Grondrechten en het EHRM
84 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het eerste stappen in de standstill-test?

  • Controleren van economische ontwikkelingen
  • Nagaan of de regeling juridische gevolgen heeft
  • Vergelijken van beschermingsniveau voor en na inwerkingtreding nieuwe regeling (correct)
  • Beoordeling van de functie van de overheid
  • De standstill-test leidt vaak tot de vaststelling van schendingen van het standstill-beginsel.

    False

    Wat moet een rechter doen indien de nieuwe regel het beschermingsniveau vermindert?

    Nagaan of de afbouw gerechtvaardigd is door ernstige redenen van algemeen belang.

    Bij de beoordeling van grondrechten houdt de rechter rekening met ______.

    <p>de beleidsvrijheid van de overheid</p> Signup and view all the answers

    Koppel de termen aan hun juiste beschrijvingen:

    <p>Standstill-beginsel = Beperking van beschermingsniveau Margin of appreciation = Beoordelingsmarge van nationale overheid Interpretatieve werking = Wetten in overeenstemming met hoger recht Grondrechtentoets = Toetsing van belangenafweging</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van een onderwerp waarbij nationale overheden een grotere beoordelingsmarge hebben?

    <p>Milieuzaken</p> Signup and view all the answers

    Grondrechten kunnen niet geïnterpreteerd worden in overeenstemming met andere bepalingen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van het EHRM in relatie tot nationale overheden?

    <p>Het EHRM bepaalt de beoordelingsmarge van nationale overheden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van het subsidiariteitsbeginsel?

    <p>Nationale autoriteiten zijn het best geplaatst om te oordelen over overheidsingrijpen.</p> Signup and view all the answers

    Art. 17 EVRM is gericht tegen staten die grondrechten schenden.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat laat Art. 15 EVRM toe in extreme omstandigheden?

    <p>Derogatie van grondrechten</p> Signup and view all the answers

    De Belgische overheid kan niet afwijken van de grondwet, zelfs niet in _________.

    <p>oorlogstijd</p> Signup and view all the answers

    Koppel de soevereiniteitsmodellen aan hun kenmerken:

    <p>Nationale soevereiniteit = Soevereiniteit bij ondeelbare entiteit (natie) Volkssoevereinheid = Abstracte natie vervangen door 'volk' Paritaire democratie = Genderpariteit binnen de democratie Constitutionalisme = Interne soevereiniteit en bronnen van staatsmacht</p> Signup and view all the answers

    Wie wordt gezien als de grondlegger van de ideeën over volkssoevereiniteit?

    <p>Jean-Jacques Rousseau</p> Signup and view all the answers

    Variaties van soevereiniteitsmodellen bestaan niet in de Belgische grondwet.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de kern van de paritaire democratie?

    <p>Genderpariteit in vertegenwoordiging</p> Signup and view all the answers

    Art. 33 Gw legt de basis voor de ________ in Belgische staatsstructuren.

    <p>nationale soevereiniteit</p> Signup and view all the answers

    Wat was de status van stemrecht voor vrouwen in België vóór 1948?

    <p>Vrouwen mochten stemmen in 1948.</p> Signup and view all the answers

    De论 van genderdualiteit houdt in dat alleen mannen en vrouwen bestaan.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat is het doel van genderquota in het parlement?

    <p>Een evenwichtige samenstelling op basis van geslacht.</p> Signup and view all the answers

    Electorale genderquota zijn verboden in België.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat rechtvaardigt het GwH in politiek gevoelige materies?

    <p>Beleidsruimte aan wetgever</p> Signup and view all the answers

    Politieke en maatschappelijke instellingen kennen de ________ naar de omgevingen toe.

    <p>doctrine</p> Signup and view all the answers

    Noem één type van genderquota dat in België is ingevoerd.

    <p>Partijquota of wetgevende quota of voorbehouden zetels</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke reden voor het toekennen van beleidsruimte aan wetgevers?

    <p>Om democratische legitimiteit te waarborgen.</p> Signup and view all the answers

    Bij paritaire democratie moeten publieke organen gelijk aantal _____ en _____ tellen.

    <p>mannen, vrouwen</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende termen aan hun betekenis:

    <p>Partijquota = Percentage kandidaten voor elk geslacht op lijsten Wetgevende quota = Quota voorgeschreven door de wet Voorbehouden zetels = Zetels voorbehouden aan vrouwelijke vertegenwoordigers Ritsprincipe = Afwisseling tussen mannen en vrouwen op lijsten</p> Signup and view all the answers

    Wat kan gezien worden als een mogelijke juridische drijfveer voor genderquota?

    <p>Verklaringen van Wenen</p> Signup and view all the answers

    De grondwet vraagt om pariteit in alle publieke functies.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de grondslag voor het genderneutrale systeem van voorbehouden plaatsen voor de Senaat?

    <p>De Senaat wordt niet meer rechtstreeks verkozen.</p> Signup and view all the answers

    Bij nationale soevereiniteit zijn genderquota _____ omdat ze differentiatie op basis van geslacht impliceren.

    <p>verboden</p> Signup and view all the answers

    Wat is een sleutelprincipe van het proportionaliteitsbeginsel?

    <p>Een evenredige afweging van grondrechten.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de kernprobleem in het pluralistische burgerschapsmodel?

    <p>Hoe algemene wil genereren uit particuliere belangen.</p> Signup and view all the answers

    Het soevereiniteitsmodel heeft als basisprincipe de meerderheidsregel.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Noem een voorbeeld van een artikel in de Belgische grondwet dat diversiteit erkent.

    <p>Artikel 11bis</p> Signup and view all the answers

    In een corporatistisch burgerschapsmodel moeten subgroepen in de _____________ worden betrokken.

    <p>besluitvorming</p> Signup and view all the answers

    Koppel de modellen aan hun kenmerken:

    <p>Pluralistisch model = Genereren van algemene wil uit particuliere belangen Soevereiniteitsmodel = Vereist voorkeur voor unanimiteit Corporatistisch model = Erkenning van subgroepen in besluitvorming Liberaal model = Meerderheidsregel als basisprincipe</p> Signup and view all the answers

    Wat is een reden waarom referenda moeilijk toepasbaar zijn in een corporatistisch model?

    <p>Het geeft een oordeel van de meerderheidsgroep.</p> Signup and view all the answers

    De Belgische grondwet staat bindende referenda toe zonder expliciete grondslag.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van het artikel 33 in de Belgische grondwet met betrekking tot referenda?

    <p>Het wie de zuiver vertegenwoordigende, parlementaire stelsel bevestigt.</p> Signup and view all the answers

    De _____________model stelt dat groepen met specifieke belangen altijd in het besluitvormingsproces vertegenwoordigd moeten zijn.

    <p>corporatistisch</p> Signup and view all the answers

    Welk artikel in de Belgische grondwet vereist dat personen van elk geslacht aanwezig zijn in politieke organen?

    <p>Artikel 11bis</p> Signup and view all the answers

    Wat is het minimumpercentage vrouwen dat vertegenwoordigd moet zijn om invloed te hebben op het besluitvormingsproces?

    <p>30%</p> Signup and view all the answers

    Het pluralistische model gaat uit van de veronderstelling dat de algemene wil een absolute waarheid is.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de gevolgen van de meerderheid en minderheid in een liberaal model?

    <p>De meerderheid kan hun wil opleggen, de minderheid wordt tijdelijk en fragmentair uitgesloten.</p> Signup and view all the answers

    Genderquota hoeven tijdelijk te zijn zodat historisch evenwicht kan worden hersteld.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    De erkenning van subgroepen in de Belgische grondwet is met name gebaseerd op _____________ kenmerken.

    <p>identiteits</p> Signup and view all the answers

    Noem de kwaliteitscriteria die noodzakelijk zijn voor grondwetsherzieningen.

    <p>Twee-derde meerderheid in beide kamers en instemming van de bevolking.</p> Signup and view all the answers

    Waarom wordt het principe van unanimiteit in het soevereiniteitsmodel vaak het meest gewild?

    <p>Het voorkomt conflicten met de minderheid.</p> Signup and view all the answers

    De Belgische grondwet is in _____ opgesteld.

    <p>1831</p> Signup and view all the answers

    Koppel de grondwetsartikelen aan hun functie:

    <p>Art. 195 = Herzieningsprocedure Art. 34 = Aansluiting bij EU Art. 10 = Vrijheid van meningsuiting Art. 23 = Recht op sociale zekerheid</p> Signup and view all the answers

    Koppel de democratische rechten aan hun beschrijvingen:

    <p>Kiesrecht = Onderdeel van individuele en gelijke, democratische rechten Recht op vereniging = Bevorderd de vrijheid van samenkomst Referenda = Volksstemmingen over bepaalde onderwerpen Art. 39bis = Regelt gewestelijke volksraadplegingen</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende opties is een taak van de preconstituante?

    <p>Het aanwijzen van artikelen voor herziening.</p> Signup and view all the answers

    Een nieuw parlement is verplicht om grondwetsbepalingen te herzien zoals voorgesteld door de pre-constituante.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk neveneffect van de vereiste van een twee-derde meerderheid bij grondwetsherzieningen?

    <p>Onderhandelingen met de oppositie.</p> Signup and view all the answers

    De Belgische grondwet heeft vele _____ ondergaan sinds 1831.

    <p>wijzigingen</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van de Belgische grondwet?

    <p>Het heeft een rigide procedure voor herziening.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende artikelen van de grondwet heeft betrekking op de invloed van supranationaal recht?

    <p>Art. 8 Gw</p> Signup and view all the answers

    De Belgische grondwet heeft een grote aandacht voor internationaal recht.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke uitspraak van het HvJ met betrekking tot EU-recht?

    <p>Voorrang op nationale wetgeving, zelfs grondwet.</p> Signup and view all the answers

    De verhouding tussen nationale en internationale rechtsorde kan worden samengevat in de ______ en monistische opvatting.

    <p>dualistische</p> Signup and view all the answers

    Koppel de artikelen van de grondwet aan hun beschrijvingen:

    <p>Art. 197 Gw = Beperking van herziening van de grondwet in bijzondere situaties Art. 198 Gw = Regels omtrent het statuut van de koning Art. 34 Gw = Toekennen van machten aan supranationale organisaties Art. 8 Gw = Verwijzing naar het Verdrag van Maastricht</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken over de grondwet en internationaal recht is waar?

    <p>De grondwet gaat voor op internationaal recht volgens de dualistische opvatting.</p> Signup and view all the answers

    De wetgevende macht kan internationaal recht zonder voorwaarden aanvaarden.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat verklaart de Belgische Grondwettelijk Hof over de voorrang van EU-recht?

    <p>EU-recht heeft voorrang op nationale wetgeving, inclusief de grondwet.</p> Signup and view all the answers

    De rechtmatige aansluiting bij de internationale/supranationale rechtsorde is een ______ voor de voorrang van internationale rechtsregels.

    <p>voorwaarde</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van de maximalisatieclausule in mensenrechtenverdragen?

    <p>Zorgt ervoor dat de beste bescherming van een grondrecht moet worden toegepast.</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende rechtsprincipes aan hun definities:

    <p>Dualistische opvatting = Nationale en internationale rechtsorde als gescheiden systemen Monistische opvatting = Nationale en internationale rechtsorde als een geheel Voorrecht van internationaal recht = Internationaal recht heeft voorrang op nationale wetgeving Instemmingswet = Formele goedkeuring van internationale verdragen</p> Signup and view all the answers

    Noem een arrest dat de integratie van internationaal recht in de Belgische rechtsorde heeft bevorderd.

    <p>Smeerkaasarrest Cass.</p> Signup and view all the answers

    De Senaat heeft geen formele inspraak in de wijzigingen aan de grondwet in de federale structuur van België.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    De rechtspraak van het HvJ en de RvS heeft ______ EU-recht geïntegreerd in het Belgische rechtssysteem.

    <p>voorrang</p> Signup and view all the answers

    Wat stelt de maximalisatieclausule in de Belgische grondwet voor?

    <p>Beperkingen op grondrechten moeten in een formele wet worden neergelegd.</p> Signup and view all the answers

    Het Handvest van de grondrechten van de EU heeft altijd voorrang boven nationale grondrechten.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent 'grondwettelijk pluralisme'?

    <p>De co-existentie van verschillende grondwettelijke systemen op hetzelfde grondgebied.</p> Signup and view all the answers

    Het ______ kan geen voorrang hebben als het inbreuk maakt op grondwettelijke waarden.

    <p>EU-recht</p> Signup and view all the answers

    Welke rol heeft het Duits Grondwettelijk Hof in het context van EU-recht?

    <p>Het stelt dat EU-recht enkel voorrang heeft bij gelijkwaardige bescherming van grondrechten.</p> Signup and view all the answers

    Art. 4.2 VEU staat nationale identiteiten toe om te groeien in de richting van EU-recht.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de eerste beperking die de Belgische Grondwet aan EU-recht stelt?

    <p>Ultra vires doctrine.</p> Signup and view all the answers

    Bij de beoordeling van grondrechten moet de EU _____ respecteren.

    <p>toegang tot rechterlijke toetsing</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van de aansluiting bij de EU voor nationale wetgevers?

    <p>Ze zijn ondergeschikt aan Europese regelgevers geworden.</p> Signup and view all the answers

    De Belgische Grondwet staat onbeperkte soevereiniteit van de nationale wetgever toe.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is het criterium voor de toetsing door de Grondwettelijk Hof?

    <p>Formele wetten, decreten en ordonnanties.</p> Signup and view all the answers

    De rechtsbescherming tegen formele wetten is ______ dan tegen besluiten.

    <p>beperkter</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende grondslagen aan hun functie:

    <p>Art. 25-26 Gw = Beperkingen van grondrechten vereist in formele wet HvJ, Meloni = Handvest van de grondrechten heeft voorrang GwH 2016 = Kritisch ten opzichte van EU-recht Art. 4.2 VEU = Bescherming van nationale identiteiten</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Standstill-test: 2 stappen

    • Stap 1: Vergelijking beschermingsniveau voor en na nieuwe regeling.

      • Vroeger: Vergelijking met beschermingsniveau op moment invoering grondrecht.
      • Vandaag: Vergelijking met beschermingsniveau van regelgeving vóór nieuwe maatregelen.
      • Progressie: Verbetering in beschermingsniveau blijft behouden.
      • Gehele regeling: Vergelijking van het volledige beschermingsniveau.
    • Stap 2: Rechtvaardiging afbouw beschermingsniveau indien nodig.

      • Rechtvaardiging: Ernstige redenen van algemeen belang.
      • Factoren: Economische ontwikkelingen, stijging gemiddeld inkomen en budgettaire mogelijkheden overheid.
      • Flexibele test: Resulteert in zeldzame vaststellingen van schending standstill.
      • Documentatie rechtvaardiging vereist: Controleerbaarheid door rechter.

    Interpretatieve werking

    • Rechter: Interpretatie wetgeving en besluiten in overeenstemming met hoger recht.
    • Rechtsgevolgen: Ondanks directe afdwingbaarheid, kunnen grondrechten rechtsgevolgen opleveren.
    • Zelfinterpretatie: Grondrechten worden geïnterpreteerd in overeenstemming met andere grondrechtenbepalingen.

    Beoordelingsruimte

    • Politieke functie: Toetsing aan grondrechten en belangenafweging raken essentie politieke functie.
    • Terughoudendheid: Rechters laten beleidsvrijheid aan overheid.
    • Margin of Appreciation (MoA): Uitdrukking van de ruimte voor nationale overheden.
    • Ruimere MoA: Materies buiten strikt toepassingsgebied EVRM (vb. milieuzaken, nationale veiligheid, economisch beleid).
    • Nauwere MoA: Inperking van kwetsbare groepen, kern grondrechten of verdachte criteria (vb. geslacht).
    • Consensus: Ruimer indien Europese consensus ontbreekt, nauwer bij groeiende consensus.
    • Zorgvuldigheid nationaal: Ruimere MoA bij zorgvuldige optreden van nationale wetgever/rechter.
    • Subsidiariteit: Samenhang met subsidiariteitsbeginsel.

    Misbruik grondrechten

    • Democratische rechtsstaat: Focus op vrijheid grondrechten, gekoppeld aan idee democratische rechtsstaat.
    • Doelen onverenigbaar: Grondrechten mogen niet worden misbruikt voor doelen strijdig met wezenlijke doelstellingen.
    • Art. 17 EVRM: Gericht tegen staten; schending vaststellen van de bepaling.
    • Verweermiddel: Staten gebruiken om eigen optreden tegen gevaarlijke personen te rechtvaardigen (dreiging rechten/vrijheden van anderen of democratische staat).
    • Doelgroepen: Vooral gericht tegen terroristische, racistische en revisionistische groepen.

    Derogatie van grondrechten

    • Extreme omstandigheden: Afbreuk grondrechten mogelijk onder extreme omstandigheden.
    • Art. 15 EVRM: Toelaatbaar onder specifieke voorwaarden.
    • Noodtoestand: Sprake van een noodtoestand.
    • Rechtvaardiging: Maatregelen gerechtvaardigd door ernst situatie en niet in strijd met andere internationale verplichtingen.
    • Informatie Raad Europa: Secretaris-Generaal moet geïnformeerd worden.
    • Onmogelijk derogatie: Sommige rechten kennen geen derogatie (Art. 15, tweede lid EVRM).
    • Nationale wettigheid: Alleen mogelijk als nationaal recht het toelaat (vb. Art. 187 Gw: België).

    Constitutionalisme

    • Bronnen staatsmacht: Kwestie van interne soevereiniteit.
    • Middeleeuws concept: Soevereiniteit absoluut en ondeelbaar.
    • Moderne systemen: Onverenigbaar met moderne federale systemen .
    • Verschillende concepten: Verschillende visies op burgerschap en bron staatsmacht leiden tot tegenstrijdige elementen in Belgische grondwet.

    Soevereiniteitsmodellen

    • Nationale soevereiniteit:
      • Frankrijk: Soevereiniteit bij natie (abstracte entiteit).
      • Natieconcept: Burgers in abstracto, generatieoverschrijdende continuïteit.
      • Parlement: Vertegenwoordiging natie.
      • Vrij deliberatie: Geen imperatief mandaat.
      • Sieyes: Nationale eenheid noodzakelijk.
      • Functioneel, beperkt stemrecht: Enkele rationele burgers.
    • Volkssoevereiniteit:
      • Liberaler concept: deelname aan publieke leven als mensenrecht.
      • Volk: Verandering naar 'volk'.
      • Rousseau: Abstracte natie vervangen door 'volk', algemene wil.
    • Paritaire democratie:
      • Frankrijk: Vrouwenemancipatie.
      • Genderinherent: Democratie als gegenderd concept.
      • Genderdualiteit: Mensheid uit mannen en vrouwen, interdependent.
      • Complexiteit gender niet weergegeven.
      • Non-binaire personen en gender-fluïditeit worden genegeerd.

    Sporen in Belgische Grondwet

    • Nationale soevereiniteit: Art. 8, 2de lid en art. 33, 34, 42 Gw.
    • Beperkt stemrecht: 1919/1948: Enkelvoudig stemrecht voor mannen/vrouwen.
    • Stemrecht niet-Belgen: Art 8, 3de/4de lid.
    • Vermenging concepten: Vermenging nationale en volkssoevereiniteit.
    • Genderquota: Electorale genderquota worden niet door de GwH rechtstreeks afgeleid.

    Pluralistisch burgerschap

    • Pluralistisch model: Volk verwijst naar concrete personen in contingente situaties.
    • Pluralisme/differentiatie: Algemene wil niet rationele waarheid.
    • Bescherming persoonlijke vrijheid: Focus op relativiteit volkswil en bescherming persoonlijke vrijheid.
    • Kiesrecht: Individuele en gelijke rechten.
    • Functioneel principe: Meerderheidsregel als functioneel principe.
    • Voorkeur voor unanimiteit.
    • Liberaal model: Gezag wet gebaseerd op voorkeur concrete personen en nieuwe meerderheid.
    • Uitsluiting minderheid tijdelijk en fragmentair.
    • Amorfe en contingente groepen: Steunen op ideeën eerder dan identiteit.

    Sporen in Belgische Grondwet

    • Nationale/liberaal model: Gw verwijst naar nationaal soevereiniteitsmodel, maar evolueert naar liberaal pluralistisch model.
    • Algemeen enkelvoudig stemrecht: Art. 61 Gw.
    • Erkenning van diversiteit: Art. 11bis Gw.
    • Andere democratische rechten: Rechten op vereniging.

    Corporatistisch burgerschapsmodel

    • Subgroepen: Permanentie in heterogene samenlevingen.
    • Structurele verschillen.
    • Meerderheidsregel: Permanente uitsluiting van groep.
    • Milder model: Erkenning groepen met specifieke belangen.
    • Geregelde rekening: Permanente rekening houden met groepsbelangen.
    • Groepsbelangen: NIET tijdelijk nodig om tot gelijkheid te komen.
    • Beschrijvende/substantiële vertegenwoordiging: Parlement weerspiegelt samenleving in al haar variëteit.
    • Essentialisme: Vrouwenbelangen verschillen.
    • Vrouwenbelangen: Verschillende visies op vrouwenbelangen.
    • Concrete zaken: Articulatie in concrete zaken doorheen besluitvorming.
    • Consensusdemocratie: Speciale erkenning aan subgroepen (taal, etniciteit, religie).
    • Sporen in Belgische Gw: Indeling taalgebieden, federale staat, taalgroepen in parlement, vrouwen in politieke organen.

    Toepassing op referendum

    • Volksstemmingen: Binding en advies.
    • Volksraadplegingen: Niet bindend.
    • RvS: Bezwaren tegen bindende referenda.
      • Art. 33, 1ste lid Gw: Zuiver vertegenwoordigend, parlementair model.
      • Art. 33, 2de lid Gw: Beschreeflijke grondslag.
    • Nationale/volkssoevereiniteit/pluralistisch: Argumenten voor referenda bij deze modellen.
    • Corporatistisch model: Referenda moeilijk, gebrek aan mechanismen.
    • Uitzondering: Gewestelijke volksraadplegingen.

    Toepassing op genderquota

    • Electorale genderquota: Partijquota, wetgevende quota, voorbehouden zetels.
    • België: Wettelijke genderquota, kieslijsten met verschil geslacht max 1, ritsprincipe.
    • RvS: Bezwaar tegen quota.
    • Art. 11bis Gw: Specifieke grondslag nadien toegevoegd.
    • Senaat: Genderneutraal, rechtstreeks gekozen.
    • Nationale/volkssoevereiniteit/pluralistisch: Argumenten tegen quota bij deze modellen.
    • Paritaire democratie: Quota toegelaten.
    • Rechtvaardiging: Kansengelijkheid, historisch onevenwicht, positieve actie.
    • Proportioneel, tijdelijk, afweging grondrechten.

    Bronnen van grondwettelijk recht

    • Grondwet: Belgische Gw, wijzigingen.
    • Herzieningsprocedure: Art. 195 Gw (preconstituante, constituante, 2/3 meerderheid).
    • Doelstellingen: Stabiliteit, consensus en fundamenteel karakter Gw.
    • Problemen: Staatshervormingen, internationale verdragen en tussentijdse verkiezingen.
    • Bijzondere situaties (Koning/andere).

    Intra/supra nationaal recht

    • Belgische Gw: Weinig expliciet, maar geïntegreerd (vooral Europees recht).
    • Art. 34 Gw: Machten aan supranationale organisaties.
    • Invloed EU-recht: Verwijzingen en rechtspraak.
    • GwH en internationale recht: GwH toetst aan internationale recht in samenhang met grondwetsbepalingen.
    • Voorrang EU-recht: Rechtspraak HvJ over voorrang en aansprakelijkheid.

    Verhouding Grondwet en Internationaal recht

    • Dualistisch: Nationale en internationale rechtsordes als afzonderlijke systemen.
    • Monistisch: Nationale en internationale regelgeving als geheel.
    • Voorrang internationaal recht: HvJ: EU-recht heeft rechtstreekse werking en voorrang op nationale wet.
    • GwH: Toetst via instemmingswet grondwettigheid van aansluiting.
    • Uitgesloten toets: Voorkomt toekomstige conflicten over interpretatie aansluiting verdrag.

    Uitzonderingen grondrechten

    • Maximalisatieclausule: Maximalisering van bescherming.
    • Belgische Gw: Verschillende gevallen, meer verregaande bescherming (vooral formele wet).
    • Maximalisatieclausule en Belgische Gw : Combinatie nationale en verdragsrechtelijke voorwaarden.

    Beperkingen voorrang EU-recht

    • Grondwettelijk pluralisme: EU-recht enkel voorrang zolang gelijkwaardige bescherming grondrechten.
    • Ultra vires doctrine: EU-recht buiten mandaat.
    • Constitutionele identiteit: EU-recht niet indien inbreuk op nationale waarden.
    • GwH 2016: Las beperkingen in art 34 op EU-instellingen.
    • Beperkingen: Ultra vires en nationale identiteit, onduidelijkheid nationale identiteit.
    • Kritiek Melani doctrine.

    Handhaving grondwet

    • Ontwikkelingen: Aansluiting bij EU (onderschikking), federaliseringsproces.
    • Soevereiniteitsdenken: Rechtsbescherming tav formele wetten beperkter.
    • Besluiten: Subjectieve/objectieve contentieux toetsbaar.
    • Wetgeving: Lacunes.

    Mandaat Grondwettelijk Hof

    • Formele wetten: Wetten, decreten, ordonnanties.
    • Niet vatbare handelingen: vb. KB's.
    • Lacunes in wetgeving: Wetgever heeft bepaalde voorschriften niet geregeld/toepasselijk gemaakt.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Description

    Test je kennis over de standstill-test en de rol van het EHRM in relatie tot nationale overheden. Dit quiz behandelt belangrijke concepten zoals schendingen van het standstill-beginsel en de beoordeling van grondrechten door rechters. Ontdek hoe deze mechanismen de bescherming van rechten beïnvloeden.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser