Gestructureerde Lichtreflecties en Waarneming
53 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat verandert er in de gestructureerde lichtreflecties wanneer Fred zijn houding aanpast?

  • Hij ziet meer van de muur.
  • Hij ziet minder van de boom.
  • Hij ontvangt andere gestructureerde lichtreflecties. (correct)
  • Hij ziet minder van de vloer.
  • Hoe beïnvloedt de optische stroom de waarneming van een dier?

  • Het maakt de ruimte onzichtbaar.
  • Het geeft inzicht in de richting van de beweging. (correct)
  • Het helpt de massa van het dier te verwaarlozen.
  • Het beïnvloedt de sterkte van het dier.
  • Wat is een gevolg van een verandering in de actie-schaal van een dier?

  • De massa van het dier heeft geen effect op de waarneming.
  • Het patroon van optische stroom blijft constant.
  • Twee dieren van dezelfde grootte hebben altijd dezelfde waarneming.
  • Verschillende bewegingen leiden tot verschillende patronen van optische stroom. (correct)
  • Wat wordt bedoeld met 'affordances' in relatie tot gestructureerde lichtinformatie?

    <p>De mogelijkheden voor actie die het dier waarneemt.</p> Signup and view all the answers

    Welke factor is NIET van invloed op optische stroom?

    <p>De kleur van het oppervlak.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk probleem dat wordt opgelost door gestructureerde lichtinformatie?

    <p>Hoe ruimte en diepte worden waargenomen.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met het patroon van gestructureerd licht als Fred naar het raam loopt?

    <p>Het patroon verandert.</p> Signup and view all the answers

    Wat kan de waarneming van een oppervlak beïnvloeden?

    <p>De houding en positie van het dier.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van de ecologische benadering in de psychologie?

    <p>Er is een focus op de interactie tussen dier en omgeving.</p> Signup and view all the answers

    Hoe beïnvloeden energiepatronen een dier in zijn omgeving?

    <p>Ze bepalen de unieke affordances voor elk dier.</p> Signup and view all the answers

    Waarom zijn unieke observatiepunten belangrijk voor dieren?

    <p>Ze beïnvloeden de energiepatronen die een dier waarneemt.</p> Signup and view all the answers

    Wat geeft de structuur van energiepatronen aan voor een dier?

    <p>Hoe een dier zich kan verhouden tot de omgeving.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een implicatie van de traditionele benaderingen van stimulatie?

    <p>Ambiguïteit over omgevingskenmerken kan optreden.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de bal wanneer je op de juiste plek staat?

    <p>De bal stopt recht boven je en valt naar beneden.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebruiken gannets om te bepalen wanneer ze hun vleugels moeten intrekken?

    <p>Optische expansie.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn affordances?

    <p>Mogelijkheden voor gedrag in relatie tot de omgeving.</p> Signup and view all the answers

    Welk voorbeeld illustreert het waarnemen van affordances?

    <p>Een kat die een stoel bespringt.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt versterkt door veranderingen in optische flow volgens Fajen (2005a)?

    <p>De aanpassing van remgedrag.</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak over de perceptie van de toekomst is waar?

    <p>Affordances zijn verbonden met zowel de huidige situatie als toekomstige mogelijkheden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een actie-capaciteit?

    <p>De fysieke en motorische mogelijkheden van een dier.</p> Signup and view all the answers

    Hoe worden affordances gezien in de context van perceptie?

    <p>Als subjectief en context-afhankelijk.</p> Signup and view all the answers

    Welk aspect is cruciaal voor de perceptie van klimcapaciteit?

    <p>De verhouding tussen traphoogte en beenlengte.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurde er tijdens Warren's onderzoek naar traplopen?

    <p>De critische waarde was constant voor alle deelnemers.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke vraag in de ecologische benadering?

    <p>Hoe komt licht in de spieren en hoe wordt het daar gebruikt?</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van de videobeelden in het onderzoek naar ballen vangen?

    <p>Ze helpen bij het analyseren van de synchronisatie van bewegingen.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met een neuron dat geen activiteit vertoont wanneer het staafje over het receptieve veld beweegt?

    <p>Het neuron reageert mogelijk minder bij weinig coherentie.</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de term 'coherentie' in het context van bewegingswaarneming in?

    <p>De gelijktijdige beweging van alle stippen in dezelfde richting.</p> Signup and view all the answers

    Wat ondersteunt de ontdekking van mirror neurons volgens Rizzolatti en collega's?

    <p>Neuronen die actief zijn bij zowel het uitvoeren als observeren van handelingen.</p> Signup and view all the answers

    Waarvoor is de super temporal sulcus (STS) verantwoordelijk?

    <p>Herkenning van biologische beweging.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van focus of expansion (FoE) in navigatie?

    <p>Het geeft aan waar de snelste weg naartoe leidt.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende elementen speelt een rol in de perceptie-actie-cyclus?

    <p>De flow gecreëerd door beweging en lokale verstoringen.</p> Signup and view all the answers

    Hoe beïnvloedt optic flow onze perceptie tijdens beweging?

    <p>Het verandert de optische structuur afhankelijk van de beweging.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van grid cells in de hippocampus?

    <p>Ze helpen bij het vormen van een cognitieve kaart.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de 'apperture problem' in perceptie?

    <p>De moeilijkheid om de richting van beweging te bepalen vanuit beperkt visueel perspectief.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken over James Gibson is correct?

    <p>Perceptie resulteert uit informatie in de omgeving.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een resultaat van het onderzoek naar apen en hun herkenning van beweging?

    <p>Neuronen in de MT-cortex zijn betrokken bij perceptie van beweging.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de hippocampus van ervaren taxichauffeurs?

    <p>Hun hippocampus is significant groter door het herkennen van landmarks.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft 'implied motion'?

    <p>De illusie van beweging in een statisch beeld.</p> Signup and view all the answers

    Wat doet transcranial magnetic stimulation in de hersenen?

    <p>Het schakelt bepaalde hersengebieden tijdelijk uit.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de ciliary muscles in het oog?

    <p>Ze veranderen de kromming en focus van de lens.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de primaire oorzaak van myopie?

    <p>Oogbal is te lang.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er bij de isomeratie van retinal?

    <p>Retinal buigt omhoog en koppelt los van opsine.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de staafjes en kegeltjes in de retina verantwoordelijk voor?

    <p>Zij vangen licht op en zetten dit om in elektrische activiteit.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van laterale inhibitie in de retina?

    <p>Het versterkt contrasten door inhibitie van buikjes van nabijgelegen receptoren.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van de fovea in het oog?

    <p>Het is de plek waar je het scherpst kunt zien.</p> Signup and view all the answers

    Hoe lang duren de regeneratieprocessen voor staafjes en kegeltjes?

    <p>Kegeltjes regenereren in 6 minuten, staafjes in 30 minuten.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van presbyopia?

    <p>De near point afstand wordt groter.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het concept van 'cortical magnification'?

    <p>Een klein gebied van de retina wordt geprojecteerd naar een groter gebied in de cortex.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een functie van ganglioncellen in de retina?

    <p>Ze verzenden signalen naar de optische zenuw.</p> Signup and view all the answers

    Wat verklaart de Chevreul illusie?

    <p>De inhibitie van receptoren door omringende receptoractiviteit.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van selectively rearing?

    <p>Kittens groeien op in een omgeving met enkel rechte lijnen.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er tijdens donkeradaptatie?

    <p>Er vindt een aanpassing van receptoren aan duisternis plaats.</p> Signup and view all the answers

    Waarom is de retinale informatiestroom zo complex?

    <p>Omdat er verschillende soorten cellen zijn die informatie verwerken.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Ogen

    • Ogen komen in twee soorten voor: eenkameroog (één opening voor licht) en samengesteld oog (meerdere buisjes met eigen receptoren).
    • De pupil laat licht binnen.
    • Het hoornvlies en de lens buigen licht af voor een scherp beeld op het netvlies.
    • Het netvlies bevat staafjes en kegeltjes die licht omzetten in elektrische signalen.
      • Er zijn meer staafjes dan kegeltjes in de perifere retina.
      • In de lichtgevoelige pigmenten in de buitenste delen van staafjes en kegeltjes vindt transductie plaats.
      • Het lange gedeelte van het pigment is opsine, het korte gedeelte is retinal.
      • Licht op retinal zorgt ervoor dat retinal buigt en loskoppelt van opsine (isomeratie), wat een kettingreactie en een elektrisch signaal veroorzaakt.
    • De elektrische activiteit verlaat het oog via de optische zenuw (blinde vlek).
    • De fovea bevat veel kegeltjes, waardoor je hier het scherpst kunt zien.
      • Verlies van de fovea leidt tot een grijze vlek.
    • Ciliary spieren veranderen de kromming en focuspower van de lens (accommodatie).
      • Het nabijheidspunt is de afstand waarbij het te dichtbij is om iets waar te nemen.

    Oogaandoeningen

    • Presbyopie: de nabijheidspunt wordt groter met de leeftijd, omdat de lens stijver wordt en de ciliary spieren zwakker.
    • Myopie (bijziendheid):
      • Komt voor bij jonge mensen die een bril dragen.
      • Kan ontstaan door refractieve myopie (hoornvlies en/of lens buigen het licht te veel) of axiale myopie (oogbal is te lang).
      • Het vertepunt is de afstand waarop het licht scherp op het netvlies valt.
    • Hyperopie (verziendheid):
      • Oogbal is te kort, waardoor jonge mensen moeten accommoderen. Oudere mensen hebben zwakkere ciliary spieren en ervaren vermoeide ogen en hoofdpijn.

    Donkeradaptatie

    • De gevoeligheid voor licht neemt toe naarmate je langer in het donker bent.
    • De gevoeligheid stijgt snel in het begin, maar vlakt later af.
    • Kegeltjes worden snel gevoelig, maar bereiken snel hun maximale gevoeligheid.
    • Staafjes worden langzamer gevoelig, maar blijven langer gevoelig, waardoor ze uiteindelijk gevoeliger zijn dan kegeltjes (rod-cone break).
    • De regeneratie van het opsine-retinal complex zorgt voor het verschil in gevoeligheid van staafjes en kegeltjes.
      • Kegeltjes regenereren in 6 minuten, staafjes in 30 minuten, waardoor meer kegeltjes beschikbaar zijn.
    • Loslating van het netvlies: het netvlies komt los van het pigment-epitheel (laag met enzymen nodig voor regeneratie), wat leidt tot blindheid in het getroffen gebied van het gezichtsveld.

    Neuroconvergentie

    • De retina bevat 126 miljoen receptoren (staafjes en kegeltjes).
    • Staafjes en kegeltjes liggen aan de bovenkant van het netvlies (achterkant), waar het licht eerst doorheen moet.
      • Horizontale cellen (H).
      • Bipolaire cellen (B).
      • Amacriene cellen (A) verbinden de verschillende receptoren.
      • Ganglioncellen (G) (1 miljoen).
    • 1 ganglioncel ontvangt input van 120 staafjes (gevoeliger) en 6 kegeltjes (meer licht nodig, maar scherper zicht).
    • Staafjes: alle informatie wordt doorgegeven aan de ganglioncel, ongeacht welk staafje geactiveerd is.
    • Kegeltjes: de activering van verschillende kegeltjes activeert verschillende ganglioncellen, waardoor kleurwaarneming mogelijk is.

    Laterale inhibitie

    • Hartline onderzocht laterale inhibitie bij kikkers en krabben.
    • Hartline ontdekte dat receptieve velden van de retina overlappen en verschillen in grootte, de hele retina bedekken.
    • Laterale inhibitie zorgt voor contrastversterking en scherpte.
    • Chevreul-illusie en Hermann-grid zijn voorbeelden van laterale inhibitie.

    Visuele cortex

    • De visuele cortex (occipitale kwab, striate cortex, area V1) ontvangt informatie van de retina.
    • Hubel & Wiesel onderzochten de responsen van neuronen in de visuele cortex van katten op verschillende stimuli.
    • Neuronen in de visuele cortex zijn gespecialiseerd in het detecteren van bepaalde kenmerken, zoals oriëntatie, beweging en vorm.
    • Selectieve adaptatie en opvoeding beïnvloeden de ontwikkeling van neuronen in de visuele cortex.
    • Retinotopische mapping: punten van het waargenomen beeld op de retina worden naar specifieke gebieden in de cortex geprojecteerd.
    • Corticale vergroting: de fovea neemt 0.01% van de retina in, maar krijgt 8-10% van het oppervlak van de visuele cortex.

    Het brein

    • De middle temporal (MT) cortex bevat neuronen die reageren op beweging, met name de richting en coherentie van beweging.
    • Laesies in de MT cortex leiden tot problemen met het waarnemen van beweging.
    • Microstimulatie van MT neuronen kan de waarneming van bewegingsrichting beïnvloeden.
    • Het apperture-probleem: met 1 receptief veld kan de richting van beweging niet worden bepaald, meerdere RV's en/of informatie over de rand van een object zijn nodig.

    Impliciete en schijnbare beweging

    • Impliciete beweging: de brein voorspelt de loop van een object, zelfs als het stil staat.
    • Schijnbare beweging: als beelden snel achter elkaar worden getoond, kan de brein de illusie van beweging creëren.
    • Point-light displays: lichtjes op mensen geplakt, waardoor de bewegingen van een mens herkend kunnen worden.
    • De superior temporal sulcus (STS) is betrokken bij het herkennen van biologische beweging.
    • Transcraniële magnetische stimulatie: tijdelijk uitschakelen van gebieden in de cortex om de rol van deze gebieden te onderzoeken.

    James Gibson

    • Gibson beweert dat perceptie direct is, voor actie is, en van affordances (mogelijke acties die een object toestaat) is.
    • Perceptie wordt niet bepaald door interpretatie van stimuli, maar door de directe interactie met de omgeving.

    Optische stroom

    • Optische stroom is de beweging van licht die ontstaat wanneer we zelf bewegen.
    • De focus of expansion (FoE) is het punt in de optische stroom waaruit alles beweegt, de richting waarin we ons bewegen.
    • landmarks worden gebruikt bij navigatie.
    • Decision point landmarks zijn belangrijker dan non-decision point landmarks.
    • De parahippocampale cortex is betrokken bij het verwerken van landmarks.
    • Ratten ontwikkelen cognitieve kaarten van hun omgeving, in de hippocampus zijn place cellen gevonden die coderen voor specifieke locaties.
    • Grid cells in de hippocampus coderen voor locaties met een structuur, inclusief de richting van beweging.
    • Ervaren taxichauffeurs hebben een grotere hippocampus, wat duidt op een grotere capaciteit voor ruimtelijk geheugen.

    Spiegelneuronen

    • Spiegelneuronen worden actief tijdens het uitvoeren van een handeling en het observeren van dezelfde handeling bij een ander individu.
    • Spiegelneuronen zijn belangrijk voor empathie, sociaal leren, en motorische vaardigheden.
    • Visuomotor grip cells zijn mirror neuronen die actief zijn bij het bekijken of uitvoeren van grijpen.

    De bewegende kamer

    • De bewegende kamer is een experiment dat aantoont hoe optic flow en de bewegingsrichting van de observeerder worden gebruikt om de positie in de ruimte te bepalen.

    Perceptie-actie-cyclus

    • De perceptie-actie-cyclus beschrijft het proces waarbij perceptie en actie elkaar beïnvloeden.

    De optische array

    • De optische array is de geheel van licht dat van objecten in de omgeving wordt afgekaatst.
    • Beweging van de observeerder of objecten in de omgeving veroorzaakt verandering in de optische array.

    Oppervlakken

    • De lichtreflecties die een dier waarneemt van objecten verschillen per perspectief.
    • De houding van een dier beïnvloedt de waargenomen lichtinformatie.
    • Lichtinformatie geeft inzicht in de relatie tussen een dier en zijn omgeving.
    • Affordances (mogelijkheden voor actie) zijn afhankelijk van de manier waarop het light wordt waargenomen vanuit een specifieke positie.
    • Optische stroom (optic flow) is de verandering in het patroon van gestructureerd licht dat een dier waarneemt tijdens beweging.
    • De optische stroom is afhankelijk van factoren zoals lichaamsgrootte, massa, sterkte en vaardigheid van het dier.

    Problemen van waarneming

    • Gestructureerde lichtinformatie helpt dieren bij het begrijpen van hun omgeving en de mogelijkheden om te interacteren.

    Heroverweging van bewegingswaarneming.

    • Traditioneel wordt bewegingswaarneming gebaseerd op het retinale beeld.
    • De beweging van objecten ten opzichte van de waarnemer beïnvloedt onze perceptie.
    • De optische stroom wordt gebruikt om te begrijpen hoe dieren objecten vangen, zoals een bal.
    • Zowel mensen als honden gebruiken de veranderingen in de optische stroom om hun positie te synchroniseren tijdens het vangen van een object.
    • Dieren gebruiken optische flow om de afstand te schatten, zoals bij gannets die duiken naar vissen.
    • Bijen gebruiken optische stroom om de afstand naar nectarbronnen te bepalen.

    Ecologische benadering

    • De optische informatie geeft niet alleen aanwijzingen over het uitvoeren van een gedrag, maar ook over de mogelijkheid van het dier om dit gedrag uit te voeren.
    • De informatie is afgestemd op de mogelijkheden van de waarnemer.
    • De verandering in optische stroom tijdens een rijtaak helpt bestuurders hun remgedrag aan te passen.
    • De optische informatie helpt om te begrijpen of de benodigde versnelling om een doel te vangen binnen de maximale versnelling van het dier ligt.

    Affordances

    • Affordances zijn de mogelijkheden voor gedrag die ontstaan uit de relatie tussen een dier en zijn omgeving.
    • De perceptie van affordances maakt het mogelijk om gedrag uit te voeren.
    • Om een bal te vangen moet een dier zijn handen naar de toekomstige locatie van de bal verplaatsen.
    • Affordances zijn specifiek voor elk dier en kunnen binnen dezelfde soort variëren.
    • Het begrip "Affordances" is in 1966 geintroduceerd.
    • Warren heeft in de jaren '80 een empirische methode ontwikkeld om affordances te bestuderen.
    • De kritische waarde voor traplopen is de verhouding tussen de traphoogte en de beenlengte van een persoon.
    • De perceptie van klimbaarheid van een trap verschilt per lengte, maar de kritische waarde is consistent.

    Hoe worden affordances waargenomen?

    • De energiepatronen die een dier waarneemt zijn uniek en veranderen per moment en locatie.
    • De structuur van energiepatronen biedt informatie over affordances.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    College: Waarnemen en Bewegen

    Description

    Test je kennis over gestructureerde lichtreflecties en hun impact op de waarneming. Deze quiz behandelt onderwerpen zoals optische stroom, affordances en de invloed van houding op waarneming. Ontdek belangrijke concepten die van invloed zijn op hoe dieren hun omgeving interpreteren.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser