière, die voorkomt dat **alle** moleculen de hersenen binnenkomen.
- De BBB laat selectief essentiële voedingsstoffen en moleculen door, terwijl schadelijke stoffen worden geblokkeerd. (correct)
Hoe beïnvloeden astrocyten de activiteit van neuronen in de hersenen?
Hoe beïnvloeden astrocyten de activiteit van neuronen in de hersenen?
Wat is een cruciale functie van het rustpotentiaal die een neuron in staat stelt om snel te reageren op een stimulus?
Wat is een cruciale functie van het rustpotentiaal die een neuron in staat stelt om snel te reageren op een stimulus?
Een neuron ontvangt verschillende soorten signalen tegelijkertijd, welke van de volgende combinaties zal het meest waarschijnlijk leiden tot een actiepotentiaal?
Een neuron ontvangt verschillende soorten signalen tegelijkertijd, welke van de volgende combinaties zal het meest waarschijnlijk leiden tot een actiepotentiaal?
In de context van temporele en ruimtelijke summatie, welke situatie zou een neuron het meest waarschijnlijk tot een actiepotentiaal brengen?
In de context van temporele en ruimtelijke summatie, welke situatie zou een neuron het meest waarschijnlijk tot een actiepotentiaal brengen?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste hoe myeline de voortplanting van een actiepotentiaal beïnvloedt?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste hoe myeline de voortplanting van een actiepotentiaal beïnvloedt?
Wat is het primaire effect van de afgifte van een neurotransmitter op een postsynaptische cel in aanwezigheid van ionotrope receptoren?
Wat is het primaire effect van de afgifte van een neurotransmitter op een postsynaptische cel in aanwezigheid van ionotrope receptoren?
Een presynaptische neuron ondergaat een actiepotentiaal. Wat is de daaropvolgende meest directe gebeurtenis die leidt tot neurotransmitterafgifte?
Een presynaptische neuron ondergaat een actiepotentiaal. Wat is de daaropvolgende meest directe gebeurtenis die leidt tot neurotransmitterafgifte?
Welke receptor, als geactiveerd door een neurotransmitter, zal het meest waarschijnlijk een langdurig effect produceren op de postsynaptische cel, door de genexpressie te veranderen?
Welke receptor, als geactiveerd door een neurotransmitter, zal het meest waarschijnlijk een langdurig effect produceren op de postsynaptische cel, door de genexpressie te veranderen?
Welke bewering over selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) is het meest accuraat?
Welke bewering over selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) is het meest accuraat?
Gegeven de complexiteit van synaptische communicatie, wat is dan de betekenis van het zeggen dat 'één plus één groter is dan twee' m.b.t. een synaptische gebeurtenis?
Gegeven de complexiteit van synaptische communicatie, wat is dan de betekenis van het zeggen dat 'één plus één groter is dan twee' m.b.t. een synaptische gebeurtenis?
In de context van actiepotentiaal voortplanting, wat is de functie van Na+ (natrium) kanalen in het axon?
In de context van actiepotentiaal voortplanting, wat is de functie van Na+ (natrium) kanalen in het axon?
Hoe beïnvloedt het medicijn cocaïne de synaptische transmissie?
Hoe beïnvloedt het medicijn cocaïne de synaptische transmissie?
Een stof heeft een hoge affiniteit en lage effectiviteit. Wat is het primaire effect van deze stof op de synaptische activiteit bij aanwezigheid van een neurotransmitter?
Een stof heeft een hoge affiniteit en lage effectiviteit. Wat is het primaire effect van deze stof op de synaptische activiteit bij aanwezigheid van een neurotransmitter?
Welke van de volgende aspecten wordt niet direct beïnvloed door amfetamine?
Welke van de volgende aspecten wordt niet direct beïnvloed door amfetamine?
Wat is een belangrijke bevinding met betrekking tot verslavende middelen en de dopamine afgifte in de nucleus accumbens?
Wat is een belangrijke bevinding met betrekking tot verslavende middelen en de dopamine afgifte in de nucleus accumbens?
Wat is een belangrijk verschil tussen de werking van methylfenidaat (bv. Ritalin) en cocaïne?
Wat is een belangrijk verschil tussen de werking van methylfenidaat (bv. Ritalin) en cocaïne?
Waarom wordt elektroshocktherapie (ECT) soms toch ingezet bij mensen met ernstige depressie?
Waarom wordt elektroshocktherapie (ECT) soms toch ingezet bij mensen met ernstige depressie?
Welke stoornis wordt vaak behandeld met een stimulant, ondanks dat het een verslavend potentieel heeft, en wat is dan het voornaamste effect op de hersenen bij deze behandeling?
Welke stoornis wordt vaak behandeld met een stimulant, ondanks dat het een verslavend potentieel heeft, en wat is dan het voornaamste effect op de hersenen bij deze behandeling?
Wat betekenen de termen 'efferente axon' en 'afferente axon' in de context van een neuron?
Wat betekenen de termen 'efferente axon' en 'afferente axon' in de context van een neuron?
Welks van de volgende beweringen over de organisatie van de hersenschors is het meest juist?
Welks van de volgende beweringen over de organisatie van de hersenschors is het meest juist?
Iemand heeft schade aan alleen rechter hersenhelft. Wat zie je het meest waarschijnlijk?
Iemand heeft schade aan alleen rechter hersenhelft. Wat zie je het meest waarschijnlijk?
Welke bewering is het meest accuraat over hersenlateralisatie?
Welke bewering is het meest accuraat over hersenlateralisatie?
In vergelijking met een volwassene vertoont een adolescent...?
In vergelijking met een volwassene vertoont een adolescent...?
Welke van de volgende beweringen vat de relatie tussen hormonen en het gedrag in de adolescentie het beste samen?
Welke van de volgende beweringen vat de relatie tussen hormonen en het gedrag in de adolescentie het beste samen?
Waarom is de adolescentie een periode van grotere kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van psychopathologie, gezien de neurale veranderingen die in deze periode plaatsvinden?
Waarom is de adolescentie een periode van grotere kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van psychopathologie, gezien de neurale veranderingen die in deze periode plaatsvinden?
Stel dat een neurowetenschapper de hersenactiviteit van adolescenten en volwassenen meet terwijl ze complexe beslissingen nemen. Wat voor verschil in activiteit zou je verwachten?
Stel dat een neurowetenschapper de hersenactiviteit van adolescenten en volwassenen meet terwijl ze complexe beslissingen nemen. Wat voor verschil in activiteit zou je verwachten?
Wat valt er onder de hersenen in je hoofd maar wordt niet direct door de hersenen verzorgt?
Wat valt er onder de hersenen in je hoofd maar wordt niet direct door de hersenen verzorgt?
In welke volgorde verloopt de verwerking in sensorische systemen, van meest gedetailleerd naar meer generaliseerde informatie?
In welke volgorde verloopt de verwerking in sensorische systemen, van meest gedetailleerd naar meer generaliseerde informatie?
Welke van de volgende craniale zenuwen is verantwoordelijk voor een efferente functie?
Welke van de volgende craniale zenuwen is verantwoordelijk voor een efferente functie?
Wat is de rol van de zogeheten temporale kwab?
Wat is de rol van de zogeheten temporale kwab?
Waarom is de fantoompijn nog steeds een probleem voor veel geamputeerde patiënten?
Waarom is de fantoompijn nog steeds een probleem voor veel geamputeerde patiënten?
Wat is een voorbeeld van de ‘somatische bestempelingshypothese’?
Wat is een voorbeeld van de ‘somatische bestempelingshypothese’?
Wat heb je niet nodig voor executief functioneren?
Wat heb je niet nodig voor executief functioneren?
Wat houdt in dat iemand selectieve aandacht heeft?
Wat houdt in dat iemand selectieve aandacht heeft?
Welke zintuigelijke informatie bereikt niet de cortex via de Thalamus?
Welke zintuigelijke informatie bereikt niet de cortex via de Thalamus?
Wat wordt bedoelt met het zogenoemde gelabelde lijn principe
?
Wat wordt bedoelt met het zogenoemde gelabelde lijn principe
?
Noem een reden waarom veel sporters kiezen voor een spiegelblessure?
Noem een reden waarom veel sporters kiezen voor een spiegelblessure?
Wat is een cruciale vaardigheid die kinderen leren tijdens de adolescentiefase die te maken heeft met executieve functies?
Wat is een cruciale vaardigheid die kinderen leren tijdens de adolescentiefase die te maken heeft met executieve functies?
Noem een gevolg van de aandoening cerebrale parese
die nog wel enigszins verbeterd kan worden?
Noem een gevolg van de aandoening cerebrale parese
die nog wel enigszins verbeterd kan worden?
Op welke leeftijd is de voornaamste ontwikkeling afgerond?
Op welke leeftijd is de voornaamste ontwikkeling afgerond?
Flashcards
Wat is een neuron?
Wat is een neuron?
Het daadwerkelijke zenuwcel type die informatie ontvangt en doorgeeft aan andere cellen.
Wat doen dendrieten?
Wat doen dendrieten?
Informatie opvangen van andere neuronen; informatie komt de cel binnen.
Wat is een axon?
Wat is een axon?
Uitloper waarin informatie vervoerd wordt; informatie wordt doorgegeven naar een andere plek.
Wat zijn gliacellen?
Wat zijn gliacellen?
Signup and view all the flashcards
Wat doen astrocyten?
Wat doen astrocyten?
Signup and view all the flashcards
Wat doen oligodendrocyten?
Wat doen oligodendrocyten?
Signup and view all the flashcards
Wat is een EPSP?
Wat is een EPSP?
Signup and view all the flashcards
Wat is een IPSP?
Wat is een IPSP?
Signup and view all the flashcards
Wat is de Nucleus accumbens?
Wat is de Nucleus accumbens?
Signup and view all the flashcards
Waar worden neurotransmitters aangemaakt?
Waar worden neurotransmitters aangemaakt?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn Agonisten?
Wat zijn Agonisten?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn Antagonisten?
Wat zijn Antagonisten?
Signup and view all the flashcards
Wat is Affiniteit?
Wat is Affiniteit?
Signup and view all the flashcards
Wat is Effectiviteit?
Wat is Effectiviteit?
Signup and view all the flashcards
Hoe worden de hersenen beschermd?
Hoe worden de hersenen beschermd?
Signup and view all the flashcards
Drie opties van informatieverwerking
Drie opties van informatieverwerking
Signup and view all the flashcards
Welke structuren spelen een rol bij informatieverwerking?
Welke structuren spelen een rol bij informatieverwerking?
Signup and view all the flashcards
Drie informatiestromen
Drie informatiestromen
Signup and view all the flashcards
Wat is de bloed-hersenbarrière?
Wat is de bloed-hersenbarrière?
Signup and view all the flashcards
Waaruit bestaat de bloed-hersenbarrière?
Waaruit bestaat de bloed-hersenbarrière?
Signup and view all the flashcards
Welke stoffen kunnen de bloed-hersenbarrière passeren?
Welke stoffen kunnen de bloed-hersenbarrière passeren?
Signup and view all the flashcards
Welke stoffen kunnen via actief transport de bloed-hersenbarrière passeren?
Welke stoffen kunnen via actief transport de bloed-hersenbarrière passeren?
Signup and view all the flashcards
Wat is het nut van de bloed-hersenbarrière?
Wat is het nut van de bloed-hersenbarrière?
Signup and view all the flashcards
Bloed-hersenbarrière gaat stuk
Bloed-hersenbarrière gaat stuk
Signup and view all the flashcards
Soorten neuronen
Soorten neuronen
Signup and view all the flashcards
Wat doen neuronen?
Wat doen neuronen?
Signup and view all the flashcards
Hersenbeschadiging ontstaan
Hersenbeschadiging ontstaan
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Hersen en Gedrag: Inleiding
- Ons gedrag wordt bestuurd door onze hersenen en biologische factoren kunnen stoornissen veroorzaken.
- Een biologisch standpunt helpt om functie en disfunctie beter te begrijpen.
- Voorbeelden van stoornissen met een biologische achtergrond zijn spina bifida, autisme spectrum stoornis en cerebrale parese.
- Hersenbeschadiging kan niet hersteld worden, maar een persoon kan wel geholpen worden.
Vijf Onderdelen van de Cursus
- Cellen en informatieoverdracht, waarbij medicijnen en verdovende middelen de communicatie beïnvloeden.
- Hersenstructuur en hersenfunctie.
- Onderzoek.
- Ontwikkeling en plasticiteit, waarmee de aanpassing en verandering van de hersenen gedemonstreerd kan worden
- Stoornissen en invloeden.
Waarom Hersenen
- Hersenen sturen alles aan. Het lichaam is ontworpen om aangestuurd te worden door de hersenen.
- Hersenfuncties beschermen ons, stellen ons in staat tot nadenken, betekenis geven en onthouden.
- Door onze hersenen kunnen wij interacteren met de omgeving, waardoor wij onszelf in veiligheid kunnen brengen.
- Communicatie met en reactie op de omgeving via zintuigen, verwerking en output.
- Communicatie van de hersenen via het lichaam en de communicatie tussen hersencellen binnen de hersenen.
Hersencellen: Neuronen en Gliacellen
- Twee soorten cellen waaruit het zenuwstelsel bestaat zijn neuronen en gliacellen.
- Neuronen zijn zenuwcellen die informatie ontvangen en doorgeven.
- Gliacellen zijn ondersteunende cellen.
Neuronen: Celstructuur
- Neuronen zijn cellen met celmembraan, celkern, mitochondriën en ribosomen.
- Celmembraan sluit de cel af en bevat poriën/kanalen voor communicatie met de omgeving.
- Celkern bevat genetisch materiaal (chromosomen).
- Mitochondriën zorgen voor energievoorziening door glucose te verbranden.
- Ribosomen maken eiwitten.
- Cellichaam (soma) bevat dezelfde onderdelen als andere lichaamscellen.
- Soma is een term die specifiek voor neuronen wordt gebruikt.
- Neuronen zijn speciaal ontworpen om informatie uit te wisselen via dendrieten en axonen.
Dendrieten en Axonen: Communicatie
- Dendrieten ontvangen informatie van andere neuronen, informatie komt de cel binnen.
- Veel dendrieten per neuron, dendritische spines vergroten het oppervlak voor synapsen.
- Axon is een uitloper waarin informatie vervoerd wordt informatie wordt doorgegeven naar een andere plek.
- Axon kan vertakken in axon knopjes, en rondom de axonen zit myeline (isolatielaag).
- Informatie loopt via dendrieten naar cellichaam, wordt opgeteld en stroomt verder via het axon. via neurotransmitters.
- Informatie komt aan bij axon knopjes (presynaptische terminal), de synaps. via een volgende cel.
Gliacellen: Ondersteuning en Afweer
- Gliacellen vormen de andere helft van het hersenvolume en ondersteunen neuronen.
- Beïnvloeden communicatie/informatieverwerking tussen neuronen en geven fysieke steun.
- Astrocyten reguleren de aan- en afvoer van stoffen, produceren hersenvloeistof.
- Oligodendrocyten maken myeline, een isolatielaag rond axonen.
- Myeline beschermt de axon en zorgt ervoor dat informatie niet weglekt.
- Microglia spelen een rol in de afweer tegen virussen en bij herstelfuncties.
- Vermenigvuldigen na hersenschade om beschadigde neuronen te verwijderen.
- Radiale gliacellen begeleiden de migratie van neuronen en hun axonen dendrieten en dendrieten tijdens de embryonale ontwikkeling.
- Gliacellen spelen een rol bij de ontwikkeling van de hersenen, vormen een steiger voor verplaatsing van neuronen.
- Samengevat: steun, aan- afvoer van stoffen (astrocyten), myeline (oligodendrocyten), afweer (microglia), rol in ontwikkeling.
Het Brein en de Omgeving: Input en Informatieverwerking
- Centraal zenuwstelsel (CZS) = hersenen + ruggenmerg.
- Drie opties van informatieverwerking: zintuigen naar CZS, overdracht binnen CZS, van CZS naar spieren.
- Afferente informatiestroom: informatie wordt aangevoerd, bijvoorbeeld van zintuigen naar hersenen.
- Intrinsieke informatiestroom: communicatie binnen een structuur, bijvoorbeeld dendrieten en axon in dezelfde structuur.
- Efferente informatiestroom: informatie wordt afgevoerd, bijvoorbeeld van hersenen naar spieren.
- Sensorische neuron vangt prikkel op en stuurt signaal via axon naar iets anders (afferente informatiestroom).
- Interneuron binnen dezelfde CZS-structuur (intrinsieke informatiestroom). Motorische neuron van CZS naar ruggenmerg (efferente informatiestroom).
Bloed Hersenbarrière: Bescherming van de Hersenen
- Hersenen worden beschermd door bot (schedel), vloeistoflaagje en bloed-hersenbarrière.
- Bloed-hersenbarrière zorgt ervoor dat streng gecontroleerde stoffen de hersenen binnenkomen.
- In je lichaamscellen kunnen makkelijker infecties krijgen, vandaar dat de hersenen zo goed beschermd worden.
- Er worden geen nieuwe hersencellen bijgemaakt, waardoor bescherming essentieel is.
- Bloed-hersenbarrière wordt gevormd door de wand van de bloedvaten en bestaat uit tight junction (binnenkant) en astrocyten (buitenkant).
- Hersenen hebben bepaalde stoffen nodig om te functioneren.
- Stoffen die door de barrière kunnen: kleine moleculen, in vet oplosbare stoffen, ongeladen stoffen, zuurstof, CO2, sommige vitaminen, water met speciale kanaaltjes.
- Actief transport pompt glucose (essentiële brandstof) en aminozuren (bouwstof), sommige vitaminen en ijzer naar de hersenen.
- Schadelijke stoffen en virussen kunnen er niet doorheen. Niet alle medicijnen kunnen de barrière passeren
- Bloed-hersenbarrière kan stuk gaan door bijvoorbeeld een ongeluk.
- Hersencellen worden niet vervangen, maar de bloed-hersenbarrière kan wel herstellen.
- Neuronen hebben glucose nodig, dit is de enige voedingsstof die de bloed-hersenbarrière doorgaat in grote hoeveelheden.
- Samengevat: beschermen van functies, activiteit versterken en wijzigen op meerdere manieren, ook het zenuwstelsel en gliacellen.
- Vorm varieert afhankelijk van de functie en de verbindingen met andere cellen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.