Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Document Details

SweepingExpressionism

Uploaded by SweepingExpressionism

Oostvaarders College

Tags

geography terms physical geography climatology earth science

Summary

Deze samenvatting bevat een groot aantal begrippen uit de aardrijkskunde. De begrippen hebben betrekking op verschillende aspecten van de aardrijkskunde, zoals klimaat, oceanografie, en geologie. De tekst is een lijstsamenvatting van belangrijke begrippen zoals Albedo, ITCZ en El Niño.

Full Transcript

# Begrippen ## Blauw begrip: Begrip dat je moet kennen voor het examen ## Zwart begrip: Begrip (dat je kent uit de onderbouw) dat belangrijk is voor het begrijpen van de theorie ## Actualiteitsprincipe Principe dat ervan uitgaat dat de natuurlijke processen die in het heden worden waargenomen,...

# Begrippen ## Blauw begrip: Begrip dat je moet kennen voor het examen ## Zwart begrip: Begrip (dat je kent uit de onderbouw) dat belangrijk is voor het begrijpen van de theorie ## Actualiteitsprincipe Principe dat ervan uitgaat dat de natuurlijke processen die in het heden worden waargenomen, op dezelfde manier plaatsvonden gedurende het geologische verleden. Men zegt ook wel dat natuurlijke processen uniform zijn door de tijd heen. ## Afzinkput Plek in de Atlantische Oceaan waar zout en koud - en dus zwaar - water naar de diepte van de oceaan zakt. ## Albedo De mate waarin een oppervlak zonne-energie weerkaatst, uitgedrukt in een percentage. ## Albedo-effect Positief terugkoppelingsmechanisme, waarbij een toename van de albedo in een gebied zorgt voor toenemende opwarming en een afname van de albedo in een gebied zorgt voor toenemende afkoeling. ## Atmosfeer Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen. Heet ook dampkring. ## Biosfeer Het leven op aarde (eencellige organismen, planten, dieren en mensen). ## Corioliseffect De afwijking van de windrichting die ontstaat door de draaiing van de aarde. ## Diepwaterpomp Het effect van het thermohaline circulatiesysteem in de oceanen, waardoor koud en zout water afzinkt bij Groenland en Antarctica, via de diepte bij de tropische streken aan de oppervlakte komt, opwarmt, en in de Atlantische Oceaan weer naar het noorden wordt gezogen. ## El Niño Periode met een sterke opwarming van het zeewater bij de evenaar langs de westkust van Zuid-Amerika en over een deel van de Grote Oceaan. ## Energiebalans De optelsom van de kortgolvige instraling (zonlicht) op aarde, de naar het heelal teruggekaatste straling en de langgolvige uitstraling (warmte) van de aarde. Heet ook stralingsbalans. ## ENSO Periodieke verandering van het luchtdrukpatroon in het gebied van de Grote Oceaan, in combinatie met een El Niño, het veranderen van de temperatuur van het zeewater. ## Externe variabiliteit Klimaatveranderingen die veroorzaakt worden door externe factoren. ## Front Grensvlak tussen relatief warme en relatief koude lucht. ## Frontale regen Neerslag die ontstaat bij een front, als relatief warme lucht over relatief koude lucht opstijgt. ## Glaciaal Periode waarin er landijs voorkomt op de continenten. Heet ook ijstijd. ## Golfstroom Warme zeestroom in de Atlantische Oceaan, die vanuit de Golf van Mexico naar het noorden stroomt. De Golfstroom gaat in het noorden over in de Noord-Atlantische Drift. ## Hogedrukgebied Gebied met een hogere luchtdruk aan het aardoppervlak dan in de omgeving. Heet ook maximum. ## Hydrosfeer Het water op aarde (oppervlakte- en grondwater, ijs). ## IJstijd Zie glaciaal. ## Interne variabiliteit Klimaatveranderingen die veroorzaakt worden door de wisselwerking tussen de onderdelen van het klimasysteem zelf, zoals atmosfeer, landoppervlak en oceanen. ## Intertropische convergentiezone (ITCZ) Zie tropisch minimum. ## Koolstofdioxide Kleur- en reukloos gas (CO₂). ## Koolstofkringloop Het verschijnsel dat het element koolstof (C) op allerlei plekken in het aardse systeem wordt uitgewisseld en opgeslagen. ## Koude zeestroom Relatief koude waterstroming in oceanen en zeeën. ## Lagedrukgebied Gebied met een lagere luchtdruk aan het aardoppervlak dan in de omgeving. Heet ook minimum. ## La Niña Periode met een sterke afkoeling van het zeewater bij de evenaar langs de westkust van Zuid-Amerika. ## Lithosfeer Het buitenste deel van de aarde (de aardkorst (inclusief bodem en reliëf) en het bovenste deel van de mantel). ## Luchtdruk De kracht die het gewicht van een kolom lucht op een oppervlak uitoefent. ## Maximum Zie hogedrukgebied. ## Minimum Zie lagedrukgebied.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser