GLP-1 RA's en Sulfonylureumderivaten
32 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welk van de volgende mechanismen verklaart het effect van sulfonylureumderivaten op de insulinesecretie het beste?

  • Directe stimulatie van insuline receptoren in de perifere weefsels.
  • Remming van de alfa-cellen in de pancreas.
  • Stimulatie van de afgifte van glucagon-like peptide-1 (GLP-1).
  • Sluiting van KATP-kanalen in de β-cellen van de pancreas. (correct)

Waarom hebben sulfonylureumderivaten met een kortere werkingsduur de voorkeur boven middelen met een langere werkingsduur?

  • Ze zijn effectiever in het verlagen van de postprandiale bloedglucose.
  • Ze hebben een lager risico op gewichtstoename.
  • Ze zijn minder eiwitgebonden, wat resulteert in een stabielere bloedspiegel.
  • Ze verminderen de kans op hypoglykemie, vooral 's nachts. (correct)

Een patiënt start met glibenclamide. Welke bijwerking is het meest waarschijnlijk?

  • Hyperglykemie
  • Verminderde eetlust
  • Gewichtsverlies
  • Hypoglykemie (correct)

Welke uitspraak over de farmacokinetiek van sulfonylureumderivaten is correct?

<p>Ze hebben een korte halfwaardetijd (minder dan 10 uur). (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren draagt significant bij aan de langere werkingsduur van glibenclamide in vergelijking met andere sulfonylureumderivaten?

<p>Langzamere dissociatie van de SUR1-receptor. (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met diabetes type 2 gebruikt glimepiride. Welke zeldzame bijwerking dient de arts in overweging te nemen bij het beoordelen van nieuwe symptomen van de patiënt?

<p>Hyponatriëmie (C)</p> Signup and view all the answers

Een arts overweegt een sulfonylureumderivaat voor te schrijven aan een oudere patiënt met diabetes type 2. Welke overweging is het meest cruciaal bij de keuze van het specifieke middel?

<p>Het risico op hypoglykemie, rekening houdend met nierfunctie en medicatiegebruik. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt ontwikkelt huiduitslag 7 weken na de start van glipizide. Wat is de meest geschikte actie?

<p>Glipizide vervangen door metformine en de patiënt controleren op tekenen van bloedziekten. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire werkingsmechanisme van meglitinides zoals nateglinide en repaglinide?

<p>Binding aan SUR1-receptoren, wat leidt tot het sluiten van KATP-kanalen in β-cellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire werkingsmechanisme van metformine?

<p>Het remmen van de hepatische gluconeogenese via remming van mitochondriaal complex I. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken beschrijft het beste de werkingsduur van meglitinides in vergelijking met sulfonylureas?

<p>Meglitinides hebben een kortere werkingsduur dan sulfonylureas, wat het risico op hypoglykemie kan verminderen. (A)</p> Signup and view all the answers

Binnen welk tijdsbestek dient een patiënt meglitinides in te nemen voor een hoofdmaaltijd om de postprandiale glucosepiek effectief te beheersen?

<p>Binnen 30 minuten voor de maaltijd. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft de activatie van AMPK (5'-AMP-activated protein kinase) door metformine op cellulair niveau?

<p>Het bevordert katabole activiteit en schakelt metabole paden die ATP verbruiken uit. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de werking van metformine is correct?

<p>Metformine verbetert de insulinegevoeligheid door verhoogde expressie en activiteit van insulinereceptoren. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende bijwerkingen komt minder vaak voor bij het gebruik van meglitinides in vergelijking met sulfonylureas?

<p>Gewichtstoename (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire werkingsmechanisme van GLP-1 receptoragonisten zoals exenatide en liraglutide bij de behandeling van diabetes mellitus type 2?

<p>Het nabootsen van het effect van GLP-1, wat leidt tot een verhoogde glucose-afhankelijke insulineafgifte en verminderde glucagonsecretie. (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met type 2 diabetes gebruikt repaglinide. Na een maaltijd ervaart de patiënt ongebruikelijk heftige buikpijn en diarree. Welke van de volgende acties is het meest geschikt?

<p>De patiënt adviseren om contact op te nemen met de behandelend arts om de symptomen te bespreken en eventueel de medicatie aan te passen. (C)</p> Signup and view all the answers

Via welke route wordt metformine voornamelijk uit het lichaam verwijderd?

<p>Door de nieren, in onveranderde vorm. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'glucose-afhankelijke insulineafgifte' bij het gebruik van GLP-1 receptoragonisten?

<p>De afgifte van insuline wordt gestimuleerd door de β-cellen van de pancreas, maar alleen als de bloedglucosewaarde verhoogd is. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke reden waarom metformine niet mag worden voorgeschreven aan patiënten met een creatinineklaring (GFR) onder een bepaalde waarde?

<p>Omdat het een verhoogd risico geeft op lactaatacidose door ophoping van lactaat. (C)</p> Signup and view all the answers

Nateglinide stimuleert voornamelijk de insulineafgifte onder welke omstandigheden?

<p>Bij een stijgende bloedglucose spiegel. (B)</p> Signup and view all the answers

Een onderzoeker bestudeert de effecten van een nieuw meglitinide-derivaat. Uit de eerste farmacokinetische studies blijkt dat het derivaat een halfwaardetijd heeft van 30 minuten. Welke conclusie kan het meest waarschijnlijk worden getrokken over de toedieningsfrequentie van dit nieuwe derivaat in vergelijking met de bestaande meglitinides?

<p>Het nieuwe derivaat zal waarschijnlijk vaker toegediend moeten worden dan de bestaande meglitinides. (A)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende mechanismen draagt bij aan de vermindering van leververvetting door metformine?

<p>Activering van AMPK, wat leidt tot stimulatie van vetzuuroxidatie en verminderde lipogenese. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk farmacokinetisch verschil tussen exenatide en liraglutide?

<p>Exenatide wordt voornamelijk geëlimineerd door de nieren, terwijl liraglutide wordt geëlimineerd door proteolyse. (A)</p> Signup and view all the answers

Een farmacoloog ontwerpt een studie om de effecten van repaglinide en glibenclamide (een sulfonylureum) op de insulineafgifte en glucosecontrole bij patiënten met type 2 diabetes te vergelijken. Welke parameter zou de farmacoloog nauwlettend moeten volgen om verschillen in de dynamiek van insulineafgifte tussen de twee medicijnen optimaal te karakteriseren, vooral rekening houdend met de verschillen in hun werkingsduur?

<p>Continue glucosemonitoring gedurende 24 uur, inclusief metingen van postprandiale glucosepieken en hypoglykemische episodes. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt gebruikt metformine en ervaart aanhoudende gastro-intestinale bijwerkingen zoals misselijkheid en diarree. Welke van de volgende aanpassingen in het behandelplan is het meest geschikt om deze bijwerkingen te minimaliseren, zonder de effectiviteit van het medicijn significant te verminderen?

<p>Overstappen op een 'modified-release' formulering van metformine of de dosis verlagen. (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt klaagt over aanhoudende misselijkheid en verminderde eetlust na de start met exenatide. Hoe zou u dit uitleggen?

<p>Deze bijwerkingen kunnen optreden als gevolg van de vertraging van de maaglediging veroorzaakt door exenatide, wat resulteert in misselijkheid, braken, verminderde eetlust en gewichtsverlies. (D)</p> Signup and view all the answers

Een onderzoeker bestudeert de effecten van metformine op cellulair niveau en observeert een significante toename van de fosforylering van een specifiek eiwit dat betrokken is bij de insulin signaling cascade. Welke van de volgende enzymen wordt waarschijnlijk direct gefosforyleerd onder invloed van AMPK activatie door metformine, resulterend in een verhoogde insulinegevoeligheid in perifere weefsels?

<p>Tyrosine Kinase (TKA). (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van GLP-1 receptoragonisten op de eerste fase van de insulinerespons bij een orale glucosebelasting?

<p>Het helpt de eerste fase van de insulinerespons te herstellen, waardoor er voldoende insuline wordt afgegeven na een maaltijd. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de toediening van liraglutide is correct?

<p>Liraglutide wordt eenmaal daags toegediend, binnen 1 uur voor de eerste maaltijd van de dag OF het avondeten. (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met diabetes type 2 gebruikt metformine en overweegt om exenatide toe te voegen aan zijn behandeling. Welk advies is essentieel om aan de patiënt te geven met betrekking tot de timing van de exenatide injecties?

<p>Exenatide moet tweemaal per dag worden toegediend, voorafgaand aan de maaltijden. (B)</p> Signup and view all the answers

Bijwerkingen van GLP-1 receptoragonisten zijn over het algemeen dosis-afhankelijk. Stel een patiënt ervaart aanhoudende gastro-intestinale klachten, ondanks een lage dosering liraglutide. Wat is de meest verstandige volgende stap?

<p>De dosering van liraglutide tijdelijk verlagen of de toedieningstijd aanpassen in overleg met de arts, om te kijken of de bijwerkingen verminderen, en tevens andere oorzaken voor de klachten uitsluiten. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

GLP-1 receptoragonisten

Medicijnen die het effect van het hormoon GLP-1 nabootsen.

Exenatide

Een GLP-1 receptoragonist, gegeven als injectie.

Liraglutide

Een GLP-1 receptoragonist met langere halfwaardetijd.

Glucose-afhankelijke insuline afgifte

Insuline komt vrij bij verhoogde bloedglucosewaarden.

Signup and view all the flashcards

Eerste fase van de insulinerespons

Snelle afgifte van insuline na een maaltijd.

Signup and view all the flashcards

Verminderde glucagon secretie

GLP-1 agonisten verlagen de glucagonproductie.

Signup and view all the flashcards

Bijwerkingen van GLP-1 agonisten

Misselijkheid, braken, en gewichtsverlies door vertraging van maaglediging.

Signup and view all the flashcards

Farmacokinetiek van GLP-1 medicijnen

Hoe en wanneer de medicijnen in het lichaam worden afgebroken en toegediend.

Signup and view all the flashcards

Sulfonylurea

Een klasse van medicijnen die insulineafgifte stimuleren uit β-cellen.

Signup and view all the flashcards

Werking van sulfonylureas

Ze binden aan SUR1, sluiten KATP-kanalen en verhogen Ca2+.

Signup and view all the flashcards

SUR1

Sulfonylureareceptor-1, de receptoren waarop sulfonylureas inwerken.

Signup and view all the flashcards

Waterretentie

De ophoping van water in het lichaam, wat kan leiden tot vergrote bloedvolume en hyponatriëmie.

Signup and view all the flashcards

Hypoglycemie

Een ongewenste bijwerking van sulfonylureas, vaak 's nachts.

Signup and view all the flashcards

Farmacokinetiek

De studie van de absorptie, distributie en uitscheiding van sulfonylureas.

Signup and view all the flashcards

Dilutionele hyponatriëmie

Hypo-natriëmie veroorzaakt door een teveel aan water in verhouding tot natrium.

Signup and view all the flashcards

Glibenclamide

Een sulfonylurea met een lange werkingsduur en hoge kans op bijwerkingen.

Signup and view all the flashcards

Meglitinides

Kortwerkende insulinesecretagogen zoals nateglinide en repaglinide.

Signup and view all the flashcards

Bijwerkingen

Misselijkheid, gewichtsverandering en huidreacties kunnen optreden.

Signup and view all the flashcards

Werkingsmechanisme meglitinides

Binding aan SUR1 en sluiten van KATP-kanalen in β-cellen, wat insulineafgifte stimuleert.

Signup and view all the flashcards

Absorptie

Sulfonylureas worden snel opgenomen, maar langzamer met voedsel.

Signup and view all the flashcards

Onset of action meglitinides

Heel snel werkend, binnen 30 minuten na toediening.

Signup and view all the flashcards

Wanneer innemen?

Innemen binnen 30 minuten voor een hoofdmaaltijd voor optimale werking.

Signup and view all the flashcards

Ongewenste bijwerkingen

Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree en minder hypoglykemie dan bij sulfonylurea's.

Signup and view all the flashcards

Farmacokinetiek

Metabolisme in de lever en een halfwaardetijd van 1-2 uur.

Signup and view all the flashcards

Biguanide

Een klasse van geneesmiddelen, waaronder metformine, gebruikt om de bloedsuikerspiegel te verlagen.

Signup and view all the flashcards

Metformine

Een specifiek biguanide geneesmiddel dat de glucoseproductie in de lever vermindert.

Signup and view all the flashcards

Werking van metformine

Remt gluconeogenese en activeert AMPK, wat leidt tot glucoseverbruik en lagere bloedsuikerspiegel.

Signup and view all the flashcards

AMPK

5'-AMP-activated protein kinase, een enzym dat vet- en glucosemetabolisme reguleert.

Signup and view all the flashcards

Gluconeogenese remming

Het proces waarbij de glucoseproductie in de lever wordt verminderd door metformine.

Signup and view all the flashcards

Insulinegevoeligheid

Verhoogde reactie van cellen op insuline, wat leidt tot betere glucoseopname.

Signup and view all the flashcards

GLP-1 secretie

Verhoogde afscheiding van GLP-1, wat helpt bij insulinesecretie en glucagon-remming.

Signup and view all the flashcards

Bijwerkingen van metformine

Gastro-intestinale problemen zoals misselijkheid en verminderde vitamine B12 absorptie.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

GLP-1 receptor agonisten (GLP-1 RA's)

  • Exenatide en liraglutide zijn peptiden die het effect van GLP-1 nabootsen.
  • Ze binden aan de GLP-1 receptor in de pancreas.
  • Deze binding stimuleert de glucose-afhankelijke afgifte van insuline, alleen wanneer de bloedsuiker hoog is.
  • Het vermindert de glucagonafgifte.
  • Het helpt de eerste fase van de insuline reactie bij orale glucosebelasting herstellen.
  • Ze worden subcutan (onderhuids) toegediend.
  • Exenatide heeft een korte halfwaardetijd (2 uur) en wordt 2 keer per dag toegediend.
  • Liraglutide heeft een langere halfwaardetijd (11-15 uur) en wordt 1 keer per dag toegediend.
  • Veel voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, verminderde eetlust en gewichtsverlies.

Orale glucoseverlagende medicijnen (sulfonylureumderivaten)

  • Werking: stimuleren van insulinesecretie door de ß-cellen van de pancreas.
  • Binden specifiek aan de sulfonylureareceptor (SUR1) op de ß-cel.
  • Dit bindt aan K-ATP kanalen, causing depolarisatie en toename insulinesecretie.
  • Sulfonylureumderivaten zijn eiwitgebonden.
  • Snelle absorptie, maar effect wordt aangetast bij voedsel inname.
  • Glibenclamide heeft een lange werkingsduur.
  • Andere sulfonylureumderivaten hebben kortere werkingsduur om kans op hypoglykemie te minimaliseren.
  • Bijwerkingen zijn GI klachten (misselijkheid, braken etc.
  • Een bijwerking is ook hypoglykemie, vooral 's nachts.
  • Gewichtstoename is een mogelijkheid.

Meglitinides (kortwerkende insulinesecretagogen)

  • Werking: vergelijkbaar met sulfonylureumderivaten, maar met een kortere werkingsduur.
  • Binden aan de SUR1 receptor.
  • Werking is heel snel (30 minuten ofzo?)
  • Goed voor bij hypo's, omdat ze snel werkzaam zijn.
  • De halfwaardetijd is kort, 1-2 uur.
  • Metformine is een bijwerking
  • De meeste bijwerkingen zijn GI-klachten.

Biguaniden (Metformine)

  • Werking: remt de gluconeogenese in de lever en verbetert de insulinegevoeligheid.
  • Metformine remt het mitochondriale complex I.
  • Er is een lager risico op hypo dan bij Sulfonylureumderivaten.
  • De helft uistcheid met de nieren, en gemetaboliseerd in de lever.

Thiazolidinedionen (PPAR-gamma-agonisten)

  • Werking: verhogen de insulinegevoeligheid.
  • Met een effect op vet- spier en lever cellen.
  • Effecten op de nucleus van de cellen.
  • Effecten op glucosemetabolisme.

DPP-4 remmers (gliptines)

  • Werkingsmechanisme: remt het enzym DPP-4 en verlengt de werking van incretines (GLP-1 en GIP).
  • Hierdoor blijft het insuline-bevorderende effect langer aanhouden.
  • Glipitnes worden geexcreteerd door de nieren en de lever.
  • Veel voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, diarree, en buikpijn.

Glucosidase-remmers

  • Acarbose vertraagt de afbraak van koolhydraten in de dunne darm.
  • Dit leidt tot een minder snelle stijging van de bloedglucose na een maaltijd.
  • Bijwerkingen zijn winderigheid, buikpijn, en diarree.

Sodium-glucose co-transporter 2 (SGLT2) remmers (gliflozines)

  • Werking: blokkeren SGLT2 in de nieren, waardoor glucose uitgescheiden wordt in de urine.
  • Dit verlaagt de bloedglucose.
  • Bijwerkingen zijn urineweginfecties en genitale infecties, dorst en polyurie.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

GLP-1 receptor agonisten (RA's) bootsen GLP-1 na en stimuleren insulineafgifte. Sulfonylureumderivaten stimuleren insulinesecretie door binding aan SUR1 receptoren. Beide medicijnen beïnvloeden de bloedsuikerspiegel.

More Like This

Diabetes Medication Safety Quiz
56 questions
Diabetes Medication Mechanisms Quiz
42 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser