Podcast
Questions and Answers
Wat is de betekenis van een hogedrukgebied?
Wat is de betekenis van een hogedrukgebied?
- Een gebied met een hogere luchtdruk dan zijn omgeving. (correct)
- Een gebied met een lagere luchtdruk dan zijn omgeving.
- Een gebied waar het altijd regent.
- Een gebied dat altijd verwarmd is.
Wat beschrijft de koolstofkringloop?
Wat beschrijft de koolstofkringloop?
- De uitwisseling en opslag van koolstof op verschillende plekken in het aardse systeem. (correct)
- De manier waarop koolstofdioxide in de atmosfeer wordt geproduceerd.
- De rol van zuurstof in het ecosysteem.
- De migratie van koolstofbevattende organismen.
Wat is de intertropische convergentiezone (ITCZ)?
Wat is de intertropische convergentiezone (ITCZ)?
- Een zone waar tropische luchtmassa's samenkomen. (correct)
- Een zone die alleen in de zomer verschijnt.
- Een zone met permanent lage temperaturen.
- Een zone met sterke koudeluchtstromen.
Wat is een kenmerk van La Niña?
Wat is een kenmerk van La Niña?
Wat beschrijft de term 'luchtdruk'?
Wat beschrijft de term 'luchtdruk'?
Wat beschrijft het albedo-effect?
Wat beschrijft het albedo-effect?
Wat is de functie van de diepwaterpomp?
Wat is de functie van de diepwaterpomp?
Wat is een kenmerk van de Golfstroom?
Wat is een kenmerk van de Golfstroom?
Wat verstaat men onder het actualiteitsprincipe?
Wat verstaat men onder het actualiteitsprincipe?
Wat is de definitie van een front in de meteorologie?
Wat is de definitie van een front in de meteorologie?
Wat houdt ENSO in?
Wat houdt ENSO in?
Wat is een zwart begrip volgens de gegeven definities?
Wat is een zwart begrip volgens de gegeven definities?
Wat wordt verstaan onder externe variabiliteit?
Wat wordt verstaan onder externe variabiliteit?
Flashcards are hidden until you start studying
Study Notes
Actualiteitsprincipe
- De natuurlijke processen die vandaag de dag worden waargenomen, vonden ook plaats tijdens het geologische verleden.
- Natuurlijke processen zijn constant door de tijd heen.
Afzinkput
- Locatie in de Atlantische Oceaan waar zout en koud water zinkt naar de diepte van de oceaan.
Albedo
- De mate waarin een oppervlak straling weerkaatst, uitgedrukt als percentage.
Albedo-effect
- Een positieve terugkoppeling, waarbij een toename van de albedo leidt tot meer opwarming en een afname van de albedo tot meer afkoeling.
Atmosfeer
- De gasvormige stoffen die de aarde omringen.
- Heet ook dampkring.
Biosfeer
- Al het leven op aarde, van micro-organismen tot planten, dieren en mensen.
Corioliseffect
- De afwijking van de windrichting veroorzaakt door de rotatie van de aarde.
Diepwaterpomp
- Het effect van de thermohaliene circulatie in de oceanen.
- Koud en zout water zinkt bij Groenland en Antarctica, stijgt op in de tropen en wordt vervolgens opnieuw naar het noorden getrokken.
El Niño
- Een opwarming van de oppervlaktewateren in de oostelijke Stille Oceaan.
- Dit heeft invloed op het klimaat wereldwijd.
Energiebalans
- De optelsom van de inkomende en uitgaande straling van de aarde.
- Ook wel stralingsbalans genoemd.
ENSO
- Periodieke verandering van het luchtdrukpatroon in de Grote Oceaan, gepaard met El Niño en variaties in de zeewatertemperatuur.
Externe variabiliteit
- Klimaatveranderingen veroorzaakt door externe factoren (zonnestraling, vulkaanuitbarstingen).
Front
- Grensvlak tussen warme en koude lucht.
Frontale regen
- Neerslag die ontstaat wanneer warme lucht opstijgt boven koude lucht.
Glaciaal
- Periode met landijs op de continenten.
- Ook wel ijstijd genoemd.
Golfstroom
- Warme zeestroom in de Atlantische Oceaan, die vanuit de Golf van Mexico naar het noorden stroomt.
- Gaat in het noorden over in de Noord-Atlantische Drift.
Hogedrukgebied
- Gebied met hogere luchtdruk dan in de omgeving.
- Ook wel maximum genoemd.
Hydrosfeer
- Het water op aarde (oppervlaktewater, grondwater, ijs).
IJstijd
- Zie glaciaal.
Interne variabiliteit
- Klimaatveranderingen veroorzaakt door interacties binnen het klimasysteem (atmosfeer, oceanen, land).
Intertropische convergentiezone (ITCZ)
- Gebied van lage luchtdruk rond de evenaar waar lucht opgestegen is.
- Ook wel tropisch minimum genoemd.
Koolstofdioxide
- Kleur- en reukloos gas (CO₂).
Koolstofkringloop
- De uitwisseling en opslag van koolstof in het aardse systeem.
Koude zeestroom
- Relatief koude waterstroming in oceanen en zeeën.
Lagedrukgebied
- Gebied met lagere luchtdruk dan in de omgeving.
- Ook wel minimum genoemd.
La Niña
- Afkoeling van de oppervlaktewateren in de oostelijke Stille Oceaan.
Lithosfeer
- Het buitenste deel van de aarde, inclusief de aardkorst en het bovenste deel van de mantel.
Luchtdruk
- De kracht die het gewicht van een kolom lucht uitoefent op een oppervlak.
Maximum
- Zie hogedrukgebied.
Minimum
- Zie lagedrukgebied.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.